Grietgen Peters was overleden, nalatende haar man, Thonis Janszn., wonend te Asschat, en hun vijf kinderen, met namen: Jan, Peter, Gijsbert en Rijck, hun zonen, en Dirckgen Thonis, hun dochter. Thonis Janszn. wil van de kinderen in goederen scheiden.
Hij heeft als volgt hun moeders goed toegewezen, ten overstaan van Rijck Janszn., oom van vaders zijde, Aeltgen Helmers, bestemoeder (grootmoeder), met handen van Harman Thijszn., haar man en gecoren voogd in deze zaak, Jan Thoniszn. (voornoemd) en Thijs Harmanzn., oom van moederszijde, als naaste "vrunden" (familie).
Thonis Janszn. belooft zijn vijf kinderen te onderhouden in kost en drank naar zijn staat, zoals een goede vader schuldig is, tot hun mondige jaren toe en langer niet. En als zij zichzelf kunnen behelpen en van hun vader scheiden, dan zal deze gehouden zijn aan de zonen ieder 35 gulden te geven, met een totaal van 140 carolus gulden, en aan zijn dochter haar moeders heuck (mantel zonder mouwen), een rok, twee lijfjes, een zilveren onderriem en troshaecken en andere. Daarboven zullen de kinderen behouden alle rechten die zij op huis, hof, hofstede en land hebben, dat in Asschat ligt.
Thonis Janszn. zal aan zich houden zijn rechten op hetzelfde huis, hof, hofstede en land plus de gehele inboedel en huisraad, koren, gezaaid en ongezaaid, have, beesten en alle verdere courante goederen van de boedel, actiën en credieten, niets uitgezonderd. Daar tegenover zal hij dragen alle schulden en lasten van de boedel, waarvan hij belooft zijn kinderen te vrijwaren. En de kinderen zullen, wanneer een van hen zijn deel en recht op voornoemd huis, hof, hofstede en land wil verkopen, gehouden zijn hun vader de voorkeur te geven, waarmee Thonis Janszn. van zijn kinderen en hun moeders goed gescheiden zal zijn en blijven. En voor de voldoening van hetgeen voornoemd is zullen de goederen van de boedel speciaal verbonden blijven.