541 Mazirel, L.C. ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
541
Mazirel, L.C.
Openbaarheid
Inventarisnummers 8, 9, 11, 16 en 22 zijn slechts raadpleegbaar na verkregen schriftelijke toestemming van de directeur van het NIOD. Onderzoekers kunnen zich daartoe schriftelijk wenden tot de directeur van het NIOD.
Inventarisnummer 20 is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, is ter plekke bij balie van de studiezaal van het NIOD een archiefverklaring verkrijgbaar. Direct na ondertekening kunt u de stukken aanvragen en inzien.
Inventarisnummer 20 is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, is ter plekke bij balie van de studiezaal van het NIOD een archiefverklaring verkrijgbaar. Direct na ondertekening kunt u de stukken aanvragen en inzien.
Meer uitleg over openbaarheidsbeperkingen leest u hier.
laatste wijziging 26-07-2022
26 beschreven archiefstukken
Inleiding
laatste wijziging 26-07-2022
26 beschreven archiefstukken
Geschiedenis
Laura Carola Mazirel (Utrecht, 29 november 1907 – Saint Martin de la Mer, 20 november 1974 ) was dochter van een spoorwegambtenaar en een onderwijzeres. Ze groeide op in het Limburgse grensdorp Gennep. Ze werd tweetalig opgevoed en sprak vloeiend Duits. In 1917 verhuisde het gezin naar Utrecht, waar ze naar het Stedelijk Gymnasium ging. Na de middelbare school werkte ze in het onderwijs en studeerde in de avonduren rechten en psychologie. Ze verhuisde naar Amsterdam.
Mazirel was al sinds haar studietijd actief in het vluchtelingenwerk. Ze werkte als juridisch adviseur bij het Medisch Opvoedkundig Bureau in Amsterdam. Mazirel kwam op voor de rechten van vrouwen, kinderen en andere onderdrukte groepen. In 1934 sloot ze een ‘vrij huwelijk’ met Meijer Leopold Waterman. Ze kregen twee zoons: Leo Emanuel (1934) en Wolfgang (1938).
In 1937 begon Mazirel haar eigen advocatenpraktijk aan de Prinsengracht 466. Ze was gespecialiseerd in familie-, vreemdelingen- en vluchtelingenzaken. Hierbij kwam ze in contact met Duitse slachtoffers van het naziregime. Ze verdedigde ook mensen die strafrechtelijk werden vervolgd op grond van artikel 248 bis, een artikel uit de Zedelijkheidswet dat ontucht van een meerderjarige met een minderjarige van hetzelfde geslacht strafbaar stelde. In 1937 woonde ze een internationaal bevolkingscongres bij waar Duitse wetenschappers spraken over een rassenhygiënische samenleving. Mazirel hoorde via vluchtelingen verhalen over ontluizingskampen in Duitsland en ging daarna naar Duitsland om informatie in te winnen. Terug in Nederland waarschuwde ze de overheid en kerkelijke instanties over de risico’s die verbonden waren een hun nauwkeurige registratie van persoonsgegevens. De waarschuwingen werden niet opgepakt.
Mazirel was al sinds haar studietijd actief in het vluchtelingenwerk. Ze werkte als juridisch adviseur bij het Medisch Opvoedkundig Bureau in Amsterdam. Mazirel kwam op voor de rechten van vrouwen, kinderen en andere onderdrukte groepen. In 1934 sloot ze een ‘vrij huwelijk’ met Meijer Leopold Waterman. Ze kregen twee zoons: Leo Emanuel (1934) en Wolfgang (1938).
In 1937 begon Mazirel haar eigen advocatenpraktijk aan de Prinsengracht 466. Ze was gespecialiseerd in familie-, vreemdelingen- en vluchtelingenzaken. Hierbij kwam ze in contact met Duitse slachtoffers van het naziregime. Ze verdedigde ook mensen die strafrechtelijk werden vervolgd op grond van artikel 248 bis, een artikel uit de Zedelijkheidswet dat ontucht van een meerderjarige met een minderjarige van hetzelfde geslacht strafbaar stelde. In 1937 woonde ze een internationaal bevolkingscongres bij waar Duitse wetenschappers spraken over een rassenhygiënische samenleving. Mazirel hoorde via vluchtelingen verhalen over ontluizingskampen in Duitsland en ging daarna naar Duitsland om informatie in te winnen. Terug in Nederland waarschuwde ze de overheid en kerkelijke instanties over de risico’s die verbonden waren een hun nauwkeurige registratie van persoonsgegevens. De waarschuwingen werden niet opgepakt.
In 1942 doken haar (Joodse) man en hun kinderen in Groningen onder. Mazirel had zelf ook regelmatig onderduikers in huis. Ze bleef tijdens de oorlog werkzaam als advocaat. Mazirel gebruikte haar kantoor als dekmantel voor verzetsactiviteiten, zoals het leggen van contacten, het organiseren van onderdak voor vluchtelingen en onderduikers en het doorgeven van boodschappen. Haar verzet vond eerst plaats in een netwerk van mensen die individueel opereerden. Later sloot ze zich aan bij de verzetsorganisatie de Vrije Groepen Amsterdam. Hier maakte ze kennis met haar tweede man Robert Hartog. Voor haar verzetswerk maakte ze gebruik van een persoonsbewijs op naam van Noortje Wijnands. Ze was een van de organisatoren van de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister. Eind 1944 werd Mazirel gearresteerd waarna ze na zes weken werd vrijgelaten omdat haar dossier zou zijn zoekgeraakt.
Mazirel zette na de oorlog haar advocatenpraktijk voort. Ze werd vanaf de oprichting van het Cultuur- en Ontspannings Centrum (COC) (1946) ook de vaste advocate van deze organisatie. In 1950 sloot ze een notarieel huwelijk met Robert Jean Hartog (1923-2008). Een jaar later werd hun zoon Henri Robert (1951-1972) geboren. Ze bleef zich inzetten voor het recht op abortus en euthanasie en voor gelijke rechten voor minderheden. In 1955 gaf ze haar praktijk op vanwege haar steeds slechtere gezondheid. Mazirel verhuisde naar het Franse platteland met haar gezin. Ze bleef zich nog wel bezighouden met minderheden door artikelen te schrijven. In 1972 kwam haar jongste zoon om het leven door een auto-ongeluk. Op 20 november 1974 overleed Laura Carola Mazirel in haar huis in Frankijk. Ze werd 66 jaar.
Mazirel zette na de oorlog haar advocatenpraktijk voort. Ze werd vanaf de oprichting van het Cultuur- en Ontspannings Centrum (COC) (1946) ook de vaste advocate van deze organisatie. In 1950 sloot ze een notarieel huwelijk met Robert Jean Hartog (1923-2008). Een jaar later werd hun zoon Henri Robert (1951-1972) geboren. Ze bleef zich inzetten voor het recht op abortus en euthanasie en voor gelijke rechten voor minderheden. In 1955 gaf ze haar praktijk op vanwege haar steeds slechtere gezondheid. Mazirel verhuisde naar het Franse platteland met haar gezin. Ze bleef zich nog wel bezighouden met minderheden door artikelen te schrijven. In 1972 kwam haar jongste zoon om het leven door een auto-ongeluk. Op 20 november 1974 overleed Laura Carola Mazirel in haar huis in Frankijk. Ze werd 66 jaar.
-
laatste wijziging 26-07-2022
26 beschreven archiefstukken
Literatuur en verwante collecties
Voor vervolgonderzoek raadplege men de volgende archieven en literatuur.
laatste wijziging 26-07-2022
26 beschreven archiefstukken
Inventaris
aanvraaginstructie
Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: archief 541, inv.no. ...
Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
links naast de beschrijving van de stukken
Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: archief 541, inv.no. ...
Het inventarisnummer is vermeld in numeriek oplopende volgorde,
links naast de beschrijving van de stukken
3. Advocaat na de bezetting
541 Mazirel, L.C.
Inventaris
3.
Advocaat na de bezetting
laatste wijziging 25-07-2022
laatste wijziging 26-07-2022
26 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
[1925] 1941-1949 [1956]
over het archief:
Vanuit haar advocatenkantoor organiseerde Laura Carola Mazirel tijdens de bezetting onderdak voor vluchtelingen en onderduikers. Zij sloot zich aan bij de Vrije Groepen Amsterdam. Ze was een van de organisatoren van de aanslag op het Amsterdamse bevolkingsregister.
Openbaarheid:
Enkele inventarisnummers van dit archief zijn beperkt openbaar. Details staan vermeld in de rubriek "openbaarheid".
Omvang:
0,4 meter
Status:
NIOD-KNAW collectie - private schenking
Trefwoorden:
Categorie:
laatste wijziging 26-07-2022
26 beschreven archiefstukken