Jacob Wouterszn. en Neeltgen Jacobsdr., echtelieden, hebben dit verkocht aan Henrick Rijcxzn. en erven, met de lasten van 1 gulden jaarlijks, Ons Lieve Vrouwen Capelle, alhier, toekomende. Plus nog 16 stuivers jaarlijks voor de St. Jans broederschap, alhier, plus 387 gulden hypotheek in dit huis ten behoeve van het moeders goed van de voorkinderen van de verkoper.
Koper belooft aan de verkopers te betalen boven genoemde lasten, de som van 650 carolus gulden in drie termijnen: 1/3 deel bij de aanvaarding mei 1629, 1/3 mei 1630 en 1/3 mei 1631, waarna transport zal worden gedaan, met belofte van "vrijnge en waringe". Van deze kooppenningen zal met kennis en ten overstaan van de koper afgelost worden de voornoemde 387 gulden van het moeders goed van de voorkinderen van de verkoper en de betreffende rentebrief zal daarbij vervallen.
De 40e penning en de kosten voor het transport zal de koper dragen.
In het huis zal blijven de ijzeren plaat in de keuken plus alles wat daarin aard- en nagelvast is.
Er is overeengekomen dat de muur tussen dit huis en het huis van Willem Aris, van beneden tot boven aan het dak, gemeenschappelijk is. En dat betreffende het licht van Butseler de afspraak daarover gevolgd zal worden die onder Butseler berust en waarvan de koper kopie is geleverd.
Tot borg van de verkopers stellen zich: Harman Janzn. en Wouter Janszn. en tot borg van de koper stellen zich Rijck Morren en Elbert Reyers.
De akte is tevens getekend door Rijck Henrijcksen.