In dit onderzoek staan de machtsverhoudingen tussen stadse polderbestuurders uit Dordrecht en de agrarische ingelanden rondom Ridderkerk centraal, waarbij die relatie vanuit die agrariërs wordt bezien. Het archief van polder Nieuw-Reijerwaard bevat zelfs de rekeningen van de bedijking in 1442. Om de machtsverhoudingen tussen stad en platteland te onderzoeken wordt ingegaan op de kerntaak van de polder : de waterbeheersing binnen haar waterkeringen. Centraal staat hier de besluitvorming bij de vier opeenvolgende waterbeheersingssystemens zoals die in resprectievelijk 1442, 1590, 1741 en 1880 zijn gerealiseerd. Het onderzoek is gericht op de wisselwerking tussen landschappelijke en maatschappeljke veranderingen.