Uw zoekacties: Jaarboeken en Maandbladen

Jaarboeken en Maandbladen ( Genootschap Amstelodamum )

beacon
10  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1923; p. 32
Datering:
1923
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
010
Jaar:
1923
Pagina:
32
(1753). Noch de roofaanval op den juwelier David Curiel (1628), noch de plundering van het huis van dpn rijken De Pinto op de Sint Anthoniesbreestraat tijdens het aansprekers-oproer ( aansprekersoproer ) (1696), noch de poging om de hoog-duitsche ( hoogduitsche ) Parnassim te verdrinken (1737) waren, volgens schrijver, anti-semietische aanslagen. De overheid strafte streng, en maakte o.a. bij het vaststellen van de verhuisdagen en bij gerechtelijke citaties voor de Joden zeer gunstige bepalingen. Hoewel ook hier te lande de Protestant in den Jood steeds den onbekeerde bleef zien, was er een hartelijke verhouding tusschen vele christen- en joodsche-geleerden. In dit verband worden met name o.m. Dionysius Vossius en Menasseh ben Israël genoemd. Schrijver vermeldt ook de vergeefsche briefwisseling van den groningschen hoog-leeraar ( hoogleeraar ) Jacob Alting, om Abraham Senior Coronel te Amsterdam tot zijn geloof over te halen. Tegen het Christendom polemiseerden de amsterdamsche Gacham Saul Levi Mor-teira ( Morteira ) en dr. Isaac Orobio de Castro. Deze laatste hield zelfs met den remonstrantschen theoloog Ph. van Limborch een godsdienstig dispuut. Merkwaardig is het, dat Engelschen naar hier plachten over te steken, om in het Jodendom te worden opgenomen, omdat de cngelsche wet deze overgang niet toeliet. Eerst inde laatste decenniën van de vorige eeuw werd aan deze overgangen door het amsterdamsche Opperrabbinaat een einde gemaakt, daar deze vaak uit niet-godsdiensti-ge ( niet-godsdienstige ) motieven geschiedden, (bijv. met het oog op een voorgenomen huwelijk). Van de hier Jood-gewordenen, die, als Marrano’s niet van joodschen bloede waren, worden de na-men ( namen ) van den geletterden Johannes Petrus Speeth (Germanus, Guerman), van de letter-zetters ( letterzetters ) Mozes ben Abraham Abinu (d.i. Zoon van onzen vader Abraham), Jacob ben Abraham Ger (d.i. Vreemdeling) en van den lettcrzetter-graveur Abraham
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Jaarboek Amstelodamum, 1928; p. 232
Datering:
1928
Titel:
Jaarboek Amstelodamum
Jaargang:
025
Jaar:
1928
Pagina:
232
juffrouw Sara Ximenez Belmonte, echtelieden, overhandigen 2 obligatiën samen ƒ 1000 uit de nalatenschap van Manuel Belmonte aan de Parnassim van de Portu-geesche ( Portugeesche ) Jodenkerk, den overleden getransporteerd bij acte van II November 1675 (voor) notaris Jacobus Snel. 20 Juni 1707. Testamenten van Isaac Levy alias Francesco Ximenez Belmonte en van Sara Ximenez Belmonte, zyne huysvrouw, waarbij zij over en weer de(n) langstlevende eemg erfgenaam maken van hunne bezittingen. Hunne kinderen zijn; Gratia Ximenez Belmonte, getrouwd met Moses Curiel; Rachel, Lea, Emanuel, Hester en Salomon Ximenez Belmonte. De testateurs wonen op de Heerengracht bij den Amstel. 16 Juni 1713. Attestatie van Hester Ximenez Belmonte. Uit deze acte blijkt dat haar vader, Francesco Belmonte, m het begin van Juni 1713, „dooreen overval , „subyt” is gestorven en zijne vrouw Sara reeds vóór hem was overleden. Een gewezen mm verklaart, dat zij in 1690 Hester heeft „gemint” en dat Hester dus thans den leeftijd van 23, haar broer Salomon dien van 21 jaar hebben bereikt. Hierbij wordt verwezen naar een request van Hester en Salomon. (Schepenregister 116, fol. 184) 22 Februari 1714. —■ Manuel en Salomon Ximenez Belmonte schenken een obli-gatie ( obligatie ) aan de Port. Joodsche Gemeente. 10 Augustus 1714. Acte waaruit blijkt dat ieder van de zes kinderen van Fran-cesco ( Francesco ) uit de vaderlijke nalatenschap als legitieme portie ƒ35.000 heeft ontvangen. Don Manuel, de eerste Baron de Belmonte, is begraven te Ouderkerk. In het bekende plaatwerk van D. Henriquez de Gastro (Leiden, 1883) worden een be-schrijving ( beschrijving ) en een afbeelding toegezegd van den grafzerk waaronder hij te ruste is gelegd. Geen van beide zijn echter verschenen, want de eerste en eemge bundel van het werk is nooit dooreen tweeden gevolgd. Hierbij past de critische opmerking van Denucé, dat Jacob Israël (oorspronkelijk Diego Nunes) Belmonte, eerst te Rotterdam, daarna koopman
Gevonden alinea's: 1
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Tijdschriftpagina
Maandblad Amstelodamum, 1973; p. 158
Datering:
1973
Titel:
Maandblad Amstelodamum
Jaargang:
060
Jaar:
1973
Pagina:
158
in de republiek in de 17e en 18e eeuw dertien werken ( p . 137-176 ). De meeste van deze geschriften hebben een band met Amsterdam , de stad waar ook de eerste Joodse kranten verschenen . Wij noemen hier de be-schrijving ( beschrijving ) van de redding van David Curiel uit de handen van een Duitse moordenaar ( 1628 ), welke kleine kroniek een aardige beschrijving geeft van het Joodse leven in Amsterdam rond 1620 ; de Opuscula van Daniel Levi ( Miguel ) de Barrios ( 1683-1684 ), behandeld is de dissertatie van W . Chr . Pieterse ; een beschrijving van het aansprekersoproer ( 1696 ); een ge-schiedenis ( geschiedenis ) van de eerste vestiging van de Sefardim in Amsterdam ( 1710-11 ); de kroniek over de jaren 1740-1752 door Abraham Chaim ben Zvi Hirsch Braatbard ( 1753 ), die deels door L . Fuks werd gepubliceerd in ons Jaar-boek ( Jaarboek ) van 1959 ; de geschiedenis van de Sefardim in Amsterdam , van hun eerste vestiging tot 1769 door David Franco Mendes ; de kroniek van het oproer in Amsterdam tegen Willem V van Oranje en diens restauratie door het Pruisische leger in 1787 , ook door David Franco Mendes , en de Jid-dische ( Jiddische ) kroniek over de jaren 1784-1788 door Zalman ben Mozes Prinz . Deze Prinz was kuiper op Uilenburg en hij kruidt zijn verhaal met typische Joodse moppen , die toen op straat verteld werden . David Franco Mendes en Prinz waren het volkomen eens in hun haat tegen de patriotten en hun liefde voor Willem V , maar de kuiper zag dingen die de koopman en letter-kundige ( letterkundige ) ontgingen : de duurte van levensmiddelen en water en alle andere kwade zaken , die altijd oorlog vergezellen , en die de gewone man aan den
Gevonden alinea's: 1