Uw zoekacties: Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810

0001.01 Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810 ( Archief Eemland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0001.01   Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810
Beschrijving van het archief
Archiefvorming
Inhoud en structuur van het archief
Aanwijzingen voor de gebruiker
Verwant materiaal
Bijlagen
laatste wijziging 21-04-2024
3.985 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
2. Inventaris van het archief van het stadsbestuur
3. Bijlagen
4. Concordans charters
5. Concordans
6. Regesten
Records 1 t/m 100
119 Steven van Liesvelt, enerzijds en Lambert Hamervelt met zijn dochter Korstyne, anderzijds, sluiten, te onverstaan van de 'zeggers' en 'huwelijkslieden' Jan Jordens soen, als 'overman' Arnt Goetscalc en Peter Gijsberts soen, vanwege eerstgenoemde partij, Peter uuten Boemgher en Johan Gerrits soen, vanwege laatstgenoemde partij, een overeenkomst van huwelijks voorwaarden. Oorspr., met de zegels van Arnt Goetscalc en Jan Jordens soen, dat van Peter uuten Boemgher[t] verloren.
120 Frederic van Blanckenhem, bisschop van Utrecht, geeft, met instemming van de prelaten en kapittels van de Doem, Oudemonster, Sinte Peters, Sinte Johans en Sinte Marien kerke tUtrecht, ter voorkoming van verdere geschillen, gezien de trouwe dienst van de stad Amersfoirde en ter vermeerdering van de bisschoppelijke tafelgoederen aan genoemde stad in erfpacht zijn tollen, coppel en gruit met alle goederen en alle tijns en renten die hij heeft binnen Amersfoort en daarbuiten, voor zover de stad die nu in bezit en waartoe behoren twee mud zout van Aelrehorst, twee mud zout van Uytwyc en een mud rogge van Collande aan jaarlijkse renten, voor een jaarlijkse som van 250 goede, oude, gouden Franse schilden van goed gewicht, tevens verklaart hij dat wie voor zijn goed te Amersfoort tol heeft betaald, elders binnen het land van Utrecht tolvrijdom zal genieten, met uitzondering van de tol bij Ter Eem, waar de vrijdom alleen zal gelden onder genoemde voorwaarde voor Amersfoortse burgers en met dien verstande dat daarvan een teken moet worden getoond, en met uitzondering van de bisschoppelijke accijns op hopbier. Oorspr.; de zegels van bisschop en kapittels verloren. Ook in vidimus d.d. 12 december 1399.
121 Frederic, bisschop van Utrecht, verklaart van de stad Amersfoerde ontvangen te hebben 1000 goede, oude Franse schilden, die zij hem schuldig was krachtens een hierbij gevidimeerde overeenkomst met de stad tot bijlegging van geschillen. Oorspr.; met zegel van de oorkonder.
122 Frederic, bisschop van Utrecht, oorkondt, dat hij gruit, tol en coppel en andere goederen die hij in de vrijheid van Amersfoirde bezit in erfpacht heeft gegeven aan de stad Amersfoirde, tegen een jaarlijkse huur van 250 goede Franse schilden per jaar, met als voorwaarde dat de eerste twee jaren geen pacht betaald hoeft te worden, conform de scheidsrechterlijke uitspraak van heer Willem van Renen, scholaster ten Dom en vicarius en heer Steven van Zulen, ridder en raad. Oorspr.; de zegels van de bisschop en beide scheidslieden verloren.
123 De officiaal van Utrecht geeft ten overstaan van Henricus Stoeck filius Pauli, Paulus Wilhelmi en Gerardus Heerman, notarissen, Wilhelmus de Marsen en Johannes Lirwy, clerici van het hof van de officiaal en anderen, op verzoek van Gerardus Borre, burgemeester en Everardus Bot filius Theoderici, oud-burgemeester van Amersforde, vidimus van de akte d.d. 21 november 1399. Oorspr.; met zegel van de oorkonder en notarismerk van Henricus Stoeck filius Pauli.
124 Johan Proefst, priester, gezworen ambtman en tijnsmeester van de abdij te Elten, oorkondt dat ten overstaan van hemzelf en de tijnsgenoten van genoemde abdij Gheryt die Wilde en Goede Banne, Evert van Krachwijc heeft opgedragen aan de gebroeders Gijsbert, Goede, Lambert en Henric van Krachwijc het Oude Slach, gelegen in de Slaghe, ten noorden begrensd door het land van Mense Peter Reyners soen, ten zuiden door het Smale Slach, afkomstig van Rodekens Kampe, behoudens het vruchtgebruik, waarop Mechteld, vrouw van Evert voornoemd, recht heerft en vroegere testamentaire beschikkingen, alsmede een stuk land, gelegen bij de Fouden Strate, noordelijk begrensd door het land van de kinderen van Johan Kaerman Hermans soen en zuidelijk door Rodekens Kampe. Oorspr., met zegels van de beide tijnsgenoten, dat van de tijnsmeester verloren.
125 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van Amersfoirde, oorkonden, met toestemming van oud-raad en gemeenten, dat zij in erfpacht hebben gegeven aan Helmert Smit, burger van genoemde stad, een morgen land, gelegen bij Veltderp, aan de westzijde begrensd door een gemene weg, aan de oostzijde door het erf van Gheriit Godscalc, aan het zuideinde door het erf van Gheriit Knoest, aan het noordeinde door een gemene weg, die hij en zijn buren intact moeten laten tot anderhalve roede breed vanaf het verpachte erf, tegen een jaarlijkse huur van 18 Dordtse plakken. Oorspr.; het stedelijk zegel verloren.
126 Reyner Poyt Everts zone, schout, Jacop Hoeft, Gheryt Borre, Evert van Lienler, Johan Goden zone, Heynric Pouwels zone van den Zande, Gosen Mercelys zone en Jacop Nenninc, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Peter Peters zone en diens zoon Ghyse Yager hebben opgedragen aan Jacop Gheryts zone en diens vrouw Byatrys een erfrente van 4 pond per jaar, zoals vermeld in de akte waardoor deze is gestoken. Oorspr.; met de zegels der oorkonders, het tweede en laatste verloren.
127 Jacop Nenninc van den Voerbroech, schout, Tydeman Crache, Gode Pothof Goden zone en Otte van Haghenouwe, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Johan Tydemans zone en diens vrouw Gheertruut, bijgestaan door haar gekoren voogd Gheryt Duwer, een gemeenschap hebben aangaan van alle goederen, die zij onder Amersfoort bezitten en alsnog gemeenschappelijk zullen verwerven, in welke gemeenschap ook zullen worden opgenomen alle goederen die Johan voornoemd alsnog binnen en buiten genoemd gerecht zal kopen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
128 Jacop Nenninc van den Voerbroech, schout, Tydeman Crache, Gode Pothof Goden zone en Claes van Lienler, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Bertout Peter Reyners zoens sone in erfpacht gegeven heeft aan Byatrys Gheryts dochter uutter Stroylt een hof op de Glashorst, aan de ene zijde begrensd door het land van Lubbert van Weichom en aan sde andere zijde door dat van Mergriete Evert Everts zoens dochter, tegen betaling van 2 pond 15 schellingen 6 penningen per jaar. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
129 Albrecht, paltsgraaf op de Riin, hertog in Beyeren, graaf van Henegouwen, Hollant en Zeelant, heer van Vrieslant en Willam van Beyeren, Henegouwen en Hollant, graaf van Oestervant, verklaren tegenover de stad Utrecht dat zij, ingeval zijzelf of hun vrienden Haghensteyn, Eversteyn of Lederdamme zullen veroveren, deze plaatsen zullen worden verwoest en niet meer opgebouwd; dat zij aldaar geen tollen zullen vestigen; dat zij aan de bisschop en het Sticht van Utrecht zullen laten het bezit van de heerlijkheid van het land van Haghensteyn, thans in de macht van de heer van Arkel, en de hoge en lage heerlijkheid van het land van Haestrecht, mits de bisschop voornoemd bereid is met zeven priesters als eedhelpers zijn rechten ter bewijzen, en behoudens het recht van Margriete van Cleve, zuster van genoemde Albrecht, op lijftocht uit laatstgenoemde heerlijkheid; dat zij na verovering hiervan zich het volledige recht op stad en slot van Gorinchem en op het land van Arkel voorbehouden. Vidimus in akte d.d. 26 december 1405.
130 Jacop Nenninc van den Voerbroech, schout, Tydeman Crache, Willam van Daetseler, Meynse Fetel van Hasenborch en Johan Gheryts zone, schepenen te Amersfoerde, oorkonden, dat Rycout van Wede, bijgestaan door zijn voogd Wouter Roese, in erfpacht gegeven heeft aan Aelbert van Oesterum, diens vrouw Alyt, Peter van Brandenborch en diens vrouw Lisebet een huis met hofstede aan de Broyelstrate, aan de ene zijde begrensd door het erf van Bertout Smit Heynen zone en aan de andere zijde door dat van Johan Hermans zone, tegen betaling van 4 1/2 oude Franse schilden en 2 Vlaamse plakken per jaar. Oorspr.; met de zegels der oorkonders; het tweede verloren.
131 Jacop Nenninc van den Voerbroech, schout, [Ghisebert Lamberts zone, Willam van Daetseler, Otte van Haghenouwe en Johan Gheryts zone, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Gheryt Zeybert in erfpacht gegeven heeft aan Roelof Coelhof een halve hofstede buiten de Viepoerte, aan de ene zijde begrensd door het erf van Ghisebert Coenraets zone, aan de andere zijde door dat van Heinric Voncke en aan de achterzijde door dat van genoemde Gheryt Zeybert, tegen betaling van 5 pond per jaar, onder de voorwaarde dat genoemde Roelof Coelhof de straat en de helft van de ringmuur tot aan de Niepoert, die aan de voorzijde van de hofstede liggen, op eigen kosten zal onderhouden. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
0001.01 Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
6. Regesten
131
Jacop Nenninc van den Voerbroech, schout, [Ghisebert Lamberts zone, Willam van Daetseler, Otte van Haghenouwe en Johan Gheryts zone, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Gheryt Zeybert in erfpacht gegeven heeft aan Roelof Coelhof een halve hofstede buiten de Viepoerte, aan de ene zijde begrensd door het erf van Ghisebert Coenraets zone, aan de andere zijde door dat van Heinric Voncke en aan de achterzijde door dat van genoemde Gheryt Zeybert, tegen betaling van 5 pond per jaar, onder de voorwaarde dat genoemde Roelof Coelhof de straat en de helft van de ringmuur tot aan de Niepoert, die aan de voorzijde van de hofstede liggen, op eigen kosten zal onderhouden. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
Datering:
1402 December 29 dusent vierhondert ende drie, des vrydaghes nae kursdach
tevens:
3613-097
NB:
In dorso: 'Jhan van Hove' (zie het tweede transfix). Met transfixen d.d. 26 oktober 1407, 15 februari 1413, 7 februari 1420 en 2 juni 1423. Datering: zie de annotatie bij regestnr. 77 en vgl. ook de wijze van magistraatsverkiezing (Jb. Oud-Utrecht 1962, 68-69.
Zie ook:
Organisatie: Archief Eemland
laatste wijziging 03-06-2010
132 Claes van der Zevender oorkondt dat, in tegenwoordigheid van zijn leenmannen Ghiisbert Botter, Cruve Goesen Vos soen, Gheriit Zweders soen Peter Botter en anderen, Lubbert Heynen soen aan hem heeft opgedragen een hoeve land, die deze van hem in leen hield, gelegen op Voscculen, geheten des proests hoeve van Sente Peter tUtrecht, aan de bovenzijde begrensd door het land van Ghiisbert van Sniddeler en dat van Ghiisbert Botter, aan de benedenzijde door dat van Lubbert Heynen soen en door de Woutsloet, die de scheiding met Loesderbroec vormt endat hij genoemde hoeve vervolgens aan Gode Johans soen in onversterfelijk leen, naar Zutphens recht heeft uitgegeven, te verheergewaden met een pond, onder zekere bepalingen met betrekking tot de wijze van leenverheffing en de tijns- en tiendvrijdom. Oorspr.; zegel van de oorkonder verloren.
134 Jacop Nenninc van den Voirbroec, schout, Lubbert van Kesteren, Jacop Hoeft, Bertolmews Dirx zone, Reiner Poyt Everts zone, Henric Jhans zone, Jhan Taetze en Vrederic van den Voirde, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Jacop van der Rueft overgedragen heeft aan Jacob Gheriits zne en diens vrouw Byatriis de eigendom van een huis en berg, alsmede de erfpacht van een hofstede waarop huisa en berg staan, aan de ene zijde begrensd door het erf van Gheriit Duwer, aan de andere zijde door een gemene straat, aan het ene einde door het erf van Gheriit Borre en aan het andere einde door dat van Herman Kairman Jacops zone, onder de voorwaarden, vermeld in de akte, waardoor deze is gestoken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het eerste verloren.
135 Jacop Nenninc, schout, Jacop Hoeft, Reiner Poit Everts zone en Henric Jhans zone, schepenen te Amersfoirde oorkonden, dat Byatriis Gheriits dochter uter Stroyelt, met bijstand van haar gekoren voogd Gheriit Naghel, in erfpacht heeft gegeven aan Wouter Henric Botters zone de hof op de Glashorst, vermeld in de akte, waardoor deze is gestoken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
139 Wouter Roese, waarnemend schout in deze zaak, Gheriit Zoes, Dirc Poyt, Rutgher Jacob Egberts soens soen, Gode Pothof Goden soen, Goesen Mercelis soen, Claes van Lienler en Johan Gheriits soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Johan Jordens soen, als burgemeester, met machtiging van de stadsraad, aan Herman Carman Jacobs sone, schout der stad en diens vrouw Agniese, heeft overgedragen de eigendom van een huis staande buiten de Roeden toerne, aan de ene zijde begrensd door een perceel van Heyne van den Velde en aan de andere zijde door een perceel van Gheertruyt, vrouw van Johan Swinenvoert; dat vervolgens Willam uut den Haghe en Jacob Heyne Staels soen aan genoemde Herman Carman en diens vrouw de hofstede, waarop het overgedragen huis staat, tot de eerste brand toe in erfpacht hebben gegeven, tegen betaling van 4 ponden van 8 Dordtse plakken en 2 hoenders per jaar. Oorspr.; met de zegels der oorkonders.
140 Gheriit Zoes, schout, Willam van Daetseler, Johan Taetse, Vrederic van den Voerde en Johan Pouwels soen van den Zande, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Heinric Heynen soen en diens zoon Heinric hebben verklaard, schuldig te zijn aan Lubbert Heyne Goden soens soen een erfrente van 25 schellingen per jaar, gevestigd op een huis en hofstede in de Broyelstrate, aan de ene zijde begrensd door een perceel van Willam van Bloemenweerde en aan de andere zijde door een perceel van Heinrci Gheryts soen. Oorspr.; met de zegels der oorkonders.
141 Frederic, bisschop van Utrecht, oorkondt, dat hij, met instemming van zijn raad, de kapittels van de Doem, Oudemunster, Sente Peter, Sent Johan en Sent Marien overeengekomen is met de stad Amersfoerde op grond van een verdrag d.d. 21 november 1399, dat voor goederen, waarvoor te Amersfoort tol is betaald, te Utrecht, Eembrugge, Rhenen of Amerongen geen tol wordt betaald, mits de tollenaar daarvan een teken wordt getoond, en andersom. Oorspr.; met het zegel van de oorkonder.
142 Wilhelmus de Wye, Andreas Veer en Henricus Stoeck filius Pauli, publieke notarissen, oorkonden dat, in tegenwoordigheid van Fredericus de Blanckenhem, bisschop van Traiectum, van de hieronder vermelde aartsdiakens, prelaten en kanunniken van de ridders Ghiselbertus primogenitus de Abcoude, Swederus burggraaf van Mondfoerde, Iohannes de Vyanen de Beverweerde, Iohannes de Zulen, Amilius uten Enghe, Iohannes de Scoenouwen, van de knapen Iacobus de Zulen, Ghiselbertus de Vyanen, Iohannes de Rynesse, Henricus de Zulen, Ernestus de Herdenbroeck, Hermannus de Steenre, Elyas de Ameronghen, Gerardus de Haer, Walterus de Zulen, Wilhelmus de Mondfoerde, Henricus Herberni de Riin, Iohannes de Weteringhen, Fredericus de Hamme, Everardus Freyse, Ghiselbertus Ridder en anderen, van Iohannes de lichtenberch de Lantscrone, Gotscalcus de Winsen, burgemeesters, Pelegrimus Wael, overste ouderman, Iohannes Hombout, Theodericus de Wyde, Walterus Grawert, Iohannes Pot en andere regeerders en raden van de stad Traiectum, van Iacobus Nenninc de Voerbroec, Wilhelmus Daetseler, burgemeesters, Andreas Bartholomei en Lambertus de Lienler, raden van de stad Amersforde en van talrijke anderen,
142 Vervolg: dit alles in tegenwoordigheid van de volgende getuigen: de nobilis Otto comes iunior van Hoeya, uit het diocees Bremen, de ridders en knapen Conemannus de Furbach, uit het diocees Metis, Stephasnus de Roir, uit het diocees Colnia, Goswinus de Ghemen dictus Proestinc, uit het diocees Monasterium, Heydenricus Frambach de Wyer, Florencius de Gale, Christianus de Mekeren, uit het diocees Colonia, Hermannus de Langhen, uit het diocees Osnaburgum, Gerardus Schouff, uit het diocees Argentoratum, Mathias de Nattenhem, Hermannus de Upladen, uit het diocees Treverum,. Iohannes de Clarenborch, maasrschalk van het land Traiectum, Ghiselbertus de Lonen, Henricus de Scliick, Lambertus de Lichtenberch, Rodolphus Goes, uit het diocees Traiectum alsmede talrijke ridders, knapen, burgers en ingezetenen van het land Traiectum en andere gebieden. Oorspr.; met de signetten van de oorkonders.
Datering: kerststijl; paus Innocentius VII werd verkozen 17 oktober 1404 en overleed 6 november 1406.
144 Gheryt Zoes, schout, Gheryt Seybert, Lubbert Taetse, Meynse Everts soen, Gheriit Louwe, Arnt Beer, Arnt Mutse en Willam Jans soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Johan Bonne, diens vrouw Nelle, Gheriit Bonne en diens vrouw Nelle hebben opgedragen aan Lodewych Jordens sone en diens vrouw Gheertruud de eigendom van een huis, met de erfpacht van de hofstede, waarop het staat, op Bloemedale, aan de ene zijde begrensd door het erf van Johan Jordens soen en aan de andere zijde door dat van Heyn van der Mathe, op de voorwaarden, vermeld in de akte, waardoor deze is gestoken. Oorspr., met de zegels van de oorkonders.
146 Gherijt Zoes, schout, Gherijt Seybert, Lubbert Taetse, Meynse Evertssoen, Gherijt Louwe, Arnt de Beer, Willam Janssoen en Willam Tidemanssoen, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Diric van Beerschoten opgedragen heeft aan Mathijs Ghisebertssoen en diens vrouw Weyndelmoet de eigendom van een huis met de erfpacht van de hofstede waarop dit huis staat, op de Camp in de Potho, aan de ene zijde begrensd door het erf van Claes van Lienler en aan de andere zijde door dat van Goude Muters, op de voorwaarden, vermeld in de akte, waardoor deze is gestoken. Oorspr., met de zegels der oorkonders; het eerste verloren.
147 Gherijt Zoes, schout, Gherijt Seybert, Lubbert Taetse, Meynse Everts soen, Gherijt Louwe, Arnt de Beer, Willam Jans soen en Willam Tidemans soen, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Ghijsbert Johans soen opgedragen heeft aan Willam Johan Bloemen soen de eigendom van een huis en de huur van het erf, waarop dat huis staat, op Markerhoeft, aan de ene zijde begrensd door het erf van Johan Johan Oedensoens soen en aan de andere zijde door dat van Willam Heinric Rutghers soens soen. Oorspr., met de zegels van de oorkonders, het derde verloren.
148 Gheryt Zoes, schout, Gheryt Seybert, Lubbert Taetse, Meynse Everts soen, Gherijt Louwe, Arnt de Beer, Arnt Mutse en Willam Jans soen, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Johan Lubberts soen, diens vrouw Belye, Gheryt van der Veen en diens vrouw Byatrys hebben opgedragen aan Gheryt Voeghel en diens vrouw Lisebeth de eigendom van een huis op de Visscherie, aan de ene zijde begrensd door het ef van Ghisebert Keteler Ghijsberts soen en aan de andere zijde door dat van Arnt Hughe Moys soen; dat vervolgens Jacob Smyt Jans soen en diens vrouw Weyndelmoet in erfpacht hebben gegeven aan Gheryt Voeghel voornoemd en diens vrouw het erf, waarop het genoemde huis staat, tegen betaling van 7 pond en 10 schellingen per jaar, onder voorwaarde dat de pachters de erfpacht slechts mogen overdragen aan een persoon, die naar het oordeel van de eigenaren of naar dat van de meerderheid van de stadsraad in staat is, zijn verplichtingen na te komen en dat de pachters op eigen kosten erf, straten, ringmuren en omheiningen zullen onderhouden. Oorspr., met de zegels der oorkonders.
149 Fredericus de Blanckenhem, bisschop, en Iohannes de Montfoerde, proost en aartsdiaken van Traiectum, benoemen de mrs. Iohannes filius Cristiani, Arnoldus Borre, kanunniken te Amersforde, Ludovicus Taets en Iohannes de Roden, clerici van genoemd diocees, tot hun syndici en procuratoren, met opdracht, opschorting voor de tijd van twintig jaar te bewerkstelligen van de processen, die hangende zijn tussen de procuratores fiscales van de gerechtshoven van vermeld diocees enerzijds en burgemeesters, schepenen, raden, regeerders en gemeente der stad Amersforde anderzijds, voor de Romeinse Curie of voor andere gerechten, in de zaak van Ghiselbert Dwinghelant, clericus van het diocees Traiectum, die geruime tijd in genoemde stad gevangen werd gehouden, alsmede van akten van dagvaardiging, executie enz. door geestelijke gerechten in het bisdom tegen Amersfoortse leken in burgerlijke zaken. Oorspr.; de zegels der oorkonders verloren.
150 inhoud[Wouter van Haghenouwe, schout, Gherijt Seybert, Reyner Poit Goesens soen, Lubbert Taetse, Reynet Poyt Everts soen, Arnt Mutse, Willam Tidemans soen en Jacob van der Ruefte, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Claes van Lienler heeft opgedragen aan Ricout Johans soen de eigendom van een huis met de erfpacht van de hofstede, waarop dit staat, op de Camp in de Pothof, aan de ene zijde begrensd door het erf van Ricout Ricout de Wilden soen en aan de andere zijde door dat van Evert van Polle. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het vijfde verloren.
151 Wouter van Haghenouwe, schout, Gheryt Duwer, Claes Ghele en Heinric de Vrese, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Willam van Daetseler en diens vrouw Goertgen hebben vermaakt aan Philips Lubberts soen van der Mathe, ten behoeve van de kinderen, die zij thans hebben en nog zullen krijgen, al de tijnsgoederen binnen het rechtsgebied van genoemde stad, die zij zullen nalaten. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
152 Reynalt, hertog van Gulich en Gelre, graaf van Zutphen, belooft aan stad en burgers van Amersforde, alle verdragen te zullen nakomen, die wijlen zijn broer, hertog Willem van Gelre met hen heeft gesloten, zoals vastgelegd in de desbetreffende akte, door genoemde Willem uitgevaardigd, en verklaart dat hij zich voldaan acht van alle verplichtingen die enige burgers en onderzaten van gemelde stad tegenover hem hadden. Oorspr.; met het zegel van de oorkonder.
153 Wouter van Haghenouwe, schout, Ludeman Ludemans soen, Johan Jordens soen, Claes Ghele, Peter Meynse, Henric de Vrese, Berthelmeeus Dirics soen en Johan Pouwels soen van den Zande, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Johan Carman heeft opgedragen aan Margiret, weduwe van Evert Reyners soen van Lodensteyne, de eigendom van een stuk grond in de Crommestraet, aan de ene zijde begrensd door het erf toebehorende aan de zusters van het convent bij het Spoye, aan de andere zijde door dat van Johan Oeden soen, behoudens het recht van de bisschop op zijn tijns. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, de vijfde en achtste verloren.
154 Wouyter van Haghenouwe, schout, Ludeman Ludemans soen, Ghisebert van der Mathe en Lambert Botter, schepen te Amersfoerde, oorkonden dat Griete Louwers, met bijstand van haar gekoren voogd Gherijt Zoes, heeft afgestaan aan Arnt Johans soen alle rechten, die zij heeft op een huis met bijbehorende grond in de Crommestraet achter het huis van genoemde Arnt, aan de ene zijde begrensd door het erf van Arnt voornoemd, aan de andere zijde door die van Ghisebert van der Camp en Heinric van den Camp. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
155 Wouter van Haghenouwe, schout, Gheryt Duwer, Johan Jordens soen, Claes Ghele, Meynse Peter Reyners soens soen, Heinric de Vrese, Berthelmeeus Dirics soen en Johan Pouwels soen van den Zande, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Roelof Coelhof aan Johan Arnts soen en diens vrouw Margriete heeft opgedragen de eigendom van een huis met de erfpacht van de helft van het bijbehorende erf op de Cinghel buiten de Vyetoerne, aan de ene zijde begrensd door het erf van Ghise Coenraets soen en aan de andere zijde door dat van Heinric Volkens soen, op de voorwaarden, vermeld in de akte, waardoor deze is gestoken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders; het vijfde verloren.
156 Gheryt Zoes, schout, Gheryt Duwer, Johan Jordens soen, Peter Meynse en Berthelmeeus Dirics soen, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Alyd en Bertraet, dochters van Willam van Hoern, met bijstand van hun gekoren voogd Philips Lubberts sone van der Mathe, hebben afgestaan aan Johan Willam van Hoern en diens vrouw Agniese en aan Willam van Hoern en diens vrouw Deliaen al hun rechten, die zij hebben op een hof in de Horsseweide, aan de ene zijde begrensd door het land van Gheryt Valc en aan de andere zijde door dat van Meynse Everts soen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders; het vijfde verloren.
157 Gherijt Zoes, schout, Johan Jordens soen, Claes Ghele en Heinric de Vrese, schepenen te Amersfoerde, oorkonden dat Evert Scoute van den Kelre aan Evert Jacobs soen en diens vrouw Alyd in erfpacht heeft gegeven een hof, gelegen op de Glashorst, aan de ene zijde begrensd door het land van Gherijt Zoes en aan de andere zijde door dat van Arnt de Beer, tegen betaling van 11 Dordtse plakken per jaar. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
158 Lambert Heynen, schout op Zeldrecht vanwege de abt van zinte Pouwels te Utrecht in de maalschap van Wede en Emenglaer en Egbert de Beer, tijnsmeester, oorkonden, dat voor Ghijsbert Lamberts zoen, Gherijt Duwer, Jacob van Lyenlaer, Evetrt van Lyenlaer, Vrederic van den Voerde, Egbert de Beer voornoemd, Andries Bertelmeeus zoen en anderen, landgenoten en buren, Rutgheer Paesdach overgedragen heeft aan Belye Ricouts wijf van Byllaer de eigendom van een stuk land in de Queket, ten oosten begrensd door het land van Ricout van Byllaer, dat land dat hij in erfpacht houdt van Evert Bot Dircs soen, en Ghijsbert Jordaens zoen, ten westen door het land van Jacob van Lyenlaer, ten noorden het Hate Veen en ten zuiden een gemene weg die naar Rolle coter enghe loopt. Oorspr. Met de zegels van de oorkonders, de eerste en tweede verloren.
159 Gheryt Zoes, schout, Lubbert van Kesteren, Reyner Poit Dirics soen, Bertout Peters soen, Lubbert Carman en Wouter Botter, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Wouter Botter voornoemd en zijn vrouw Oede in erfpacht hebben gegeven aan Dyderic Houdaen en zijn vrouw Elborch een hof op de Glashorst, op voorwaarden gemeld in de akte waar deze is door gestoken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
160 Gheryt Zoes, schout, Reyner Poyt Dirics soen, Symon Lubberts soen vander Mathe, Goesen Marceliis soen, Heinric vanden Campe, Bertout Peters soen, Lubbert Cairman en Wouter Botter, schepenen te Amersfoirde oorkonden, dat Gerwijn Volken soen verhuurd heeft aan Lantfert Lamberts soen en Philips Lubberts soen vander Mathe ten behoeve van Hildegond, vrouw van Lantfert, drie hofsteden buiten de Vyetoern in de Tuet met de schuur daarop, aan de ene zijde begrensd door de gemene weg, aan ede andere zijde door het erf van Herman Wyc, op voorwaarden gemeld in de brief waar deze is doorgestoken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
161 Gheryt Zoes, schout, Evert Scoute vanden Kelre, Reyner Poit Dirics sone, Johan Goden sone, Symon Lubberts sone vander Mathe, Gode Pothof Goden sone, Lubbert Carman en Wouter Botter, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Johan Meeus Lubberts sone heeft opgedragen aan Gheryt Henric Brouwers sone en Gheertrude, zijn vrouw, een jaarlijkse rente van 50 Vlaamse groten, zijnde de huur die Johan Brouwer jaarlijks schuldig is van een hofstede bij het Spoye, met een gemiddelde breedte van 2 roeden. Oorspr.; de zegels van de oorkonders verloren.
162 Burgemeesters, schepenen, raad en gemeente van de stad Barne oorkonden dat zij zich verbinden om op eigen kosten de stad Amersfoerde tegen ieder bij te staan, behalve tegen de bisschop en het sticht van Utrecht. Oorspr.; het zegel van de stad verloren.
163 Herman Karman Lamberts soen, schout, Lubbert van Kesteren, Henric Pouwels soen van den Zande, Rutgher Jacobs soen, Jacob Nenninc Geryts soen, Arnt de Beer, Herman Karman Jacobs soen, Willam Smit Ricouts soen en Johan Karman, schepenen tot Amersfoirde, oorkonden, dat Herman Karman Jacobs soen voornoemd en zijn vrouw Agniese hebben overgedragen aan Gherijt Quynt, ten behoeve van Wouter Willam Amelrix soens soen en zijn vrouw Gherbroch, de eigendom van een huis en de huur van de bijbehorende hofstede, gelegen buiten de Roedentoern, aan de ene zijde begrensd door het erf van Philips Lamberts soen en aan de andere zijde door dat van Gheertruud Johan Zwinenvoerts wijf, op de voorwaarden vermeld in de akte waardoor deze is gestoken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het tweede, vierde en zesde verloren.
164 Reynalt, hertog van Gulich en Gelre, oorkondt dat hij zich met burgemeesters, schepenen, raden, gemeente en ingezeten van de stad Amersfort verzoend heeft; gedaan in tegenwoordigheid van heer Johannes de Wienhorst, ridder en Gijsbertus de Mekeren, knape, hertogelijke raden. Oorspr.; met zijn zegel.
165 Herman Karman Lamberts soen, schout, Lubbert van Kesteren, Reyner Poit Dirx soen, Rutgher Jacobs soen, Herman Karman Jacobs soen, Henric Gherijts soen, Willam Smit Ricouts soen en Johan Karman, schepenen tot Amersfoirde, oorkonden dat Willam de Wise overgedragen heeft aan Gherijt Gherijts soen de Schoemaker en zijn vrouw Alyd de eigendom van een huis met het recht van huur van de hofstede, op de Camp, aan de ene zijde begrensd door het erf van Wouter Smit Lamberts soen en aan de andere zijde door dat van Ysentruud van Lewen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het tweede, vierde en zesde verloren.
166 Aernt, abt van sinte Pouwels te Utrecht oorkondt, dat hij aan Goede Jan Celien zoen m.i.v. 21 februari voor een jaar het gebruik heeft gegeven van de tiende te Wolfswinkel in het kerspel van Scerpenzeel, als onderpand voor een geldschuld, onder de voorwaarde dat Elyas Henric die Coninc Elyas zoen aan Goede 120 gulden zal betalen binnen genoemde periode, elke gulden voor negen boddragers gerekend; mocht Elyas in gebreke blijven en de abt dit bedrag zelf betalen, dan bleef de tiende aan de abdij. Oorspr.; met zegel van de oorkonder.
167 Ghiesbert van Mekeren, richter van Veluwen, oorkondt dat voor hem en voor Derich die Gruter, Reyner van Estvelt, Lubbert Morren soen en anderen, gerichtslieden, Henrich Heynen soen, Witte Heyn Henrics soen, Gherit en Maes, diens broers, Peter Otten soen, Otte Otten soen, Mense Otten soen, Johan Otten soen, Rutgher Roloffs soen, Henrich Hermen soen, Henrich, Peter en Bartolomeus diens zoons, Witte Heyn Baernts soen, Herman, Willem en Tydeman, diens broers zich hebben verzoend met burgemeesters, schepen, raden en gemene burgers van de stad Amersfordt inzake de vete wegens doodslag op Giesbert Henrics soen, hun maag en op grond van de overeenkomst tussen de hertog van Gelre en de bisschop van Utrecht. Oorspr.; het zegel van de oorkonder verloren.
169 Frederic, bisschop van Utrecht, oorkondt dat burgemeesters, schepenen en raad van de stad Amersfoirt aan de hertog van Gulik en Gelre 300 Franse kronen hebben betaald, die hij aan laatstgenoemde als zoengeld schuldig is-en die hij de stad Amersfoerde had toegezegd om zich te verzoenen met genoemde hertog-en dat als vergoeding de stad voor eenmaal wordt vrijgesteld van de betaling van 250 oude schilden, die zij de bisschop jaarlijks aan renten schuldig is; indien dit bedrag ontoereikend is zal rentmeester Evert Freyse dit tekort uitbetalen. Oorspr.; met zegel van de oorkonder.
170 Willam Willams soen en Liisbet, diens vrouw, oorkonden dat zij aan hun magen Lantfert van Briler, Gerriit Rikout soen, Maes, diens broer en Bertelmeeus Henricsoen hun aandeel overdragen in het erf te Bidderscoten, dat hen is aangekomen van wijlen hun vader of nog zal aankomen van hun moeder; op verzoek bezegeld door Lantfer[t] van Briler en Gerreit Rikout soen. Oorspr.; met de zegels van laatstgenoemden.
174 Johan Kaerman, schout, Lambert Botter, Arnt de Beer Huberts soen, Johan Taetse Everts soen, Ghisebert vander Mathe, Willam van Zantbrinc en Henric Geriits soen en Roelof Burre, schepenen van Amersfoirde oorkonden, dat Johan Arnts soen en zijn vrouw Mergriet opgedragen hebben aan Johan van Hove en Lisebet, zijn vrouw, de eigendom van een huis buiten de Vietoerne, op de Cingel met de huur van de hofstede waarop het huis staat, aan de ene zijde begrensd door het erf van Ghise Coenrets soen, aan de andere zijde dat van Tomas Henrix soen, op voorwaarden gemeld in de akte waar deze is doorgestoken. Oorspr.; met zegels van de oorkonders, het laatste verloren.
175 Johan Karman, schout, Wouter Henrics soen, Johan Jordens soen, Gode Pothof Goden soen, Jacob van der Rueft, Vrederic Bosch, Lambert van Luesden en Johan van Benemel, schepenen tot Amersfoirde, oorkonden dat Lambert Godensoen, als gemachtigde van zijn vader Gode Lamberts soen, heeft overgedragen aan Bertout Evert Smit Heynen soens soen de eigendom van een akker land gelegen op de Eynghe, aan de ene zijde begrensd door het erf van Rutghwer van Daetseler en aan de andere zijde door dat van Mense Peters soen, behoudens het recht van de bisschop op tijns. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het zevende verloren.
176 Willem van Beyeren, palensgrave upten Rijn, hertog in Beyeren, graaf van Henegouwen, Holland en Zeeland en heer van Friesland, oorkondt dat hij omwille van verleende en nog te verwachten diensten aan de burgers van Amersfoerde tolvrijheid verleent in al zijn landen tegen een jaarlijkse betaling van 100 Franse schilden. In een vidimus d.d. 23 augustus 1449.
177 Johan Karman, schout, Wouter Heynrix soen, Gode Pothof Goden soen, Lubbert Taetse, Heyne Vrient, Jacob vander Rueft, Ricout Smit en Vrederic Bosch, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Wouter Heynrix soen, als burgemeester, met instemming van de raad, heeft opgedragen aan Volken van Doernic en zijn vrouw Margriete de eigendom van een huis en schuur in de Pothof, afkomstig van Jan Ghisebert Weyncken soen en door deze aan de stad verbeurd wegens een schuld, aan de ene zijde begrensd door het erf van Herman Snider, aan de andere zijde door dat van Jacob Nenninc Gheryts soen en dat Jacob Smit de hofstede voor zover daar het genoemde huis c.a. op staat in erfpacht heeft gegeven aan genoemden tegen 11 pond payments en 2 hoenders per jaar, met de voorwaarde dat zij een doorgang in de muur zullen onderhouden op hun kosten, ten behoeve van henzelf en van degenen waarvan het erf eveneens achter ligt. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
178 Johan Karman, schout, Wouter Heynrics soen, Gode Pothof Goden soen, Jacob Nenninc Gheriits soen, Jacob vander Rueft, Vrederic Bosch, Lambert van Luesden en Pouwels vanden Zande, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Willem Maech en Engel, zijn vrouw in erfpacht hebben aangenomen van Ghisebert Vlamync een hofstede buiten de Roedentoern, aan de ene zijde begrensd door het erf van Johan Andries soen en aan de andere zijde door een steeg, tegen 25 Vlaamse groten, met het recht de halve rente af te kopen tegen de penning 15 en met het recht van voorkoop voor de pachtverlener, die wanneer hij daar geen gebruik van maakt de erfpacht aan de koper zal verlenen met een take goede wijn als tegenprestatie. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het tweede verloren.
179 Steven vander Borch, schout op Zeldrecht beneden, vanwege de abt van sinte Pouwel te Utrecht, oorkondt dat voor hem en voor Meynse van der Borch, Evert van der Borch, Dirc van Aenhout Costwyns zoen en Gheryt Hamertfelt, Claes Heynric basterts zoen, Claes Huberts zoen en Aelbert Heyn Naghels zoen en anderen, landgenoten, Jan Claes Jacops zoens zoen opgedragen heeft aan Evert Heemstede, weduwe van Claes Peters zoen en aan Heynric Peters zoen, de eigendom van een stuk land, geheten de Borghermaet, aan beide zijden begrensd door het land van Jacob Nenninc vanden Voerbroec en Rycout Everts soen, aan de oostzijde door dat van Willam Hoeflit Meynsen zoen met zijn mede landgenoten, en aan de westzijde door het gerecht van de heer van Abcoude, waarvan Evert de helft voor haar zelf heeft ontvangen en Heynric de andere helft ten behoeve van Jan Claes zoen, diens broer Peter en Alyt, Zwanelt en Hildegont, hun zusters. Oorspr.; met de zegels van de oorkonder en die van de eerste vier landgenoten mede namens de andere.
180 Johan Karman, schout, Wouter Heynrix soen, Johan Jordens soen, Lubbert Taetse, Jacob vander Rueft, Vrederic Bosch, Lambert van Luesden en Johan van Benemel, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Philips Lubberts soen vander Mathe opgedragen heeft aan Heynric Pouwels vanden Zande en Aliid, zijn vrouw, de eigendom van de helft van de hofstede waar Tynnenborch op staat in de Langhestrate, een geheel met onser stat muer, aan de ene zijde begrensd door onser stat waterpoerte, aan de andere zijde door het erf van Johan van der Mathe Jordens soen, behoudens het recht van Gheriit Egberts soen erfgenamen op erfhuur, zoals gemeld in de akte die zij daarvan hebben. Met de zegels van de oorkonders, het achtste verloren.
181 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van de stad van Amersfoirde oorkonden, dat Johan Stuep Jacops soen 11 juli 1408 opgedragen heeft aan Symon Heynen soen van Egdam en Wendelmoed, zijn vrouw, de eigendom van 1 1/2 akker land op Vernhezer Eynghe, aan de ene zijde begrensd door het land van Meynse Ghisebert Meynsen soens soen en aan de andere zijde door dat van Margriete en Lijsbeth Gherijt Roden kinderen, behoudens de tijns van de bisschop en op voorwaarde dat het land zal vererven op de na te laten kinderen van de kopers. Oorspr.; met zegel van de stad.
182 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van de stad Amersfoirde oorkonden, dat Herman Karman Jacobs soen op 10 december 1408 in erfpacht heeft gegeven aan Vrederic Bosch en Gheertruud, zijn vrouw, een hof in Waeltgenscampe, begrensd aan de ene zijde door het land van Albert die Reigher en aan de andere zijde door de statgraft, tegen drie pond payments. Oorspr.; met het kleinzegel van de stad.
183 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van Amersfoirde oorkonden, dat Johan Carman 10 mei 1408 in erfpacht gegeven heeft aan Claes van Vlowyc en Gheertruud, zijn vrouw, een hof op de Glashorst, aan de ene zijde begrensd door het land van Herman Seybert en aan de andere zijde door dat van Michiel Haessoen, tegen 17 1/2 Dordtse plakken per jaar. Oorspr.; met het zegel van de stad.
184 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van de stad Amersfoirde oorkonden, dat Lubbert van Kesteren en Margriete, zijn vrouw, op 14 november 1408 opgedragen hebben aan Goesen Nenninc en Margriete, zijn vrouw, de eigendom van een huis op Bloemendaal en de huur van de grond, waarop dit huis staat. Oorspr.; met het zegel van de stad.
185 Burgemeesters, schepenen en gemene raad van de stad Amersfoirde oorkonden, dat Johan Zoes Claes soen in het jaar 1409, des wonsdaghes nae sente Gregorius dach (13 maart), ten overstaan van het gerecht opgedragen heeft aan Heynric Symon Heynen soens soen de eigendom van een morgen land in het Wuesteyghen, aan de ene zijde begrensd door het land van Gheriit Duwer, aan de andere zijde door dat van Jacob Smit Johans soen, behoudens de lijftocht voor Symon Heynen soen en Wendelmoet, zijn vrouw. Oorspr.; met het nieuwe klein zegel van de stad.
186 Willem, paltsgraaf op de Riin, graaf van Henegouwen, Hollant en Zeelant en heer van Vrieslant, oorkondt van Jacob Nannyngs vanden Voerbroeck namens de stad Amersfoirde de 600 Franse oude schilden ontvangen te hebben, die zij hem schuldig was. Oorspr.; met zijn zegel.
188 Willam vander Zevender oorkondt, dat hij, ten overstaan van Dirc die Boel, Arent van Scaffeler en andere leenmannen, Goede Jans soen beleend heeft naar Zutphens recht met een hoeve land, gelegen onder Woudenberch op Vosculen, genaamd 'des proests hoeve van sunte Peter 't Utrecht', aan de bovenzijde begrensd door het land van Ghiisbert Botter en Ghiisbert van Snydderler en aan de benedenzijde door dat van Goede Jans soen en de Woutsloet, die de scheiding met Loesderbroec vormt, met voorwaarden inzake het leenverzoek. Oorspr.; het zegel van de oorkonder verloren.
189 Johan Kae[rman, schout,] [Joh]an Jordens soen, Jacob Nenninc Gheriits soen, Ricout Smit, Vrederic Bosch en Johan van Benemel, schepenen tot Amersfoirde, oorkonden, dat heer [....] Borre, kanunnik van de kerk te Amersfoirde als kapelaan van het H. Sacramentsaltaar met Herman Kaerman Jacobs soen als zijn gekoren voogd en de laatste bovendien als gemachtigde van de zusters van sente Agnieten, in erfpacht gaven aan Arnt Boekel en Liisbet, zijn vrouw, de ene helft en aan Lobbroch Arnts dochter de andere helft van een hofstede buiten de Rodentoern in Uutwikerstrate, aan de ene zijde begrensd door Lamfe Goeden soen, Willam Vlamync, Arnt Boekel, Gode Peters soen en Lysbet Olifiers en aan de andere zijde door Lamfe Goden soen en Luman Gheriits soen met een hofstede die zij van het genoemde altaar en van de zusters voornoemd in huur hebben, tegen een huur van 3 1/2 gulden 13 Vlaamse groten voor een gulden gerekend. Oorspr.; met zegels van de oorkonders.
190 Aernt, abt van sent Pouwel te Utrecht oorkondt, dat aan Roelof van Haghenouwen, zijn dienaar, in zijn plaats en voor Gherijt Hilhorst, Ghosen Henricx soen, Jacop die Cuper, tijnsgenoten, Willem Jans soen een maat land opdroeg in het kerspel van Zoes, hof- en tijnsgoed van de abdij, aan de zuidzijde begrensd door het land van Dirc Mutse, zeewaarts door dat van Rutgher Gode Staels soen, strekkend van Jacop Fyen soens camp tot aan de Grote Stremaet; dat daarbij Heyn Jacop Fyen soen en Oede zijn vrouw, Gherijt, diens zoon en Zwanelt, diens vrouw verklaarden dat deze maat land recht van overpad had over twee kampen, nu in bezit van Wessel Zuermont en diens vrouw en dat vervolgens Roelof van Haghenouwen Gijsbert van Lodensteyn beleende met het genoemde land. Oorspr.; met zegel van de oorkonder.
191 Herman Caerman Jacobs zoen, schout, Willam Smit Johans zoen, Henric de Vrese en Johan Geriits zoen, schepenen tot Amersfoirde, oorkonden dat Claes van Lienler en Biatrijs, zijn vrouw in erfpacht hebben gegeven aan Herman Vos en Aliit, zijn vrouw, een huis en hofstede op de Camp, aan beide zijden begrensd door de zusters van sente Agnieten, waarbij de helft van het lege erf tussen de huizen voor hen zal zijn, tegen 5 gulden payments. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
192 Herman Carman Jacobs soen, schout, Willam Smit Johans soen, Dirc Poit, Henric de Vrese, Johan Geriits soen, Wouter Botter, Willam van Zantbrinc en Herman de Rughe, schepenen tot Amersfoerde, oorkonden dat Willem Bouman en Mechtelt, zijn vrouw, Jacob en Toniis Ghisebert Noten kinderen met Henric Dwingelant hun voogd en met Willam Smit voornoemd als burgemeester en oppervoogd van de kinderen, met instemming van de raad, omdat men de vierendelen van de magen van de kinderen niet goed bijeen kon brengen, hebben overgedragen aan Peter Spruut en Reimbroch, zijn vrouw, de eigendom van een half huis en hofstede, ongedeeld, in de Broielstrate, aan de ene zijde begrensd door het erf van Geriit Cnoests erfgenamen en aan de andere zijde door dat van Aliid Fetels. Oorspr.; met zegels van de oorkonders, het tweede en zevende verloren.
193 schout en schepenen van de stad Utrecht oorkonden, dat Heynric Giseberts soen de rademaker, heeft opgedragen aan de stad Amersfoirde alle goederen binnen Amersfoort, die hem door de dood van Zwaneld Lubbert Vrancken zoens dochter aanbestorven waren en dat dit gebeurde onder Claes Sloyer, schout, Willam van Alendorp, Johan Hombout, Willam Scade van Tulle, Willam van Winsen, Lambert Peters soen, Henric de Witte, Vrancke de Witte, Vrederic Huberts soen, Henric van L[ut]tikenhuze, Jonghe Vrederic van Drakenborch, Aernt van Ameronghen en Godert de Coninc, schepenen. Oorspr.; met het grootzegel van de stad Utrecht.
194 Herman Carman Jacobs soen, schout, Gherijt Pouwels soen, Lubbert van Kesteren, Heynric Pouw[els soen vanden Z]ande, Albert Dier, Arnt de Beer Huberts soen, Vrederic Bosch en Pouwels van den Zande, schepenen tot Amersfoirde, oorkonden dat Lutghert Gheriit Goden soens dochter met haar gekoren voogd Rutgher vanden Doem, opgedragen heeft aan Laurens Heynrics soen en Oede, zijn vrouw, de eigendom van een huis in de Tuet, aan de ene zijde begrensd door het erf van Jacob Scade en aan de andere zijde door dat van mr. Johan Jordens soen en dat Gheriit Pouwels soen als gemachtigde van Claes van Aller aan beiden in erfpacht heeft gegeven de hofstede waarop dit huis staat, tot de eerste brand, tegen een bedrag van 1 1/2 pond per jaar. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het eerste, tweede en zevende verloren.
195 Herman Carman Kacobs soen, schout, Gherijt Pouwels soen, Lubbert van Kesteren, Arnt de Beer Huberts soen, Johan Meeus Lubberts soen, Berthelmeeus Dircs soen, Jacob vander Rueft en Pouwels vanden Zande, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Reyner vander Beke opgedragen heeft aan zijn zoon Herman en Gheertruud, diens vrouw, de eigendom van de helft van een huis met hofstede, ongedeeld, aan de Langhestrate, aan de ene zijde begrensd door het erf van Willam Smit Johans soen en aan de andere zijde door een steeg, behoudens het recht van de bisschop op tijns en de eigendom van Jacob Claes soen van een deel van het huis en de hofstede, zoals in diens akte vermeld. Oorspr.; met de zegels de oorkonders.
196 Herman Carman Jacobs soen, schout, Lubbert van kesteren, Heynric Pouwels soen vanden Zande, Albert Dier, Johan Meeus Lubberts soen en Berthelmeeus Dircs soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Coenraet Johan Gheriits soens soen in erfpacht heeft gegeven aan Gheriit Bisscop en Goubroch, zijn vrouw, een huis en hofstede in de Crommestrate in de Wiwer, aan de ene zijde begrensd door een gemene straat en aan de andere zijde door het erf van Heyne vanden Berghe, aan het ene einde door dat van Wouter Lemmen soen en aan het andere einde door dat van Gherijt Zoes, tegen een jaarlijks bedrag van 5 gulden, met het recht tot afkoop van 1 1/4 gulden. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
198 Herman Carman Jacobs soen, schout, Lubbert van Kesteren, Heynric Pouwels soen vanden Zande, Johan Jordens soen, Albert Dier, Berthelmeeus Dircs soen, Jacbo vander Rueft en Vrederic Bosch, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Mathys Ghiseberts soen en Wendelmoet, zijn vrouw, opgedragen hebben aan Gheriit Gheriits soen van Hilhorst de eigendom van een huis op de Camp in de Pothof, aan de ene zijde begrensd door het erf van Evert Pielman en aan de andere zijde door dat van Herman Vos. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het vierde, zesde en zevende verloren.
199 Herman Carman Jacobs soen, schout, Gheriit Pouwels soen, Lubbert van Kesteren, Reyner Poit Everts soen, Albert Dier, Jacob van der Rueft, Vrederic Bosch en Pouwels vande Zande, schepenen tot Amersfoirde, oorkonden dat Herman Vos en Aliid, zijn vrouw, opgedragen hebben aan Gheriit van Hilhorst en Lijsbeth, zijn vrouw, de erfpacht van een huis en hofstede op de Camp in de Pothof, op de voorwaarden zoals vermeld in de brief waar deze is doorgestoken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het eerste, derde en vijfde verloren.
201 Burgemeesters, schepenen en raad van de stad Utrecht oorkonden dat de burgemeesters, schepenen, raad en gemene stad en burgers van de stad Amersfoirde aan hen, hoewel in rechte niet verplicht, Aernt Dirics soen hebben overgeleverd, die deel had genomen aan de poging van Johan vanden Spiegel om Utrecht te overvallen. Oorspr.; met zegel van de stad Utrecht.
206 Ghisebert Timans soen, schout te Loesden, Gherijt Reiners soen vander Beke, Wouter Johans soen, Kerstans Borren soen, Renne Everts soen, Ludeman Henricx soen, Maes van Dam, Keil Reiners soen en anderen, landgenoten en buren, oorkonden dat Peter Borren soen opgedragen heeft aan Ghisebert Borren soen de vrije eigendom van Meyen hoeve, 'ter sonnewert' begrensd door het land van Arent Borre Timans soens kinderen en aan de zeezijde door het land van Otte van Twiller. Oorspr.; met de zegels van Ghisebert Timans soen en Gherijt Reiners soen.
207 Steven vander Borch, schout in de maalschap van Wede en Emminglaer vanwege de abt van sente Pouwels te Utrecht, Egbert die Bere, tijnsmeester, Evert van der Borch, Ghisebert Jans soen, Goessen Ghiseberts soen, Dirc Rutghers soen en Jacop Rutghers soen, malen en landgenoten, oorkonden dat Jan Wouters soen van Onsteden opgedragen heeft aan zijn broer Rutgher Wouters soen, zijn broer, de eigendom van de helft van een stuk land, aan de oostzijde begrensd door het land van Heynric van Wede, aan de westzijde door dat van Jacop Gherijts soen, behoudens het recht van de malen op tijns. Oorspr.; met het zegel van Steven van der Borch.
208 Reyner Poit Everts soen, schout, Lambert Botter, Reyner Poit Dircs soen, Heynric de Vrese, Jacob Nenninc, Herman de Rughe, Jacob Claes soen en Lubbert Hoeft, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Johan Willams soen en Fye, zijn vrouw, hebben overgedragen aan Johan de Beer en Margriete, diens vrouw, een huis buiten de Vyetoern, aan de ene zijde begrensd door het erf van Willam van Vulvorden, aan de andere zijde door de steeg van Ghisebert Coenraets soen en aan de achterzijde door het erf van Gode van Ynghen en dat heer Arnt Borre, kanunnik van St.-Joriskerk, gemachtigde van Claes van Aller als voogd van diens zoon Heinric van Aller, met Peter Hamertvelt als zijn gekoren voogd, de hofstede, waarop dit huis staat aan hen heeft verhuurd tot de eerste brand, tegen 5 pond, 1 capoen en 7 plakken per jaar, met de voorwaarde dat degene die de hofstede bezit achter die van Johan Willamssoen en zijn vrouw, met hen moet onderhouden die rincmuer op onser statgraft naast genoemde hofstede en bovendien de straat op die rincmuer en dat indien huis en hofstede worden verkocht Heinric van Aller of zijn voogd of gemachtigde het huren van de hofstede aan de koper zullen verlenen tegen een take goede wijn. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het derde verloren.
210 Aernt, abt van sent Pouwel te Utrecht, oorkondt dat voor hem en voor Dirc, Willam en Roelof van Haghenouwen, zijn leenmannen, meister Aernt vander Hoeve heeft opgedragen de volgende percelen leenland, zoals hij en zijn vader meister Wouter bezaten: de Woerte, ten oosten begrensd door het land van Meynse Peter zoen, ten westen door dat van Jacob Liebort; het Blocgen, ten oosten begrensd door het land van de abt, ten westen door dat van Jacob Liebort; de Boschacker, ten zuiden begrensd door het land van Roelof van Hagenouwen, ten noorden door het land genaamd de Zumpel; de Vieracker, ten zuidwesten begrensd door het land van de abt, ten noordwesten door dat van Meynse Peters zoen; de Gheer, ten zuiden begrensd door het land van Meynse Peters zoen, ten noorden door dat van Gheryt Rutgher Gheryts zoens zoen; de Heydeacker, ten westen begrensd door het land van Meynse Peters zoen, ten oosten door dat van Aernt Lubberts zoen; de Heedacker, aan de oostzijde begrensd door dat van Gheryt van Ecke, aan de westzijde door het land van Jacob Jans zoen; de Scheelberch, aan de oostzijde begrensd door het land van Gysbert van Wede, aan de westzijde door dat van Jacob Liebert;Middelweynde, aan de oostzijde begrensd door het land van Willam Jans zoen, aan de westzijde door dat van Lysbet van Wede; Middelbrede, aan de oostzijde begrensd door het land van Lysbet van Wede, aan de westzijde door de Steenackers; de Stuepic acker, aan de oostzijde begrensd door het land van de abt, aan de westzijde doordat van Vrederic Roelofs zoen; de Heedacker, aan de oostzijde begrensd door het land van Jacob Liebort, aan de westzijde door dat van Vrederic Roelofs zoen; de Zumpel, aan de oostzijde begrensd door het land van Lubbert die Wrede, aan de westzijde door dat van Aernt Lubberts zoen; de Boschacker, aan beide zijden begrensd door het land van Gheryt van Ecke; de Kuylacker,
211 Reyner Poit Everts soen, schout, Lambert Botter, Reyner Poit Dircs soen en Jacob Peters soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Meynse Stevens soen aan Kurstgen Kurstgens soen toestaat de eigendom terug te kopen van het heden door de laatste aan hem opgedragen halve huis met de huur van de halve hofstede op de Camp, aan de ene zijde begrensd door het erf van Hubert de Proests erfgenamen, aan de andere zijde dat van Gisebert Bie, tegen 30 gulden payments. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
214 Reyner Poit Everts soen, schout, Lambert Botter, Reyner Poit Dircs soen, Heynric de Vrese, Jacob Nenninc, Ghisebert vander Mathe, Herman de Rughe, Herman Carman Lambertssoen en Jacob Claes soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Lambert Botter als burgemeester van de stad opgedragen heeft aan Johan Geriits soen en Foyse, zijn vrouw, de erfpacht van een hof op de Glashorst, aan de ene zijde begrensd door het erf van Johan voornoemd, aan de andere zijde door dat van Heyn Modde, en achter strekkend tot dat van Albert Dier; het betreffende goed was aan de stad vervallen als gevolg van het niet betalen door Mouriis Overcamp van verschuldigde schoutenboeten. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
216 Reuner Poit Everts soen, schout, Heynric de Vrese, Herman die Rughe, Herman Carman Lamberts soen en Jacob Claes soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat heer Arnt Borre, kanunnik van de kerk te Amersfoirde, gemachtigde van Claes van Aller, als voogd van Heinric van Aller, zijn zoon, in erfpacht heeft gegeven tot de eerste brand aan Zwert Johan Peters soen en Margriete, zijn vrouw, een hofstede op de Camp, aan de ene zijde begrensd door het erf van Henric van Aller voornoemd, aan de andere zijde door dat van Heinric Moutgen, tegen 6 pond payments per jaar; indien de erfpacht werd verkocht, dan zou Heinric van Aller, of zijn voogd of diens gemachtigde de koper de erfpacht verlenen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het tweede en derde verloren.
217 Reyner Poit Everts soen, schout, Lambert Botter, Reyner Poit Dircs soen, Symon Lubberts soen vander Mathe, Jacob Nenninc, Ghisebert vander Mathe, Herman de Rughe en Jacob Claes soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat:
1. Lubbert van Kesteren Willam Dircs soen had aangeklaagd op grond van een schriftelijke verklaring van de laatste waarbij hij de toezegging deed een vierde deel van het huis met een vierde van de hofstede in de Crommestrate, nu bewoond door Gheertruud, weduwe van Dirc uten W[...], aan Lubbert te zullen overdragen;
2. Johan van Benemel zich daar tegen had verweerd, op grond van het feit dat hij als voogd de zeggenschap had over Willems goederen en Willem bovendien niet uit vrije wil had gehandeld;
3. zij bij vonnis hadden uitgesproken dat beide partijen hun processtukken en conclusies zouden moeten overleggen en uitspreken tegenover het gerecht; dat vervolgens Johan van Benemel dit had gedaan en Lubbert van Kesteren niet, waarop zij de laatste conform genoemd vonnis in het ongelijk hadden gesteld. Oorspr., de zegels van de oorkonders verloren.
218 Reyner Poit Everts soen, schout, Lambert Botter, Jacob Nenninc en Herman Rughe, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Johan van Benemel heeft kwijtgescholden aan Johan Jordens soen van der Mathe de akte waar deze brief is doorgestoken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het tweede verloren.
219 Reyner Poit Everts soen, schout, Lambert Botter, Reyner Poit Dircs soen, Symon Lubberts soen vander Mathe, Henric de Vrese, Jacob Nenninc, Herman Carman Lamberts soen, Jacob Claes soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Johan Gheriits soen als voogd van de kinderen van Jacob Nenninc Gheriits soen en van Byatriis, diens weduwe, in erfpacht heeft gegeven aan Heinric Luutgens soen een hofstede in de Pothof, aan de ene zijde begrensd door het erf van Heinric Luutgens soen voornoemd, aan de andere zijde door dat van Dirc van Renen, tegen 4 pond payments, met het recht de pacht eventueel te verhalen op andere goederen van de pachter. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het tweede verloren.
220 Jacob, hertogin in Beyeren, delphinne van Vyenne, gravin van Henegouwen, van Hollant, van Zeelant en vrouwe van Vrieslant, belooft dat zij omwille van de bijstand van de stad Amersfoirde en haar burgers ondervonden tegen haar oom hertog Johan van Beyeren, bij het sluiten van een zoen met de hertog, ervoor zal zorgen dat deze ook de stad Amersfoirde en haar burgers zal betreffen. Oorspr.; het zegel van de oorkonder verloren.
221 Jacob, hertogin in Beyeren, delphinne van Vyenne, gravin van Henegouwen, Hollant en Zeelant, vrouwe van Vrieslant, oorkondt dat zij, omwille van de bijstand van de stad Amersfoirde en haar burgers ontvangen bij het begin van haar regering in het herwinnen van IJsselstein en Gorinchem, toestaat dat de stad de krijgsgevangenen die zij in het beleg van Gorinchem gemaakt heeft, een losgeld mag opleggen, waarvan zij een derde deel aan haar moet afstaan en tweederde mag behouden. Oorspr.; het zegel verloren.
222 Jacob, hertogin in Beyeren, delphinne van Vyenne, gravin van Henegouwen, Hollant en Zeelant, vrouwe van Vrieslant, bevestigt alle handvesten en privileges, die de stad Amersfoirde van haar voorgangers heeft gekregen. Oorspr.; met haar zegel.
223 Reyner Poit Everts soen, schout, Heinric Pouwels soen vanden Zande, Lubbert van Kesteren, Willam van Zantbrinc en Egbert de Beer, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Peter Meynse Volkens sdoen in erfpacht gegeven heeft aan Heinric van Crachtwijc en Lijsbeth, zijn vrouw, een huis en hofstede in de Broyelstraat, aan de ene zijde begrensd door het erf van Evert Bot Volkens soen, aan de andere zijde door dat van Yde en Aliid Ebbe Ghenen dochters, tegen 6 Franse schilden per jaar, met het recht de rente af te kopen tot 2 Franse schilden per jaar tegen de penning 16. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
224 Reyner Poit Everts soen, schout, Albert Dier, Arnt de Beer Huberts soen en Bertout Pouwels soen vanden Zande, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Ghisebert Vlamync vermaakt heeft aan Gheertruud, Margriete en Vrederic, zijn kinderen die hij heeft bij Wendelmoet Jacob Ludemans soens dochter elk 200 gulden payments en bovendien zijn dochter Gheertruud 50 gulden uit zijn na te laten goederen te Amersfoort, om daarmee vanaf hun twintigste naar goeddunken te handelen; met dien verstande, dat mocht bij zijn dood een van de kinderen niet meer in leven zijn, het betreffende bedrag gelijkelijk verdeeld zal worden over de andere kinderen en als allen zijn overleden, de gelden zullen vererven op Ghiseberts erfgenamen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
225 Reyner Poit Everts soen, schout, Johan Jordens soen, Berthelmeus Dircs soen en Peter Spruyt Ghiisberts soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Wiiborch Meynerts met Ghiisbert Grote Peters soen, haar gekoren voogd, in pacht heeft gegeven tot de eerste brand aan Johan Reyners soen en Leen, zijn vrouw, een half huis met de halve hofstede die zij in huur heeft, op de Camp, aan de ene zijde begrensd door de andere helft van huis en hofstede, van Willam Stommelman, aan de andere zijde door het erf van Willam Winen soen, tegen 3 1/4 gulden per jaar en af te kopen tegen de penning 14. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het tweede verloren.
226 Jacob van Beyeren, hertogin van Lothrijck, Brabant, Lymborch, markgravin des Heiligen Rijcx, gravin van Henegouwen, Hollant en Zeelant en vrouwe van Vrieslant oorkondt van de stad Amersfoirde ontvangen te hebben het haar toekomende derde deel van het losgeld van de te Gorinchem gemaakte krijgsgevangenen. Oorspr.; met haar zegel.
227 Reyner Poyt Everts soen, schout, Heinric Pouwels soen vanden Zande, Bertelmeus Dircs soen en Egbert die Beer, schepenen van Amersfoirde, oorkonden dat Jan Wassener opgedragen heeft aan Heyn Jonghe de eigendom van zijn woonhuis bij het Spoye, tegen 30 gulden, onder de voorwaarde dat hij het huis zal ontruimen voor St.-Gallenmis a.s.. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
228 Reyner Poyt Everts soen, schout, Albert Dier, Aernt die Beer Huberts soen en Bertout Pouwels soen vanden Zande, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Heinric Jacobs soen vermaakt heeft aan Philips Lubberts soen vander Mathe, ten behoeve van Byetgen, vrouw van Heinric voornoemd, het recht om naar goedvinden te handelen met hun halve woonhuis en de huur van de halve hofstede op de Camp, aan de ene zijde begrensd door de gemene straat, aan de andere zijde door het erf van Meynse Stevens soen, en voorts met alle onroerende goederen die zij bij hun huwelijk heeft ingebracht alsmede met alle roerende goederen die Heinric bij zijn dood zal nalaten. Oorspr.; de zegels van de oorkonders verloren.
229 Reyner Poit Everts soen, schout, Henric Pouwels soen vanden Zande,Johan Jordens soen, Arnt de Beer Huberts soen en Egbert de Beer, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Mechtelt, vrouw van Johan Keil Reyners soen, met Ghisebert van Benemel, haar gekoren voogd, haar man tot erfgenaam benoemt van haar helft van een huis met de huur van de hofstede waarop dit staat, buiten de Roedentoern, aan de ene zijde begrensd door het erf van Arnt Gods[calcs soen], aan de andere zijde door dat van Alert Zuermont Jans soen. Oorspr.; met de zegels van de eerste en 2 oorkonder, de andere verloren.
231 Reyner Poyt Everts soen, schout, Heynric Pouwels soen vanden Zande, Lubbert van Kesteren, Johan Jordens soen, Albert Dier, Airnt die Beer Huberts soen, Johan van der Mathe Jordens soen, Bertelmeus Dircs soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Dirc Dircs soen en Beerte, zijn vrouw, opgedragen hebben aan Albert Lamberts soen en Mechteld, zijn vrouw, de eigendom van een huis op Blomendael, met de huur van de hofstede waar het huis op staat, aan de ene zijde begrensd door het erf van Gheertruyd van Wederhorst, aan de andere zijde door dat van Claes Boutgen. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het eerste, tweede, vierde en zesde verloren.
232 Reyner Poit Everts soen, schout, Geriit Pouwels soen, Willam Heinrics soen en Willam Caerman, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Johan Reyners soen en Leen, zijn vrouw, opgedragen hebben aan Herman Heinrics soen en Geertruud, zijn vrouw, de huur van een half huis met halve hofstede op de Camp, aan de ene zijde begrensd door het erf van Willam Stommelman, aan de andere zijde door dat van Willam Winen soen, op voorwaarden gemeld in de akte waar deze is doorgestoken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het derde verloren.
233 Reyner Poit Everts soen, schout, Ghiisbert vander Mathe, Hubert vander Goude en Willam Heinrics soen, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Geriit Geriits soen en Godert Heynrics soen hebben verklaard dat zij met hun resp. echtgenoten Aliid en Heilwich, van Johan Tydemans soen van Zynnicvelt gehuurd hebben twee kameren met de hofstede in de Tuet, aan beide zijde begrensd door het erf van Albert Vrancken soen, tegen 3 pond payments per jaar, met het recht voor de verhuurder dat als de kameren zouden verbranden hij daarmee naar believen zou mogen handelen, terwijl de laatste huurtermijn door de huurders voldaan zou moeten worden. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het laatste verloren.
234 Reyner Poit Everts soen, schout, Symon Lubberts soen vander Mathe, Willam Heinrics soen en Claes Nenninc, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Peter Ebbe Genen soen in erfpacht heeft gegeven aan Deuus Geriits soen een huis met hofstede op de Camp in de Pothof, aan de ene zijde begrensd door het erf van Claes Gele, aan de andere zijde door dat van Geriit Godenb soen van Hilhorst en aan de achterzijde door dat van Arnt Oesterman met een rosmolen, tegen 2 gulden per jaar. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders.
235 Johan, paltsgraaf bijden Rijn, hertog in Beyeren, soen van Henegouwen, Hollant en Zeelant van Holland en burgemeesters, schepenen en raad van de steden Utrecht en Amersfoerd oorkonden dat zij een vriendschapsverdrag hebben gesloten, waarbij wordt bepaald dat zij elkaars ingezetenen in bescherming nemen; de burgers van Utrecht en Amersfoort in de landen van Johan van Beyeren hun privileges als vanouds zullen genieten en niet met nieuwe tollen geconfronteerd zullen worden; de burgers van Utrecht en Amersfoort niet vervolgd zullen worden voor de doodslagen en andere misdrijven begaan in Gooiland toen zij hun ballingen vervolgden en zij wederzijds bescherming verlenen tegen ballingen en vijanden van beide zijden die in hun landen en steden wonen of verblijven. Oorspr.; met de zegels van de steden Utrecht en Amersfoort, dat van de hertog verloren.
236 Johan, paltsgraaf bijden Rijn, hertog in Beyeren, soen van Henegouwen, Hollant en Zeelant oorkondt, dat hij met zijn neef [Johan] van Brabant en zijn nicht [Jacoba] van Holland verzoend is en dat deze verzoening zich ook uitstrekt over de burgers van de steden Utrecht en Amersfoirde en dat degenen die om zijnentwil die steden als balling hadden verlaten, terug kunnen keren en ongemoeid zullen blijven. Oorspr.; met diens zegel.
237 Reyner Poit Everts soen, schout, Johan Caerman, Ghiisbert vander Mathe en Claes Nenning, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Lubbert Seybert en Ermgaert, zijn vrouw, hun zoon Philips of zijn wettige kinderen na zijn dood, tot erfgenaam hebben gemaakt van de eigendom van drie vierendelen land buiten de grave bij Hilhorst, met alle bebouwing daarop, zoals zij die gekocht hebben van de stad. Oorspr.; de zegels van de oorkonders verloren.
238 Reyner Poit Everts soen, schout, Heinric de Vrese, Johan Taetse, Johan Caerman, Ghisebert vander Mathe, Willam Henrics soen, Evert Meynsen soen en Claes Nenninc, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Philips Lubberts soen vander Mathe opgedragen heeft aan Jacob Johans soen van Wittenberch en Marye, zijn vrouw, de erfpacht van een huis met hofstede op de Camp in de Pothof, aan de ene zijde begrensd door het erf van Claes Gele, aan de andere zijde door dat van Geriit Goden soen van Hilhorst en aan de achterzijde door dat van Arnt Oesterman en dat Philips voornoemd als gemachtigde van Jacob en zijn vrouw de pacht vervolgens ontvangen heeft van Deeus Geriits soen, op voorwaarden gemeld in de brief waar deze is doorgestoken. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het zesde ontbreekt.
240 Reyner Poit Everts soen, schout, Symon Lubberts soen vander Mathe, Johan Taetse, Johan Caerman, Willam Heinrics soen, Evert Meynsen soen, Claes Nenninc en Willam Caerman, schepenen te Amersfoirde, oorkonden dat Lambert Smit Lamberts soen opgedragen heeft aan Dietelt Johan Heinrics soens weduwe de eigendom van een huis buiten de Roeden toern bij de nyer brugge en haar de hofstede in erfpacht heeft gegeven, aan de ene zijde begrensd door de stadsgracht, aan de andere zijde door het erf van Arnt van Uutwijc, strekkend van een steeg aan de voorzijde tot het erf van Alijd Brincken en haar kinderen aan de achterzijde, met de voorwaarden dat Dietelt en Arnt van Uutwijc de gevel tussen hen beiden gezamenlijk dienen te onderhouden en dat als Dietelt de erfpacht overdraagt, deze door Lambert voornoemd verleend zal worden om een mengel goede wijn. Oorspr.; met de zegels van de oorkonders, het zevende verloren.
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 600
Records 601 t/m 700
Records 701 t/m 738
laatste wijziging 21-04-2024
3.985 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1300-1810
Inventaristitel:
A.F.M. Reichgelt, Inventaris van de archieven van het Stadsbestuur van Amersfoort, 1300-1810. (Amersfoort, 2003), inv. nrs. 1-2269
Soort toegang:
Inventaris
Depotlocatie:
Amersfoort
Auteur:
Ton Reichgelt
Openbaarheid:
Volledig
Omvang:
92 meter en 54 meter charters: 125,5 m
Herkomst:
Wet
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Archief Eemland, Amersfoort. Toegang 0001.01 Stadsbestuur Amersfoort, 1300-1810
VERKORT:
NL-AmfAE 0001.01
Geografische namen:
Categorie:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Stadsbestuur Amersfoort
laatste wijziging 21-04-2024
3.985 beschreven archiefstukken
4 gedigitaliseerd
totaal 4 bestanden