Uw zoekacties: Staten van Friesland voor 1580

3 Staten van Friesland voor 1580 ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
3   Staten van Friesland voor 1580
Inventaris
1. Structuur van de collectie en geschiedenis van de inventarisatie
2. Aanwijzingen voor de gebruiker
3. Inleiding door J.G. Avis � (1947)
4. Archief van de Staten van Friesland
5. Archief van Gedeputeerde Staten van Friesland
N.B. Zie Toegang 5, Archief van Gedeputerde Staten (1578) 1580-1795, inleiding, § 1-4 en 9.
5.1. Stukken van algemene aard
5.1.1. Resoluties
5.1.2. Minuten van uitgegane stukken
5.1.3. Ingekomen stukken
515 Brief van de Landvoogdes Maria van Hongarije, aan de Prelaten, Edelen en gemene Steden van Friesland, bevattende de mededeling, dat zij mr. Everard Nicolai en Gerrit van Loo heeft gecommitteerd om hun enige zaken van gewicht voor te dragen, 25 februari 1544
516 Brief van George van Roorda uit Mechelen aan de Gedeputeerden van de geprivilegeerde Heerschappen in Friesland betreffende de af te leggen huldigingseed aan de Keizer, 6 oktober 1545
517 Rekest van Sixtus en Pieter van Dekema met George van Roorda als Gedeputeerden van de Landen van Friesland aan de Landvoogdes, houdende het verzoek om aan de ontvangers in Antwerpen, Amsterdam en elders te gelasten aan de ingezetenen van Friesland alle gelden te restitueren, die deze ná 1 augustus 1545 voor de 100ste Penning hebben betaald 1545. Met, in de marge, het antwoord van de Landvoogdes van 31 oktober.
518 Brief van de Keizer aan de Stadhouder en aan President en Raden van het Hof van Friesland, waarbij aan dezen wordt gelast, dat alle koopbrieven van renten binnen het jaar in de griffie van het Hof of voor het grietenijgerecht moeten worden aangetekend, en dat zij bij verzuim geen preferentie zullen genieten boven andere crediteuren en een jaar rente zullen verbeuren ten profijte van de Keizer, 11 juli 1551. Afschrift
519 Brief van Keizer Karel V aan de Staten van Friesland, bevattende de kennisgeving van de afvaardiging van de Heren Johan de Ligne, Wynault van Breyll en mr. Eduard Nicolai naar de uitgeschreven vergadering van de Landdag ten einde daar enige zaken voor te dragen en een petitie te doen ten behoeve van de verdediging van het land, 29 februari 1552
520 Brief van Koning Philips van Spanje aan "die Prelaten, Geestelijcke, Adele en Eygenerfden, representerende die Staten van onsen Lande van Vrieslant", bevattende de mededeling, dat de de stadhouder de Graaf van Arenberg was gelast om hun namens de koning enige zaken rakende de bescherming en welvaart van het land voor te dragen, 14 februari 1557
521 Brief van de Volmachten van de dorpen Engelum, Beetgum, Berlikum en Wier aan de Heren Rienck van Burmania, Watthije van Camminga, Haringh Glins, Ruyrdt Roorda en Hessel Aysma, Gedeputeerden van Friesland en gecommitteerd tot de Doleantiën, waarin zij er zich over beklagen, dat sommige personen hun vee over de dijken en openbare wegen laten lopen, en verzoeken om op hun eerstkomende samenkomst met het Hof daartegen maatregelen te beramen, opdat zij van deze overlast bevrijd worden, 3 mei 1562
522 Rekest van Rienck van Burmania, Ryoerdt Roorda, Wathie van Cammingha, Haring Glins en Hessel Aysma "als Deputerde van de gemene Staten van de Lande van Vrieslant" aan de Stadhouder, President en Raden, houdende het verzoek om commissarissen te benoemen ten einde de inbreuken op de privileges, vrijheden en tractaten ongedaan te maken en te herstellen ten behoeve van de welvaart dezer landen, 6 juli 1562; met appointement van het Hof, waarbij Heer Carel van de Nytzem en drie andere personen worden aangesteld om met de indieners van het rekest over de voornoemde zaken te beraadslagen en daarover rapport aan het Hof uit te brengen, 1562. Afschrift
3 Staten van Friesland voor 1580
5. Archief van Gedeputeerde Staten van Friesland
5.1. Stukken van algemene aard
5.1.3. Ingekomen stukken
522
Rekest van Rienck van Burmania, Ryoerdt Roorda, Wathie van Cammingha, Haring Glins en Hessel Aysma "als Deputerde van de gemene Staten van de Lande van Vrieslant" aan de Stadhouder, President en Raden, houdende het verzoek om commissarissen te benoemen ten einde de inbreuken op de privileges, vrijheden en tractaten ongedaan te maken en te herstellen ten behoeve van de welvaart dezer landen, 6 juli 1562; met appointement van het Hof, waarbij Heer Carel van de Nytzem en drie andere personen worden aangesteld om met de indieners van het rekest over de voornoemde zaken te beraadslagen en daarover rapport aan het Hof uit te brengen, 1562. Afschrift
NB:
Aan te vragen als: Staten vóór 1580, Toegang 3, inv. nr. 272. Chron. Reg., nr. 403. Als ingekomen stuk beschouwd. Het afschrift is vervaardigd door Pieter Rieuwerdtsz. in zijn kwaliteit van Notarius Publicus, "apostolica auctoritate".
Omvang:
1 stuk
Organisatie: Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum)
laatste wijziging 23-09-2002
523 Rekest van Sippe van Meckema en Kempo Tadema voor hen zelf en voor de andere ingezetenen van Kollumerland aan Gedeputeerde Staten van Friesland houdende het verzoek hun goederen vrij en onbelast door de Scholbalg en over het Wad te mogen voeren, 1562
524 Brief van de regering van Dokkum aan de Gedeputeerden en Volmachten van de Platte Landen van Friesland betreffende de heffing van het tonne- en bakengeld van de schepen, welke door de Scholbalg binnenlopen, 15 augustus 1562. Hierbij een desbetreffende voorlopige ordonnantie van het Hof van Friesland (in afschrift), 5 mei 1563
525 Rekest van schipper Jacob Lieuwesz. te Harlingen aan de Heren Gedeputeerden van Friesland, houdende het verzoek om uit de gevangenis te worden ontslagen, waarin hij wegens het schieten op duiven was opgesloten, 4 augustus 1564
526 Rekest van de Volmachten van de Platte Landen van Friesland aan de Heren Gecommitteerden van de Staten, houdende het verzoek te willen bevorderen, dat Heer Pieter van Dekema c.s. worden gedwongen de waterlozing te stoppen en de vaarten van hun venen te dempen, 28 juni 1566. Hierbij een verklaring van de Gedeputeerden van het Land van Friesland, dat zij bereid zijn zich van de zaak op de hoogte te stellen door inspectie ter plaatse met twee ter zake kundige personen van volmachten voorzien, opdat met gezamenlijk goedvinden gehandeld kan worden, 1566
527 Volmacht van de ingezetenen van Oudeschoot voor Eelcke van der Haule om hen als advocaat voor het Hof te vertegenwoordigen en alle nodige handelingen te verrichten in het proces over het opnieuw open maken van de Drachtster sloot aan de oostzijde van de Drachten of Heerweg, die door sommige personen was dicht gegooid, 28 juni 1566. Afschrift
528 Rekest van Pieter van Dekema, mr. Anthonis del Vaille en Boudewijn van Loo aan de Gedeputeerden van de Landen van Friesland houdende het verzoek om hun recht in de kwestie over de Drachtster sloot, welke opnieuw door een volksmenigte met geweld was gedempt en waarbij bruggen en sluizen waren vernield, 28 juni 1566
529 Rekest van Douwe van Douwema c.s. aan de Stadhouder van Friesland houdende het verzoek om met de executie van de sententie van 11 mei 1563 in de kwestie betreffende het doorgraven van dammen en dijken, zonder medeweten van de indieners van het rekest op te houden en hen daarmee niet meer te bezwaren, 1566. Afschrift
530 Rekest van Mintze van Buuma en Sybert Aysma als voogden over de weeskinderen van Hessel Aysma, aan Gedeputeerde Staten van Friesland houdende het verzoek om restitutie van al de onkosten, die genoemde Hessel ten dienste van het land heeft moeten maken, [juli] 1566
531 Bericht van het Hof van Friesland aan de Gedeputeerden, dat het een missive heeft ontvangen van de Landvoogdes, de Hertogin van Parma, waarin zij schrijft, dat er geen verandering van religie kan worden gedoogd en er ook geen samenkomsten mogen worden gehouden, 18 november 1566
532 Rekest van Foppe van Douwema te Langweer, Floris Abbema te Akkrum en Auke Aedesz. te Langweer aan de Gedeputeerden, houdende het verzoek om uitbetaling van hun vacatiegelden voor de dagen door hen te Leeuwarden in november wegens 's Lands zaken doorgebracht, 1566
533 Rekest van de Gedeputeerden van Friesland aan de Koning houdende het verzoek om overeenkomstig de gesloten tractaten het land in vrede en rust te houden en daarom inzake de Religie niet te veranderen, totdat door hem met de Staten-Generaal anders zal zijn beslist en om in de tussentijd toe te laten, dat de nieuwe religie wordt uitgeoefend op ongewijde plaatsen januari 1567. Met antwoord hierop van de Hertogin van Parma, 1567. Afschrift.
534 Resolutie van de Landvoogdes, Margaretha van Parma, genomen in de Raad van State, waarin zij diegenen van de Friese Edelen, die toegetreden zijn tot het verbond der Edelen, in de gelegenheid stelt van de dwalingen huns weegs terug te keren en bij weigering dreigt hen als rebellen te zullen behandelen, 24 februari 1567. Met formulier van de verklaring betreffende de uittreding uit het Verbond in de Hollandse en Franse taal, 1567. Afschriften
535 Brief van Koning Philips aan de Prelaten, Ridderschap en Steden van Friesland, vertegenwoordigende de Staten van dit gewest, behelzende de mededeling, dat hij afziet van zijn voornemen om zelf naar de Nederlanden te komen, dat hij de Landvoogdes toestaat naar haar landen terug te keren en in haar plaats als Landvoogd over de Nederlanden heeft aangesteld de Hertog van Alva, 13 oktober 1567
536 Brief van Johan van Roorda uit Mechelen, uit naam van Gravin van Arenberg geschreven, aan de Gedeputeerden in Friesland, waarin hij haar in hun gunst en vriendschap aanbeveelt, verzoekt om de goede regering van haar man met lof te willen vermelden en de zoon in de plaats van de vader te doen opvolgen, 1 augustus 1568
537 Brief van de Gravin van Arenberg aan de Staten van Friesland, waarin zij zich in hun vriendschap en gunst aanbeveelt, 31 juli 1568. Afschrift
538 Brief van de Landvoogd, de Hertog van Alva aan de Prelaten, Ridderschap, Eigenerfden en Steden van de Landen van Friesland, meldende, dat hij de Koning kennis heeft gegeven van de goede diensten door de Staten bewezen, in het bijzonder bij de doorreis van de Koningin, op 's Konings last daarvoor dank betuigende, 4 januari 1570
539 Begeleidend schrijven van de Hertog van Alva bij de brief van de Koning aan de Prelaten, Ridderschap, Eigenerfden en Steden van de Landen van Friesland "oft hueren Gedeputeerden", waarin hij hun zijn tevredenheid betuigt over de aan de koning bewezen diensten en van diens belangstelling gewaagt in 's Lands welvaren en de gevolgen van de onlangs plaats gehad hebbende overstroming, 28 maart 1570
540 Rekest van de Gedeputeerden van de Landen van Friesland, Hero van Ockinga en Renicus van Cammingha, aan de President en leden van de Geheime Raad, houdende het verzoek om bij apostille te worden onderricht, wat zij moeten doen om appointement te verkrijgen op de artikelen of remonstrantie, die zij hebben overgegeven tegen de kort tevoren gepubliceerde ordonnantie op de Criminele Justitie en andere stukken betreffende hun privileges. Met appointement, 18 juni 1570
541 Brief van de Graaf van Megen, Stadhouder van Friesland, uit Antwerpen aan "die gemeyne Gedeputeerden 's lants van Vrieslant, representerende die Staten van den selven lande", betreffende de aankomst van de Gedeputeerden ter begroeting van de Koningin en het aan haar aan te bieden geschenk, 29 augustus 1570
542 Brief van de Hertog van Alva aan de Staten van Friesland betreffende de weigering van de Rentmeesters om de renten uit te betalen wegens zekere clausule in het Generaal Pardon, 15 november 1570
543 Rekest van Ulbo van Heemstra voor zich zelf en als gevolmachtigde van de vier dorpen in de z.g. Trynwâlden in Tietjerksteradeel aan de Gedeputeerden van Friesland houdende het verzoek te willen bewerken, dat de Stadhouder met zijn familie en de reizende man in het Convent Bergum zullen mogen logeren en dat de armen van Bergum en omliggende plaatsen de aalmoezen van het Convent zullen mogen blijven genieten, 1570
544 Brief van Koning Philips aan de Prelaten, Ridderschap, Eigenerfden en Steden van de Landen van Friesland "oft hueren Gedeputeerden", waarin hij zijn tevredenheid te kennen geeft over de vriendelijke ontvangst aan de Koningin op haar doorreis bereid, over de gewilligheid in het opbrengen van de bede en andere zaken, die van hen werden verlangd, en zijn leedwezen betuigt over de geleden schade ten gevolge van de plaats gehad hebbende overstroming, 22 januari 1571
545 Brief van de stadhouder de Graaf van Megen aan de Gedeputeerden van de Staten van Friesland, waarin hij kennis geeft van de tevredenheid van de Koning over de door hen bewezen diensten en de behouden aankomst van de Koningin bericht, 26 januari 1571
546 Brief van de Gecommitteerden tot de Rekening aan Schelto van Lyauckema te Sexbierum, Lieuwe van Wegema te Arum en de grietman van Lemstervijfga, Gedeputeerden 's Lands van Friesland, houdende het verzoek bijgaande (nu niet meer aanwezige) betalingsordonnantie te willen ondertekenen en aan de brenger van deze brief weer terstond mee terug te geven 4 september 1571. Met kwitantie van 40 stuivers van de bode, die de betalingsordonnantie had bezorgd, 1571.
547 Rekest van de Gedeputeerden van de Staten van Friesland aan de Landvoogd de Hertog van Alva, houdende het verzoek om voorzieningen te treffen, dat schuldeisers aan hun geld zullen kunnen komen van personen, die ter zake van de onlusten en de beroerten waren geëxecuteerd en verbannen, daar zij anders in grote nood zouden komen; met appointement, 13 september 1570. Hierbij een tweede rekest, waarin het verzoek, dat na inlevering van de declaraties en specificaties van bovengenoemde schulden een besluit op genoemd verzoek moge volgen, 18 december 1571. Afschriften
548 Brief van Koning Philips II aan de Staten van Friesland, bevattende een aansporing de nodige maatregelen te nemen tegen het verzet van enige rebellen, ketters en andere lieden, die de gemene rust verstoren, 19 juni 1572
549 Brief van de Hertog van Alva aan de Staten van Friesland ten geleide van een brief van de koning betreffende het nemen van maatregelen tegen de rebellen, ketters en andere vijanden van de rust van het land, 20 juli 1572
550 Rekest van Hero van Ockinga en Hero van Burmania als Volmachten van de gemene Gedeputeerden van Friesland aan de Hertog van Alva, houdende het dringend verzoek om het de Landen niet weer moeilijk te maken vóór de lopende bede, waarvan de derde termijn aanstaande is, zal zijn voldaan, en om hetgeen zij daarvóór al hebben moeten opbrengen op voornoemde bede te mogen korten en om hen overeenkomstig vroeger gedane beloften niet meer met vorderingen te bezwaren. Met beslissing hierop van de Hertog, 20 juni 1573
551 Beslissing van de hertog van Alva op een rekest van Hero van Ockinga en Hero van Burmania als volmachten van de gemene Gedeputeerden van Friesland, 1573; afschrift
552 Brief van de Landvoogd de Hertog van Alva uit Nijmegen aan Hero van Ockinga en Hero van Burmania, Volmachten van de gemene Gedeputeerden van Friesland, waarin hun in beleefde termen wordt te verstaan gegeven zich te houden aan hetgeen de apostille op het door hen enige tijd tevoren ingediende rekest behelst alsmede de omslag van 1 stuiver op de Floreenrente niet te korten op de eerstkomende termijn van november van de bede van 128.000 gulden, 20 juni 1573
553 Brief van Koning Philips uit Madrid aan de Prelaten, Ridderschap, Eigenerfden en Steden, vertegenwoordigende de Staten van Friesland, bevattende de kennisgeving van de benoeming van Don Louis de Requesens tot Stadhouder en Kapitein- Generaal van de Nederlanden in plaats van de Hertog van Alva, 19 oktober 1573
554 Brief van Don Louis de Requesens aan de Prelaten, Ridderschap, Eigenerfden en Steden van Friesland of haar Gedeputeerden, bevattende de mededeling van zijn benoeming tot Gouverneur en Kapitein-Generaal der Nederlanden, 30 november 1573
555 Rekest van Wattie van Cammingha namens het Land van Friesland aan de Koning, houdende het verzoek om van de verdere betaling van de bede van 128.000 gld. te worden ontslagen of dat met de betaling mag worden opgehouden, totdat de algemene toestand weer wat zal zijn verbeterd, en dat, wat zij tegen hun wil daar boven hebben moeten opbrengen, wederom zal worden gerestitueerd of op de jaartax zal worden gekort 1573. Met antwoord hierop van Don Louis de Requenses, 17 december 1573.
556 Brief van Gisbert Aernsma aan de Prelaten van Foswerd, Klaarkamp en Lidlum, Hero van Ockinga, Schelte van Lyauckema, Hero van Burmania, Lieuwe van Beijma, Meyne Lyckles van Nijeholtpade, Gedeputeerden en verder aan Scholte van Scheltema, Peter Walta, Crispinus Douwama, Frans Tallhum, Jorrijdt Bockes, Anne Tzierx, Peter Boeymer, Olderman te Franeker, Saecke Streepers, Burgemeester te Sneek en Gerrit Wybes, Burgemeester van Leeuwarden, houdende mededeling van de ontvangst van twee bezegelde brieven van de Koning met het verzoek om enige van de Prelaten, Edelen, Eigenerfden en Steden ter vergadering te beschrijven binnen Leeuwarden, ten huize van de weduwe Alcke Feitsma, opdat zij bij de opening der brieven aanwezig kunnen zijn en zonodig over de inhoud kan worden beraadslaagd en dienaangaande een besluit kan worden genomen, 24 december 1573
557 Brief van [de President en Raden van het Hof] te Leeuwarden aan de stadhouder de Graaf van Billy bevattende een uiteenzetting van de zeer slechte toestand, waarin het land verkeert, waardoor dit niet in staat is de soldaten te betalen, verzoekende daarmee rekening te willen houden, 16 februari 1574. Afschrift
558 Brief van Koning Philips II aan de Prelaten, Ridderschap, Eigenerfden en Steden van Friesland, vertegenwoordigende de Staten dit Land "oft hueren Gedeputeerden", bevattende de mededeling van het verlenen van een algemeen pardon, 8 maart 1574
-- Lijst van stukken, die Marten van de Nitzem als gevolmachtigde van de Gedeputeerden 's Lands van Friesland op zijn reis naar de Landvoogd te Brussel heeft meegenomen, 14 april 1574. Concept
559 Brief van Marten van de Nytzem uit Brussel aan Ruyrdt van Roorda, Watthie van Cammingha, Hero van Ockinga en mr. Meyne Lyckles Nijeholtpada, "Gedeputeerde ende Staeten van Vrieslandt", bevattende een verslag van zijn verrichtingen en bevindingen bij de regering aldaar alsmede het verzoek om een generale beschrijving te zenden van al de omslagen, die de laatste twee jaren in Friesland gedaan zijn, 12 mei 1574
560 Brief van Marten van de Nytzem uit Brussel aan de Gedeputeerden van de Staten en Landen van Friesland (Ruyrdt van Roorda, Wathie van Kammingha, Hero van Ockinga en mr. Meyne Nijeholtpada) bevattende een verslag van zijn bevindingen en verrichtingen aldaar, 16 juni 1574
561 Rekest van de Gedeputeerden van Friesland aan de Stadhouder en aan de President en Raden van het Hof van Friesland houdende het verzoek om Ulbe van Aylva, die sedert drie weken in het Vrouwengat op het Blokhuis gevangen zat, daaruit te ontslaan en hem in bewaring te stellen ten huize van de kastelein van voornoemde instelling, 23 juli 1574; met appointement van de Stadhouder, Caspar de Robles. 1574
562 Rekest van Marten van de Nytzem als gecommitteerde van de Staten van Friesland aan de Koning, houdende het verzoek om kwijtschelding van de rest van de bede of om dit nog onbetaalde restant aan te mogen wenden voor het onderhoud der soldaten, ten einde op deze wijze alle commotie en oproer in het land tegen te gaan en te verhinderen 27 juli 1574; met beschikking van de Landvoogd, die de adressant verwijst naar de stadhouder, de Heer van Billy.
563 Voorstel van de Heer van Billy, Stadhouder van Friesland, aan de Gedeputeerden Ryurdt van Roorda, Wattzie van Cammingha en Hero van Ockinga, om van de meest vermogende ingezetenen van het gewest bij wijze van lening gelden op te nemen tot betaling van de soldaten, met de belofte, dat deze gelden hun uit de inkomsten der imposten zullen worden terug betaald, 11 december 1574
564 Verzoek van enige Volmachten aan de Gedeputeerden van de Staten van Friesland zo spoedig mogelijk een afgevaardigde aan te wijzen en deze naar Brussel te zenden ten einde bij de Stadhouder te bewerken, dat de twee stuivers op de Floreenrente tot onderhoud van de Duitse en Waalse Soldaten op de Jaartax van juli of november of op de bede zullen worden gekort en naar voren te brengen dat het onmogelijk is het land met nog meer andere lasten te bezwaren, 1574
565 Brief van Koning Philips uit Madrid aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden behelzende de mededeling van de aanstelling van Don Juan tot Landvoogd en Kapitein-Generaal der Nederlanden, 1 september 1576
566 Brief van Koning Philips aan de Staten van Friesland (Prelaten, Ridderschap, Eigenerfden en Steden) bevattende de mededeling van de komst van Don Juan van Oostenrijk als Landvoogd en Kapitein-Generaal der Nederlanden, 30 oktober 1576
567 Brief van de Landvoogd Don Juan van Oostenrijk aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden bevattende een kennisgeving van de aanvaarding van zijn waardigheid, 6 november 1576
568 Brief van de Landvoogd Don Juan van Oostenrijk aan de Staten van Friesland, bevattende de mededeling van zijn komst in het Land van Luxemburg alsmede het verzoek, dat de Heer van Billy met zijn schoonzoon en kapitein, die door de soldaten waren gevangen genomen, weer in vrijheid mochten worden gesteld, 13 december 1576
569 Brief van de Staten-Generaal uit Namen aan de Staten van Friesland, houdende het verzoek zich te verenigen met de Prins van Oranje, de Staten van Holland en Zeeland en hun geassocieerden, 26 december 1576
570 Brief van de Stadhouder, George van Lalaing uit Groningen aan de Gedeputeerden van de Staten van Friesland betreffende de onenigheid tussen de kwartieren Oostergo en Zevenwouden enerzijds en dat van Westergo anderzijds over de onbillijkheid in de wijze van opbrengen van de omslag over de Floreenrente en van de Familiegelden, alsmede over het voorstel om in de plaats daarvan de 5de Penning van alle jaarlijkse pachten en renten op te brengen, gelijk in Groningen en de Ommelanden geschied is, 27 januari 1577
571 Volmacht van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, voor de Heer van Pipenpoy, om hem te vertegenwoordigen bij de Staten-Generaal te Brussel, 3 maart 1577. Afschrift
572 Brief van de Raad van State te Brussel aan de Prelaten, "Ritterschappen", Gedeputeerden der Steden en andere, vertegenwoordigende de Staten van Westvrieslant oft een hoere Gedeputeerde", houdende het verzoek om de Heer van Billy en enige andere kapiteins, die te Groningen gevangen worden gehouden, in vrijheid te stellen en ze te laten vertrekken naar de Stadhouder van Gelderland, 11 maart 1577
573 Remonstrantie van de Heren Gedeputeerde Staten van Friesland aan de Stadhouder, de Graaf van Lalaing, inhoudende verschillende wensen zoals handhaving van de oude tractaten, privileges en vrijheden, herstel van sommige kloosters in hun oude rechtspositie, wegzending van de vreemde soldaten, benoeming van een ingezetene tot Drost van Stavoren, enz., 13 maart 1577; met antwoord van de Stadhouder, 14 maart 1577
574 Nadere Remonstrantie van de Gedeputeerden van Friesland aan de Stadhouder, de Graaf van Lalaing, waarin zij verklaren verwacht te hebben op de verschillende punten in de vorige remonstrantie vermeld een duidelijker antwoord te zullen ontvangen, waarom zij de vrijheid nemen op enkele daarvan nogmaals terug te komen 14 maart 1577; met antwoord van de Stadhouder, 15 maart 1577.
575 Brief van Marten van de Nytzem, Schelto van Tzjaerda en Feico Tetmans aan Gedeputeerde Staten van Friesland over hun verrichtingen bij de Staten-Generaal te Brussel. Hierbij twee rekesten betreffende de Heer van Billy en de vordering, die de Staten van Friesland nog op hem hebben, alsmede over de Graaf van Bossu en diens benoeming tot Stadhouder over Friesland 29 maart 1577. Met beschikkingen op de rekesten van de Staten-Generaal, 1577.
576 Brief van Koning Philips aan de Staten van Friesland (Prelaten, Ridderschap, Eigenerfden en Steden van "onsen Lande van Vrieslant, vertegenwoordigende die Staten van de selven Land"), waarin hij hen bedankt voor hetgeen zij in verband met de Pacificatie hebben verricht, de hoop daarbij uitsprekende, dat zij zullen voortgaan in het bewaren en handhaven van het Heilige Roomse Geloof, 7 april 1577
577 Protest van de provincies Utrecht en Friesland ter vergadering van de Staten- Generaal te Brussel vertegenwoordigd, tegen het feit, dat mr. Cornelis Wellemans, griffier van de Staten van Brabant, namens de Staten-Generaal akten en obligaties ondertekende en met het zegel van Brabant zegelde, verklarende zich daardoor in het geheel niet gebonden te achten, 15 april 1577
578 Brief van de Staten-Generaal aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden, houdende het verzoek aan de akte van de gesloten Unie haar goedkeuring te willen geven en die te willen ondertekenen, 23 april 1577
579 Brief van Margaretha van der Marck, Gravin van Arenberg, aan de Staten van Friesland, houdende het verzoek om het graven van de binnenvaart of grift van de Zwarte sluis tot IJselham, die door wijlen haar man was begonnen, voort te zetten en te voltooien naar de Blesse en Slijkenburg, opdat de scheepvaart van dit vaarwater, in plaats van de gevaarlijke Zuiderzee, 's winters zou kunnen gebruik maken, 16 mei 1577. Hierbij een commissie en instructie voor mr. Hendrick van Thill, Raad van de koning in Overijssel betreffende deze zaak en een verslag van hetgeen de schulten van Scherwolden en IJselham met mr. Hendrick van Thill en de Drost van Vollenhove naar aanleiding daarvan hebben besproken, 1577. 1 Origineel en 2 afschriften
580 Brief van Sicke van Dekema en Lieuwe van Beyem uit Sneek aan de Gedeputeerden en Volmachten van Friesland, waarin zij zich beklagen over de moedwil en overlast hun door de soldaten aangedaan en verzoeken met de invordering van de familiepenningen zo spoedig mogelijk te beginnen, 21 mei 1577
581 Brief van de stadhouder George van Lalaing aan de Staten van Friesland bevattende de mededeling, dat Don Juan van Oostenrijk door de Staten-Generaal op 4 mei 1577 als Luitenant, Gouverneur en Kapitein-Generaal vanwege de koning is aangenomen en ontvangen, 21 mei 1577
582 Brief van de Staten-Generaal te Brussel aan de Staten van Friesland bevattende de mededeling, dat zij de Graaf van Rennenberg, als Stadhouder en Kapitein-Generaal van Friesland, Groningen en Drenthe erkennen, 31 augustus 1577
583 Brief van de Graaf van Rennenberg, Stadhouder van Friesland en Groningen, aan Gedeputeerde Staten van Friesland, waarin hij mededeling doet Pieter van Sickinga en François van Pipenpoy te hebben gecommitteerd om de onenigheden tussen de Gedeputeerden en de soldaten te Lemmer uit de weg te ruimen, 4 november 1577
584 Memorie van een elftal artikelen door de Gedeputeerden van de Platte Landen van Friesland overgegeven aan de Staten-Generaal te Brussel, bevattende evenzoveel verzoeken om beslissingen aangaande allerlei kwesties (afbraak blokhuizen Leeuwarden en Harlingen, herstel in hun ambten van door de Spanjaarden afgezette personen en andere zaken) 13 november 1577; met appointement van de Staten-Generaal, 1577. Afschrift.
585 Nadere verklaring van de Staten-Generaal op de Pacificatie van Gent ter bestrijding van allerlei tegen hen gerichte verdachtmakingen, verzekerende niets anders te beogen dan voornoemd tractaat te handhaven, 10 december 1577
586 Ingekomen stukken, 1578-1587
587 Publicatie behelzende een nadere toelichting op het artikel van de Pacificatie van Gent betreffende de restitutie der onroerende goederen, die in de tijd van de troebelen geconfiskeerd waren, 22 april 1578. Afschrift
588 Extract uit een ordonnantie van de Stadhouder van Friesland, de Graaf van Rennenberg, waarbij Gedeputeerde Staten worden gemachtigd om dijkgraven en andere personen, die verstand van dijkage hebben, te ontbieden, om gezamenlijk plannen te beramen, waardoor het herstel en onderhoud der dijken op de meest geschikte wijze zal kunnen geschieden, 24 april 1578
589 Brief van de magistraat van Bolsward aan de Gedeputeerden en Rekenmeesters van Friesland betreffende het publiceren van de plakkaten van de personele impositie, het dragen van zijden lakenen en de 8ste penning alsmede aangaande de invordering van deze belastingen, 29 april 1578
590 Brief van de Stadhouder van Friesland aan de Gedeputeerden van dit gewest, waarin hij bericht de lijsten van de Generale Middelen "gecorrigeert ende gemodereert" van zijn Hoogheid (Aartshertog Matthias) te hebben ontvangen, met het bevel, dat zij dadelijk ten uitvoer moeten worden gelegd, alsmede dat hij genoemde lijsten in handen heeft gesteld van de Rekenmeester Vogelsangh, 1 mei 1578
591 Brief van de Graaf van Rennenberg aan Gedeputeerde Staten van Friesland ten geleide van verschillende plakkaten met de machtiging om die te doen drukken en in de steden en grietenijen te doen afkondigen, 6 mei 1578
592 Brief van de Burgemeesters, Schepenen en Raden der stad Bolsward, aan de Gedeputeerden en Rekenmeesters van Friesland, behelzende het verzoek een authentieke copie van de Unie te mogen ontvangen in plaats van het niet geauthentiseerde exemplaar, 12 mei 1578
593 Brief van Hessel Aysma aan de Gedeputeerden van Friesland houdende mededeling van de ontvangst van de akte betreffende de vermindering van de impost op vreemd bier van zes en negen op drie gulden en over het uittrekken van soldaten uit Brussel tegen de vijand, 13 mei 1578
594 Begeleidende brief van George van Lalaing, Graaf van Rennenberg, Stadhouder van Friesland, aan Gedeputeerde Staten van dit gewest bij zeker plakkaat, het bevel inhoudende, dat men zich zal richten naar de lijsten van de Generale Middelen, met last, dat het voornoemde plakkaat in alle steden en grietenijen zal worden gepubliceerd, 14 mei 1578
595 Brief van de Staten-Generaal te Antwerpen aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden betreffende de verzachting in de lijst der Generale Middelen volgens resolutie van de Staten- Generaal van 6 mei 1578; 14 mei 1578
596 Brief van Hessel Aysma aan de Gedeputeerden van Friesland over de onderhandelingen van de Prins van Oranje met de Hertog van Anjou, die in het geheim geschieden, zonder dat de Staten-Generaal er veel van te weten komen, over het verhinderen van de publicatie van de Generale Middelen en nog enige andere zaken, 15 mei 1578
597 Brief van de Staten-Generaal aan de Staten van Friesland houdende het verzoek om 10.000 gulden over te zenden tot betaling der ruiters, waarvan het aantal zeer vermeerderd is ten behoeve van de verdediging en de bescherming tegen de Spanjaarden, 20 mei 1578
598 Brief van Ottho Herema, grietman van Rauwerderhem, aan de Gedeputeerden en Rekenmeesters van Friesland, houdende het verzoek, dat de oud-secretaris, Heercke Jouckes, zal worden gelast om het Reces- of Deelsboek, dat hij onder zijn berusting heeft en weigert af te geven, over te leveren aan het Gerecht van genoemde grietenij, op straffe van boete aan de Koning te verbeuren, 27 mei 1578
599 Brief van de Magistraat van Bolsward aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende de afrekening en liquidatie der Familiepenningen, 24 juni 1578; met bijlage
600 Brief van de Landvoogd Aartshertog Matthias aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende het niet gangbaar verklaren van alle gouden en zilveren penningen, die niet begrepen zijn onder de voet van het Heilige Rijk, 28 juni 1578. Afschrift
601 Brief van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, aan N.N. ten geleide van een brief van de Landvoogd Aartshertog Matthias over het niet gangbaar verklaren van alle gouden en zilveren penningen, die niet begrepen zijn onder de voet van het Heilige Rijk, 5 juli 1578
602 Brief van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, aan de Gedeputeerden van dit gewest, bevattende het bevel om bij publicatie bekend te maken, dat men in het leger voor Kampen en Deventer ten behoeve van het krijgsvolk vrijmarkt zal opslaan, dat het verboden is aan de "zoetelaars" tolgeld af te nemen en dat de exchijsmeesters hen vrij van accijns moeten laten passeren, 14 juli 1578
603 Brief van de Landvoogd, Aartshertog Matthias aan de Gouverneur, Prelaten Edelen en anderen, de Staten van Friesland vertegenwoordigende, houdende het verzoek om zich aangaande zekere punten van religie en bestuur te willen verklaren, 14 juli 1578
604 Brief van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, uit Kampen, aan Gedeputeerde Staten van Friesland, waarin hij te kennen geeft naar Friesland te willen komen, om te helpen bij het instellen van de Generale Middelen, mits zij hem beloven om hem niet met andere zaken te zullen lastig vallen, verzoekende daaromtrent hun mening te vernemen, 23 juli 1578
605 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende het overzenden van een exemplaar van de Regilievrede, over de betaling van elf hoplieden van de Graaf van Bossu; over het afzetten van exchijsmeesters, het benoemen van vreemdelingen tot Raadsheren in het Hof van Friesland; het effectueren van de Generale Middelen, over de krijgsbedrijven van Don Juan en over besprekingen tussen de gezanten van Engeland en de Hertog van Anjou over de bevrijding der Nederlanden, 27 juli 1578
606 Brief van de Burgemeesters, Schepenen en Raden en Meenslieden der stad Harlingen aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende de afbraak van het Blokhuis te Harlingen en de versterking van de Stad 30 juli 1578. Met bijlage, zijnde de copie van een brief van de Magistraat van Harlingen aan de Stadhouder van Friesland over deze zelfde zaak. Minuut en afschrift.
607 Brief van de Staten-Generaal te Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland houdende het dringend verzoek om Marten van de Nytzem, Gedeputeerde van Friesland aldaar, naar behoren te belonen, aangezien hij diverse commissies voor hen heeft waargenomen, onder andere naar Maastricht en het Landen van Overmaze, en zich van zijn opdrachten loffelijk heeft gekweten, 1 augustus. 1578
608 Brief van de Landvoogd Aartshertog Matthias aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden, waarin deze er op aandringt hun advies in te zenden omtrent de punten en artikelen in de Religievrede vervat, 1 augustus 1578
609 Brief van de Landvoogd Aartshertog Matthias aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden, houdende het verzoek om bij wijze van lening 8500 gulden te fourneren, zonder consequentie voor het vervolg, en deze som in handen te stellen van de Tresorier-Generaal, in mindering van hetgeen zij krachtens de Pacificatie en de Unie moeten opbrengen, of anders Hertog Casimir tevreden te stellen, opdat diens knechten en ruiters niet worden genoodzaakt zich wegens wanbetaling af te zonderen, wat tot grote schade van het land zou zijn, 1 augustus 1578
610 Resolutie van de Burgemeesters, Schepenen, Raden en Gezworen Gemeensluiden van de stad Leeuwarden, waarbij zij besluiten de Religievrede aan te nemen, 2 augustus 1578. Afschrift
611 Brief van de Staten-Generaal te Antwerpen aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden betreffende de heffing van vier groten van elke ton bier, 3 augustus 1578
612 Brief van de Landvoogd Aartshertog Matthias aan Gedeputeerde Staten van Friesland, waarin hij hun gelast de gewezen hoofdlieden van het Nederduitse Regiment van de Graaf van Bossu ten spoedigste uit de Domeinen en accijnsen te betalen, opdat zij niet gedwongen worden het land te komen brandschatten tot grote schade van de bewoners, 11 augustus 1578. Afschrift
613 Brief van de Staten-Generaal te Antwerpen aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden, houdende het verzoek om een flink bedrag aan geld te fourneren tot onderhoud van de soldaten, die kort tevoren aanmerkelijke schade aan de vijand hebben toegebracht, 3 augustus 1578
614 Brief van Hessel Aysma aan de Gedeputeerden van Friesland, betreffende een schermutseling van hun troepen met die van Don Juan, 4 augustus 1578. Hierbij een begeleidend briefje van A. van Deynum aan Godtschalk van Hiddema te Leeuwarden, 1578
615 Brief van Hessel Aysma aan de Gedeputeerden van Friesland, behelzende het verzoek terstond 8500 gulden op te brengen in handen van de Tresorier-Generaal ter betaling van het krijgsvolk van Hertog Casimir benevens een verslag betreffende de krijgsverrichtingen en de overwinning van 1 augustus, 5 augustus 1578
616 Brief van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, uit het leger voor Deventer, aan N.N. waarin hij het arrest op de goederen van Prelaten en Geestelijkheid opheft op voorwaarde, dat zij binnen 14 dagen 6000 gulden opbrengen, 5 augustus 1578. Afschrift
617 Brief van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, aan de Gedeputeerden van dit gewest, betreffende de benoeming van een griffier van het Hof, waarvoor hen N. Bourel en Franchois Baudimont waren aanbevolen, 6 augustus 1578
618 Brief van Carel Roorda aan de Gedeputeerden van Friesland over de benoeming van vreemdelingen in ambten in Friesland, 8 augustus 1578
619 Begeleidende brief van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, bij twee missiven van de landvoogd, aan de Gedeputeerden van genoemd gewest, met het verzoek van de inhoud goede nota te nemen en deze uit te voeren, 10 augustus 1578
620 Brief van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, aan de Gedeputeerden van dit gewest, bevattende het dringende verzoek alle middelen aan te wenden tot het herstel van de zeedijken alsmede om gelden te fourneren ter bevordering van de gemene zaak, 14 augustus 1578
621 Brief van de Volmachten van Haskervijfga (Haskerland) aan de Gedeputeerden van Friesland behelzende de mededeling, dat zij op aanschrijving van de grietman Sibbe Piers een vergadering hebben gehouden om te beraadslagen over de impositie op de zijden lakenen en andere artikelen en dat zij dienaangaande hadden besloten zich te schikken naar het besluit van de Landdag van 1577, tenzij nog anders zou worden bepaald, 14 augustus 1578
622 Akte, waarbij de grietman van Achtkarspelen verklaart, dat de ingezetenen van deze grietenij de Religievrede aannemen, 14 augustus 1578
623 Verklaring van Burgemeesters, Schepenen en Raden der stad Bolsward, dat zij de Religievrede aannemen, 14 augustus 1578
624 Verklaring van 23 Friese geestelijke personen (abten, priors en commendatoren) de Religievrede aan te nemen "voor soeveele deselve accordiert ende conform is midt de Pacificatie van Gent ende die Unie daerop gevolcht", 14 augustus 1578
625 Brief van Sydts van Botnia, grietman van Wymbritseradeel, aan Gedeputeerde Staten van Friesland, bevattende de mededeling, dat, op enkele uitzonderingen na, de wereldlijke en geestelijke ingezetenen van zijn jurisdictie (grietenij) de Religievrede aannemen, 15 augustus 1578
626 Verklaring van de Volmachten van Doniawerstal de Religievrede aan te nemen, 17 augustus 1578.
627 Brief van de grietman van Weststellingwerf aan Gedeputeerde Staten van Friesland, waarin deze verklaart, dat de ingezetenen van deze grietenij hebben besloten de Religievrede te accepteren, 17 augustus 1578
628 Brief van Gerbrant van Walthama, grietman van Barradeel, aan Gedeputeerde Staten van Friesland, houdende het verzoek om een exemplaar van de Religievrede voor ieder dorp van de grietenij, opdat van de inhoud mededeling kan worden gedaan aan de ingezetenen, alvorens deze er hun goedkeuring aan hechten, alsmede over de wijze, waarop verschillende artikelen der Generale Middelen moeten worden verstaan, 18 augustus 1578
629 Brief van G. Heerma, grietman van Wonseradeel, aan Gedeputeerde Staten van Friesland, bevattende de mededeling van het aannemen van de Religievrede door de ingezetenen van zijn grietenij, 18 augustus 1578.
630 Brief van Wybe van Grovestins, grietman van Menaldumadeel, aan Gedeputeerde Staten van Friesland, waarin hij mededeling doet van het aannemen van de Religievrede door de volmachten van zijn grietenij, 19 augustus 1578
631 Brief van Feddrick van Offenhusen, grietman van Franekeradeel, aan Gedeputeerde Staten van Friesland, waarin hij mededeling doet, dat de ingezetenen van zijn grietenij toestemmen in de Religievrede, 19 augustus 1578
632 Extract uit het Procuratieboek van Baarderadeel betreffende het goedkeuren van de Religievrede door de volmachten van deze grietenij, 19 augustus 1578
633 Brief van François van Pipenpoy aan de Gedeputeerden van Friesland houdende de mededelingen, dat hij de geestelijke en wereldlijke ingezetenen van zijn grietenij Hemelumer Oldeferd en Noordwolde de Pacificatie van Gent heeft doen bezweren; dat een zekere Jacob van Hoern dat heeft geweigerd, waarom hij vraagt, hoe hij ten opzichte van deze moet handelen; en dat genoemde ingezetenen ook hebben toegestemd in de Religievrede, waarbij de geestelijken de restrictie hebben gemaakt "voer soe voel het haerluyder prebenden ende incompsten niet preiudiciabel ende schaedelick waere", 19 augustus 1578
634 Brief van Anthonius Johannes Stellincwerff, pastoor te Haskerhorne, aan de Gedeputeerden van Friesland, houdende mededeling van het goedkeuren van de Religievrede door de Volmachten van de grietenij Haskervijfga (Haskerland), 19 augustus 1578
635 Brief van de Burgemeesters en Raden der stad Harlingen aan de Gedeputeerden van Friesland, houdende mededeling van het aannemen van de Religievrede, 19 augustus 1578
636 Brief van O. Clandt, grietman van Kollumerland en Nieuw- Kruisland, aan de Gedeputeerden van Friesland houdende mededeling van het aannemen van de Religievrede door de ingezetenen der grietenij, 20 augustus 1578
637 Brief van Hessel Aysma aan de Gedeputeerden van Friesland, houdende het verzoek om 8500 gulden op te brengen ten behoeve van de soldaten van Hertog Casimir en bovendien binnen veertien dagen nog een som van 10.000 gulden om daarmee een halve maand soldij te betalen aan de ruiters uit Duitsland gekomen, behelzende verder allerlei nieuwtjes over de gebeurtenissen van de dag, 20 augustus 1578
638 Brief van de grietman, secretaris en mederechters alsmede van de Volmachten van de grietenij Idaarderadeel aan Gedeputeerde Staten van Friesland, houdende mededeling, dat zij de Religievrede aannemen, 21 augustus 1578
639 Brief van Carel Roorda uit het veldleger voor Deventer aan de Gedeputeerden van Friesland, waarin hij erover klaagt, dat Brabant Friesland en de andere provincies wil overheersen, dat het met geld van anderen zijn eigen schulden wil betalen en daartoe ook de gelden van de Domeinen wil gebruiken, in plaats dat iedere provincie de opbrengst daarvan ten eigen bate aanwendt, dat Friesland meer dan de andere gewesten wordt bezwaard en dat het door vreemdelingen geregeerd wordt, dat er nergens zoveel om het geloof om het leven zijn gebracht als daar en dat ze in geen andere provincie zo met langrokken zijn behangen als daar, aan het slot verzoekende, dat zij willen zorgen, dat er geen vreemdelingen meer als Raadsheren in het Hof worden benoemd, 23 augustus 1578
640 Brief van de Staten-Generaal te Antwerpen aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden, houdende onder opgave van redenen, die dat noodzakelijk maken, het dringend verzoek, dat de Generale Middelen in werking zullen worden gesteld en zonder mankeren zullen worden opgebracht, 24 augustus 1578
641 Extract uit het Recesboek van Leeuwarderadeel betreffende het aannemen van de Religievrede door de grietman en Volmachten van deze grietenij, 25 augustus 1578
642 Brief van Sicke van Dekema uit Groningen aan de Gedeputeerden en de Rentmeester van Friesland, bevattende het verzoek om aan Willem Walcourt zijn voorgeschoten gelden ten behoeve van de betaling der Waalse soldaten zo spoedig mogelijk uit te betalen, omdat hij (Dekema) als medeborg voortdurend door voornoemde Walcourt wordt lastig gevallen, 26 augustus 1578
643 Plakkaat van de Staten van Brabant betreffende de strikte invordering van de Generale middelen, 26 augustus 1578
644 Brief van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, aan de Gedeputeerden van dit gewest, behelzende het verzoek informaties in te winnen over de gevangenhouding van de aangehouden leden van het Hof en hem daarover bericht te doen geworden, 29 augustus 1578
645 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan de Gedeputeerden van Friesland behelzende verschillende mededelingen over de afkondiging van het akkoord en de alliantie tussen de Nederlanden en de Hertog van Anjou, over een poging van Don Juan de Gedeputeerden van de Staten van de vrede af te trekken, over het leger bij Mechelen en de betaling van de troepen van Hertog Casimir, over de toestand te Valenciennes en andere zaken met de belofte zo spoedig mogelijk een bode te zenden, die hun van alles op de hoogte zal brengen, 29 augustus 1578
646 Brief van Hartych Breckewolt aan de Gedeputeerden van Friesland behelzende het dringend verzoek om achterstallige betaling van zijn vendels, die anders alle vertrouwen in de Prins en de Staten zouden verliezen, waaruit weer allerlei moeilijkheden en ongerief voor het land zouden kunnen voortvloeien, 30 augustus 1578
647 Brief van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, uit het leger voor Deventer, aan de Gedeputeerden van dit gewest, dienende tot geleide van zekere brief van de Koning, 30 augustus 1578
648 Verklaring van de Geestelijken en Volmachten van Hennaarderadeel, dat zij de Religievrede aannemen, 31 augustus 1578
649 Verklaringen van verschillende Volmachten van Hennaarderadeel, dat zij de Pacificatie van Gent ratificeren, [augustus] 1578
650 Rekest van Gerrijt Heynsz. van Betterwerdt c.s. aan de Staten van Friesland, bevattende bezwaren tegen de hierbij in copie toegevoegde Ordonnantie van de Stadhouder van Friesland betreffende de Dijkagiën in de grietenij Westdongeradeel, 1 september 1578
651 Brief van Hessel Aysma aan de Gedeputeerden van Friesland, behelzende mededelingen over de onzekerheid van het sluiten van vrede, over het gevangen nemen van Champagny en Glimes, over het preken op vier plaatsen aan de Gereformeerden toegestaan, over de oorzaak van de onlusten te Brussel, het afkeuren van de Religievrede door die van Valenciennes, alsmede over een verklaring van een edelman van de ambassadeurs van Engeland over de geringe kans op vrede, 1 september 1578
652 Brief van Johan Rataller, grietman van Tietjerksteradeel, aan de Gedeputeerden van Friesland, bevattende de mededeling, dat de Volmachten van deze grietenij de Religievrede hebben aangenomen, dat hij aan de inwoners heeft ingescherpt de Personele Impositie op te brengen en dat hij de Jaartax al heeft opgebracht, 3 september 1578
653 Brief van Hessel Aysma aan Gedeputeerde Staten van Friesland over het afspringen der Vredesonderhandelingen met de Koning, die alle zaken in handen van de Keizer had gesteld, over het werven van Krijgsvolk in Duitsland, over gebeurtenissen te Kortrijk, Kampen, Mechelen en Leuven, over de soldij van het leger, over het bedrag, waarvoor Vlaanderen is aangeslagen, met de belofte moeite te zullen doen om voor Friesland daarvan vermindering te verkrijgen, over het rapport van de Gezanten omtrent de Pacificatie en over de benoeming van Overste- Veldmaarschalken, 4 september 1578
654 Protest van Foppe Gabbes, uit naam van zijn zoon Gabbe, tegen Gedeputeerde Staten van Friesland, die het proces tussen Gabbe en de Volmachten van Marrum over de prebende aldaar en aanhangig bij de officiaal van de bisschop van Leeuwarden, geschorst hebben 9 september 1578, met verslag van de aanzegging aan - en antwoord van Gedeputeerde Staten. Afschrift.
655 Brief van de Staten-Generaal aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende de weigering van deze laatsten om 33.000 gulden uit te betalen aan de kapiteins van de afgedankte regimenten van de Graaf van Bossu, 11 september 1578, met bijlagen
656 Brief van Aartshertog Matthias uit Antwerpen aan Julius van Bottinga (Botnia) te Franeker, Sextus van Scheltema te Bornwerd, Godschalcus van Hiddema en Henrich Jarichs te Leeuwarden, ten geleide van een instructie, waarvan hen de uitvoering wordt aanbevolen, 13 september 1578
657 Brief van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, aan de Gedeputeerden van dit gewest, betreffende de inkomsten van de Patroonsgoederen van één jaar, behelzende tevens het verzoek om de reden op te geven, waarom de Raadsheren in het Hof van Friesland zijn gevangen genomen 13 september 1578. 1 stuk. Hierbij een briefje, waarin aan de Gedeputeerden wordt verzocht de ordonnantie over te zenden, waarbij Anne Tyaerts gekozen is tot dijkgraaf van de Zeven Grietenijen.
658 Brief van Aartshertog Matthias uit Antwerpen aan de Gedeputeerden van Friesland, houdende het verzoek om alle middelen te helpen bedenken, waardoor aan de troepen op het eind van de maand hun soldij kan worden uitbetaald, 13 september 1578
659 Brief van de Staten-Generaal te Antwerpen aan Julius van Bottinga (Botnia), Sixtus van Scheltema, Godschalk van Hiddema en Hendrick Jarichs, houdende het verzoek om voor het einde van de maand van de rijkste en aanzienlijkste personen, geestelijken zowel als wereldlijken, hetzij op erfelijke rente à 8 1/2 % of op lijfrente een zo groot mogelijke som gelds op te nemen ter betaling van een maand soldij aan het krijgsvolk, 15 september 1578
660 Brief van François van Pipenpoy aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende de invordering van de impositie in zijn grietenij, bevattende verder mededelingen over personen, die er van verdacht worden Don Juan te begunstigen, over de versterkingen van Maastricht en Den Bosch, dat het leger betaald is en dat er in Duitsland veel volk voor Don Juan wordt geworven met de bedoeling onder andere Deventer te ontzetten en naar Groningen te komen, aan het slot verzoekende op de hoogte te worden gehouden van alle bewegingen van het krijgsvolk, 22 september 1578
661 Brief van Aartshertog Matthias aan Julius van Bottinga (Botnia) te Franeker, Sixtus van Scheltema, Godschalcus van Hiddema en Henrick Jarichsz. te Leeuwarden, houdende het verzoek om haast te maken met de invordering van penningen ter betaling van een maand soldij aan de soldaten, 23 september 1578
662 Brief van Doco van Martena en Renicus van Cammingha aan Gedeputeerde Staten van Friesland over hun behouden aankomst te Antwerpen met het geld en het uittellen daarvan, bevattende verder enige mededelingen over de bewegingen van het vijandelijke leger en de 30.000 guldens, die Friesland elke maand zal moeten opbrengen, 25 september 1578
663 Brief van de de stadhouder de Graaf van Rennenberg aan de Gedeputeerden van Friesland, houdende het verzoek om aan François Pipenpoy, die ten behoeve van het land twee reizen heeft gedaan naar Brabant, zijn reiskosten, verteringen en vacaties te vergoeden, 26 september 1578
664 Brief van de Landvoogd Aartshertog Matthias aan Julius van Bottinga (Botnia), Sixtus van Scheltema, Godschalcus van Hiddema en Hendrick Jarichsz., houdende het dringend verzoek om alle mogelijke spoed te maken met het invorderen van penningen en om op zijn minst de som, waarop zij getaxeerd zijn, op te brengen ter betaling van de soldaten, 26 september 1578
665 Brief van de Staten-Generaal te Antwerpen aan de Gedeputeerden van Friesland houdende het verzoek om alle penningen komende van de Generale Middelen en van de leningen zo spoedig mogelijk naar hen op te zenden, opdat zij daarmee een maand soldij aan de soldaten kunnen betalen, 27 september 1578
666 Brief van Carel Roorda uit Zwolle aan de Gedeputeerden van Friesland over geruchten van toerusting van voetvolk en ruiters tot ontzet van Deventer, over de komst van een bode uit Antwerpen met berichten van het verlaten van Thienen en Nivel door Don Juan, over de vereniging van Anjou met Hertog Casimir, waardoor Don Juan gedwongen zal worden uit Brabant over de Maas te wijken, 1 oktober 1578
667 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan de Gedeputeerden van Friesland houdende het verzoek om geld te zenden ter betaling van de soldaten, handelende verder over het veroveren van acht steden en het verslaan van zes vendels Bourgondische soldaten door de Hertog van Anjou, over mededelingen uit ontvangen brieven, dat Don Juan geen raad meer weet, over de Koning van Portugal, die in Afrika is verslagen, over twee stukken geschut van de stad Leeuwarden, over gebeurtenissen in Gent en Brugge en in Vlaanderen ten opzichte van de kerk en de kerkelijke goederen, 1 oktober 1578
668 Brief George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, uit het leger voor Deventer, aan de Gedeputeerden van Friesland, houdende het verzoek om aan Marten van de Nytzem al de gelden, die hij in dienst van het land heeft moeten voorschieten, zo spoedig mogelijk te vergoeden, 2 oktober 1578
669 Brief van de Graaf van Rennenberg, Stadhouder van Friesland, aan het Hof van Friesland, waarin dit college wordt gelast om de Staten tegen 8 oktober eerstkomend te Leeuwarden te beschrijven, 2 oktober 1578
670 Brief van Hessel Aysma aan de Gedeputeerden van Friesland behelzende het bericht van het overlijden van Don Juan en van Mondragon aan de pest, dat de soldaten van Don Juan de Hertog van Parma als hun opperhoofd hebben verkoren, dat die van Gent de Raadsheer Hessels hebben opgehangen en dat de soldaten, die met Mondragon voor Zierikzee hadden gediend, met geweld naar Menen en Vlaanderen waren gegaan en in Gent hun soldij wilden halen, 5 oktober 1578
671 Brief van Aartshertog Matthias aan Burgemeesters en Schepenen der stad Leeuwarden, waarin hij toestemt, dat het kasteel te Leeuwarden in hun handen wordt gesteld en bewaakt wordt door personen, die in alle opzichten de algemene zaak zijn toegedaan, tot het tijdstip, dat de stad zal zijn versterkt en de kastelen zullen worden ontmanteld of afgebroken, 8 oktober 1578
672 Rekest van de kapiteins van het Regiment van de Graaf van Bossu aan de Staten- Generaal, waarin zij laatstgenoemden verzoeken, dat deze er bij de Staten van Friesland op zullen aandringen, dat hun de £ 33.000 worden uitbetaald. Met apostille van de Staten van Friesland van 8 oktober, waarin zij de reden opgeven van hun weigering dat bedrag te doen uitbetalen, 1578. Afschriften
673 Rekest van de kapiteins van het afgedankte Regiment van de Graaf van Bossu aan Aartshertog Matthias, houdende het verzoek om hen bij te staan in hun goed recht op de uitbetaling van £ 33.000, 15 oktober 1578. Met Apostille: van dit rekest mededeling te doen aan de Gedeputeerden van Friesland te Antwerpen. Hierbij nog een rekest van dezelfden over de zaak, met apostille als boven alsmede het antwoord van de Gedeputeerden van Friesland te Antwerpen geen macht te hebben aan het verzoek te voldoen, 1578. Afschrift
674 Brief van Aartshertog Matthias aan de Prelaten, Edelen en anderen, de Staten van Friesland vertegenwoordigende, houdende het bevel om in de kastelen te Leeuwarden en Stavoren personen tot hoofd aan te stellen, die de zaak van de vrijheid zijn toegedaan en bereid zijn om met de Staten-Generaal voor de goede zaak alles op het spel te zetten, 10 oktober 1578
675 Brief van de Magistraat van Groningen aan de Gedeputeerden van Geünieerde Provincies binnen Utrecht, waarin zij remonstreren, dat de stad en de Ommelanden niet kunnen worden gescheiden en van oudsher tezamen één lichaam uitmaken, 11 oktober 1578. Afschrift
676 Brief van Carel Roorda uit Deventer aan de Gedeputeerden van Friesland, behelzende de redenen, waarom Sybrand Benckes geen grietman kan worden, 15 oktober 1578
677 Ordonnantie van Aartshertog Matthias, waarin hij de Religievrede voor Friesland bevestigt met bevel aan een ieder om deze stipt te onderhouden, 19 oktober 1578
678 Brief van de Raad van State uit Antwerpen aan de Staten van Friesland, houdende het verzoek zo spoedig mogelijk hun quote op te brengen, opdat het tractement van de Aartshertog kan worden uitbetaald, 29 oktober 1578
679 Brief van George van Lalaing aan Gedeputeerde Staten van Friesland strekkende tot geloofsbrief voor de Heer van Oyenbrugge, 22 oktober 1578
680 Brief van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, aan de Gedeputeerden van dit gewest, houdende het verzoek om aan Marten van de Nytzem, die aan de Generaliteit op diverse tijden allerlei diensten heeft bewezen, uit de eerste penningen komende van de Generale Middelen, zijn voorgeschoten onkosten terug te betalen, 3 november 1578
681 Rekest van Douwe Sirxma vanwege de Gedeputeerden van Friesland aan de Graaf van Rennenberg, Stadhouder van dit gewest, houdende het verzoek, dat de belastingen van de 8ste Penning, de impost en de Capitale Impositie stipt zullen worden geïnd, dat zij gemachtigd worden, met het oog op de daarbij veelvuldig voorkomende knoeierijen, soldaten te gebruiken, ten einde de grietmannen bij de inning te assisteren, dat zij geslachte beesten, waarvan de impost geweigerd wordt, in beslag mogen nemen, dat de kloosters verplicht worden omtrent hun inkomsten en lasten inlichtingen te geven en dat bisschop Cunerus Petri verhinderd mag worden zijn ambt uit te oefenen. Met apostille van de Stadhouder, 6 november 1579
682 Brief van de Gedeputeerde Raden van Noord-Holland aan Gedeputeerde Staten van Friesland, houdende het verzoek om ontslag van de borgtocht, die Claes Jansz., poorter van Medemblik, heeft moeten stellen bij de exchijsmeester te Leeuwarden, wegens de uitvoer van elf ossen uit Friesland, 14 november 1578
683 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland bevattende allerlei mededelingen over de stand van zaken in de Nederlanden, 15 november 1578
684 Brief van Aartshertog Matthias aan Gedeputeerde Staten van Friesland, houdende het bevel om de nieuw benoemde Raadsheer in het Hof, Eysso Jarges, hoewel geen Fries, in zijn ambt te admitteren, 16 december 1578
685 Brief van de Staten van Utrecht aan de Staten van Friesland, bevattende de mededeling, dat de Gedeputeerden van Overijssel op 23 oktober niet ter vergadering te Utrecht aanwezig konden zijn om met de andere provincies te onderhandelen over de Nadere Unie 17 november 1578. Hierbij een afschrift van de brief, waarin de Staten van Overijssel van bovenvermeld feit kennis geven aan die van Utrecht, 1578. Minuut en afschrift.
686 Brief van Pieter van Challansij uit het leger voor Deventer aan de Gedeputeerden van Friesland bevattende het dringend verzoek om uitbetaling der gelden, die hij 's Lands dienst had voorgeschoten, 17 november 1578
687 Brief van de Staten van Overijssel aan de Staten van Friesland, behelzende het verzoek om hen met een aanzienlijke som geld te hulp te komen ter betaling van het krijgsvolk en andere oorlogslasten, 29 november 1578.
688 Brief van Aartshertog Matthias aan de Gedeputeerden van Friesland, behelzende de mededeling, dat een gezant van de Keizer, Graaf Otto Henricus Zwartzenberg, bij de Staten- Generaal is gekomen en hen heeft voorgehouden, wat in bijgevoegde brieven is vermeld, dat voornoemde gezant reeds is vertrokken naar de vijand om over de vrede te onderhandelen, waarom hij hen verzoekt, dat zij alles zullen aanwenden om het met de Staten-Generaal te blijven houden en alles te keren, wat zich tegen de vredesonderhandelingen zou verzetten of deze mocht verhinderen, 3 december 1578
689 Brief van de Staten-Generaal aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden, behelzende het verzoek, dat iedere provincie zijn aandeel in het tractement van de Aartshertog overeenkomstig bijgaande staat voldoet, 3 december 1578
690 Brief van de Staten-Generaal aan de Gedeputeerden van Friesland behelzende de mededeling, dat de Keizer door bemiddeling van zijn gezant, de Graaf van Schwartzenberg, te kennen heeft gegeven bereid te zijn bij de Koning over vrede te bemiddelen 5 december 1578. Met nog vier stukken op deze zaak betrekking hebbende.
691 Memorie en instructie bestaande uit een 18-tal punten voor Rienck van Cammingha, namens de Gedeputeerden van Friesland, afgevaardigd naar Stadhouder Lalaing te Deventer, om daarover met hem besprekingen te voeren en antwoord te verkrijgen. Met de antwoorden van de Stadhouder, 6 december 1578
692 Brief van Hessel Aysma aan Gedeputeerde Staten van Friesland over de betaling door dit gewest van 60.000 guldens, als aandeel in de som van 90.000 guldens benodigd voor het onderhoud der soldaten, 9 december 1578
693 Brief van Sikke Clandt en Marten Schonberg te Kollum aan Gedeputeerde Staten van Friesland, behelzende het bericht, dat twee of drie vendels soldaten van plan zijn zich te Kollum te legeren, verzoekende om nadere instructie, of zij hen zullen toelaten of zich daartegen zullen verzetten, 14 december 1578
694 Brief van Hessel Aysma aan de Gedeputeerden van Friesland, behelzende de mededeling van de inhoud van het akkoord tussen Gent en Vlaanderen met de Prins gesloten en over de betaling van vier vendels Duitse soldaten; dat men van dag tot dag tijding wachtende is van de gezant van de Keizer, dat de Prins nog te Gent is en beloofd heeft de artikelen van het akkoord te zullen overzenden en dat de ruiters en knechten, ten laste van Friesland staande, in de Kempen liggen en op betaling wachten, 14 december 1578
695 Brief van E. Jarges aan Gedeputeerde Staten van Friesland, houdende het verzoek zijn aanstelling tot Raadsheer in het Hof te willen goedkeuren, 16 december 1578
696 Brief van Carel Roorda uit Deventer aan de Gedeputeerden van Friesland over het tevreden stellen van de Drost van Stavoren wegens twee bijzondere door hem gedane reizen naar Brabant ten dienste van het Land, waaraan hij een beschouwing vastknoopt over de gevolgen, die "al te grote sparicheit of al te groote miltheit" kunnen hebben, en over een aanbieding van 8000 guldens aan de Staten van Overijssel, 16 december 1578
697 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland handelende over diverse zaken, onder andere berichtende, dat de Stadhouder nog te Antwerpen is en dat de Prins van Oranje zich te Gent bevindt, 21 december 1578
698 Ordonnantie op het uitoefenen van de Katholieke en Gereformeerde godsdiensten binnen de stad Gent, vastgesteld door de regering van deze stad in overleg met de Prins van Oranje, 16 december 1578. Afschrift
699 Brief van Julius van Botnia uit Antwerpen aan de Gedeputeerden van Friesland, bevattende een verslag van zijn bevindingen aldaar van zaken, die hij aldaar had vernomen (bezoeken van Ofkes en aartshertog Matthias, over de blokhuizen, het gevangen gezette Hof van Friesland, de dood van Bossu, de Markies de Havere, de opstand in verschillende provincies van Frankrijk tegen de Koning enz.), 25 december 1578
700 Rekest van de Staten van Friesland aan de Graaf van Rennenberg, waarin zij hem mededelen tot hun groot ongenoegen vernomen te hebben zijn beschuldiging, dat verschillende personen uit hun midden erop uit zijn hem in verdenking te brengen en heimelijk moeite doen om hem door een ander te doen vervangen, waarom zij verzoeken, dat hij hen door een verklaring in de marge zal zuiveren, of dat hij goed zal vinden, dat er een onderzoek zal worden ingesteld en degenen, die daaraan schuldig bevonden worden, ingeval van valse beschuldiging, zullen worden gestraft, aangezien al deze dingen strekken tot groot nadeel van het aanzien van de Staten, vooral ook ten opzichte van de drie door de Staten nieuw benoemde Drosten, die de Stadhouder als zodanig niet heeft willen toelaten, 29 december 1578
701 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan de Gedeputeerden van Friesland over Julius Bottinga (Botnia), die hen van alle zaken op de hoogte zal houden, over de reis van Rennenberg naar Antwerpen en over de verandering door hem in de Magistraten, Beambten en Provinciale Raad aangebracht, over de geschillen tussen die van Gent en de Waalse Malcontenten, over de Heren in Henegouwen en de Commissarissen der Generale Staten, die er niet over denken zich van de zaak der Staten af te scheiden, over de zaak van de Hertog van Artois, over de bezetting van de poorten te Bergen en huiszoeking aldaar wegens vreemde krijgsknechten in de omgeving van de stad en over de ambassadeur van de Keizer, die rapport zal doen over zijn vredesonderhandelingen, 3 december 1579
702 Brief van de Ridderschap en drie Steden van Overijssel aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden, houdende het verzoek de twee vendels knechten, die uit Friesland hun gewest waren binnen gerukt, weer binnen Friesland op te nemen 4 januari 1579. Met antwoord hierop van Gedeputeerde Staten, 9 januari 1579.
703 Brief van Carel Roorda uit Deventer aan Gedeputeerde Staten van Friesland bevattende mededelingen over allerlei zaken, die hij daar gehoord heeft, 18 januari 1579
704 Brief van Heynrich, Aartsbisschop van Bremen, aan de President, Raden en de Staten in Friesland, Gerardo Jacobi, van Idzarda, Erasmus van Douwema, G. Balema en Goslick van Hiddema over de betaling van soldij verschuldigd aan Heinrich Schnater, 19 januari 1579
705 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland, behelzende de mededeling over het vertrek van de Stadhouder uit die stad, over het beleg van Gelder, over splitsing van het vijandelijk leger in twee delen, waarvan gevreesd wordt, dat er één naar Groningen of Lingen zal gaan, over het vertrek van de Griffier van het Hof van Friesland, Baudimont, over de regeling van de zaak der Malcontenten en over de zaken van Artois, Henegouwen en [Dinant], 24 januari 1579
706 Brief van de Staten-Generaal te Antwerpen aan de Staten van Friesland, behelzende de aankondiging van de komst van de Heren Didrich Sonoy, Gouverneur van Noord-Holland, Roelant de Courteville en Willem Bardesius, burgemeester van Amsterdam, om hun verschillende belangrijke zaken voor te dragen, 28 januari 1579
707 Brief van de Staten-Generaal uit Antwerpen aan de Gedeputeerden van Friesland, houdende het dringend verzoek om terstond geld te fourneren ter betaling van de Franse, Schotse en Engelse soldaten, 3 maart 1579
708 Brief van Hartich Breckewolt uit Osenbrugge (Osnabrück) aan de Gedeputeerden te Leeuwarden, houdende het verzoek om betaling van 6000 guldens, die hij nog steeds van de Staten te goed had, 7 maart 1579
709 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan de Gedeputeerden van Friesland bevattende allerlei berichten zoals over het krijgsvolk van de vijand, over Parma, die zich zou hebben teruggetrokken op Namen, over Hierges, die met ettelijke soldaten te Leuven zou zijn gekomen, over Rijssel, dat zijn Gouverneur niet meer wilde hebben, over wantrouwen tegen de Heren Montigny en Heze over Atrecht, waar de burgers ook hun Gouverneur kwijt willen, over het arrest van koopmansgoederen, die naar de Waalse Gewesten zouden gaan, over de Heer van La Motte en van Bedingen, die 600 soldaten naar Honschoten hebben gezonden, over Johan Casimir, graaf van de Palts, die te Dordrecht is, over dr. Wybrandus Aytta, over aan de Stadhouder gezonden stukken in de kwestie van de bisschop en de afgezette Raad Provinciaal en over 3000 Duitse ruiters, die weer voor 3 maanden in dienst zijn genomen, 11 maart 1579
710 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan de Gedeputeerden van Friesland over de Heren Montigny en Heze, die een stad in Vlaanderen voor hun veiligheid wilden hebben; over de zending van 600 soldaten naar Honschoten, waarover de Vlamingen zeer verstoord waren; over het prediken door een monnik van één van de biddende orden te Gent en de relletjes tussen Katholieken en de Gereformeerden, die daarvan het gevolg waren; over Henegouwen, Rijssel, Doornik en Valenciennes, die bij de Generale Staten willen blijven en over Artois, dat zich er van af wil scheiden; over het arrest van de goederen, gaande naar de Waalse Gewesten; over 120.000 guldens, terstond door Vlaanderen op te brengen; over de Prins van Parma, die zijn krijgsvolk in de dorpen en vlekken om Maastricht legert; over drie schepen, die op weg van Spanje naar Italië met soldaten en al zouden zijn vergaan; over de gevangenneming van Alva en Don Frederik en Albernoz en over de Turken, die van de Paus wel 60.000 zouden hebben afgeslagen, 14 maart 1579
711 Brief van Aartsbisschop Heinrich van Bremen, administrator van het Stift Osnabrück aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende de betaling van de soldij aan Hendrik Schnater, 15 maart 1579
712 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan de Gedeputeerden van Friesland over de beroerten te Gent; over het Vrije van Vlaanderen, dat te wapen gelopen is ter verdediging tegen de Malcontenten; over de komst van de Hertog de Terra Nova te Keulen voor de vredesonderhandelingen; over de houding van Artois; over de toestand te Antwerpen, het zich aansluiten van deze stad bij de Unie van Utrecht met andere Steden van Vlaanderen; over twee schepen met Spaanse soldaten, waarvan er één gebleven zou zijn, over de gevangenneming van Alva, Don Frederik en Albernoz en over het beleg van Maastricht en de uitval van de belegerden, 20 maart 1579
713 Verklaring van de Gedeputeerden van de Geünieerde Provincies, dat ingeval Friesland voor zijn eigen veiligheid en verdediging geld zou moeten lichten, dit bij de eerste de beste gelegenheid zou worden gerestitueerd en als dat niet ging, dat zij dat bedrag dan van de eerstvolgende contributie zouden mogen inhouden, 23 maart 1579
714 Instructie voor Eiso Jarges en mr. Floris Thin, advocaat van de provincie Utrecht, waarnaar zij zich hebben te richten bij hun bezoek aan de Graaf van Rennenberg, naar wie zij door de Gedeputeerden van de Geünieerde Provincies die te Utrecht zijn vergaderd, zijn afgevaardigd, 24 maart 1579
715 Lijst van punten opgesteld op aanschrijving van Aartshertog Matthias door de Gedeputeerden van de Geünieerde provincies, welke zij ingelast willen hebben in de instructie van de Gedeputeerden der Provincies, die naar de vergadering van de Staten- Generaal te Antwerpen op 26 maart zullen worden afgevaardigd, 28 februari 1579
716 Brief van de Staten-Generaal aan Gedeputeerde Staten van Friesland, houdende het dringend verzoek zo spoedig mogelijk een volledige staat in te zenden van alle geldelijke verplichtingen, die de Staten hebben, alsmede van de naar aanleiding daarvan plaats gehad hebbende betalingen, ten einde te kunnen liquideren hetgeen de Provincie nog aan de Generaliteit schuldig is en het desbetreffend bedrag aan dit College over te maken, 25 maart 1579
717 Brief van Gellius Ilstanius, Erasmus van Douma en Fogelsang uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland te Leeuwarden, behelzende een bericht van hun behouden aankomst in de Scheldestad, waar zij nog maar weinig afgevaardigden uit de andere provincies hadden aangetroffen, handelende verder over de artikelen, die de gezanten naar de vredesonderhandelingen te Keulen meekrijgen, over de vermoedelijk lange duur daarvan, over Frésin, die als afgezant is gezonden naar de Hertog van Anjou, over de benauwde toestand van Maastricht, over het verzoek van Vlaanderen aan de Staten-Generaal om assistentie, over moeilijkheden die door de Staten-Generaal over hun procuraties (geloofsbrieven) worden gemaakt en over 1200 guldens, waarvoor Hessel Aysma zijn goederen als onderpand heeft moeten stellen, eindigende met het verzoek om hun zo gauw mogelijk een wisselbrief van 2000 gulden te sturen, opdat die 1200 gulden kunnen worden betaald en zij zelf hun onkosten dekken, aangezien het lev en in Antwerpen zeer duur is, 31 maart 1579
718 Extract uit het Resolutieboek van Dagelijkse "Besoingen", behelzende een besluit van de Gedeputeerden te Amersfoort, dat men de beraamde Generale Middelen tot geen ander doel zal aanwenden als voor betaling van krijgsvolk in dienst van de Geünieerde Provincies, en dat men de onkosten van de versterkingen bestrijden zal uit de opbrengst van de munt en van de inkomsten van de Domeinen, Convooien en Licenten, 13 maart 1579. Afschrift
719 Brief van George van Lalaing aan Gedeputeerde Staten van Friesland, waarin hij meedeelt hun voorstel van Hans Roorda, hun gemachtigde, te hebben vernomen en daarop ten antwoord geeft, dat hij hen altijd zal regeren overeenkomstig de vroeger gedane beloften, hun verder toezeggende, dat de soldaten van Hottinga Friesland zullen verlaten, 6 april 1579
720 Brief van drie gewezen Hoplieden van de Graaf van Bossu aan de Staten van Friesland betreffende de kwestie van de uitbetaling van hun soldij, die door de Rentmeester van Friesland was geweigerd, 6 april 1579
721 Brief van Gellius Ilstanius, Erasmus van Douma en Foegelsangh te Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland houdende het dringend verzoek om geld te zenden, 13 april 1579
722 Brief van Hessel Aysma aan Aartshertog Matthias, waarin hij schrijft, dat de Gedeputeerden van Friesland, die het afgelopen jaar in de vergadering der Staten-Generaal geweest zijn, verklaren, naar aanleiding van de remonstranties van het Hof aan de regering in Friesland, dat zij daarop wel zouden weten te adviseren, wat vereist wordt, als de stukken maar door hen aan de aartshertog gezonden, met de antwoorden van genoemd Hof aan hen zouden worden opgezonden, ten einde alles met elkaar aan de Graaf van Rennenberg te doen toekomen en na gemeenschappelijk overleg daarop te adviseren, hetgeen zal worden vereist, 17 april 1579. Afschrift
723 Brief van Gellius Ilstanus en Erasmus van Douma uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland, kennis gevende van de dagelijks voorkomende moeilijkheden, waaromtrent zij menen geen macht te hebben om beslissingen te nemen; handelende verder over een commissie voor de Gedeputeerden der Provincies, waarbij hun bevoegdheden zullen worden uitgebreid; over zekere artikelen van de Nadere Unie, die door de Staten-Generaal zullen moeten worden onderzocht en voor welke aanneming door de Provincies een Landdag zal moeten worden uitgeschreven; over Hessel Aysma en hetgeen hij gedaan heeft inzake de akte van Revocatie; over het vertrek van de gezanten naar Keulen en over het zenden van geld ter dekking van de onkosten, 23 april 1579
724 Brief van Marten van de Nytzem uit Deventer aan Gedeputeerde Staten van Friesland te Leeuwarden, bevattende mededeling van allerlei nieuws, dat hij aldaar heeft vernomen, onder andere over pogingen Maastricht te ontzetten, 10 mei 1579
725 Brief van de Gedeputeerden van de Ommelanden aan Gedeputeerde Staten van Friesland, behelzende de mededeling, dat zij hun Syndicus, dr. Hieronymus Venetius, naar hen hebben afgevaardigd om hun zekere zaak voor te stellen met het verzoek hem volkomen geloof te schenken en hem als hun vertegenwoordiger te beschouwen, 10 mei 1579
726 Brief van Aartshertog Matthias aan Gedeputeerde Staten van Friesland, betreffende hun weigering om aan de hoplieden van het regiment van wijlen de Graaf van Bossu de achterstallige soldij ten bedrage van 33.000 guldens uit te betalen, 12 mei. 1579
727 Brief van Fogelsangh uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland, behelzende de mededeling van de ontvangst van twee brieven van de afgezanten te Keulen, waarvan hij met nog andere stukken copieën bijsluit; verder verzoekende om de 12.000 guldens, waarop Friesland is aangeslagen, zo spoedig mogelijk op te brengen, opdat de troepen, benodigd voor het ontzet van Maastricht, daarmee kunnen worden betaald, 16 mei 1579
728 Brief van de Burgermeesters, Schepenen en Raad der stad Deventer aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende het opheffen van het arrest op bieren, toebehorende aan twee burgers van Leeuwarden, 17 mei 1579
729 Brief van de Staten-Generaal aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende de weigering van de Rentmeester, Boudewijn van Loo, aan de kapiteins van het ontbonden regiment van de Graaf van Bossu 33.000 guldens te betalen 24 mei 1579. Hierbij de resolutie van Gedeputeerde Staten van Friesland, waarin zij verklaren dat zij de beletselen wegnemen tot het uitbetalen van 33.000 guldens aan de Hoplieden van het afgedankte Regiment van wijlen voornoemde Graaf, 19 juni 1579. Minuut en afschrift.
730 Brief van Fogelsangh uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland, behelzende de mededeling, dat bij de Staten- Generaal diverse brieven zijn ontvangen van de afgevaardigden tot de vredeshandelingen te Keulen, van welke hij copieën hierbij voegt; handelende verder over de komst te Keulen van de Heer [Lamaillerie]; over het arrest op Hollandse schepen in Frankrijk en over zijn verlangen te worden teruggeroepen, daar hij al meer dan tien weken afwezig is, om dan tenslotte aan te dringen op het zenden van een wisselbrief, 26 mei 1579
731 Brief van Fogelsangh uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland behelzende een verslag van de onrust te Antwerpen op 28 mei met een beschouwing dienaangaande, 30 mei 1579
732 Missive betrekkelijk de gesteldheid van het Spaanse leger voor Maastricht.
733 Brief van Hessel Aysma aan Epo Douwma, Doco van Martena, Rienck van Cammingha, dr. Barthe Idzarda en Carel Roorda te Leeuwarden, betreffende restitutie van kerken aan de Katholieken: het niet meer functioneren van alle kapittelen en kloosters; het aannemen van de Unie van Utrecht door Zijn Excellentie de graaf van Rennenberg; de toestand te Mechelen; het ontzet van Maastricht en over de troepen der Malcontenten enerzijds en die van de Heer de la Noue anderzijds, die werkeloos tegenover elkaar liggen, 3 juni 1579
734 Brief van de Staten-Generaal uit Antwerpen aan de Staten van Friesland, houdende het dringend verzoek om hun quote op de in de brief aangegeven wijze zo spoedigs mogelijk op te brengen ter betaling van de soldaten tot ontzet van Maastricht en tot bevrijding van andere steden, die in vijandelijke handen zijn, 3 juni 1579
735 Rekest van Gedeputeerde Staten van Friesland aan de Aartshertog Matthias, houdende het verzoek aan de Raad van de Financiën te bevelen om aan de Rentmeester, Boudewijn van Loo, toe te staan de ordonnantie op het contribueren en collecteren te onderhouden, in acht te nemen en dienovereenkomstig uit te voeren, zodat de Bildtlanden buiten de jaarlijkse inkomsten niet verder worden bezwaard 1579. Met apostille van het Bureau van de Financiën van 23 mei 1579 alsmede een afschrift van de Confirmatiebrief van 1524. Geliasseerd.
736 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan de Staten of hun Gedeputeerden, houdende het dringend verzoek om de 12.000 gulden te zenden, waarom al eerder verzocht was, tot het ontzet van Maastricht; bevattende verder mededelingen over de afkondiging van de Unie van Utrecht en de Religievrede; over de Graaf van Egmond, die Brussel met 6 vendels heeft moeten verlaten, over de Heer van Fréchin, de Markies van Havere en over geruchten van het verlaten van Maastricht door de vijand, 12 juni 1579
737 Brief van de Heer van Fogelsangh uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland, behelzende mededelingen over allerlei zaken, onder andere over de tweedracht in Friesland; over het ontzet van Maastricht, over de te betalen 12.000 guldens, waarmee niet wordt voortgemaakt en over zijn verlangen naar huis terug te keren, 16 juni 1579
738 Brief van de heer Fogelsangh aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende uit Keulen bij de Staten-Generaal ontvangen brieven, 16 juni 1579
739 Brief van Aartshertog Matthias aan de Staten van Friesland, houdende het verzoek om zo spoedig mogelijk Gedeputeerden met volmacht naar Antwerpen te zenden, opdat allerlei belangrijke zaken kunnen worden afgedaan en deze geen vertraging ondervinden (verlenging termijn vredesonderhandelingen te Keulen, directie van de oorlog en andere zaken in vroegere brieven genoemd), 20 juni 1579
740 Nadere brief van de Staten-Generaal uit Antwerpen aan de Staten van Friesland, houdende nogmaals het dringend verzoek om hun quote op de in een vroegere brief aangegeven wijze zo gauw mogelijk te fourneren, ter betaling van de soldaten, tot ontzet van Maastricht en tot bevrijding van andere steden, die in vijandelijke handen zijn geraakt, 20 juni 1579
741 Brief van Carel Roorda uit Utrecht aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende het werven van twee benden ruiters door Graaf Jan van Nassau en de Graaf van Rennenberg en wat daarop verder betrekking heeft; het opbrengen der quota; het akkoord met de Malcontenten; de geheime instructie van De Terra Nova en berichten van vrienden uit Keulen, 24 juni 1578
742 Brief van Jan Aysma uit Utrecht aan Gedeputeerde Staten van Friesland over het ontzet van Maastricht; over soldaten te Kollum, die men daarvoor zou willen gebruiken; over de quote, waarop de noordelijke gewesten gesteld zijn en eindigende met het verzoek om een ander persoon in zijn plaats te benoemen, 29 juni 1579
743 Brief van Gedeputeerde Staten der Nader Geünieerde Provincies aan de Staten van Friesland, houdende het verzoek om hun aandeel in de 24.000 gld. zo spoedig mogelijk op te brengen, 2 juli 1579. Afschrift
744 Akte, waarbij de Nader Geünieerde Provincies zich verbinden tot het opbrengen van de lasten, die zij in gemeenschappelijk overleg hebben geconsenteerd, 8 juli 1579
745 Akte, waarbij de Stadhouders der Provincies en de Gedeputeerden ter Nadere Unie zich verbinden om gedurende de maanden juli en augustus 1579 elke maand 192.000 guldens op te brengen en dit bedrag over de gewesten omslaan volgens een verdeling, zoals die te Utrecht is vastgesteld, 13 juli 1579. Afschriften
746 Resolutie van de Gedeputeerden der Nader Geünieerde Provincies binnen Utrecht betreffende het fourneren van gelden ter betaling van ruiters en knechten voor de verdediging van het land, 24 juli 1579. Afschrift
747 Brief van George van Lalaing, Stadhouder van Friesland, aan Gedeputeerde Staten van dit gewest, behelzende het verzoek om ter verdediging van het Land en ter versterking van verschillende bedreigde grensplaatsen zo spoedig mogelijk vervroegd 12.000 guldens te fourneren voor de Generaliteit, welke som later op de quote zal worden gekort, 25 juli 1579
748 Resolutie van de Gedeputeerden tot de Nadere Unie te Utrecht betreffende de lichting van 600 ruiters door de Graaf van Rennenberg en het voor dit doel opbrengen van 4000 guldens, welke som zal worden gekort op de maandelijkse quote van Friesland, 25 juli 1579. Afschrift
749 Brief van Henricus van Saksen, [toekomstig] Aartsbisschop van Bremen, aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende de betaling van de soldij aan Heinrich Schnater, 15 augustus 1579
750 Brief van Gedeputeerden der Nader Geünieerde Provincies te Utrecht aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden over de "Sommiere Verclaringhe" door eerstgenoemden uitgegeven tegen de artikelen door de Keizerlijke Gezanten te Keulen in druk uitgegeven, welke zij hierbij insluiten; over het reglement voor de vergadering van het College der Gedeputeerden van de Nadere Unie met verzoek overeenkomstig dit reglement Gedeputeerden daar naar toe af te vaardigen, aangezien dr. Carel Roorda met zijn Gedeputeerden naar Zijne Excellentie gaat, om deze van advies te dienen, krachtens zekere (bijgaande) commissie, en over 6000 guldens door de Staten- Generaal opgenomen volgens een akkoord met de Utrechtse Vergadering aangegaan, getiteld "Memorie", die zij ter goedkeuring, eveneens ingesloten, overzenden, 29 augustus 1579
751 Brief van Gedeputeerden der Nader Geünieerde Provincies aan de Staten van Friesland, bevattende een mededeling over de moeilijke positie, waarin de Steden Brussel en Vilvoorde verkeren, met verzoek om zo spoedig mogelijk geld te fourneren, opdat deze plaatsen uit de handen van de Spanjaarden kunnen worden gehouden; er verder op aandringende de rest van hun aandeel in de quote van juli en augustus te voldoen ten einde Venlo, Gelder en Wachtendonk van al het benodigde te kunnen voorzien, 5 september 1579
752 Brief van Carel Roorda te Utrecht aan Gedeputeerde Staten van Friesland waarin hij onomwonden zijn ongenoegen er over uitspreekt, dat zeker punt in zijn vorige brief onbeantwoord is gelaten en er op aandringt om op tijd de quote te voldoen. Handelt verder over het belang om enige personen naar Zijne Excellentie te zenden; over de slechte betaling van de ruiters en knechten; over het monsteren van troepen door de vijand, hetgeen aanleiding tot bezorgdheid geeft voor de steden Venlo, Gelder en Wachtendonk en over het akkoord tussen de Staten en de Malcontenten, 8 september 1579
753 Brief van de Staten-Generaal te Antwerpen aan de Staten van Friesland, bevattende het dringende verzoek om tegen 15 oktober Gedeputeerden met voldoende volmacht naar Antwerpen te zenden opdat tezamen met de andere provincies een finale resolutie genomen kan worden inzake de vredesonderhandelingen te Keulen, 25 september 1579
754 Brief van de Gedeputeerden der Nader Geünieerde Provincies aan de Staten van Friesland, waarin zij de hoop uitspreken, dat de Staten in hun ijver om de maandelijkse contributie op te brengen zullen volharden en te kennen geven, dat de Stadhouder voornemens is maandelijks uit zijn gouvernement 26.000 guldens te lichten voor het onderhoud van 14 vendels knechten en 600 paarden; tenslotte verzoekende met alle mogelijke middelen te willen bewerkstelligen, dat verscheidene met name genoemde steden en vlekken garnizoen innemen overeenkomstig zekere door het College genomen resolutie, 13 oktober 1579. Origineel
755 Brief van de Gedeputeerden der Nader Geünieerde Provincies aan de Staten van Friesland of hun Gedeputeerden, betreffende de opbrengst der maandelijkse contributie, de bezwaren van de Friese Steden bezetting in te nemen en over de resolutie door de Ridderschap en Steden te Arnhem genomen buiten weten van de Stadhouder benevens het advies door de aartshertog daarop gegeven, 14 oktober 1579
756 Brief van R. Idzaerda uit Groningen aan Gedeputeerde Staten van Friesland, berichtende zijn behouden aankomst in die stad, maar dat hij nog geen gelegenheid heeft gehad met de Stadhouder te spreken, dat hij hoop heeft op alle punten van zijn lastbrief redelijke tevredenheid te ontvangen met uitzondering van het laatste, namelijk dat betreffende de Geestelijke Goederen, die door de bisschop geïncorporeerd zijn, waaromtrent hij grote moeilijkheden voorziet, dat Uffkens hem beloofd heeft er morgen met hem over te spreken en dat hij na afloop ervan zo gauw mogelijk weer naar huis hoopt te gaan, 23 oktober 1579
757 Brief van de Aartshertog Matthias aan Goslick Hiddema "mitsgaders d'andere Gedeputeerden van de Landen van Vrieslandt" betreffende restitutie van voorgeschoten gelden ten bedrage van 18.000 guldens aan de Rentmeester Boudewijn van Loo, 29 oktober 1579
758 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland, bevattende de mededeling, dat de afgevaardigden van Holland en Utrecht nog worden verwacht en dat de besprekingen de 8ste zullen beginnen, dat de Malcontenten Menen weer willen hebben; dat hij zijn verwondering er over uitspreekt, dat de Staten hem geen mededeling hebben gedaan omtrent de stukken, waarover in Antwerpen zal worden beraadslaagd, dat Landrecies, Valenciennes en Mechelen vrede hebben gesloten met de Malcontenten; dat die van Tournai zich zeer wel houden en dat St. Amand ons volk heeft opgenomen, 6 november 1579
759 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland, betreffende de koopman Jan Jelles, door hem naar Leeuwarden gezonden met onderschepte brieven ter bestelling aan de Graaf van Rennenberg, betreffende de gevangenneming van de heer van Boins en de besprekingen in de Staten- Generaal over de vrede en de Religievrede, 15 november 1579
760 Brief van Hessel Aysma aan Gedeputeerde Staten van Friesland over de Malcontenten en de plaatsen, die ze hebben verloren; over het antwoord naar Keulen over de artikelen van de vrede over het advies van de Prins op hun brieven, over zijn thuiskomst; over de Heer van Boins en diens wedervaren; over het innemen van het Graafschap Lingen door Corslach en over de gelden, die in Emmerik, Rees en in de kwartieren aldaar worden uitgegeven om onze landen binnen te trekken, 22 november 1579
761 Brief van Aartshertog Matthias aan de Staten van Friesland, bevattende de mededeling van de afvaardiging van de Heer van Melroy naar de onderhandelingen te Keulen en houdende tevens het verzoek om terstond 1500 guldens op te brengen, hetzij aan de Tresorier- Generaal Lauwerijns, hetzij door een wissel direct naar Keulen, opdat daarmee aan de afgevaardigden, die aldaar voor de vredesonderhandelingen vergaderd zijn, hun tractement kan worden uitbetaald en de door hen gemaakte onkosten aan hun kunnen worden gerestitueerd, 24 november 1579
762 Brief van de Staten-Generaal uit Antwerpen aan de Staten van Friesland, houdende het dringend verzoek om hun aandeel in de onkosten van de vredesonderhandelingen te Keulen ten bedrage van 1500 guldens zo spoedig mogelijk te zenden naar de Ontvanger-Generaal Matthisa Laurin of aan de Hertog van Aarschot in genoemde stad, 24 november 1579
763 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland, waarin hij er nogmaals op aandringt 1500 guldens naar Keulen te zenden aan de onderhandelaars over de vrede ter bestrijding van de aldaar door hen gemaakte onkosten, daar zij anders in ernstige moeilijkheden dreigen te geraken, 25 november 1579
764 Brief van Hessel Aysma uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland over de resistentie tegen de vijand; over de vredesonderhandelingen te Keulen; over het ontnemen van Afflighem aan de Malcontenten; over het vinden van gelden voor de oorlog en een goede regering, zowel politiek als in de krijgshandel; over de late komst van de afgevaardigden uit Holland en de Ommelanden; over zijn thuiskomst, om te eindigen met de aanmaning, dat ze in Friesland goedsmoeds moeten zijn en de vijand dapper weerstaan, daarbij wijzend op Doornik en de Vlaamse Steden, 4 november 1579
765 Brief van de Staten-Generaal uit Antwerpen aan Gedeputeerde Staten van Friesland, waarin zij te kennen geven, dat zij van plan zijn op 6 januari a.s. een nieuwe ordonnantie op de Munt uit te vaardigen, waarnaar alle provincies zich zullen hebben te richten, 20 december 1579
766 Brief van de Staten-Generaal uit Antwerpen aan de Staten van Friesland, bevattende een aanmaning tot een meer prompte betaling van hun aandeel, dat zij hebben op te brengen ten behoeve van het tractement van Aartshertog Matthias, 21 december 1579
767 Brief van Hessel Aysma aan Gedeputeerde Staten van Friesland bevattende mededeling van de ontvangst van brieven van 9 en 20 december; handelt verder over de nieuwe Kanunniken en hun goederen: over het niet verschijnen van de Prins van Oranje en Aldegonde in de Raad van State; over hulp aan Friesland te zenden; over de verovering van Mardic door La Motta, van Coenen en Warney door de Walen en over het huwelijk van de Hertog van Anjou met Koningin Elizabeth van Engeland, 22 december 1579
768 Brief van de Staten-Generaal uit Antwerpen aan de Staten van Friesland houdende andermaal het dringend verzoek om 1500 gulden aan de Hertog van Aarschot te Keulen over te zenden als hun aandeel in de bestrijding der door hem en zijn mede-afgevaardigden ten behoeve van de vredesonderhandelingen gemaakte en nog te maken onkosten, 29 december 1579
769 Brief van de Staten-Generaal aan Gedeputeerde Staten van Friesland betreffende de uitbetaling van het pensioen van Franchois Martini, dat hem was toegekend wegens zijn grote en belangrijke aan het Land bewezen diensten, 31 december 1579
770 Advies van de Gedeputeerden van de Nadere Unie inzake de oprichting van een Landraad. Met opmerkingen van de Staten van Friesland op enkele artikelen daarvan, 19 februari 1580
771 Akte, waarbij de broers Erasmus en Foppe van Douma onder ede verklaren trouw te blijven aan de Geünieerde Provincies, aan de Staten en het Hof van Friesland, 4 maart 1580
772 Akte, waarbij Sybolt van Aeleva (Aylva) en Tziepcke van Goslinga de Jonge verklaren trouw te zweren aan Aartshertog Matthias, de Prins van Oranje, de Staten-Generaal en aan de Nader Geünieerde Provincies, alsmede aan de tegenwoordig in functie zijnde Staten en het Hof van Friesland, mede-lidmaten van de genoemde Nader Geünieerde Gewesten, 12 maart 1580
773 Vertogen van de Staten van Friesland aan de Gedeputeerden der Nader Geünieerde Provincies inzake vermindering van hun quote: de teruggave van drie metalen stukken; het niet letten van de oversten op de aanbevelingen bij het begeven van hogere ambten, staande ter repartitie van Friesland; het aanbieden van het gouvernement over Friesland aan de Prins van Oranje en het beknotten van de macht van de Provinciale Hoven 1580. Met de antwoorden door de Gedeputeerden der Nadere Unie hierop gegeven, 17 mei 1580.
774 Artikelen, waarnaar de griffier Baudimont als afgevaardigde van het Hof van Friesland naar de Aartshertog, de Prins van Oranje en de Staten-Generaal te Antwerpen zich zal hebben te gedragen, welke artikelen echter niet in de hem meegegeven instructie zijn opgenomen, 18 mei 1580. Afschrift
775 Brief van de Staten-Generaal uit Antwerpen aan de Staten van Friesland houdende het verzoek om aan de Ontvanger der Generale Middelen en Convooien te gelasten 220 gulden uit te betalen aan dr. Leoninus, lid van de Raad van State, die met de Graaf van Hohenlohe en andere Gedeputeerden moet onderhandelen over de reductie van Groningen en andere zaken het gemenebest betreffende, 3 juni 1580
776 Rekest van Andries Hommesz. als volmacht van Hantum, Hantumhuizen en Hantumeruitburen aan de Gedeputeerden van Friesland, houdende het verzoek om hulp bij het onderhoud van hun dijken, [1580]
5.1.4. Andere correspondentie
5.2. Stukken van verschillende aard
5.3. Stukken afkomstig van de secretaris der Staten, mr. Pieter Rieuwerdtsz. Van Dokkum
5.54.3. Bijlagen
6. Archief van de Gedeputeerden tot de Rekening van Friesland
7. Stukken, waarvan verband met één der voorgaande archieven niet is gebleken
8. Stukken van verschillende herkomst
9. Indices op de inventaris door S. de Haan en A. van Dalfsen
laatste wijziging 15-02-2002
1.343 beschreven archiefstukken

Kenmerken

Omvang:
1 meter Portefeuilles, normaal, goed
Categorie:
  • Zonder categorie
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Staten van Friesland voor 1580
laatste wijziging 15-02-2002
1.343 beschreven archiefstukken