2223 Schout en schepenen der stad Loin en der buitenbank, genaamd de bank van Grathe, benevens richter en eigengenooten van den graaf van Loin, verklaren op verzoek van Oesswalt, graaf van den Bergh, heer tot Spalbeeck, dat volgens landrecht in Loin, de kinderen uit een eerste huwelijk de goederen, verworven in dat huwelijk, alleen erven.
Gheschiet in den jare ons Liefs Heren Jhesu Christi dusent viiffhondert ende dertich in Augusto acht daeghe.
a. Oorspr. (Inv. no. 313), met de zegels van den schepenstoel en het eigenhof, in bruine was.
b. Afschrift in Inv. no. 313, fol. 33.

1982 Walburgh van den Berghe, vrouwe tot Wysch, weduwe, doet afstand van de helft van haar aandeel in de nalatenschap van haar broeder Frederick van den Berghe, heer tot Hedell, ten bate van haar onmondigen neef Oiswailt, graaf van den Berghe, namens wien haar dat gerechtelijk was betwist, in ruil voor hulp in hare kerkelijke en financieele moeilijkheden.
In den jaren onss Heren duysent viifhondert eyn ind twintich upten neesten Manendach na onsser Liever Vrouwendach Purificationis.
Oorspr. (Inv. no. 314), met het geschonden zegel van Karel, hertog van Gelre, in roode en dat van de oorkondster in groene was, en met de handteekening van laatstgenoemde.

1983 De bevelhebbers voor den onmondigen graaf van den Berghe beloven diens tante Walburch van den Berghe, vrouwe tot Wyssch, voor de helft van de nalatenschap van Frederick van den Berghe, heer tot Hedell, 1000 rijnsche guldens te zullen geven.
In den jaeren onss Heren duysent viiffhondert eyn ind twintich upten neesten Manendagh na onsser Liever Vrouwendagh Purificationis.
Oorspr. (Inv. no. 314); de aangekondigde handteekeningen der bevelhebber Wessell van Ermen, drost, Johan van Lenep, Ernst Momme, Joest (Tengnagel), Hermannus Weegh, Wernerus Elferdinck en Henricus van Gronen ontbreken.

1467 Johan van der A, heer tot Bockhoeven, en Elysbet, zuster t'Egmont, vrouwe tot Bochoeven, verkoopen aan Peter de Wree 6 morgen land gend. 'sGrevenkamp in het kerspel Elst aan de Lairzeeg.
Gegeven int jair ons Heren dusent vyerhondert ende vyve ind tnegentich op sunte Lambertzavont episcopi.
Oorspr. (Inv. no. 316), met het geschonden zegel van den borg Machgeris die Hert; die van de oorkonders zijn verloren.