Comparanten:
- Cornelis Camp, als man en voogd van
- Jannichgen Nagels,
- Gijsbertgen, Jan Nagelsdr. en
- Claes Corneliszn., als man en voogd van
- Emmichgen (Nagels)., ter ene zijde,

- Emmichgen, Henrick te Hertsdr., met handen van Henrick te Hert, haar vader en gecoren voogd in deze, ter andere zijde.
Cornelis Camp maakt zich tevens sterk voor Gijsbertgen, als haar gecoren voogd, en hij maakt zich sterk voor Emmichgen Nagels.

Jannichgen, Gijsbertgen en Emmichgen Nagels bezitten 3/4 gedeelte van het achterdeel van een huis, staande op de Singel, alhier, nagelaten door wijlen Aeltgen Nagels.
Emmichgen Henrick te Hertsdr. bezit (door loting met haar zusters) 1/8 deel van de woning of kamer aan de kant van de St. Jansstraat, staande achter het huis van Aert van Snuel.
Comparanten wensen niet langer deze verdeling van het huis te continueren en zijn het volgende overeengekomen.
Cornelis Camp en Jannichgen Nagels zullen in bezit krijgen het 1/8 deel dat Emmichgen H. te Hertsdr. in de voornoemde kamer of woning achter het huis van Aert van Snuel bezit.
Emmichgen H. te Hertsdr. zal voor zichzelf en haar erven in eigendom krijgen de voornoemde 3/4 deel van het achterdeel van het huis dat eigendom is van Jannichgen, Gijsbertgen en Emmichgen Nagels.
Op 1 mei 1618 zal Emmichgen H. te Hertsdr. aan Cornelis Camp de som van 18 gulden en 15 stuivers betalen, terwijl Cornelis Camp mei 1618 gehouden zal zijn te betalen aan Claes Corneliszn., als man en voogd van zijn huisvrouw, en aan Gijsbertgen, J, Nagelsdr., tesamen 37 gulden en 10 stuivers, dus voor ieder 18 gulden en 15 stuivers.
Hiermee zijn partijen gescheiden van de voornoemde gemeenschap en zullen dit blijven ten eeuwigen dage.

Sijmon Garbrants, voor zichzelf, en als man en voogd van zijn vrouw, Aerlandt Harmansdochter, geeft opdracht bij deze aan Lijsbeth Willemsdr. van Westrenen (halfzuster van zijn vrouw, van moederskant), om alle inkomsten van landen, los- en lijfrente die hem of zijn vrouw toekomen, die reeds vervallen en onbetaald zijn en alsnog vervallen zullen, te innen, zolang en tot de tijd dat zij betaald zal zijn van al hetgeen zij tot deze dag toe hem, Sijmon Garbrants en zijn vrouw respectievelijk geleend heeft en voor hen en hun kinderen voorgeschoten heeft of anderszins aan hem, Garbrants, op enigerlij wijze achter is. Welke achterstand door hem, Garbrants, verklaard werd tegenwoordig nog precies te bedragen de som van 560 gulden. Alsmede tot de tijd dat zij betaald zal zijn van al hetgeen zij voor hem, Garbrants, en zijn vrouw en kinderen verder zal voorschieten of anders bij henlieden ten achter zal zijn. Hij geeft voornoemde Lijsbeth W.dr. van Westrenen volkomen en onwederroepelijk macht en last om voor haar eigen behoefte en in betaling als voornoemd te ontvangen en door Claes Dircxzn., wijnkoper te Leyden (comparants neef), alsmede door een persoon naar haar believen, te doen ontvangen alle voornoemde inkomsten, geen uitgezonderd, onder haar quitantie of onder quitantie van degene die zij zal machtigen Hij belooft "voor vast en van waarde te houden" alle betalingen die terzake van de voornoemde inkomsten aan Lijsbeth of aan een door haar gemachtigde reeds gedaan zijn of nog gedaan zullen worden tot de tijd als voren vermeld en dat zal wettelijk blijken, bij een uiteindelijke afrekening die Lijsbeth aan hem, comparant en vrouw en kinderen zal overleggen. Lijsbeth zal te zijner tijd rekening en bewijs doen aan degene, wanneer zij betaald zal zijn.

Akte ontbreekt; gegevens zijn uit de index overgenomen.

Catharina en Cornelia, dochters van Dirck Lommertszn. hebben dit met handen van Lodewijck Lommitszn. (hun broer en gecoren voogd) verkocht aan Peel Noeyen c.s., op de last van 12 stuivers jaarlijks, Onze Lieve Vrouwen Capelle te Amersfoort toekomende, losbaar of onlosbaar, volgens de brieven die daarvan zijn. Voor de som van 700 carolus gulden vrij geld. De kopers betalen de 40e penning. Betaling van de koopsom, in mei 1612 - 300 gulden en de resterende 400 gulden mogen de kopers op losrente houden en daarvoor 25 gulden rente betalen, ingaande Pinksteren 1612. Aanvaarding Pinksteren 1612, tot zolang zullen de kopers pacht betalen. Transport bij betaling van de eerste termijn met vrijwaring van alle lasten, behalve 's Heeren ongelden (= grondbelasting). Het land is heerlijk of deelbaar, volgens de brieven daarvan, waarin de verkoopsters niet tot "vrijnge of waringe" gehouden zullen zijn.