Geschenk van mej. C.C.A. Conrad te Den Haag, aanvaard op 5 maart 1903 door de Verenigde Vergadering van Rijnland (zie ook "Tot hun contentement gemaeckt", pag. 51 e.v. no.2.1. en pag. 62, no. 2.6.). In de collectie van Frederik Willem Conrad bevond zich deze voorstelling van een project getiteld "Het verhoogen van den Rhynlandschen Slaperdyk in den jare 1806". Dit werk was onder zijn leiding tot stand gekomen, (zie voor Conrad "Tot hun contentement gemaeckt", no. 2.2. en 3.7. voor de Katwijkse uitwateringswerken no.2.6). Overstromingen van de dijk, die van Santpoort naar Spaarndam liep, maakten de verhoging van deze dijk noodzakelijk. In 1806 werd dit werk uitgevoerd. De tekenaar nam de situatie op vlak voor een flauwe bocht in de dijk met zijn rug naar Santpoort gekeerd, terwijl hij langs de watermolen naar Spaarndam keek. Op de achtergrond rechts zijn de kerk en het gemeenlandshuis van Rijnland in Spaarndam te onderscheiden. Links varen in de verte zeilschepen. "Tot hun contentement gemaeckt", pag. 65 e.v. no.2.7.

Inclusief de omlijsting is de aquarel 64 x 95 cm. groot. Geschenk van mej. C.C.A. Conrad te Den Haag in 1902 "ter uitvoering van den wensch van wijlen haren vader, den heer J.F.W. Conrad". Tot de groep van drie directeuren, die de leiding van het werk hadden, behoorden Frederik Willem Conrad (zie ook "Tot hun contentement gemaeckt" no. 2.2. en 3.7), na het overlijden van Christiaan Brunings in 1805 generaal-opziener van Rijnland, Arie Blanken Jansz., landmeter in Rijksdienst en S. Kros, sluis-en molenbouwer. De maker van de aquarel, Hanegraaff, was landmeter van Rijnland in het Leidse kwartier. "Tot hun contentement gemaeckt", pag. 62 e.v. no. 2.6.

't Vaartje vormde de verbinding tussen het Spaarne en de Kleine Haarlemmersluis aan het Visserseinde.