Kenmerken

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Inleiding

1. Algemeen

2. Aanwijzingen voor de gebruiker

3. Verantwoording

laatste wijziging 25-11-2023

1.928 beschreven archiefstukken

2.145 gedigitaliseerd

totaal 4.210 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

Introduction

1. General

2. Advice to the User

3. Sponsors

laatste wijziging 25-11-2023

1.928 beschreven archiefstukken

2.145 gedigitaliseerd

totaal 4.210 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

1. Notulen Staten van Zeeland, 1667-1684

Gids

2. Resoluties Gecommitteerde Raden, 1667-1684

3. Ingekomen stukken betreffende Suriname en omliggende kwartieren

4. Rekeningen en acquitten van de Ontvanger-Generaal van Zeeland inzake Suriname (archief Rekenkamer van Zeeland, Rekenkamer C), 1667-1684 (1692)

4.01. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1667 jan.-sep.

De originelen van de hier beschreven stukken zijn aanwezig in het archief van de Rekenkamer van Zeeland, 'Rekenkamer C', Stukken ingebracht door de Ontvanger-Generaal te Lande, 1573-1805 [toegang 508]

Om de raadpleging te vereenvoudigen zijn bundels gemaakt bestaande uit een reproductie van de desbetreffende rekeningpost en vervolgens reproducties van de bijlagen, die op deze rekeningpost betrekking hebben

N.B.: In de PDF-bestanden zijn dus stukken uit verschillende inventarisnummers met elkaar gecombineerd. Voor een juiste verwijzing naar het inventarisnummer van het gebruikte archiefstuk is het raadzaam de bladwijzer van het PDF-bestand te raadplegen.

4.02. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1667 okt.-1668

4.03. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1669

4.04. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1670

4.05. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1671

4.06. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1672

4.07. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1673

4.08. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1674

4.09. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1675

4.10. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1676-1678

1319 Aan Jan Pietersen, konstabel in Suriname, het restant van zijn gage tot 1 januari 1676 volgens ordonnantie van 6 januari 1676

1321 Aan Cornelis Maertenssen Kasen, scheepstimmerman onder Claes Reijniersen, zoon van Maerten Cornelissen, voor twee maanden gage volgens ordonnantie van 24 januari 1676

1322 Aan Jasper Claessen, soldaat in Suriname, het restant van zijn gage volgens ordonnantie van 11 april 1678

1323 Aan Jacob Pietersen, matroos / stuurman onder Boudewijn Ceuvelaer, het restant van zijn gage volgens ordonnantie van 5 december1675

1324 Aan Johan de Wael, koopman te Vlissingen, leverancier van wijn en suiker, voor leverantie van suiker volgens ordonnantie van 30 december 1672

1325 Aan Huijbrecht Eeuwoutsen, leverancier van goederen aan de soldaten, voor leverantie van goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 1 februari 1675

1326 Aan Pieter Mister, leverancier van goederen de soldaten, voor leverantie van goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 17 november 1672

1327 Aan Michiel Dircx, matroos / gemachtigde van Franchois Maertens, het restant van zijn gage volgens ordonnantie van 5 december 1675

1328 Aan Hendrick Sijmons, leverancier van goederen aan de soldaten in Suriname, voor leverantie van goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 19 december 1673

1329 Aan Cornelis Arensen, scheepstimmerman, voor twee maanden gage volgens ordonnantie van 7 maart 1675

1330 Aan Abraham van Eijck, leverancier van brood en vlees in Suriname, voor leverantie van vlees, brood en goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 14 januari 1672

1331 Aan Maria van den Hardenberch, landverhuizer, leverancier van diverse goederen in Suriname, voor leverantie van goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 5 juli 1674

1332 Aan huisvrouw van Cornelis Ewoutsen, commandeur, voor leverantie van goederen aan de soldaten volgens een duplicata ordonnantie van 27 oktober 1674

1333 Aan Andries Roelofsen, leverancier van goederen aan de soldaten, voor leverantie van goederen aan de soldaten volgens ordonnnatie van 1 maart 1675

1334 Aan Noe Sauchelle, koopman te Vlissingen en gemachtigde van de predikant Challon, voor zijn tafel en een jaar traktement volgens ordonnantie met bekentenis 9 februari 1675

1335 Aan Johannes Dirxen, soldaat, voorschot op zijn gage volgens ordonnantie van 19 april 1675

1336 Aan Adriaen Lijs, leverancier van verschillende goederen aan de soldaten, voor geleverde goederen aan de soldaten volgens ordonnnantie van 11 oktober 1674

1337 Aan Bartolomeus Bevert, leverancier van buskruit, voor leverantie van buskruit aan het magazijn door schipper Jacob de Cleij volgens ordonnantie van 19 april 1672

1338 Aan Jacob van Lieven, soldaat / korporaal in Suriname, voor zijn gage volgens ordonnantie van 11 april 1675

1339 Aan Jacob van Lieven, soldaat / korporaal in Suriname, voor 25 maanden opgeld op de soldatengage volgens ordonnantie van 25 april 1675

1340 Aan Claes Raes, kapitein van de Goude Poorte, voor leverantie van goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 1 oktober 1675

1341 Aan Claes Raes, kapitein van de Goude Poorte, voor leverantie van goederen aan de soldaten onder kapitein Barent Harmans volgens ordonnantie van 15 december 1672

1342 Aan Jan de Parle, soldaat / marine, onder Banckert, het restant van zijn gage volgens ordonnantie van 2 september 1675

1343 Aan vrouw van Pieter Janssen van Lichten, voor vier maanden gage als matroos volgens ordonnantie van 15 mei 1676

1344 Aan Mattheeus Leendertssen, matroos onder commandeur Claes Reijniersen op de snauw Tijtverdrijff, het restant van zijn gage als matroos volgens ordonnantie van 3 december 1674

1345 Aan Janneken Schot, moeder van Jan Dircxsen, voor vier maanden gage volgens ordonnantie van 1 oktober 1675

1346 Aan Claes Pieterse, van Hoeck, matroos op de Suriname onder Abraham Crijnsens, voor vier maanden gage volgens ordonnantie van 1 februari 1675

1347 Aan Jan Benoodt, meestersmid in Suriname, voor zijn gage volgens ordonnantie van 24 april 1675

1348 Aan Gerard Blaase, leverancier van goederen, voor geleverde goederen aan de commandeur Versterre volgens ordonnantie van 9 december 1672

1349 Aan Jan Pauwelsen, korporaal in Suriname, het restant van zijn gage volgens ordonnantie van 26 augustus 1672

1350 Aan huisvrouw van Thomas Adelberch, voor geleverde goederen volgens ordonnantie van 26 november 1671

1351 Aan Pieter Andriessen, voldoening van een wisselbrief van de commandeur Versterre, voldoening van een wisselbrief van de commandeur Versterre volgens ordonnantie van 29 augustus 1675

1352 Aan Jan Utterzael, soldaat in Suriname, het restant van zijn gage als soldaat bij de marine volgens ordonnantie van 2 december 1675

1353 Aan Adriaen Vercruijse, korporaal bij de marine in Suriname, het restant van zijn gage als soldaat bij de marine volgens ordonnantie van 29 augustus 1675

1354 Aan Jan Janssen, van Bowijs, soldaat in Suriname, het restant van zijn gage als soldaat bij de marine volgens ordonnantie van 3 januari 1676

1355 Aan Adriana Crijnssen, erfgename van commandeur Abraham Crijnssen, weduwe van Joannes Jansonius, voor leverantie van planken en andere materialen volgens ordonnantie van 4 april 1676

1356 Aan Jacobus van den Ende, soldaat in Suriname, voor dienst van 8 maart 1669 tot 1675 volgens ordonnantie van 2 december 1675

1357 Aan Joos van Breen, equipagemeester te Middelburg, voor betaling van verschillende ingekochte goederen volgens ordonnantie van 14 februari 1675

1358 Aan Hendrick Selver, sergeant/vaandrig in Suriname, voor vier maanden gage volgens ordonnantie van 30 juli 1676

1359 Aan Adriaen Stevenssen, chirurgijn op de Swanenburgh, voor geleverde goederen volgens ordonnantie van 5 februari 1675

1360 Aan vrouw van Hans Steger, voor vier maanden gage volgens ordonnantie van 24 juli 1678

1361 Aan Huijbrecht Huijbrechtsen, koopman te Vlissingen, voor leverantie van cassave in het magazijn volgens ordonnantie van 18 augustus 1676

1362 Aan Robbert Duplessis, majoor/vaandrig op het fort Zeelandia, voor twaalf maanden traktement als majoor tot december 1672 volgens ordonnantie van 9 december 1672

1363 Aan David Kempe, klerk / gemachtigde van Jacob Bercion, voor leverantie van hout door Tobias Bodtiman en Joris Leillo volgens ordonnantie van 19 juni 1671

1364 Aan Magdalena Machiels, huisvrouw van Cornelis Fredericxs, voor vier maanden gage volgens ordonnantie van 1 december 1676

1365 Aan Pierre Poison, 's lands kuiper, voldoening van een wissel van de commandeur Versterre volgens ordonnantie van 23 juli 1675

1366 Aan Pierre Duson, soldaat onder admiraal Banckert, voor vier maanden resterende mariniersgage volgens ordonnantie van 28 mei 1676

1367 Aan Jan Pietersen, soldaat onder kapitein Cornelis Gijselings, voor 42 maanden dienst volgens ordonnantie van 20 december 1674

1368 Aan huisvrouw van Jan Matthijssen, constabel, voor drie maanden traktement volgens ordonnantie van 8 september 1676

1369 Aan vrouw van Roelandt Claessen, voor zes maanden gage volgens ordonnantie van 22 september 1676

1370 Aan Pieter Heerents, schipper van het Witte Zeepaert, voor geleverde goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 5 juni 1674

1371 Aan Isaack Matthijssen, leverancier van timmermansgereedschap, voor geleverde goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 10 november 1672

1372 Aan Lieven van den Bossche, soldaat in Suriname onder Anthonij Rombouts, voor zijn gage volgens ordonnantie van 11 april 1675

1373 Aan Magdalena Machiels, huisvrouw van Cornelis Fredericxs, voor vier maanden gage volgens ordonnantie van 17 november 1676

1374 Aan Guilliaume de Backer, koopman/vendumeester te Vlissingen, gemachtigde onder meer van ds Baseliers, voor geleverde goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 22 april 1672

1375 Aan Guilliaume de Backer, koopman/vendumeester te Vlissingen, gemachtigde onder meer van ds Baseliers, voor geleverde goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 12 december 1672

1376 Aan Guilliaume de Backer, koopman/vendumeester te Vlissingen, gemachtigde onder meer van ds Baseliers, voor voorschot van gage volgens ordonnantie van 16 november 1673

1377 Aan Pieter van de Putten, zeilmaker te Vlissingen, voor leverantie van zeilen aan 's lands snauw de Swaluwe varende op Suriname volgens ordonnantie van 15 december 1676

1378 Aan huisvrouw van Jan Matthijssen, constabel op de snauw van commandeur Claes Reijnierssen, voor vier maanden gage volgens ordonnantie van 5 november 1676

1379 Aan Servaes van de Groenewal, van Middelburg, gemachtigde van Jan Sijmon, voor twaalf maanden gage voor de chirurgijn Jan Sijmons volgens ordonnantie van 8 januari 1672

1380 Aan Karel Abrahamssen, scheepstimmerman, voor arbeidsloon aan Hendrick Poomer en Jan Adriaenssen, scheepstimmerlieden volgens ordonnantie van 9 januari 1671

1382 Aan Laurens Willemse Verpoorten, koopman/reder te Middelburg, boekhouder van de Aerdenburch, Diamant, Gekroonde Put, Goude Poorte, Joanna, Susanna, leverancier van ijzer en negerslaven, voorschot gage voor timmerman Jan van Hoorn en Job Abrahamsen Dronckaert volgens ordonnantie van 27 augustus 1675

1383 Aan Laurens Willemse Verpoorten, koopman/reder te Middelburg, boekhouder van de Aerdenburch, Diamant, Gekroonde Put, Goude Poorte, Joanna, Susanna, leverancier van ijzer en negerslaven, voor transport van levensmiddelen en personen waaronder Simon Danielsse met zijn huisvrouw en zeven kinderen naar Suriname volgens twee ordonnanties

1384 Aan Robbert Duplessis, majoor/vaandrig op het fort Zeelandia, voor zeventien maanden van 42 dagen traktement volgens ordonnantie van 3 april 1674

1385 Aan Robbert Duplessis, majoor/vaandrig op het fort Zeelandia, voor twintig maanden en 31 dagen gage volgens twee ordonnanties

1386 Aan Robbert Duplessis, majoor/vaandrig op het fort Zeelandia, voor 45 maanden traktement tot en met juli 1676 volgens drie ordonnanties

1387 Aan Cornelis Rinbergh, oppertimmerman op de Suriname, voor enig timmerwerk aan een brander (schip) volgens ordonnantie van 14 mei 1675

1388 Aan Jan Matthijssen, matroos op de snauw de Swaluwe onder Claes Reijnierssen, later konstabel, voorschot van gage volgens ordonnantie van 14 januari 1677

1389 Aan Pieter Heerents, schipper van het Witte Zeepaert, voor leverantie van goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 25 juni 1675

1390 Aan Claes Reijniersen, kapitein van de Vogel Phenicx, commandeur op het jacht Tijtverdrijff en de hoekerboot Oostersouburch en de snauw de Swaluwe en de Suriname, voor mondkosten van het bootsvolk op de Tijtverdrijffdverdrijf volgens ordonnantie van 27 november 1674

1391 Aan de moeder van Leendert Cornelissen, matroos, voor drie maanden gage volgens ordonnantie van 21 mei 1676

1392 Aan Anthonij Colve, kapitein, voor voorgeschoten penningen aan 22 soldaten van zijn compagnie volgens ordonnantie van 25 mei 1675

1393 Aan Maerten van den Brandt, soldaat bij de marine onder Cornelis Evertsen, voor gage tot en met 23 augustus 1675 volgens ordonnantie van 2 september 1675

1394 Aan Cornelis Fredricxs, van Vlissingen, matroos op het jacht Maruine en kok op de snauw de Swaluwe, voor vier maanden gage volgens ordonnantie van 12 maart 1677

1395 Aan Pieter Huijbrechts, leverancier van geslepen kerfzagen, voor leverantie van geslepen kerfzagen volgens ordonnantie van 17 maart 1673

1396 Aan Nicolaes Combe, commies van de vivres en ammunitiën op het fort Zeelandia, voor leverantie van goederen aan de soldaten op hun gage volgens drie ordonnanties

1397 Aan Nicolaes Combe, commies van de vivres en ammunitiën op het fort Zeelandia, voor vijf jaar traktement volgens acht ordonnanties

1398 Aan Adriaen Janssen, van Vlissingen, tweede stuurman / hoogbootsman onder Abraham Crijnssen op de Suriname en onder Claes Reijniersen op de Tijtverdrijff, het restant van zijn gage tot en met 30 december 1676 volgens ordonnantie van 9 juli 1677

1399 Aan Jan Adriaensz., jongen op de snauw de Swaluwe, het restant van zijn gage tot en met 30 december 1676 volgens ordonnantie van 9 juli 1677

1400 Aan Cornelis van der Rissel, kok, op het schip van Claes Reijnierssen, het restant van zijn gage volgens ordonnantie van 9 juli 1677

1401 Aan Cornelis Evertsen, kapitein, voor voorgeschoten gage aan soldaten volgens ordonnantie van 21 december 1673

1402 Aan Aeltgien Hendricx, echtgenote van Anthonij Verschuere, voor vier maanden gage volgens ordonnantie van 8 december 1676

1403 Aan Leendert Cornelisen, matroos onder Claes Reijniersen, het restant van zijn gage tot en met 30 december 1676

1404 Aan Roeland Claesen, matroos op de Swaluwe onder Claes Reijniersen, het restant van zijn gage tot en met 30 december 1676 volgens ordonnantie van 9 juli 1677

1405 Aan Jan Matthijssen, matroos op de snauw de Swaluwe onder Claes Reijnierssen, later konstabel, het restant van zijn gage volgens ordonnantie van 9 juli 1677

1407 Aan Jan de Moor, commissaris / schrijver tot betaling van het scheepsvolk, voor betaling van een maand gage op de hand , voor 30 koppen op de Bruijnvisch volgens ordonnantie van 8 november 1677

GIDS102 Gids Staten van Zeeland en Suriname, 1667-1684 (1692)

Gids

4. Rekeningen en acquitten van de Ontvanger-Generaal van Zeeland inzake Suriname (archief Rekenkamer van Zeeland, Rekenkamer C), 1667-1684 (1692)

4.10. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1676-1678

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren

1408 Aan Jasper Willemsen, matroos, het restant van zijn gage volgens ordonnantie van 13 juni 1677

1407

Aan Jan de Moor, commissaris / schrijver tot betaling van het scheepsvolk, voor betaling van een maand gage op de hand , voor 30 koppen op de Bruijnvisch volgens ordonnantie van 8 november 1677

Hoofdpersoon:

Jan de Moor, commissaris / schrijver tot betaling van het scheepsvolk

Anderen:

Thobias Adriaensen, kapitein op de snauw de Bruijnvisch; Willeboort Andriessen, van Westkapelle, matroos onder Thobias Andriaensen op de Bruijnvisch; Adriaen Bastiaensen, van Vlissingen, soldaat onder Thobias Adriaensen op de Bruijnvisch; Adriaen Blase, van Vlissingen, soldaat op de Bruijnvisch; Job Claessen, van Vlissingen, matroos op de Bruijnvisch; Phillip de Coeth, van Oudenaerde, soldaat onder Thobias Adriaenssen op de Bruijnvisch; Daniel Cornelissen, matroos / kok op het jacht Maruine en de snauw de Bruijnvisch; Pieter Denijs, chirurgijn op de Bruijnvisch; Johannis Domijnicussen, van Vlissingen, soldaat onder Thobias Adriaensen op de Bruijnvisch; Jacob Gabrielsen, van Zierikzee, matroos op de Bruijnvisch; Claes d' Heere, van Vlissingen, soldaat op de Bruijnvisch; Pieter Hermansen, schipper op de snauw de Bruijnvisch; Theunis Heijndricksen van den Houck, constabel op de Bruijnvisch; Adriaen Janssen, van Schoonhoven, jongen op de Bruijnvisch; Jan Janssen, van Vlissingen, bootsman en zeilmaker; Jasper Janssen, van Vlissingen, bottelier(sjongen) onder Abraham Crijnssen op de Suriname en onder Tobias Adriaensen op de Bruijnvisch; Jan Jorissen, jongen op de snauw Bruijnvisch; Bartholomeus Koketh, van Vlissingen, kwartiermeester onder Thobias Adriaensen op de Bruijnvisch; Pouwels Koketh, van Vlissingen, soldaat onder Thobias Adriaensen op de Bruijnvisch; Pieter Mouthaen, van Amsterdam, soldaat onder Thobias Adriaensen op de Bruijnvisch; Frans Pietersen, van Vlissingen, stuurman onder Thobias Adriaenssen op de Bruijnvisch; Jan Prijsbier, van Vlissingen, soldaat onder Thobias Adriaensen op de Bruijnvisch; Jan Roelandtsen, matroos onder Thobias Adriaensen op de Bruijnvisch; Jan van Sunderen, soldaat / matroos op de Bruijnvisch onder Thobias Adriaensen; Pieter Valck, van Stockholm, soldaat op de Bruijnvisch; Charel Vernee, van Sluis, matroos onder kapitein Thobias Adriaensen van de Bruijnvisch; Charel Janssen de Vrage, timmerman onder Thobias Adriaensen op de Bruijnvisch; Anthonius de Wilde, te Vlissingen, jongen op de snauw de Bruijnvisch; Franchoijs de Witte, van Ierland, matroos op de Bruijnvisch

Rekening:

C1460

Folio:

257v

Acquitten:

C1465a

Organisatie: Zeeuws Archief

laatste wijziging 19-10-2023

1 gedigitaliseerd

1409 Aan de reders van de Sint Jan (= Johannes ?) en de bewindhebbers van de West-Indische kamer tot Amsterdam, voor leverantie van planken door George Leijl volgens ordonnantie 23 december 1672

1410 Aan de erfgenamen van Abraham Crijnssen, commandeur, voor mondkosten van verschillende personen volgens ordonnantie van 21 januari 1670

1411 Aan Hendrick Janssen, van Vlissingen, matroos onder Boudewijn Ceuvelaer en Francois Chatvelt, het restant van zijn gage volgens ordonnantie van 19 april 1675

1412 Aan Franchois Douw, chirurgijn op de Swaluwe onder Claes Reijniersen, het restant van zijn gage tot en met 30 december 1676 volgens ordonnantie van 28 september 1677

1413 Aan Thobias Adriaensen, kapitein op de snauw de Bruijnvisch, als voorschot op de mondkosten van zijn bootsvolk volgens twee ordonnanties

1414 Aan Adriaen Banckert, luitenant-admiraal, voor voorgeschoten penningen aan soldaten van zijn compagnie volgens ordonnantie van 21 december 1673

1415 Aan Joannes van Heemsingh, boekhouder van het schip de Druijftack met Dirck Tobiassen, voor transport van 36 personen waaronder zes kinderen volgens ordonnantie van 14 juli 1676

1416 Aan Jan Tobiassen, koopman te Vlissingen, gemachtigde van Hendrick de Huijbert, voor transport van 38 personen en zes vaten goederen met het schip de Jonge Nicolaes onder schipper Cornelis Cudde volgens ordonnantie van 14 november 1672

1417 Aan Dirck van der Tijt, boekhouder van het schip de Maria, voor transport van negen personen volgens ordonnantie van 2 november 1677

1419 Aan Jan Franssen Doens, schipper, voor geleverde goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 23 augustus 1674

1420 Aan Hendrick van Bursum, timmerman op het fort Willem Hendrick in Nieuw-Nederland, voor zijn gage volgens ordonnantie van 24 januari 1675

1421 Aan Jan Anthonij, sergeant / kolonel in Suriname, het restant van zijn gage volgens ordonnantie van 28 december 1677

1422 Aan Pieter de Klerck, gemachtigde van Jacoba Tresel, weduwe van Joos Boute en van Jan Vaens, voor geleverde goederen volgens ordonnantie van 26 februari 1675

1423 Aan Pieter de Klerck, gemachtigde van Jacoba Tresel, weduwe van Joos Boute en van Jan Vaens, voor drie tonnen spek volgens ordonnantie van 26 februari 1675

1424 Aan Pieter de Klerck, gemachtigde van Jacoba Tresel, weduwe van Joos Boute en van Jan Vaens, voor geleverde goederen volgens ordonnantie van 21 december 1675

1425 Aan Nicolaes Combe, commies van de vivres en ammunitiën op het fort Zeelandia, voor geleverde goederen volgens ordonnantie van 7 november 1672

1426 Aan Samuel van Dierendonck, matroos op de snauw de Swaluwe onder commandeur Claes Reijniersen, voor zijn gage volgens ordonnantie van 23 juli 1677

1427 Aan Cornelis Maertenssen, ondertimmerman / timmerman onder Claes Reijniersen op de snauw de Swaluwe, het restant van zijn gage volgens ordonnantie van 20 juli 1677

1428 Aan Adriaen van Cruiningen, kapitein varende op Suriname, voor transport van 33 personen uit Tobago naar het vaderland volgens ordonnantie van 3 november 1671

1429 Aan Willem Hodge, schipper, voor leverantie van verschillende scheepsbehoeften aan commandeur Evert Eversen volgens ordonnantie van 12 mei 1678

1430 Aan Laurens Willemse Verpoorten, koopman/reder te Middelburg, boekhouder van de Aerdenburch, Diamant, Gekroonde Put, Goude Poorte, Joanna, Susanna, leverancier van ijzer en negerslaven, voor transport van 28 personen met de Susanna volgens ordonnantie van 11 november 1677

1431 Aan Nicolaes van Santen, te Middelburg, leverancier van cramerij, voorschotten op de gage van de matrozen Pieter Jansen, Pieter Jacobsen van Laren en Hendrick Theunissen volgens ordonnantie van 18 juni 1677

1432 Aan Jan de Moor, commissaris / schrijver tot betaling van het scheepsvolk, tot betaling en afdanking van de rol van kapitein Thobias Adriaensen en zijn bootsvolk op de Bruinvisch volgens ordonnantie van 13 juni 1678

1433 Aan Jan Dircxsen, matroos in Suriname, voor twee maanden gage volgens ordonnantie van 28 april 1676

1434 Aan Jan van Eijck, soldaat op het fort Zeelandia, voor zes jaren dienst volgens ordonnantie van 21 juni 1678

1435 Aan Daniel Toussain, kuiper te Middelburg, leverancier van vaatwerk, voor arbeidsloon en het leveren van kruittonnen volgens ordonnantie van 25 juli 1678

1436 Aan Elias de Jager, leverancier van goederen in Suriname, voorschot op de gage van matroos Jan Dircxen volgens ordonnantie van 21 juli 1678

1437 Aan Abraham Musch, equipagemeester te Vlissingen en solliciteur en gemachtigde van Abel Thisso, voor geleverde goederen ten behoeve van de snauw de Bruinvisch van kapitein Thobias Adriaensen volgens ordonnantie van 2 november 1677

1438 Aan Abraham Musch, equipagemeester te Vlissingen en solliciteur en gemachtigde van Abel Thisso, voor geleverde goederen ten behoeve van het fort Zeelandia volgens ordonnantie van 2 november 1677

1439 Aan Joos Verscheure, gemachtigde van luitenant Hugo Uijtterschee, voor vier maanden gage van luitenant Uijtterschee volgens ordonnantie van 21 juni 1678

1440 Aan Joos Verscheure, gemachtigde van luitenant Hugo Uijtterschee, voor vier maanden gage van luitenant Uijtterschee volgens ordonnantie van 13 november 1676

1441 Aan Anthony Verschuere, soldaat in Suriname onder luitenant Hugo Uijtterschee, later smid, het restant van zijn gage volgens ordonnantie van 13 september 1678

1442 Aan Franchois Challon, predikant op Tobago, voor een jaar traktement tot en met 14 december 1675 volgens ordonnantie van 16 januari 1676

1443 Aan Henrij du Moulin, Waals predikant, erfgenaam of executeur testamentair van Pierre de Moulin, door Willem III aangewezen alss goeverneur van Suriname, voor vergoeding van onkosten, bij wijlen Pierre de Moulin, zijn equipage als gouverneur volgens commissie van de Prins van Oranje en zijn traktement tot aan zijn overlijden volgens ordonnantie van 31 maart 1678

1444 Aan Jacob Pietersen, koopman te Middelburg, voor geleverde goederen aan de soldaten volgens ordonnantie van 23 december 1672

1445 Aan Daniel Thijssen Janssen, schipper op de Maria, varend op Suriname, leverancier van slaven en goederen, voor transport van tien vaten met goederen volgens ordonnantie van 24 november 1671

1446 Aan Daniel Thijssen Janssen, schipper op de Maria, varend op Suriname, leverancier van slaven en goederen, voor het transporteren van diverse personen volgens ordonnantie van 24 november 1671

1447 Aan Daniel Thijssen Janssen, schipper op de Maria, varend op Suriname, leverancier van slaven en goederen, voor het transporteren van diverse personen naar Suriname en terug volgens drie ordonnanties

4.11. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1679

4.12. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1680

4.13. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1681

4.14. Verantwoording van de betalingen in de rekening over 1682

4.15. Verantwoording van de betalingen in de rekeningen over 1683-1693

laatste wijziging 25-11-2023

1.928 beschreven archiefstukken

2.145 gedigitaliseerd

totaal 4.210 bestanden

Delen

Duurzaam webadres

Mijn Studiezaal

Stel een vraag of plaats een opmerking op de tijdlijn

Reageren