Uw zoekacties: Publicatieband III - Het Zutphens mirakel, aflevering 21-30, pagina 5

Collectie tijdschriften SOGK - Publicatieband III ( Stichting Oude Gelderse Kerken )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Pagina
Publicatieband III - Het Zutphens mirakel, aflevering 21-30, pagina 5
Naam tijdschrift:
Publicatieband III
Titel artikel:
Het Zutphens mirakel
Datering:
najaar 1985 - voorjaar 1990
Jaargang:
XI-XV
Aflevering:
21-30
Pagina:
5
Bladzijde in band:
230
2. De kapel van het voormalige Cathannaklooster in Harderwijk.
(eeuwige!) geloften hadden afgelegd. Alleen als er levensgevaar dreigde of er drin- gende redenen voor waren, kon een speciale dispensatie verleend worden.9 Ofschoon er volgens de historicus R. R. Post geen kloosterregel van de tertiaris-
sen of Augustinessen bekend is die iets over de wenselijkheid van een nonnengale- rij zegt10, is dit wel het geval bij de Birgittijnen. Weliswaar leefden de Birgittijnen volgens de regel van Benedictus of Augustinus, omdat het 4de Lateraanse Concilie (1215) het stichten van een nieuwe orde verboden had, toch hadden zij eigen bepa- lingen. Hun 'regel' was de schriftelijke neerslag van openbaringen die de H. Birgit- ta van Zweden († 1373) in visioenen had ontvangen in de jaren 1344-'49. Hierin wer- den samenstelling en leefwijze van de kloostergemeenschap gegeven. Maar ook de indeling van het kloosterterrein en de gebouwen kwamen ter sprake. Het bijzon- dere van de Birgittijner nederzettingen was hun bevolking van vrouwen (60) en mannen (13 priesters, 4 diakens en 8 broeders). De geestelijken hadden de zielzorg voor de zusters, broeders en de leden van de omliggende parochie, maar bleven slotplichtig. Derhalve kregen de Birgittijner kloosters speciale voorzieningen voor het biechthoren van religieuzen en leken en werden de kerken met een non- nengalerij uitgerust. Op het tweede Lateraanse Concilie (1139) was namelijk be- paald dat broeders en zusters niet in één koor samen mochten komen. Birgitta had toen gesteld dat het koorgebed van de broeders en zusters na elkaar moest plaats vinden. In een 'Sedenboeck' van Mariënwater uit ca. 1500 staat het zo: 'Alsoe ghe- ringhe (weldra) / als dat een koor ophout van(n) den / lof gods soe sal dat ander koor / sonder merren (oponthoud) aenheffen'.11 Vanaf hun galerij konden de
230
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer