103 Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )
103
Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie
Inventaris
2. Tweede gedeelte, Erfpachtbrieven, 1588-1845
675 Voor of in 1588; Tyman van Kuyck, Jacob van Asch en Allart van Helsdingen hebben in een eeuwigen en erfelijken pacht gegeven aan Jan Corsz nabeschreven gronden en erven, als: het erf en huisstede daar Anna Broers nu op woont, hebbende Roeloff Gerritsen ten noorden en het erf en huisstede daar Jan Corst nu zelf op woont ten zuiden; het erf en huisstede laatstgenoemde, waarvan het eerstgenoemde ten noorden en de weduwe van Geerts Willigen ten zuiden; voor een jaarlijkse erfpacht op Matthaeus van het eerstgenoemde 10 St. Brab. en voor het andere 20 St. Brab., waarvan de verpachters 3/4 delen en de compagnie van Dekema het resterende deel toekomen en omtrent 4 roeden 7 voeten breedten, gelegen in 't midden van omtrent zekere 8 roeden 7 voeten breedten, op 't west van 't erf genaamd Bueruelts hofstede, hebbende de gemeene grift ten zuiden, de sloot tussen de hofsteden van Buereuelt en Geerts Willigen ten noorden, en in zulken voege dat de verpachters uit de voornoemde 8 roeden 7 voeten breedte en 5 roeden lengte aan hun behouden de 2 zuiderse roeden, gelegen op 't noorden van de gemeene grift, en mede de twee noorderse roeden op 't zuiden van bovengemelde sloot, voor een jaarlijkse pacht van 30 St. Brab. waarvan 't eerste jaar zal verschijnen op Matth. 1588. Ongetekende en ongedateerde kopie
103 Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie
2. Tweede gedeelte, Erfpachtbrieven, 1588-1845
675
Voor of in 1588; Tyman van Kuyck, Jacob van Asch en Allart van Helsdingen hebben in een eeuwigen en erfelijken pacht gegeven aan Jan Corsz nabeschreven gronden en erven, als: het erf en huisstede daar Anna Broers nu op woont, hebbende Roeloff Gerritsen ten noorden en het erf en huisstede daar Jan Corst nu zelf op woont ten zuiden; het erf en huisstede laatstgenoemde, waarvan het eerstgenoemde ten noorden en de weduwe van Geerts Willigen ten zuiden; voor een jaarlijkse erfpacht op Matthaeus van het eerstgenoemde 10 St. Brab. en voor het andere 20 St. Brab., waarvan de verpachters 3/4 delen en de compagnie van Dekema het resterende deel toekomen en omtrent 4 roeden 7 voeten breedten, gelegen in 't midden van omtrent zekere 8 roeden 7 voeten breedten, op 't west van 't erf genaamd Bueruelts hofstede, hebbende de gemeene grift ten zuiden, de sloot tussen de hofsteden van Buereuelt en Geerts Willigen ten noorden, en in zulken voege dat de verpachters uit de voornoemde 8 roeden 7 voeten breedte en 5 roeden lengte aan hun behouden de 2 zuiderse roeden, gelegen op 't noorden van de gemeene grift, en mede de twee noorderse roeden op 't zuiden van bovengemelde sloot, voor een jaarlijkse pacht van 30 St. Brab. waarvan 't eerste jaar zal verschijnen op Matth. 1588. Ongetekende en ongedateerde kopie
laatste wijziging 11-11-2023
1.127 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1550-1932
Periode:
1550-1932
Beschrijving:
Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie (Schoterlandse Veencompagnie)
Categorie:
laatste wijziging 11-11-2023
1.127 beschreven archiefstukken