Uw zoekacties: Gasthuis te 's-Heerenberg, (1419) 1444-1965 (1969)

0166 Gasthuis te 's-Heerenberg, (1419) 1444-1965 (1969) ( Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers )

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de datering, omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere. Als de datering jaartallen tussen haakjes bevat, betekent dat dat er zich stukken in het archief bevinden die buiten de datering van het 'archiefblok' vallen.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Geschiedenis
Het archief
De inventarisatie
Literatuur en gedrukte bronnen
Aanvulling
Inventaris
Bijlage
Tekst van het reglement voor het gasthuis. (Archief van het Huis Bergh, inv. nr. 1944)
0166 Gasthuis te 's-Heerenberg, (1419) 1444-1965 (1969)
Inventaris
Bijlage
Tekst van het reglement voor het gasthuis. (Archief van het Huis Bergh, inv. nr. 1944)
Stifftung des hospitals ten Berge und sijner Capellen, anno 1462 van herrn Wilhelm van dem Berge et cuius uxor erat metta van Benthem.
In name des vaders, des Soens ind des Helligen Geestes, want alle dynge vergenckelicken sijn, sonder alleyn Gott unsen lieven Heren lyff te hebben ind nyet beters en is dan waell te doin ind to dencken up die uterste stonden die ons nakende sijn, hebben wij, Wilhelm, here van den Berghe, van den Bijlant ind van Hedell toe lave, danckberheyt ind ther eeren Gades ind Marien, sijnre liever moider ind der Helliger Joncffrouwe Sunte Gertruydt ind alre helligen ind umb salichheyt wijll onser ind onser alreliefster gesellynnen ind huysfrouwen Metta van Benthem, vrouwe van de Berghe ind onser lieven kynderen zielen ind dair wij des voir begeren tot eynen ewigen testament ewelick durende doin tymmeren ind fondieren, eyn hospitaell in onss stat van den Berghe, myt eynre gewijder cappellen tot welicken hospitaell ind cappelle vurg. synt gegeven seker ind mercklicke renten, almissen, erfftaell ind rede guet avermitz ons, onser liever gesellynne ind huysfrouwen vurs., onss ritterschap ind andere unsen ondersaten.
Ende aingesien dat dyngen nyet stanttafftich en blijven sonder guede ordinancie ind regimente, hebben wij dairomme dese ordinancie doin maicken ind mede consentiert, in maten nabeschreven, 't welick wij, Wilhem, erfflicken te haelden.
In de yrsten willen wij, dat die vurs. cappelle, hospitaell, all erfftaellrenten ind rede guet die dair in sijn off hyrnamaels komen mogen, tot ewigen tijden hebben sullen: twie rectoirs ind dispensiers, eynen geystlicken ind eynen wertlicken van onsen ondersaten, die wij off unse nakomelingen dairto ordinieren ind setten sullen.
Ende soe 't dan eyn gewijde cappelle is, sall dair wesen eyn priester, der vurs. cappellen as eyn officiaten, den wij onse erve ind nakomelinge as wertlicke patronen t' allen tijden as des noit is, dairmede begaven ind versien sullen.
Ind die priester sall ther weke drie myssen doin. Die eyn upten dynxdach ins onss moider kerke van dem Hellige Geyste, 's mergens tot sess uren. Twie myssen in der cappellen vurg. as eyn upten donredach van dem Helligen Sacramente, die ander upten saterdach van der Helliger Joncffrouwe Sunte Gertruydt. Ind die twie myssen in der cappellen vurg. sall hie oick doin 's morgens t' sess uren. Ende dairto sall die priester in die weke twie Vigiliƫn lezen van negen lexen. Voirt sall die priester mede to koir gain in onss moider kercken 't allen tijden ind der presencie die dair nu is off namaels komen mach, mede gebruicken gelick demm anderen priesteren ind den dienst die dairvan geboirt, sall die priester der cappellen vurs. gelick den anderen doin.
Ind nyet te myn sall hie verbonden wesen oick den dienst vurs. in der cappellen t' doin avermitz on off eynen anderen gueden priester, bij also dat dair gheen versuyme in en valle. Oick sall die priester mede wesen eyn rectoir ende dispensire des hospitaells, alre renten, erfftaell end alles guetz totten hospitaell horende.
Voirt ordinieren wij dat die priester vurs. in zakeren renten, behalven sijne presencie vurg., van den renten die dat hospitaell nu hevet, twieindtwyntich Rijnss gulden ind twie maelder roggen jairlix ind alle jair up Sunte Martijns Dach in den Wynter boren all als pacht.
Ind die priester myt sijnen medegeselle, die om to helpen gesat sal werden, sullen myt den andferen renten ind gueder, die dair synt baven der renten die wij den priester gegeven ind affgeguet hebben, die cappelle ind hospitaell in redelicke tymmeringe, in daicke ind geraicke haelden ind den armen dairvan spyndynge doin vyrwergg des jairs, sunderlinge t' allen quatertemporum. Voirt alle arfftaellrenten dat na data des fondacie gegeven wordt der cappellen ind hospitaell vurs., sall halff wesen den priester ind halff des gasthuyss ind hospitaell vurs., hent ter tijt to dat die priester in sekeren renten hevet an gelde, koern off anders, die weerde van vyrtich gulden vurs. Ind na der tijt sullen alle renten, erfftaell, dat gegeven worde, den hospitaell alleyn blijven, then were zaicke, dat die ghene die dat geve dair wat anders aff bescheyde.
Ind as die renten jairlix guet sijn vyrtich Rijnss gulden vurs. an koirn off gelt as vurs. is, sall die priester in der tijt der vurs. cappellen alle weke die vierde mysse dairto doin toe ewigen dagen.
Ind die mysse mach die priester doin up wat dach dat hie wyll in die weke ins dat na guetduncken ons ind onss nakomelingen. Oick hebben wij geordiniert ind willen dat die priester dit vurs. geystlicke guet myt sijns selffs lieve besitten ind verdienen sall. Ind were oick zaicke, dat die priester den cappelle gegeven wurde, den dienst vurs. nyet en dede ind oick nyet en bewonden als vurs. is, so mogen wij, onse erven ind nakomelingen, als dat eyn vyrdell jairs verleden were, die cappellen eynen anderen geven, die den dienst do ind dat bewonnt, gelick vurs. is. Ind dair en sall die ghene die dat cappel gegeven was sich nyet omme kroyden.
Ind die priester sall onder dem pastoir in onss kercke gelick den anderen wesen.
Oick machen wij mechtich den priester den die cappelle gegegevn sal warden to officieren ind myt sijnen medehulpen te regieren ind te bewaren die cappelle ind dit hospitaell. myt allen gueden rentenarfftaell ind rede guet, die dat nu in der tijt hevet off namaels krijgen mach ind darvan als vurs. is sullen die priester ind sijn medehulpen vurs. jairlix ind alle jair eyns rekenschap doin voir ons ind onse nakomelinge off voir die ghene die wij of onse nakomelinge dairto ordinieren.
Ende wij, Wilhem, here van den Berghe vurs. voir ons, unse erven ind nakomelingen, bestedigen ind vesten so voill in ons is, dese ordinancie ind alle dese vurs. puncten ind ellick punct bijsunder, onder unsen segell waer, vaste, stede ind onverbrecklicken, erfflicken ind eweliccken to haelden ind te blijven.
Ende hyrop hebben wij nu ter tijt dairmede versien Gijsberto Lansinck, clericus des gestichtz van Utrecht, onsen lieven gebaren ondersait ind bidden u dairomme, Eirwerdige Vader in Gaede, biscop t' Utrecht, off den ghenen die des macht off beveell hebben, dat sij dese vurs. gestichte ende berorte cappelle willen confirmieren ind die guede die dairto gegeven sijn off gegeven mogen werden, willen mortificieren ind den vurs. Gijsbert, clericus, willen investieren myt sulicken verbande as vurs. is ind dair en t' eynden voir as dat geystlicke recht eysschet.
Sonder argelist. Beheltlicken anders uns, unsen erven ind nakomelingen tot allen tijden ons rechten.
Des to tuegen der wairheyt hebben wij bij unsen weten unsen segell an desen brieff doin hangen.
Gegeven in den jair ons Heren duysent vyrhondert twieindtsestich, des neesten vrijdages Gregory Pape.

Kenmerken

Datering:
1419-1969
Auteur:
H.G. Nijman
Toegang:
inventaris
Gemeente:
Montferland
Omvang:
27,00
Citeerinstructie:
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste eenmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
Information obtained from our archives can not be used without crediting the source and our archive must be mentioned at least once in full without abbreviations.
VOLLEDIG/Full:
Erfgoedcentrum Achterhoek en Liemers, Doetinchem. Toegang 0166 Gasthuis te 's-Heerenberg, (1419) 1444-1965 (1969)
VERKORT/Thereafter:
NL-DtcSARA 0166