245 Erelijst van gevallenen - aanvraagformulieren ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )
245
Erelijst van gevallenen - aanvraagformulieren
Openbaarheid
Het archief is in zijn geheel beperkt openbaar. Het is slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
laatste wijziging 02-12-2015
125 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden
Inleiding
laatste wijziging 02-12-2015
125 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden
Geschiedenis
In de hal van het oude gebouw van de Tweede Kamer aan het Binnenhof in Den Haag is sinds 4 mei 1960 een gedenkplek voor de gevallenen van de Tweede Wereldoorlog ingericht. Deze gedenkplek bestaat uit een gedenktafel en een boekwerk, de 'Erelijst van Gevallenen', waarin de namen van zo’n 18.000 Nederlanders staan vermeld die in de gewapende strijd tegen de Duitse of Japanse bezetter, in het verzet, of als bemanning der koopvaardij zijn omgekomen.
Het idee voor zo'n lijst werd voor het eerst geopperd in een toespraak van Koningin Wilhelmina voor Radio Oranje op 31 december 1943. Zij sprak toen, kennelijk onder de indruk van de executie, kort daarvoor, van een groot aantal verzetsstrijders, van een 'boek voor onze helden en martelaren' dat een 'ereplaats in ons midden' moest krijgen en aan het nageslacht moest worden doorgegeven. Vrijwel direct na de oorlog kreeg het zojuist opgerichte Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RvO) de opdracht een dergelijk monument op te richten. Het RvO zou de medewerking krijgen van meerdere stichtingen, waaronder de Stichting 1940-1945. Wat betreft de vorm van het monument gingen de gedachten aanvankelijk twee richtingen uit: de namen van de omgekomenen in een groot oplage laten publiceren in boekvorm, of alle namen bijeenbrengen in één enkel boekwerk dat op een belangrijke plaats in Nederland zou worden tentoongesteld. In 1949 werd onder belanghebbenden (nabestaanden) onderzoek gedaan naar de voorkeur voor één van beide vormen. De uitgave van een boek, dat de namen van (naar men toen aannam ) 26.000 namen van slachtoffers zou bevatten werd uiteindelijk afgewezen; de prijs van een dergelijk omvangrijk boekwerk zou voor velen wellicht te hoog zijn. Gekozen werd toen voor de tweede optie, één enkel gekalligrafeerd boekwerk, dat op een nog nader te bepalen plaats ter inzage zou komen te liggen (in die tijd werd gedacht aan het Rijksmuseum of de Ridderzaal). Het kalligraferen zou geschieden in de abdij van O.L.Vrouwe te Oosterhout.
De Erelijst van Gevallenen zou naast de namen van de betrokkenen ook de geboorteplaats en -datum, het beroep en de plaats en dag van overlijden bevatten. Bij het RvO waren formulieren te verkrijgen waarop nabestaanden de gegevens van hun omgekomen familieleden of vrienden konden opgeven. Het RvO ging dus niet zelf op zoek naar candidaten maar liet het initiatief over aan de bevolking. Vervolgens zou een 'Erelijst-Commissie', bestaande uit medewerkers van het RvO, bepalen of de kandidaat op de lijst zou komen. Door deze procedure week Nederland af van andere landen, waar de staat zelf actief gegevens ging verzamelen van hun omgekomen burgers en militairen. Met de gevolgde werkwijze kon het gebeuren dat in Nederland sommige personen niet werden aangemeld omdat dit bijvoorbeeld “niet overeenkomstig de geest van de overledene” geacht werd door de nabestaanden; in andere landen werden alle daarvoor in aanmerking komende personen “automatisch” geregistreerd.
Uiteindelijk staan er rond 18.000 namen in de door de zusters in Oosterhout voorbeeldig gekalligrafeerde Erelijst van Gevallenen, die in een plechtigheid in de Ridderzaal op 4 mei 1960 door Koningin Juliana aan de Staten-Generaal is aangeboden. De lijst is gezet in een door Aldo van Eyck ontworpen gedenktafel en heeft een plaats gekregen in de hal van de Tweede Kamer. Er worden regelmatig pagina’s aan de bestaande lijst toegevoegd. Dagelijks wordt één pagina van de Erelijst omgeslagen.
De namen op de Erelijst van Gevallenen zijn verdeeld over vijf categorieën:
Omgekomen militairen van de Koninklijke Landmacht (c.a. 2500);
Omgekomen officieren en manschappen van de Koninklijke Marine (c.a. 3000);
Omgekomen bemanningsleden van Nederlandse koopvaardijschepen (c.a. 1500);
Omgekomen militairen van het KNIL en leden van het Indisch verzet (c.a. 4000);
Leden van het verzet in Nederland (c.a. 7000).
Omgekomen militairen van de Koninklijke Landmacht (c.a. 2500);
Omgekomen officieren en manschappen van de Koninklijke Marine (c.a. 3000);
Omgekomen bemanningsleden van Nederlandse koopvaardijschepen (c.a. 1500);
Omgekomen militairen van het KNIL en leden van het Indisch verzet (c.a. 4000);
Leden van het verzet in Nederland (c.a. 7000).
laatste wijziging 02-12-2015
125 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden
Inventaris
aanvraaginstructie
Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: archief 245, gevolgd door de volledige naam van de gezochte persoon.
Archiefstukken uit dit archief kunnen in de studiezaal van het NIOD worden aangevraagd
onder vermelding van: archief 245, gevolgd door de volledige naam van de gezochte persoon.
3. Twijfelgevallen
Deze rubriek bevat de formulieren van personen waarvan de opname op de Erelijst omstreden is.
78 Aantjes, J. t/m Bekker, G.B..
245 Erelijst van gevallenen - aanvraagformulieren
Inventaris
3. Twijfelgevallen
78
Aantjes, J. t/m Bekker, G.B..
Omvang:
1 omslag
Openbaarheid:
Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
laatste wijziging 02-12-2015
laatste wijziging 02-12-2015
125 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden
Kenmerken
Datering:
1945-1995
over het archief:
Kort na de Tweede Wereldoorlog is het RIOD, in opdracht van de regering, begonnen met het samenstellen van de Erelijst van Gevallenen. De Erelijst bevat van 18.000 gevallenen de familienaam en voornaam, plaats en datum van geboorte, beroep of militaire rang en, voorzover bekend, plaats en datum van overlijden. Zij zijn allen afkomstig uit vijf te onderscheiden groepen: het Verzet, de Koninklijke Landmacht, de Koninklijke Marine, de Koopvaardij en de zogeheten Indische Groep. Op 4 mei 1960 werd in de hal van de Tweede Kamer de Erelijst voor Gevallenen onthuld.
aard van de documenten:
Ten behoeve van de samenstelling van deze Erelijst zijn van de gevallenen vragenlijsten opgesteld, die ingevuld zijn door naaste verwanten. Deze formulieren bevatten veelal gedetailleerde informatie over activiteiten van de betrokkenen in oorlogstijd.
Openbaarheid:
Deze stukken zijn beperkt openbaar. Zij zijn slechts raadpleegbaar na verkregen toestemming van de directeur van het NIOD. Voor bezoekers die deze toestemming willen hebben, ligt een formulier bij de balie van de studiezaal van het NIOD.
Omvang:
3,1 meter (125 inventarisnummers)
Trefwoorden:
Categorie:
laatste wijziging 02-12-2015
125 beschreven archiefstukken
2 gedigitaliseerd
totaal 2 bestanden