De Coentunnel (1966) is een tunnel onder het Noordzeekanaal in het Westen van Amsterdam. De tunnel is genoemd naar de nabijgelegen Coenhaven (naar de kolonisator Jan Pieterszoon Coen) en is 1283 meter lang, waarvan 587 meter overdekt. Het overige deel is een open tunnelbak. De tunnel verbindt de Zaanstreek met Amsterdam-West. Het laagste deel van de tunnel bevindt zich op een diepte van 22 meter beneden het NAP. Met de bouw van de tunnel werd in 1961 begonnen. De kosten van de bouw bedroegen 45 miljoen gulden. Op 21 juni 1966 werd de tunnel door Koningin Juliana geopend.
De Coentunnel is een zogenaamde afgezonken tunnel. De toeritten van de tunnel zijn in open bouwputten geconstrueerd. Het bouwdok voor de Coentunnel is naast dat van de IJtunnel gebouwd, op de Noordoever van het Noordzeekanaal. Daar zij zes tunneldelen, elementen gemaakt. Vervolgens werden de voor en achterkanten tijdelijk met waterdichte schotten afgeschermd. Toen kon er weater in het bouwdok worden gelaten en gingen de elementen drijven.Het afzinken van de tunnelelementen van de Coentunnel is begonnen op 20 maart 1965. De elementen werden een voor een uit het bouwdok gesleept en op hun plaats van bestemming weer afgezonken op een bed van grind door middel van 6 kabels die aan het afzinkplatform verbonden waren. In de periode van 20 maart tot 6 juli zijn alle zes elementen gelegd. Set van 20 opnames.