Uw zoekacties: -

Zoeken in bestanden van inv.nr. 2042 van toegang 244 ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

beacon
43  bestanden
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
2042 Holleman, E.J.W.
Auteur:
Holleman, E.J.W.
Titel:
Twaalf Dagen in het Oranje Hotel
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Verslag (cahier)
Omvang:
65 pagina's
Periodisering:
mei 1940 - juni 1941
Periode van ontstaan:
zomer 1941 - voorjaar 1942
Localisering:
Den Haag (Oranjehotel, Scheveningen)
Taal:
Nederlands
Inhoud:
‘Omstreeks 25 mei 1940 kwam een patiënt op spreekuur in de Paulus Potterstraat, met kiespijn en een dik gezicht, de eerste NSB’er, die ik na de capitulatie sprak,’ schrijft de Haagse huisarts Egbert Holleman in een verslag over zijn verblijf in het Scheveningse Oranjehotel. ‘Ik vroeg, of hij ook op Nederlandse soldaten geschoten had. Hij zei, dat alleen communisten dat gedaan hadden. En wat hij vond van de Duitse inval in ons land. Dat vond hij prachtig!, anders waren we het slachtoffer van Engeland geworden. Dit vond ik zo bar, dat ik hem de deur wees en zei, dat hij liever een anderen dokter moest kiezen.’ Na een waarschuwende brief van Robert van Genechten (NSB) volgt een rechtszaak die 50 gulden boete wegens ‘eenvoudige belediging’ oplevert. ‘Dan het vonnis inzake den arts, die een eenvoudig NSB’er beleedigde, door hem hoonend te vragen of ook hij op Nederlandsche soldaten had geschoten. De rechtbank vond hem met een boete van f25,- voldoende gestraft,’ treurt NSB-weekblad Volk en Vaderland. ‘Een half jaar gevangenisstraf ware beter op zijn plaats geweest.’ Een jaar na het incident met de patiënt ‘werd ik ’s morgens om half vijf uit mijn bed getelefoneerd voor een bevalling. Overdag deed ik gewoon de praktijk. ’s Avonds om half zeven werd er gebeld: twee Duitse heren, die me wilden spreken.’ Twaalf dagen verblijft Holleman in het Oranjehotel. Hij en zijn celgenoot maken van oude kranten behendig een damspel. Op de betonnen vloer wordt met uitgescheurde lijnen en noten muziek van Bach gelegd. Als Holleman met acht medegevangenen wordt vrijgelaten, betoogt een Duitse soldaat ‘dat we de NSB beledigd hadden door te beweren, dat ze landverraders waren en de Duitsers geholpen hadden bij de verovering van Nederland. Dat Duitsland zich beledigd achtte, zij hadden de hulp van de NSB niet nodig gehad.’

NB:
Bevat een dagboek uit het voorjaar van 1941, geschreven door een anonieme bekende van het echtpaar Holleman. Onderwerp is het dagelijks leven van echtgenote Milia ten tijde van de gevangenschap van Egbert Holleman, en de voortzetting van de dokterspraktijk in die periode. Milia, die van joodse afkomst is, overlijdt later dat jaar aan een bloedvergiftiging in Zutphen, de geboorteplaats van haar echtgenoot.
De dagboekencollectie bevat tevens het dagboek van Egbert Holleman over de laatste oorlogsmaanden (inventarisnummer 2043) en het dagboek van Jo Holleman, zus van Egbert (inventarisnummer 2026).
Datum beschrijving:
27 juni 2019
Illustratie:
Muziek als vermaak in het Oranjehotel: uit oude kranten werden lijnen, noten, kruisen, mollen en strepen gescheurd.
Ga naar dit stuk:
Volgnummer:
1 van 43
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
2042 Holleman, E.J.W.
Auteur:
Holleman, E.J.W.
Titel:
Twaalf Dagen in het Oranje Hotel
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Verslag (cahier)
Omvang:
65 pagina's
Periodisering:
mei 1940 - juni 1941
Periode van ontstaan:
zomer 1941 - voorjaar 1942
Localisering:
Den Haag (Oranjehotel, Scheveningen)
Taal:
Nederlands
Inhoud:
‘Omstreeks 25 mei 1940 kwam een patiënt op spreekuur in de Paulus Potterstraat, met kiespijn en een dik gezicht, de eerste NSB’er, die ik na de capitulatie sprak,’ schrijft de Haagse huisarts Egbert Holleman in een verslag over zijn verblijf in het Scheveningse Oranjehotel. ‘Ik vroeg, of hij ook op Nederlandse soldaten geschoten had. Hij zei, dat alleen communisten dat gedaan hadden. En wat hij vond van de Duitse inval in ons land. Dat vond hij prachtig!, anders waren we het slachtoffer van Engeland geworden. Dit vond ik zo bar, dat ik hem de deur wees en zei, dat hij liever een anderen dokter moest kiezen.’ Na een waarschuwende brief van Robert van Genechten (NSB) volgt een rechtszaak die 50 gulden boete wegens ‘eenvoudige belediging’ oplevert. ‘Dan het vonnis inzake den arts, die een eenvoudig NSB’er beleedigde, door hem hoonend te vragen of ook hij op Nederlandsche soldaten had geschoten. De rechtbank vond hem met een boete van f25,- voldoende gestraft,’ treurt NSB-weekblad Volk en Vaderland. ‘Een half jaar gevangenisstraf ware beter op zijn plaats geweest.’ Een jaar na het incident met de patiënt ‘werd ik ’s morgens om half vijf uit mijn bed getelefoneerd voor een bevalling. Overdag deed ik gewoon de praktijk. ’s Avonds om half zeven werd er gebeld: twee Duitse heren, die me wilden spreken.’ Twaalf dagen verblijft Holleman in het Oranjehotel. Hij en zijn celgenoot maken van oude kranten behendig een damspel. Op de betonnen vloer wordt met uitgescheurde lijnen en noten muziek van Bach gelegd. Als Holleman met acht medegevangenen wordt vrijgelaten, betoogt een Duitse soldaat ‘dat we de NSB beledigd hadden door te beweren, dat ze landverraders waren en de Duitsers geholpen hadden bij de verovering van Nederland. Dat Duitsland zich beledigd achtte, zij hadden de hulp van de NSB niet nodig gehad.’

NB:
Bevat een dagboek uit het voorjaar van 1941, geschreven door een anonieme bekende van het echtpaar Holleman. Onderwerp is het dagelijks leven van echtgenote Milia ten tijde van de gevangenschap van Egbert Holleman, en de voortzetting van de dokterspraktijk in die periode. Milia, die van joodse afkomst is, overlijdt later dat jaar aan een bloedvergiftiging in Zutphen, de geboorteplaats van haar echtgenoot.
De dagboekencollectie bevat tevens het dagboek van Egbert Holleman over de laatste oorlogsmaanden (inventarisnummer 2043) en het dagboek van Jo Holleman, zus van Egbert (inventarisnummer 2026).
Datum beschrijving:
27 juni 2019
Illustratie:
Muziek als vermaak in het Oranjehotel: uit oude kranten werden lijnen, noten, kruisen, mollen en strepen gescheurd.
Ga naar dit stuk:
Volgnummer:
2 van 43
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
2042 Holleman, E.J.W.
Auteur:
Holleman, E.J.W.
Titel:
Twaalf Dagen in het Oranje Hotel
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Verslag (cahier)
Omvang:
65 pagina's
Periodisering:
mei 1940 - juni 1941
Periode van ontstaan:
zomer 1941 - voorjaar 1942
Localisering:
Den Haag (Oranjehotel, Scheveningen)
Taal:
Nederlands
Inhoud:
‘Omstreeks 25 mei 1940 kwam een patiënt op spreekuur in de Paulus Potterstraat, met kiespijn en een dik gezicht, de eerste NSB’er, die ik na de capitulatie sprak,’ schrijft de Haagse huisarts Egbert Holleman in een verslag over zijn verblijf in het Scheveningse Oranjehotel. ‘Ik vroeg, of hij ook op Nederlandse soldaten geschoten had. Hij zei, dat alleen communisten dat gedaan hadden. En wat hij vond van de Duitse inval in ons land. Dat vond hij prachtig!, anders waren we het slachtoffer van Engeland geworden. Dit vond ik zo bar, dat ik hem de deur wees en zei, dat hij liever een anderen dokter moest kiezen.’ Na een waarschuwende brief van Robert van Genechten (NSB) volgt een rechtszaak die 50 gulden boete wegens ‘eenvoudige belediging’ oplevert. ‘Dan het vonnis inzake den arts, die een eenvoudig NSB’er beleedigde, door hem hoonend te vragen of ook hij op Nederlandsche soldaten had geschoten. De rechtbank vond hem met een boete van f25,- voldoende gestraft,’ treurt NSB-weekblad Volk en Vaderland. ‘Een half jaar gevangenisstraf ware beter op zijn plaats geweest.’ Een jaar na het incident met de patiënt ‘werd ik ’s morgens om half vijf uit mijn bed getelefoneerd voor een bevalling. Overdag deed ik gewoon de praktijk. ’s Avonds om half zeven werd er gebeld: twee Duitse heren, die me wilden spreken.’ Twaalf dagen verblijft Holleman in het Oranjehotel. Hij en zijn celgenoot maken van oude kranten behendig een damspel. Op de betonnen vloer wordt met uitgescheurde lijnen en noten muziek van Bach gelegd. Als Holleman met acht medegevangenen wordt vrijgelaten, betoogt een Duitse soldaat ‘dat we de NSB beledigd hadden door te beweren, dat ze landverraders waren en de Duitsers geholpen hadden bij de verovering van Nederland. Dat Duitsland zich beledigd achtte, zij hadden de hulp van de NSB niet nodig gehad.’

NB:
Bevat een dagboek uit het voorjaar van 1941, geschreven door een anonieme bekende van het echtpaar Holleman. Onderwerp is het dagelijks leven van echtgenote Milia ten tijde van de gevangenschap van Egbert Holleman, en de voortzetting van de dokterspraktijk in die periode. Milia, die van joodse afkomst is, overlijdt later dat jaar aan een bloedvergiftiging in Zutphen, de geboorteplaats van haar echtgenoot.
De dagboekencollectie bevat tevens het dagboek van Egbert Holleman over de laatste oorlogsmaanden (inventarisnummer 2043) en het dagboek van Jo Holleman, zus van Egbert (inventarisnummer 2026).
Datum beschrijving:
27 juni 2019
Illustratie:
Muziek als vermaak in het Oranjehotel: uit oude kranten werden lijnen, noten, kruisen, mollen en strepen gescheurd.
Ga naar dit stuk:
Volgnummer:
3 van 43
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
2042 Holleman, E.J.W.
Auteur:
Holleman, E.J.W.
Titel:
Twaalf Dagen in het Oranje Hotel
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Verslag (cahier)
Omvang:
65 pagina's
Periodisering:
mei 1940 - juni 1941
Periode van ontstaan:
zomer 1941 - voorjaar 1942
Localisering:
Den Haag (Oranjehotel, Scheveningen)
Taal:
Nederlands
Inhoud:
‘Omstreeks 25 mei 1940 kwam een patiënt op spreekuur in de Paulus Potterstraat, met kiespijn en een dik gezicht, de eerste NSB’er, die ik na de capitulatie sprak,’ schrijft de Haagse huisarts Egbert Holleman in een verslag over zijn verblijf in het Scheveningse Oranjehotel. ‘Ik vroeg, of hij ook op Nederlandse soldaten geschoten had. Hij zei, dat alleen communisten dat gedaan hadden. En wat hij vond van de Duitse inval in ons land. Dat vond hij prachtig!, anders waren we het slachtoffer van Engeland geworden. Dit vond ik zo bar, dat ik hem de deur wees en zei, dat hij liever een anderen dokter moest kiezen.’ Na een waarschuwende brief van Robert van Genechten (NSB) volgt een rechtszaak die 50 gulden boete wegens ‘eenvoudige belediging’ oplevert. ‘Dan het vonnis inzake den arts, die een eenvoudig NSB’er beleedigde, door hem hoonend te vragen of ook hij op Nederlandsche soldaten had geschoten. De rechtbank vond hem met een boete van f25,- voldoende gestraft,’ treurt NSB-weekblad Volk en Vaderland. ‘Een half jaar gevangenisstraf ware beter op zijn plaats geweest.’ Een jaar na het incident met de patiënt ‘werd ik ’s morgens om half vijf uit mijn bed getelefoneerd voor een bevalling. Overdag deed ik gewoon de praktijk. ’s Avonds om half zeven werd er gebeld: twee Duitse heren, die me wilden spreken.’ Twaalf dagen verblijft Holleman in het Oranjehotel. Hij en zijn celgenoot maken van oude kranten behendig een damspel. Op de betonnen vloer wordt met uitgescheurde lijnen en noten muziek van Bach gelegd. Als Holleman met acht medegevangenen wordt vrijgelaten, betoogt een Duitse soldaat ‘dat we de NSB beledigd hadden door te beweren, dat ze landverraders waren en de Duitsers geholpen hadden bij de verovering van Nederland. Dat Duitsland zich beledigd achtte, zij hadden de hulp van de NSB niet nodig gehad.’

NB:
Bevat een dagboek uit het voorjaar van 1941, geschreven door een anonieme bekende van het echtpaar Holleman. Onderwerp is het dagelijks leven van echtgenote Milia ten tijde van de gevangenschap van Egbert Holleman, en de voortzetting van de dokterspraktijk in die periode. Milia, die van joodse afkomst is, overlijdt later dat jaar aan een bloedvergiftiging in Zutphen, de geboorteplaats van haar echtgenoot.
De dagboekencollectie bevat tevens het dagboek van Egbert Holleman over de laatste oorlogsmaanden (inventarisnummer 2043) en het dagboek van Jo Holleman, zus van Egbert (inventarisnummer 2026).
Datum beschrijving:
27 juni 2019
Illustratie:
Muziek als vermaak in het Oranjehotel: uit oude kranten werden lijnen, noten, kruisen, mollen en strepen gescheurd.
Ga naar dit stuk:
Volgnummer:
4 van 43