9 gerechtelijke akten
sorteren op:
samenvatting | datering | |
---|---|---|
Mr.Willem Hendrik de Beaufort, kanunnik van St. Marie te Utrecht, en zijn vrouw stellen als onderpand voor zijn functie als ontvanger van de verpondingen van 1808 - 1815 zijn hofstede met 62 morgen land, genaamd Oijevaarshorst, onder Leusden. Door hem publiek gekocht op 09-06-1807. | 14-10-1808 | |
Niesje Buddingh, vrouw van Casper Hopman, won. Hamersveld stelt zich borg voor haar man, die gaarder van de onbeschreven middelen te Leusden en Asschat is. | 16-12-1807 | |
Bart Gijsbertse, bruiker van het erf Groot Donkelaar is 236-13-8 gulden voor enkele jaren belasting schuldig. Als zijn eigendommen per opbod worden verkocht, is hij geruïneerd. Inmiddels heeft hij een andere boerderij gepacht. Hij denkt de schuld in de toekomst te kunnen betalen. De schuld wordt omgezet in een hypotheek. Borg: Gijsbert Gijsbertse, won. Woudenberg. | 09-03-1755 | |
Willem Wouters, won. Maarn stelt als onderpand aan Willem Cornelisz, timmerman te Woudenberg als zijn borg: een koe en 18 schapen. Willem Woutersz had voor 37 gulden een paard gekocht van Thonis Thomasz. | 14-06-1612 | |
IJsbrand Engelbert, won. op Lambalgen stelt zich voor 5000 gulden borg voor mr. Bernard Philip Engelbert als ontvanger te Wijk bij Duurstede. | 10-10-1807 | |
Anthonij Teunisse Lagerweij, won. Rhenen en Klaas Teunisse Lagerweij, won. Heusden stellen zich borg voor Melgior van Ginkel, won. in de Groep onder Amerongen t.b.v. mr. Jan Andries du Bois, heer van Maarsbergen, voor eventuele pachtschulden van de hofstede de Groten Bloemheuvel onder Maarsbergen, door hem voor zes jaar gehuurd voor 200 gulden per jaar. | 01-10-1807 | |
Matthijs Lagerweij, bode, stelt zich voor 400 gulden borg voor zijn zoon Hendrik Lagerweij als gaarder van de onbeschreven middelen voor Woudenberg en Geerestein. | 05-08-1806 | |
Antonij Voskuijl, wed. Elisabeth van Moesbergen, nu getrouwd met Maria van Ravensloot, aan de ene kant; Gerritje Verhoeff, wed. Willem van Moesbergen, erfgename van haar dochter Elisabeth van Moesbergen, voornoemd, aan de andere kant. Antonij Voskuijl verklaart dat de nalatenschap van Elisabeth van Moesbergen door hem in lijftocht wordt bezeten. Onderpand: 1. de helft van een huis in de Agterstraat, de wederhelft is van de erfgenamen van Elisabeth van Moesbergen; 2. de helft van een huis op de Voorstraat, door hem bewoond, de wederhelft is van Gerrit Ravesloot. | 03-09-1742 | |
Elisabeth van Geijtenbeek, wed. Willem Lagerweij, Willem Lagerweij stellen als onderpand voor de functie van schout en gadermeester van Geerestein t.b.v. Anna Maria de Marez, vrouwe van Deijl en Geresteijn, wed. Garard Maximiliaan Pijnsse van de Aa, in leven raad in de Staten van Utrecht, als ambachtsvrouwe van Geerestein; 1. een huis aan de Voorstraat, waarvan zij ieder voor de helft eigenaar zijn; 2. een huis in de Middelstraat; 3. ruim 1/2 morgen tabaksland op de Wetering; 4. 1 morgen tabaksland op de Wetering; nrs. 2-4 eigendom van Willem Lagerweij jr. | 24-11-1749 | |