Mijn Studiezaal (inloggen)
Notariële akten ( Archief Eemland )
103 zoekresultaten
sorteren op:
0083-inmaster Notaris inmaster
2072 1844-05-04 Verkoop: 04-05-1844 Js. de Louter AT 055j003 rep 353.
Datering:
1844-05-04
Naam:
Van Baerle, Willem Gerard Joseph (in leven wethouder der stad Utrecht)
Overleden:
18-02-1814, Utrecht lw
Overleden echtgenoot:
13-09-1841, Utrecht lw
Akten:
Verkoop: 04-05-1844 Js. de Louter AT 055j003 rep 353.
Omschrijving:
W.G.J. van Baerle had in eigendom verkregen:
percelen 1 t/m 5 bij acte van scheiding: 25-04-1784 notaris Jan Tieleman Blekman te Utrecht;
percelen 6 en 7 bij acte van scheiding: 03-12-1785 notaris J.T. Blekman te Utrecht;
perceel 8 bij acte van koop: 12-09-1803 magistraat van Emmerik.
Perceel 1: vanouds tabaksland, thans bouwland aan de Lageweg, zijde Groenesteeg kad. A 196.;
Perceel 2: wei- en hooiland in polder de Slaag bij Martjes- of Slaagschenweg, kad. Hoogland A 568;
Perceel 3: wei- en hooiland achter perceel nr. 2, kad. A 567.
(1, 2 en 3 gekocht door Philip W.G.J. van Baerle)
Perceel 4: wei- en hooiland in polder de Haar, gem. Duist, de Haar en Zevenhuizen, kad. C 90.
(onder voorbehoud gekocht door Hendrik van Meerveld, burgemeester der gemeente Hoevelaken)
Perceel 5: gelegen naast nr. 4, kad. C 91.
(onder voorbehoud gekocht door Cornelis Schoonderbeek, landbouwer te Hoogland) Daarna worden de percelen 4 en 5 tesamen geveild en gekocht door Hendrik van Meerveld ten behoeve van Jannetje en Annetje Westerveld, renteniersters te Hoogland.
Perceel 6: Ysselstein, wei- en hooiland in de Hooge Biesen bij het Watermolentje even buiten de Benschopperpoort, kad. B 52 t/m 58.
(gekocht door Philip W.G.J. van Baerle)
Perceel 7: Ysselstein, bouwland op het Ouveroudland aan de weg naar Vianen, kad. C 60.
(gekocht door Hendrik Kemp, landbouwer te Ysselstein ten behoeve van Petrus Caldenberg Dubois, rentenier te Ysselstein)
Perceel 8: gemeente Emmerik, Pruisen, bouwland in de Feldmark, kad. 128. (gekocht door Felix A.Th. van Baerle ten behoeve van Jan Reintjes, landbouwer te Emmerik.
percelen 1 t/m 5 bij acte van scheiding: 25-04-1784 notaris Jan Tieleman Blekman te Utrecht;
percelen 6 en 7 bij acte van scheiding: 03-12-1785 notaris J.T. Blekman te Utrecht;
perceel 8 bij acte van koop: 12-09-1803 magistraat van Emmerik.
Perceel 1: vanouds tabaksland, thans bouwland aan de Lageweg, zijde Groenesteeg kad. A 196.;
Perceel 2: wei- en hooiland in polder de Slaag bij Martjes- of Slaagschenweg, kad. Hoogland A 568;
Perceel 3: wei- en hooiland achter perceel nr. 2, kad. A 567.
(1, 2 en 3 gekocht door Philip W.G.J. van Baerle)
Perceel 4: wei- en hooiland in polder de Haar, gem. Duist, de Haar en Zevenhuizen, kad. C 90.
(onder voorbehoud gekocht door Hendrik van Meerveld, burgemeester der gemeente Hoevelaken)
Perceel 5: gelegen naast nr. 4, kad. C 91.
(onder voorbehoud gekocht door Cornelis Schoonderbeek, landbouwer te Hoogland) Daarna worden de percelen 4 en 5 tesamen geveild en gekocht door Hendrik van Meerveld ten behoeve van Jannetje en Annetje Westerveld, renteniersters te Hoogland.
Perceel 6: Ysselstein, wei- en hooiland in de Hooge Biesen bij het Watermolentje even buiten de Benschopperpoort, kad. B 52 t/m 58.
(gekocht door Philip W.G.J. van Baerle)
Perceel 7: Ysselstein, bouwland op het Ouveroudland aan de weg naar Vianen, kad. C 60.
(gekocht door Hendrik Kemp, landbouwer te Ysselstein ten behoeve van Petrus Caldenberg Dubois, rentenier te Ysselstein)
Perceel 8: gemeente Emmerik, Pruisen, bouwland in de Feldmark, kad. 128. (gekocht door Felix A.Th. van Baerle ten behoeve van Jan Reintjes, landbouwer te Emmerik.
Opmerkingen:
Erfgenamen van Willem G.J. van Baerle (overl. 1814): zijn broers Aloysius, Karel en Johannes en zijn zuster Aleida. Zijn vrouw Ida heeft tot haar dood het vruchtgebruik. Na haar dood (1841) wordt de boedel verdeeld.
Behalve één zoon van Aloysius (Philip Willem Gerard Joseph van Baerle), stellen alle neven en nichten, die voornamelijk in het buitenland wonen, als hun gemachtigde aan: notaris mr. Theodorus Haerten, procureur bij het Prov. arrondissementsrechtbank te Utrecht (zie procuratie in records elders).
(Samenstelling van de familie t.b.v. de erfenis:)
De kinderen van N.N. van Baerle zijn:
- Aloysius Guilielmus Laurentius van Baerle (overl. vóór 1844);
- Willem Gerard Joseph van Baerle (erflater, zie boven, gehuwd met Ida Wilhelmina van Erckelens te Amersfoort, R.K. kerk 't Zandt op 10-12-1806);
- Aleida Gertrude Wilhelma van Baerle (overl. vóór 1844);
- Karel Jan François van Baerle (overl. vóór 1814);
- Johannes Franciscus Xaverius van Baerle (overl. vóór 1844).
De kinderen van Aloysius G.L. van Baerle:
- Philip Willem Gerard Joseph van Baerle, te Groningen (overl. na 1844);
- Angela Maria van Baerle te 's-Gravenhage (overl. na 1844);
- Aleida Elizabeth van Baerle te 's-Gravenhage (overl. na 1844);
- Willem Reinier van Baerle (overl. vóór 1844);
- Carel Jan Frans van Baerle (overl. vóór 1844).
De kinderen van Aleida Gertrude Wilhelma van Baerle, gehuwd met baron Petrus Henricus van Coninx (overl. vóór Aleida):
- Maria van Coninx , baronesse van Coninx (overl. na 1844), gehuwd met N.N. von Vangerow, te Halberstadt, Duitsland;
- Antoinetta van Coninx, baronesse van Coninx en van Zandt, gehuwd met baron Leopold de Zandt, te Munchen, Duitsland;
- Elise Catharine Eleonore van Coninx, baronesse van Coninx en gravinne de Munster (overl. te Osnabruck, Duitsland op 15-03-1843), gehuwd met graaf Charles Ernest Frederick van Munster te Osnabruck (uit dit huwelijk dochter Charlotte van Munster, gravinne).
De kinderen van
Behalve één zoon van Aloysius (Philip Willem Gerard Joseph van Baerle), stellen alle neven en nichten, die voornamelijk in het buitenland wonen, als hun gemachtigde aan: notaris mr. Theodorus Haerten, procureur bij het Prov. arrondissementsrechtbank te Utrecht (zie procuratie in records elders).
(Samenstelling van de familie t.b.v. de erfenis:)
De kinderen van N.N. van Baerle zijn:
- Aloysius Guilielmus Laurentius van Baerle (overl. vóór 1844);
- Willem Gerard Joseph van Baerle (erflater, zie boven, gehuwd met Ida Wilhelmina van Erckelens te Amersfoort, R.K. kerk 't Zandt op 10-12-1806);
- Aleida Gertrude Wilhelma van Baerle (overl. vóór 1844);
- Karel Jan François van Baerle (overl. vóór 1814);
- Johannes Franciscus Xaverius van Baerle (overl. vóór 1844).
De kinderen van Aloysius G.L. van Baerle:
- Philip Willem Gerard Joseph van Baerle, te Groningen (overl. na 1844);
- Angela Maria van Baerle te 's-Gravenhage (overl. na 1844);
- Aleida Elizabeth van Baerle te 's-Gravenhage (overl. na 1844);
- Willem Reinier van Baerle (overl. vóór 1844);
- Carel Jan Frans van Baerle (overl. vóór 1844).
De kinderen van Aleida Gertrude Wilhelma van Baerle, gehuwd met baron Petrus Henricus van Coninx (overl. vóór Aleida):
- Maria van Coninx , baronesse van Coninx (overl. na 1844), gehuwd met N.N. von Vangerow, te Halberstadt, Duitsland;
- Antoinetta van Coninx, baronesse van Coninx en van Zandt, gehuwd met baron Leopold de Zandt, te Munchen, Duitsland;
- Elise Catharine Eleonore van Coninx, baronesse van Coninx en gravinne de Munster (overl. te Osnabruck, Duitsland op 15-03-1843), gehuwd met graaf Charles Ernest Frederick van Munster te Osnabruck (uit dit huwelijk dochter Charlotte van Munster, gravinne).
De kinderen van
Opmerkingen vervolg 2:
Karel Jan François van Baerle (overl. vóór 1814), gehuwd met Marie Louise Delom (overl. Parijs op 29-08-1828):
- Charles Joseph Gaspard van Baerle (overl. na 1844), te Bergen op Zoom;
- Philip Jan van Baerle (overl. Amsterdam 06-11-1814);
- Petrus (Pierre) Mattheus Egbertus van Baerle (overl. te Geldre Kon. Pruisen 10-07-1820).
Marie Louise erft 1/4 deel van hun nalatenschap, 3/4 gaat naar de overige kinderen van helen en halven bedde.
Hun nalatenschap bestaat o.a. uit te verwachten erfenis van oom Willem Gerard Joseph van Baerle uit Utrecht, wiens vrouw tot aan haar dood op 13-09-1841 hiervan het vruchtgebruik heeft.
Charles Joseph Gaspard krijgt uit de erfenis van zijn oom W.G.J. van Baerle 1/12 deel plus zijn aandeel uit de nalatenschap van zijn volle broers Philip en Petrus.
Marie Louise Delom is hertrouwd met Jean Olympe Emmanuel Longueville (direkteur van de posterijen, overl. november 1839)
Kinderen uit dit huwelijk:
- Albert Marie Philippe Longueville, te Parijs;
- Carolina Philippina Longueville, te Parijs;
- Jean Louis Emmanuel Longueville, te Ensisheim, Fr.;
- Gustave Louis Philippe Emanuel Longueville, te Parijs.
Allen overleden na 1844
Deze kinderen delen mee in de erfenis door het versterven van hun halfbroers Philip en Pierre van Baerle en het erfdeel van hun moeder Marie Louise Delom uit de nalatenschap van deze twee zonen.
De kinderen van Johannes Franciscus Xaverius van Baerle (overleden vóór 1844), gehuwd met Tecla Johanna Draper:
- Philippus Wilhelmus van Baerle, groothertog van Hessen, wonend te Worms (D);
- Alyda Agatha Maria van Baerle, gehuwd met Bernardus Josephus
Dominicus Roeffs, te Gelder;
- Elisabeth Clara Carolina van Baerle, gehuwd met François
Willem Engelhard te Mainz;
- Felix Aloysius Theodorus van Baerle, te Antwerpen;
- Otto Aloysius van Baerle, te Dusseldorp, Duitsland;
- Wilhelmus Josephus Antonius van Baerle, te Worms.
Allen overleden na 1844.
- Charles Joseph Gaspard van Baerle (overl. na 1844), te Bergen op Zoom;
- Philip Jan van Baerle (overl. Amsterdam 06-11-1814);
- Petrus (Pierre) Mattheus Egbertus van Baerle (overl. te Geldre Kon. Pruisen 10-07-1820).
Marie Louise erft 1/4 deel van hun nalatenschap, 3/4 gaat naar de overige kinderen van helen en halven bedde.
Hun nalatenschap bestaat o.a. uit te verwachten erfenis van oom Willem Gerard Joseph van Baerle uit Utrecht, wiens vrouw tot aan haar dood op 13-09-1841 hiervan het vruchtgebruik heeft.
Charles Joseph Gaspard krijgt uit de erfenis van zijn oom W.G.J. van Baerle 1/12 deel plus zijn aandeel uit de nalatenschap van zijn volle broers Philip en Petrus.
Marie Louise Delom is hertrouwd met Jean Olympe Emmanuel Longueville (direkteur van de posterijen, overl. november 1839)
Kinderen uit dit huwelijk:
- Albert Marie Philippe Longueville, te Parijs;
- Carolina Philippina Longueville, te Parijs;
- Jean Louis Emmanuel Longueville, te Ensisheim, Fr.;
- Gustave Louis Philippe Emanuel Longueville, te Parijs.
Allen overleden na 1844
Deze kinderen delen mee in de erfenis door het versterven van hun halfbroers Philip en Pierre van Baerle en het erfdeel van hun moeder Marie Louise Delom uit de nalatenschap van deze twee zonen.
De kinderen van Johannes Franciscus Xaverius van Baerle (overleden vóór 1844), gehuwd met Tecla Johanna Draper:
- Philippus Wilhelmus van Baerle, groothertog van Hessen, wonend te Worms (D);
- Alyda Agatha Maria van Baerle, gehuwd met Bernardus Josephus
Dominicus Roeffs, te Gelder;
- Elisabeth Clara Carolina van Baerle, gehuwd met François
Willem Engelhard te Mainz;
- Felix Aloysius Theodorus van Baerle, te Antwerpen;
- Otto Aloysius van Baerle, te Dusseldorp, Duitsland;
- Wilhelmus Josephus Antonius van Baerle, te Worms.
Allen overleden na 1844.
Echtgenoot:
Van Erckelens, Ida Wilhelmina
Rol:
Genoemd
Organisatie: Archief Eemland
laatste wijziging 15-04-2011
0083-inmaster Notaris inmaster
2058 1821-11-15 - 1846-01-15 Boedelscheiding: 15-01-1846 Js. de Louter AT 055j005 rep 582 (***);
Boedelscheiding: 09-08-1826 L. Hondius AT 055f011 rep 956 (Butselaar, T);
Inventaris: 11-06-1845 en 10-09-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 489;
Testament: 10-03-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 451 (*);
Huwelijk: 15-11-1821 L. Hondius AT 055f002 rep 1821 nr. 141
(Van Brinkestein, O);
Verkoop: 24, 25-06-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 495 (**)
Verkoop: 10-09-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 523 (**).
Boedelscheiding: 09-08-1826 L. Hondius AT 055f011 rep 956 (Butselaar, T);
Inventaris: 11-06-1845 en 10-09-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 489;
Testament: 10-03-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 451 (*);
Huwelijk: 15-11-1821 L. Hondius AT 055f002 rep 1821 nr. 141
(Van Brinkestein, O);
Verkoop: 24, 25-06-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 495 (**)
Verkoop: 10-09-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 523 (**).
Datering:
1821-11-15 - 1846-01-15
Naam:
Van Leeuwenberg, Hendrik (koopman en winkelier, wonend Amersfoort)
Overleden:
17-03-1845, Amersfoort lw (Kampstraat)
Eerder gehuwd met:
Butselaar, Teuntje (Antonia)
Akten:
Boedelscheiding: 15-01-1846 Js. de Louter AT 055j005 rep 582 (***);
Boedelscheiding: 09-08-1826 L. Hondius AT 055f011 rep 956 (Butselaar, T);
Inventaris: 11-06-1845 en 10-09-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 489;
Testament: 10-03-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 451 (*);
Huwelijk: 15-11-1821 L. Hondius AT 055f002 rep 1821 nr. 141
(Van Brinkestein, O);
Verkoop: 24, 25-06-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 495 (**)
Verkoop: 10-09-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 523 (**).
Boedelscheiding: 09-08-1826 L. Hondius AT 055f011 rep 956 (Butselaar, T);
Inventaris: 11-06-1845 en 10-09-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 489;
Testament: 10-03-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 451 (*);
Huwelijk: 15-11-1821 L. Hondius AT 055f002 rep 1821 nr. 141
(Van Brinkestein, O);
Verkoop: 24, 25-06-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 495 (**)
Verkoop: 10-09-1845 Js. de Louter AT 055j004 rep 523 (**).
Omschrijving:
Amersfoort E 1411, 1457 (huis Kampstraat + stal Achter de Kamp), 1500, 2219 (pakhuis aan het Sint Janskerkhof), 1909 (pakhuis in de Muurhuizen, Camp nr. 204);
(**) verkoop inboedel.
(**) verkoop inboedel.
Opmerkingen:
(*) testament van 1845 luidt als volgt:
Aan mijn kinderen Gerrit, Maria en Hendrica van Leeuwenberg (in huwelijk verwekt bij mijn eerste echtgenote wijlen Anton1a Butselaar) het recht om tegen de som van f 4.400,- uit de boedel over te nemen het door mij bewoonde huis aan Kampstraat met erve en grond en stalling daarachter, uitkomende achter de kamp alsmede de aan de overzijde staande stal met grond. Voorwaarde: als 1 of 2 van deze kinderen wil verkopen, of trouwt, of overlijdt, vervalt het bezit tegen de waarde van f 4.400,- aan de overblijvende 1 of 2 kinderen.
Hij benoemt als voogd over zijn minderjarige kinderen zijn zoon Tymen van Leeuwenberg, winkelier wonend Amersfoort. En zijn gezamenlijke meerderj. en minderj. kinderen zijn erfgenamen, ieder voor een gelijk deel.
(**) De verkoop inboedel vindt plaats t.b.v. de erfgenamen:
Johannes van Leeuwenberg (koopman re Groesbeek);
Tijmen van Leeuwenberg (winkelier te Amersfoort), die tevens als voogd optreed ovr de 3 minderjarigen: Johannes, Lambertus en Antonia van Leeuwenberg, daartoe benoemd door hun vader Hendrik van Leeuwemberg;
Gerrit van Leeuwenberg, Mietje van Leeuwenberg en Hendrica van Leeuwenberg (allen winkeliers te Amersfoort)
De 8 zijn de enige kinderen en erfgenamen, ieder voor 1/8 deel. De 3 minderjarige kinderen zijn van wijlen zijn 2e echtgenote.
(***) M.b.t. de boedelscheiding van 1846:
Wouter van Brinkestein (koopman) treedt op als gemagtichde van:
- Johannes van Leeuwenberg (koopman + winkelier te Groesbeek) (uit 1e huw.);
- als toeziend voogd over de 2 minderjarige kinderen van wijlen Hendrik van Leeuwenberg bij zijn 2e huisvrouw Odilia van Brinckestein, met namen Albertus Franciscus, ook wel genaamd Lambertus, en Antonia Rosalia van Leeuwenberg, benoemd bij familieraad 17-01-1837, vermits het tegenstrijdig belang van de voogd Tijmen van Leeuwenberg;
Tijmen, Gerrit, Mietje en Hendrica van Leeuwenberg (allen koopman + winkelier te Amersfoort) (uit 1e huwelijk van
Aan mijn kinderen Gerrit, Maria en Hendrica van Leeuwenberg (in huwelijk verwekt bij mijn eerste echtgenote wijlen Anton1a Butselaar) het recht om tegen de som van f 4.400,- uit de boedel over te nemen het door mij bewoonde huis aan Kampstraat met erve en grond en stalling daarachter, uitkomende achter de kamp alsmede de aan de overzijde staande stal met grond. Voorwaarde: als 1 of 2 van deze kinderen wil verkopen, of trouwt, of overlijdt, vervalt het bezit tegen de waarde van f 4.400,- aan de overblijvende 1 of 2 kinderen.
Hij benoemt als voogd over zijn minderjarige kinderen zijn zoon Tymen van Leeuwenberg, winkelier wonend Amersfoort. En zijn gezamenlijke meerderj. en minderj. kinderen zijn erfgenamen, ieder voor een gelijk deel.
(**) De verkoop inboedel vindt plaats t.b.v. de erfgenamen:
Johannes van Leeuwenberg (koopman re Groesbeek);
Tijmen van Leeuwenberg (winkelier te Amersfoort), die tevens als voogd optreed ovr de 3 minderjarigen: Johannes, Lambertus en Antonia van Leeuwenberg, daartoe benoemd door hun vader Hendrik van Leeuwemberg;
Gerrit van Leeuwenberg, Mietje van Leeuwenberg en Hendrica van Leeuwenberg (allen winkeliers te Amersfoort)
De 8 zijn de enige kinderen en erfgenamen, ieder voor 1/8 deel. De 3 minderjarige kinderen zijn van wijlen zijn 2e echtgenote.
(***) M.b.t. de boedelscheiding van 1846:
Wouter van Brinkestein (koopman) treedt op als gemagtichde van:
- Johannes van Leeuwenberg (koopman + winkelier te Groesbeek) (uit 1e huw.);
- als toeziend voogd over de 2 minderjarige kinderen van wijlen Hendrik van Leeuwenberg bij zijn 2e huisvrouw Odilia van Brinckestein, met namen Albertus Franciscus, ook wel genaamd Lambertus, en Antonia Rosalia van Leeuwenberg, benoemd bij familieraad 17-01-1837, vermits het tegenstrijdig belang van de voogd Tijmen van Leeuwenberg;
Tijmen, Gerrit, Mietje en Hendrica van Leeuwenberg (allen koopman + winkelier te Amersfoort) (uit 1e huwelijk van
Opmerkingen vervolg 2:
Hendrik):
Johannes Antonius van Leeuwenberg (bakkersknecht te Amersfoort) (kind uit 2e huwelijk van Hendrik);
Er is ook nog een zoon gesproten uit het 1e huwelijk nl. Hendrikus van Leeuwenberg die ca 17 jaar geleden is overleden en die als erfgenaam heeft nagelaten zijn vader Hendrik van Leeuwenberg voor 1/4 deel, zijn volle broers en zussen voor ½ deel in 3/4 en deze tesamen met zijn als toen geboren halfbroers (Johannes Antonius en Albertus Franciscus) voor ½ van 3/4 deel, terwijl er uit het 2e huwelijk nog een zoon is gesproten t.w. Hendrikus van Leeuwenberg, die is overleden 12-06-1837, die als erfgenaam heeft, zijn vader voor 1/4 deel, broers en zuster uit 2e huwelijk voor ½ van 3/4 deel en halfbroers en zusters ook voor ½ van 3/4 deel. Hij is overleden na zijn moeder Odelia, waardoor hij gerechtigd was tot 1/4 in 3/4 deel van zijn moeder (= f 626,25).
De vader, Hendrik van Leeuwenberg, heeft ieder kind voor 1/8 deel nagelaten, maar bij testament van 10-03-1845 het regt + de keus aan enkele van zijn kinderen om het door hem bewoonde huis te kopen (zie betreffende testament), waarvan deze 3 kinderen gebruik willen maken.
Hendrik was voor 1/4 deel erfgenaam van zijn vrouw Odelia en had 1/4 deel in vruchtgebruik. Ze waren niet in gemeenschap gehuwd, maar zij had ingebracht f 3.500,- waarvan haar 4 kinderen (waarvan 1 overleden) voor 2/4 deel erfgenaam waren (dit betreft het bedrag van f 3.500,-).
Verder:
Boekschulden, diverse bedragen te vorderen en die door Gerrit van Leeuwenberg zullen worden geind en aan de andere erfgenamen verantwoord, opbrengst roerende goederen, opbrengst onroerende goederen (pakhuis + grond St. Janskerkhof kad. F 1500 + 2219; pakhuis + grond Muurhuizen kad. E 1909; huizinge aan de Kampstraat kad. E 1457).
Het 1e perceel is verkregen door koop 17-09-1806 notaris Houtman, het 2e door koop 08-03-1813 notaris P.J. van Wisselingh.
Hendrik was met zijn 1e vrouw in gemeenschap gehuwd en deze percelen zijn na haar
Johannes Antonius van Leeuwenberg (bakkersknecht te Amersfoort) (kind uit 2e huwelijk van Hendrik);
Er is ook nog een zoon gesproten uit het 1e huwelijk nl. Hendrikus van Leeuwenberg die ca 17 jaar geleden is overleden en die als erfgenaam heeft nagelaten zijn vader Hendrik van Leeuwenberg voor 1/4 deel, zijn volle broers en zussen voor ½ deel in 3/4 en deze tesamen met zijn als toen geboren halfbroers (Johannes Antonius en Albertus Franciscus) voor ½ van 3/4 deel, terwijl er uit het 2e huwelijk nog een zoon is gesproten t.w. Hendrikus van Leeuwenberg, die is overleden 12-06-1837, die als erfgenaam heeft, zijn vader voor 1/4 deel, broers en zuster uit 2e huwelijk voor ½ van 3/4 deel en halfbroers en zusters ook voor ½ van 3/4 deel. Hij is overleden na zijn moeder Odelia, waardoor hij gerechtigd was tot 1/4 in 3/4 deel van zijn moeder (= f 626,25).
De vader, Hendrik van Leeuwenberg, heeft ieder kind voor 1/8 deel nagelaten, maar bij testament van 10-03-1845 het regt + de keus aan enkele van zijn kinderen om het door hem bewoonde huis te kopen (zie betreffende testament), waarvan deze 3 kinderen gebruik willen maken.
Hendrik was voor 1/4 deel erfgenaam van zijn vrouw Odelia en had 1/4 deel in vruchtgebruik. Ze waren niet in gemeenschap gehuwd, maar zij had ingebracht f 3.500,- waarvan haar 4 kinderen (waarvan 1 overleden) voor 2/4 deel erfgenaam waren (dit betreft het bedrag van f 3.500,-).
Verder:
Boekschulden, diverse bedragen te vorderen en die door Gerrit van Leeuwenberg zullen worden geind en aan de andere erfgenamen verantwoord, opbrengst roerende goederen, opbrengst onroerende goederen (pakhuis + grond St. Janskerkhof kad. F 1500 + 2219; pakhuis + grond Muurhuizen kad. E 1909; huizinge aan de Kampstraat kad. E 1457).
Het 1e perceel is verkregen door koop 17-09-1806 notaris Houtman, het 2e door koop 08-03-1813 notaris P.J. van Wisselingh.
Hendrik was met zijn 1e vrouw in gemeenschap gehuwd en deze percelen zijn na haar
Opmerkingen vervolg 3:
overlijden aan hem toebedeeld.
Roerende goederen die niet zijn verkocht, contanten, ontvangen vorderingen voor sluiting van de boedelbeschrijving, 3 certificaten 3% Nationale Schuld, een vordering op Johannes van Leeuwenberg en een vordering op Tijmen van Leeuwenberg en diverse ingekomen vorderingen na boedelsluiting alsmede schulden. Zie overigens recordnr. 2888 en 7318
Roerende goederen die niet zijn verkocht, contanten, ontvangen vorderingen voor sluiting van de boedelbeschrijving, 3 certificaten 3% Nationale Schuld, een vordering op Johannes van Leeuwenberg en een vordering op Tijmen van Leeuwenberg en diverse ingekomen vorderingen na boedelsluiting alsmede schulden. Zie overigens recordnr. 2888 en 7318
Echtgenoot:
Van Brinkestein, Odilia (of Van Brinkenstein, Delia)
Rol:
Genoemd
Organisatie: Archief Eemland
laatste wijziging 15-04-2011
0083-inmaster Notaris inmaster
1839 1854-10-21 - 1859-11-12 Inventaris: 12-11-1859 Js. de Louter AT 055j033 rep 3917 (gezamenlijke inventaris);
Testament: 21-10-1854 Js. de Louter AT 055j021 rep 2621 (Geerking, J).
Testament: 21-10-1854 Js. de Louter AT 055j021 rep 2621 (Geerking, J).
Datering:
1854-10-21 - 1859-11-12
Naam:
Van Uppelschoten, Wessel
Overleden:
?-12-1844, Hoogland
Overleden echtgenoot:
18-09-1859, Hoogland
Akten:
Inventaris: 12-11-1859 Js. de Louter AT 055j033 rep 3917 (gezamenlijke inventaris);
Testament: 21-10-1854 Js. de Louter AT 055j021 rep 2621 (Geerking, J).
Testament: 21-10-1854 Js. de Louter AT 055j021 rep 2621 (Geerking, J).
Omschrijving:
De boedel bestaat uit inboedel van woning en boerderij , schulden en vorderingen.
Er is een huurcontract van grond te Hoogland: 12-05-1826, not. H.A. Vlieckx.
Er is een huurcontract van grond te Hoogland: 12-05-1826, not. H.A. Vlieckx.
Opmerkingen:
Bij de boedelbeschrijving zijn aanwezig:
- Pelegrinus Antonius van Riesen (deurwaarder te Nijkerk), als gemachtigde van Willem van Uppelschoten (landbouwer te Barneveld; tekent met Huppelschoten);
- Jan van Uppelschoten (landbouwer te Hoogland);
- Teunis van Uppelschoten (landbouwer te Hoogland).
- Pelegrinus Antonius van Riesen (deurwaarder te Nijkerk), als gemachtigde van Willem van Uppelschoten (landbouwer te Barneveld; tekent met Huppelschoten);
- Jan van Uppelschoten (landbouwer te Hoogland);
- Teunis van Uppelschoten (landbouwer te Hoogland).
Echtgenoot:
Geerling, Johanna
Rol:
Genoemd
Organisatie: Archief Eemland
laatste wijziging 15-04-2011
0083-inmaster Notaris inmaster
1749 1849-05-16 - 1865-10-09 Inventaris: 16-05-1849 Js. de Louter AT 055j010 rep 1306; (*)
Inventaris: 09-10-1865 Js. de Louter AT 055j045 rep 5389;
Testament: 22-11-1864 Js. de Louter AT 055j043 rep 5140.
Inventaris: 09-10-1865 Js. de Louter AT 055j045 rep 5389;
Testament: 22-11-1864 Js. de Louter AT 055j043 rep 5140.
Datering:
1849-05-16 - 1865-10-09
Naam:
Van Loevezijn, Maria Gerarda (winkelierster te Amersfoort)
Overleden:
27-09-1865, Amersfoort lw
Overleden echtgenoot:
21-02-1849, Amersfoort lw
Akten:
Inventaris: 16-05-1849 Js. de Louter AT 055j010 rep 1306; (*)
Inventaris: 09-10-1865 Js. de Louter AT 055j045 rep 5389;
Testament: 22-11-1864 Js. de Louter AT 055j043 rep 5140.
Inventaris: 09-10-1865 Js. de Louter AT 055j045 rep 5389;
Testament: 22-11-1864 Js. de Louter AT 055j043 rep 5140.
Omschrijving:
(*) Boedelbeschrijving vindt plaats in de huizinge bewoond door de weduwe, op de Langestraat bij de Vischmarkt.
Omvat glaswerk en kristal, aardewerk, spiegels, schilderijen en meubelen in de winkel en op de zolders. Plus inboedel woonhuis, schulden en vorderingen.
Het huis is het bijzonder eigendom van de weduwe.
Omvat glaswerk en kristal, aardewerk, spiegels, schilderijen en meubelen in de winkel en op de zolders. Plus inboedel woonhuis, schulden en vorderingen.
Het huis is het bijzonder eigendom van de weduwe.
Opmerkingen:
(*) M.b.t. de boedelbeschrijving:
Maria Gerarda is moeder en voogdesse over de 4 minderjarige kinderen en erfgenamen:
Johannes Wilhelmus -, Antonius Franciscus -, Leonardus Bartholomeus - en Aleida Maria Balvers.
Tevens comparant is Bernhard Duetz, koopman te Amersfoort, als gemachtigde van Jacobus Jacob Balvers (kind en erfgenaam), sergeant-majoor bij de Artillerie in garnisoen te Den Helder (onderhandse volmacht 18-07-1847), en als toeziend voogd over de 4 minderjarige kinderen.
Tevens comparant is Clementia Aleida Balvers (kind en erfgenaam), wonend Amersfoort.
Deze 6 kinderen zijn erfgenamen op last van vruchtgebruik van Maria Gerarda van Loevezijn, tot hertrouwen of overlijden, bij testament dd. 25-02-1842 van Bartholomeus Balvers (not. D. Scheerenberg).
Bernhard Duetz is benoemd tot toeziend voogd 12-03-1849, tevens als schatter aanwezig, beëdigd 13-03-1849 (kantonrechter).
De echtgenoten waren gehuwd in gemeenschap van goederen.
(zoekterm: militair)
Maria Gerarda is moeder en voogdesse over de 4 minderjarige kinderen en erfgenamen:
Johannes Wilhelmus -, Antonius Franciscus -, Leonardus Bartholomeus - en Aleida Maria Balvers.
Tevens comparant is Bernhard Duetz, koopman te Amersfoort, als gemachtigde van Jacobus Jacob Balvers (kind en erfgenaam), sergeant-majoor bij de Artillerie in garnisoen te Den Helder (onderhandse volmacht 18-07-1847), en als toeziend voogd over de 4 minderjarige kinderen.
Tevens comparant is Clementia Aleida Balvers (kind en erfgenaam), wonend Amersfoort.
Deze 6 kinderen zijn erfgenamen op last van vruchtgebruik van Maria Gerarda van Loevezijn, tot hertrouwen of overlijden, bij testament dd. 25-02-1842 van Bartholomeus Balvers (not. D. Scheerenberg).
Bernhard Duetz is benoemd tot toeziend voogd 12-03-1849, tevens als schatter aanwezig, beëdigd 13-03-1849 (kantonrechter).
De echtgenoten waren gehuwd in gemeenschap van goederen.
(zoekterm: militair)
Echtgenoot:
(wed. van:) Balvers, Bartholomeus
Rol:
Genoemd
Organisatie: Archief Eemland
laatste wijziging 15-04-2011
