Uw zoekacties: -

Zoeken in bestanden van inv.nr. 1807 van toegang 244 ( NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies )

beacon
82  bestanden
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1807 Duijm, Maria
Auteur:
Duijm, Maria
Titel:
De Oorlogsweek te Rotterdam 10 - 14 mei 1940 en Het bombardement op Amsterdam (Noord) 17 juli 1943
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (cahier)
Omvang:
156 pagina's
Periodisering:
10 mei 1940 - 18 juli 1943
Periode van ontstaan:
1940-1943
Localisering:
Rotterdam (Oosteinde); Oostvoorne (Zuid-Holland); Amsterdam-Noord
Taal:
Nederlands
Inhoud:
‘’s Avonds zijn we allemaal nog vlug in bad gegaan, we gingen op gewone tijd naar bed,’ zo beschrijft de dertienjarige Marietje Duym de vrijdagavond van 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval, één van haar laatste avonden thuis in de Rotterdamse Schoutenstraat. ‘Ter verduistering hadden we een grote zwarte doek om de lamp gedaan, de overgordijnen gesloten.’ Een week later is er van de woning van het harmonieuze katholieke gezin Duym (Marietjes is tweede van de vijf kinderen) niets meer over. Als Rotterdam op dinsdag 14 mei wordt gebombardeerd hoort de familie, in een schuilkelder dichtbij huis, een ‘oorverdovende slag’: ‘Meteen gingen, op de kaarslantaarns na, alle lichten uit. Daarna werd het hele gebouw met schuilkelder en al door de luchtdruk opgenomen en helde een flink stuk naar links over, langzaam ging het terug en boog toen naar rechts over waarna het weer terugging en een heel eind in de diepte zakte, daarna ging het hele gebouw een eind naar boven, toen kwam het in de gewone stand terug. Dit alles gebeurde heel rustig en kalm maar de paniek was onbeschrijfelijk. Vele gewonden werden binnengedragen, velen vielen flauw.’ Eenmaal uit de schuilkelder blijkt ‘de Schoutenstraat een vuurzee, alle huizen in lichte laaie’. Het dakloze gezin evacueert via Oostvoorne naar Amsterdam-Noord, waar op 17 juli 1943 de geallieerden de Fokkerfabrieken proberen te bombarderen: ‘Ons hele huis was ingestort ten gevolge van een voltreffer. Moeder lag op haar rug. Haar donkerblauwe regenmantel zag wit van de kalk. Haar benen hingen in een gat, boven haar hoofd lag een groot stuk steen, de schoorsteen.’ Bevrijd uit de ravage wordt ‘moeder op een brancard gelegd en weggevoerd naar de Van der Pekstraat in een hele grote blauwe auto’. Ook Marietjes jonge broer Piet is zwaargewond. Gelukkig overleven alle gezinsleden de oorlog.
NB:
Vlak na voltooiing in het net overgeschreven door de auteur en voorzien van een aanhangsel. Bevat tevens een dagboek van een anonieme pastoor van de St. Laurentiusparochie in Rotterdam over de periode 10-14 mei 1940. Het relaas is geschreven door Marietje Duym in een soortgelijk cahier. Hoe zij aan het, mogelijk overgeschreven, verhaal komt is niet bekend.

Zie ook dagboek 1808, Duijm, Hendrik (jongere broer van auteur)

Eén van de verhalen uit het jeugdboek "Oorlog in Inkt" is gebaseerd op het dagboek van Maria Duijm.
Datum beschrijving:
oktober 2023
Illustratie:
Door de auteur ingekleurde plattegrond van de omgeving van haar woning en de schuilkelder in Rotterdam
Ga naar dit stuk:
Volgnummer:
1 van 82
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1807 Duijm, Maria
Auteur:
Duijm, Maria
Titel:
De Oorlogsweek te Rotterdam 10 - 14 mei 1940 en Het bombardement op Amsterdam (Noord) 17 juli 1943
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (cahier)
Omvang:
156 pagina's
Periodisering:
10 mei 1940 - 18 juli 1943
Periode van ontstaan:
1940-1943
Localisering:
Rotterdam (Oosteinde); Oostvoorne (Zuid-Holland); Amsterdam-Noord
Taal:
Nederlands
Inhoud:
‘’s Avonds zijn we allemaal nog vlug in bad gegaan, we gingen op gewone tijd naar bed,’ zo beschrijft de dertienjarige Marietje Duym de vrijdagavond van 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval, één van haar laatste avonden thuis in de Rotterdamse Schoutenstraat. ‘Ter verduistering hadden we een grote zwarte doek om de lamp gedaan, de overgordijnen gesloten.’ Een week later is er van de woning van het harmonieuze katholieke gezin Duym (Marietjes is tweede van de vijf kinderen) niets meer over. Als Rotterdam op dinsdag 14 mei wordt gebombardeerd hoort de familie, in een schuilkelder dichtbij huis, een ‘oorverdovende slag’: ‘Meteen gingen, op de kaarslantaarns na, alle lichten uit. Daarna werd het hele gebouw met schuilkelder en al door de luchtdruk opgenomen en helde een flink stuk naar links over, langzaam ging het terug en boog toen naar rechts over waarna het weer terugging en een heel eind in de diepte zakte, daarna ging het hele gebouw een eind naar boven, toen kwam het in de gewone stand terug. Dit alles gebeurde heel rustig en kalm maar de paniek was onbeschrijfelijk. Vele gewonden werden binnengedragen, velen vielen flauw.’ Eenmaal uit de schuilkelder blijkt ‘de Schoutenstraat een vuurzee, alle huizen in lichte laaie’. Het dakloze gezin evacueert via Oostvoorne naar Amsterdam-Noord, waar op 17 juli 1943 de geallieerden de Fokkerfabrieken proberen te bombarderen: ‘Ons hele huis was ingestort ten gevolge van een voltreffer. Moeder lag op haar rug. Haar donkerblauwe regenmantel zag wit van de kalk. Haar benen hingen in een gat, boven haar hoofd lag een groot stuk steen, de schoorsteen.’ Bevrijd uit de ravage wordt ‘moeder op een brancard gelegd en weggevoerd naar de Van der Pekstraat in een hele grote blauwe auto’. Ook Marietjes jonge broer Piet is zwaargewond. Gelukkig overleven alle gezinsleden de oorlog.
NB:
Vlak na voltooiing in het net overgeschreven door de auteur en voorzien van een aanhangsel. Bevat tevens een dagboek van een anonieme pastoor van de St. Laurentiusparochie in Rotterdam over de periode 10-14 mei 1940. Het relaas is geschreven door Marietje Duym in een soortgelijk cahier. Hoe zij aan het, mogelijk overgeschreven, verhaal komt is niet bekend.

Zie ook dagboek 1808, Duijm, Hendrik (jongere broer van auteur)

Eén van de verhalen uit het jeugdboek "Oorlog in Inkt" is gebaseerd op het dagboek van Maria Duijm.
Datum beschrijving:
oktober 2023
Illustratie:
Door de auteur ingekleurde plattegrond van de omgeving van haar woning en de schuilkelder in Rotterdam
Ga naar dit stuk:
Volgnummer:
2 van 82
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1807 Duijm, Maria
Auteur:
Duijm, Maria
Titel:
De Oorlogsweek te Rotterdam 10 - 14 mei 1940 en Het bombardement op Amsterdam (Noord) 17 juli 1943
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (cahier)
Omvang:
156 pagina's
Periodisering:
10 mei 1940 - 18 juli 1943
Periode van ontstaan:
1940-1943
Localisering:
Rotterdam (Oosteinde); Oostvoorne (Zuid-Holland); Amsterdam-Noord
Taal:
Nederlands
Inhoud:
‘’s Avonds zijn we allemaal nog vlug in bad gegaan, we gingen op gewone tijd naar bed,’ zo beschrijft de dertienjarige Marietje Duym de vrijdagavond van 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval, één van haar laatste avonden thuis in de Rotterdamse Schoutenstraat. ‘Ter verduistering hadden we een grote zwarte doek om de lamp gedaan, de overgordijnen gesloten.’ Een week later is er van de woning van het harmonieuze katholieke gezin Duym (Marietjes is tweede van de vijf kinderen) niets meer over. Als Rotterdam op dinsdag 14 mei wordt gebombardeerd hoort de familie, in een schuilkelder dichtbij huis, een ‘oorverdovende slag’: ‘Meteen gingen, op de kaarslantaarns na, alle lichten uit. Daarna werd het hele gebouw met schuilkelder en al door de luchtdruk opgenomen en helde een flink stuk naar links over, langzaam ging het terug en boog toen naar rechts over waarna het weer terugging en een heel eind in de diepte zakte, daarna ging het hele gebouw een eind naar boven, toen kwam het in de gewone stand terug. Dit alles gebeurde heel rustig en kalm maar de paniek was onbeschrijfelijk. Vele gewonden werden binnengedragen, velen vielen flauw.’ Eenmaal uit de schuilkelder blijkt ‘de Schoutenstraat een vuurzee, alle huizen in lichte laaie’. Het dakloze gezin evacueert via Oostvoorne naar Amsterdam-Noord, waar op 17 juli 1943 de geallieerden de Fokkerfabrieken proberen te bombarderen: ‘Ons hele huis was ingestort ten gevolge van een voltreffer. Moeder lag op haar rug. Haar donkerblauwe regenmantel zag wit van de kalk. Haar benen hingen in een gat, boven haar hoofd lag een groot stuk steen, de schoorsteen.’ Bevrijd uit de ravage wordt ‘moeder op een brancard gelegd en weggevoerd naar de Van der Pekstraat in een hele grote blauwe auto’. Ook Marietjes jonge broer Piet is zwaargewond. Gelukkig overleven alle gezinsleden de oorlog.
NB:
Vlak na voltooiing in het net overgeschreven door de auteur en voorzien van een aanhangsel. Bevat tevens een dagboek van een anonieme pastoor van de St. Laurentiusparochie in Rotterdam over de periode 10-14 mei 1940. Het relaas is geschreven door Marietje Duym in een soortgelijk cahier. Hoe zij aan het, mogelijk overgeschreven, verhaal komt is niet bekend.

Zie ook dagboek 1808, Duijm, Hendrik (jongere broer van auteur)

Eén van de verhalen uit het jeugdboek "Oorlog in Inkt" is gebaseerd op het dagboek van Maria Duijm.
Datum beschrijving:
oktober 2023
Illustratie:
Door de auteur ingekleurde plattegrond van de omgeving van haar woning en de schuilkelder in Rotterdam
Ga naar dit stuk:
Pagina:
1
Volgnummer:
3 van 82
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Scan bij een inventarisnummer
1807 Duijm, Maria
Auteur:
Duijm, Maria
Titel:
De Oorlogsweek te Rotterdam 10 - 14 mei 1940 en Het bombardement op Amsterdam (Noord) 17 juli 1943
Openbaarheid:
Volledig openbaar
Vorm:
Dagboek (cahier)
Omvang:
156 pagina's
Periodisering:
10 mei 1940 - 18 juli 1943
Periode van ontstaan:
1940-1943
Localisering:
Rotterdam (Oosteinde); Oostvoorne (Zuid-Holland); Amsterdam-Noord
Taal:
Nederlands
Inhoud:
‘’s Avonds zijn we allemaal nog vlug in bad gegaan, we gingen op gewone tijd naar bed,’ zo beschrijft de dertienjarige Marietje Duym de vrijdagavond van 10 mei 1940, de dag van de Duitse inval, één van haar laatste avonden thuis in de Rotterdamse Schoutenstraat. ‘Ter verduistering hadden we een grote zwarte doek om de lamp gedaan, de overgordijnen gesloten.’ Een week later is er van de woning van het harmonieuze katholieke gezin Duym (Marietjes is tweede van de vijf kinderen) niets meer over. Als Rotterdam op dinsdag 14 mei wordt gebombardeerd hoort de familie, in een schuilkelder dichtbij huis, een ‘oorverdovende slag’: ‘Meteen gingen, op de kaarslantaarns na, alle lichten uit. Daarna werd het hele gebouw met schuilkelder en al door de luchtdruk opgenomen en helde een flink stuk naar links over, langzaam ging het terug en boog toen naar rechts over waarna het weer terugging en een heel eind in de diepte zakte, daarna ging het hele gebouw een eind naar boven, toen kwam het in de gewone stand terug. Dit alles gebeurde heel rustig en kalm maar de paniek was onbeschrijfelijk. Vele gewonden werden binnengedragen, velen vielen flauw.’ Eenmaal uit de schuilkelder blijkt ‘de Schoutenstraat een vuurzee, alle huizen in lichte laaie’. Het dakloze gezin evacueert via Oostvoorne naar Amsterdam-Noord, waar op 17 juli 1943 de geallieerden de Fokkerfabrieken proberen te bombarderen: ‘Ons hele huis was ingestort ten gevolge van een voltreffer. Moeder lag op haar rug. Haar donkerblauwe regenmantel zag wit van de kalk. Haar benen hingen in een gat, boven haar hoofd lag een groot stuk steen, de schoorsteen.’ Bevrijd uit de ravage wordt ‘moeder op een brancard gelegd en weggevoerd naar de Van der Pekstraat in een hele grote blauwe auto’. Ook Marietjes jonge broer Piet is zwaargewond. Gelukkig overleven alle gezinsleden de oorlog.
NB:
Vlak na voltooiing in het net overgeschreven door de auteur en voorzien van een aanhangsel. Bevat tevens een dagboek van een anonieme pastoor van de St. Laurentiusparochie in Rotterdam over de periode 10-14 mei 1940. Het relaas is geschreven door Marietje Duym in een soortgelijk cahier. Hoe zij aan het, mogelijk overgeschreven, verhaal komt is niet bekend.

Zie ook dagboek 1808, Duijm, Hendrik (jongere broer van auteur)

Eén van de verhalen uit het jeugdboek "Oorlog in Inkt" is gebaseerd op het dagboek van Maria Duijm.
Datum beschrijving:
oktober 2023
Illustratie:
Door de auteur ingekleurde plattegrond van de omgeving van haar woning en de schuilkelder in Rotterdam
Ga naar dit stuk:
Pagina:
2 en 3
Volgnummer:
4 van 82