Uw zoekacties: Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie

103 Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inventaris
1. Eerste Gedeelte
1.1. Koopbrieven
1.1.3. Koopbrieven van verschillende leden der Compagnie en van de Compagnons gezamentlijk. (1591 - 1785)
1.1.3.1. Schoterland
1.1.3.1.2. Brongerga en Katlijk, enz
332 18 augustus 1615; Jonkheer Jan van Wijngaarden, Johan Oom van Wijngaerden, advocaat en Jacob Taurinus als man en voogd van jufvrouw Beatris van Wijngaerden voor hun zelven en in dezen vervangende of hun sterkmakende voor jufvrouw Susanna van Wijngaerden hun zuster, te zamen als erfgenamen van wijlen jufvrouw Sophia Roecken hunne moeder, verkoopen in een vrijen, vasten erfkoop aan de Ed. hr. Tinco van Oenema, grietman van Schoterland en Hipolitus Roelofs, grietman van AEngwirden, zekere geregt 8e part van ee stuk hoogveen met de grond, voor zoo veel tzelve gelegen is in Brongerga, breed zijnde bij de Leidijk aldaar, voorts noordwaarts tot aan de vergravene vulling, van welk geheel stuk veen de medekooper Hipolitus Roelofs met gelijk stuk ten oosten en Foeyts met nog de geregte 8e part van het middelste 3e part van de 1e en 2e veertien roeden gelegen in het 1e lot van de Lange Swaegen, mandeelig met de kopers; groot zijne 543 roeden; ieder morgen voor 340 carolische gulden met nog de geregt 8e part van de vergraven vulling van het 1e stuk in Brongerga, strekkende van de hooge veenen aldaar, voorts noordwaarts tot, aan de gemeene Grift, de genoemde naastlegers aldaar mede ten oosten en ten westen, groot 221 roeden; nog 1/8 part van 1/3 part in Cuycks voorkoop van de vulling van de Zuiderwallen, groot 70 roeden, ieder morgen voor 70 carolische gulden, nog 1/8 part van ht voorste 3e deel van het 1e Bantsterstuk, voor de som van 300 carolische gulden; nog 1/8 part van 1/3 part in Cuycks voorkoop voor 25 carolische gulden met hond-, grond- en morgengeld en andere impositien als volgens 't contract van 1605. Authentieke kopie van 29 maart 1616
368 6 mei 1635; Antoni van Cuyck, wonende op 't Heerenveen, voor zichzelf, Gouert van Tongeren als voorstander van zijne kinderen bij Stephania van Cuyck zijne overledene huisvrouw in echte getogen, Remt Jelles Wythama man en voogd van Elisabeth van Cuyck en Cornelia van Cuyck, te zamen zoo in hun eigen naam als door uitkoop van Maria van Cuyck, efgenamen universzeel, van wijlen Johan van Cuyck hun vader en in die kwaliteit als in hun eigen naam door accoord met Tijmen van Cjuyck hun oom gemaakt voor 1/5 part, erfgenamen van wijlen Tijmen van Cuyck en jufvrouw Catharina van Sombeecke in tijden echtelieden, hun bestevader en bestemoeder hebben verkocht, gecedeerd en overgedragen te hebben aan de heer Jaques van Oenema, en de heer Johannes Crack, de geregte helft met nog 1/5 part van de andere helft van veenen, zoo met als zonder grond, gelijk die voormaals zijn aangekocht van het 3e part der behoudene veenen de suceedenten van Jan van Cuyck Antonysz toebehoorende, gelegen in Cuycks voorkoop in de dorpen Nieuwehorne, Oudehorne, Jubbega, Schurega, Hoornsterzwaag en Donkerbroek, gelijk mede 't geene nog is behouden in 't 3e lot van de Langezwaag, Kortezwaag, Lippenhuisen, Wijnjeterp en Hemrik en omtrent 2 morgen veen gelegen in Tjalleberd op Marten Douwes zathe, benevens eenige veenen gelegen in Katlijk, alles zoo goed en kwaad, groot en klein als hunne geregtigheid mag wezen, met bevrijding van de jaarlijksche pacht te betalen van de pastorie van Tjalleberd, voorts over 't leggen van wijken enz. voor de som van 14200 carolische gulden vrijgeld. In margine van 't tweede blad; Consent van de grietman van Schoterland A. van Oenema, op de koop van de veenen en gronden voor zoo veel die in zijne jurisdictie gelegen zijn; d.d. 26 september 1638 .Origineel, met een opgedrukt zegel. Achterop nr 461 (2e inventaris)
374 8 maart 1636; Ghijsbrecht de Milde als procuratie hebbende zoo van jufvrouw Margareta van Medenblick zijne moeder, als van mr. Rombout van Medenblick zijn oom, en de rato caverende voor jufvrouw Maria van Medenblick zijne moeye, mr. Marten van der Meer, als weduwnaar en boedhouder van zal. jufvrouw Barbera van Medenblick, mitsgaders mr. Johan van der Meer zijn zoon erfgenamen van voors. jufvrouw Barbara van Medenblick, allen te zamen kinderen en mede erfgenamen van zal. mr. Henrick van Medenblick en anderen representeredne te zamen voor 1/5 part, de compagnie van Medenblick, verkoopen aan Jan Andriesz van Loenen, lakenkoop en burger te Utrecht, ten behoeve van de heeren Jacques van Oenama, Johannes van Crack en Gerrit van Sickinga, alle alzulke resterende gedeelten, actien, rechten en geregtigheden, als hun competeren, elk in zijn kwaliteit voor 1/5 part competerende is in de veenen en gronden, zoo met als zonder grond, toebehoorende onder de compagnie van de voors. Medenblick liggende in 't Heerenveen in Friesland, als ook in de grietenij van Schoterland en in Opsterland of daar 't in Friesland zoude mogen zijn gelegen, voor 5100 carolische gulden. Origineel (Achterop nr. 463 - 2e inventeris - ) gepasseerd voor de notaris Gerrit van Waey te Utrecht. Bijlagen: Kwitantien voor Jan Andriesz van Loenen, wegens betaalde koopsommen, d.d. 5 juli 1636, 15 februari 1638 en 13 juli 1641. Verklaring van Cazijns (Willem) en Gerrit van Waey betrekkelijk bovengemelden verkoop, dat er geene meerdere veenen, vulling of gronden waren verkocht, 8 maart 1636. Ongetekende kopie of minute. Brief van Jan Andriessen van Loenen aan heer Johannes van Crack over hetzelfde onderwerp enz
378 10 maart 1642; Reversaal waarbij Jacob Poppes, wonende tot Mildam, voor zich zelf en de rato caverende voor Fokel Jansdr zijn echte huisvrouw bekent schuldig te zijn aan de heere Johannes van Crack, de som van 6267 carolische gulden 18 St. 12½ p. ter zake koop van de geregte helft van zeker stuk hoogveen met en zonder grond, gelegen tot Katlijk, groot in 't geheel 12 morgen 466 roedne 7 voet 1 duim, Jacob van Cuyck c.s. ten oosten mr. Claes Juridus ten westen, Reitse Bruchts c.s. ten zuiden, en de gemeene Compagnons twee roeden ten noorden, volgens koopbrief van gelijke datum. In margine kwitantie van J.v.Crack, voor de ontvangst van de helft der twee eerste termijnen, ad 1086 carolische gulden 1 St. 12 p., 22 mei 1644. Origineel. Bijlage: Jacob Poppes te Mildam bekent aan de Ed. heeren Oenama en Crack te hebben overgedragen twee reversalen, beide van de 10 maart 1642, het eene op Anne Harmens in qlt. en 't andere op Cornelis Frericks en eene obligatie d.d. 25 oktober 1641, mede op genoemde Cornelis, te zamen ter som van 1675 carolische gulden, 5 juli 1642. Origineel
103 Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie
1. Eerste Gedeelte
1.1. Koopbrieven
1.1.3. Koopbrieven van verschillende leden der Compagnie en van de Compagnons gezamentlijk. (1591 - 1785)
1.1.3.1. Schoterland
1.1.3.1.2. Brongerga en Katlijk, enz
378
10 maart 1642; Reversaal waarbij Jacob Poppes, wonende tot Mildam, voor zich zelf en de rato caverende voor Fokel Jansdr zijn echte huisvrouw bekent schuldig te zijn aan de heere Johannes van Crack, de som van 6267 carolische gulden 18 St. 12½ p. ter zake koop van de geregte helft van zeker stuk hoogveen met en zonder grond, gelegen tot Katlijk, groot in 't geheel 12 morgen 466 roedne 7 voet 1 duim, Jacob van Cuyck c.s. ten oosten mr. Claes Juridus ten westen, Reitse Bruchts c.s. ten zuiden, en de gemeene Compagnons twee roeden ten noorden, volgens koopbrief van gelijke datum. In margine kwitantie van J.v.Crack, voor de ontvangst van de helft der twee eerste termijnen, ad 1086 carolische gulden 1 St. 12 p., 22 mei 1644. Origineel. Bijlage: Jacob Poppes te Mildam bekent aan de Ed. heeren Oenama en Crack te hebben overgedragen twee reversalen, beide van de 10 maart 1642, het eene op Anne Harmens in qlt. en 't andere op Cornelis Frericks en eene obligatie d.d. 25 oktober 1641, mede op genoemde Cornelis, te zamen ter som van 1675 carolische gulden, 5 juli 1642. Origineel

Kenmerken

Datering:
1550-1932
Periode:
1550-1932
Beschrijving:
Decama-, Cuyck- en Foeyts Veencompagnie (Schoterlandse Veencompagnie)