34-17 Provinciale regelingscommissie voor de paardenfokkerij ( Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum) )
34-17
Provinciale regelingscommissie voor de paardenfokkerij
Inventaris
De commissie begon in 1887 als gemeenschappelijk orgaan van de Friesche Mij. van Landbouw en Friesch Paardenstamboek voor de organisatie van keuringen en het uitdelen daarbij van premies. De Friesche Mij speelde in het gebeuren een leidende rol. Toen in 1890 rijksbijdragen en premies goed begonnen te vloeien, bracht dat meer overheidsinvloed. Gedeputeerde Staten benoemden nu de leden, behalve een door de minister van Oorlog aan te wijzen militair lid. Niettemin bleef de invloed van de Friesche Mij nog overwegend. In 1895 echter kreeg de commissie zelf, in plaats van de Friesche Mij, de leiding van het gebeuren, ze werd zelfstandig (zie voor deze ontwikkeling Gedeputeerde Staten 1865, resoluties 27 maart 1890, nr. 6, 22 mei 1890, nr. 58 en 14 nov. 1895 nr. 43). Bij een volgende reorganisatie (1901) kreeg de commissie de naam waarmee ze hier wordt aangeduid. De commissie werd per 1 sept. 1939 door het in werking treden op die dag van de Paardenwet van 16 maart 1939, Staa tsblad 620, opgeheven. Het archief belandde op de Provinciale Griffie en kwam vandaar circa 1976 bij het Rijksarchief. Literatuur: G.J.A. Bouma, Het Friese Paard, Leeuwarden 1979, p. 306-309.
21 Teksten van paardewet 1918 en uitvoeringsbesluiten, 1918-1922.
34-17 Provinciale regelingscommissie voor de paardenfokkerij
21
Teksten van paardewet 1918 en uitvoeringsbesluiten, 1918-1922.
Omvang:
3 stukken
Organisatie: Tresoar (Frysk Histoarysk en Letterkundich Sintrum)
laatste wijziging 23-09-2002
laatste wijziging 10-07-2001
32 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Omvang:
1,35 meter Standaardberging
Categorie:
- Zonder categorie
Archiefvormer(s):
laatste wijziging 10-07-2001
32 beschreven archiefstukken