Uw zoekacties: Ambachtsheerlijkheid Wissenkerke en Geersdijk, 1694-1877

467 Ambachtsheerlijkheid Wissenkerke en Geersdijk, 1694-1877 ( Zeeuws Archief )

Hulp bij uw onderzoek.
De informatie in deze website is zeer divers en bedoeld voor mensen met een belangstelling voor historisch of genealogisch onderzoek.
Wij trachten de informatie zo eenvoudig mogelijk te houden, maar beseffen ook dat de aard van de informatie soms wel enige studie of historische inzicht vereist.

Zoeken en bladeren

  • Bladeren
    De meest eenvoudige manier van werken is het zoeken te starten zonder zoekterm. U kunt dan bladeren door alle aanwezige toegangen.
  • Eenvoudig zoeken
    Wilt u een specifieker resultaat dan adviseren wij u te starten met één zoekterm. Het resultaat dat u krijgt voldoet aan de zoekterm. U kunt het resultaat verder verkleinen door meerdere zoektermen op te geven.
  • Uitgebreid zoeken
    Kiest u voor uitgebreid zoeken dan kunt u afhankelijk van de situatie meerdere zoekvelden invullen, waarna het resultaat zal voldoen aan de specifieke zoekactie. In iedere veld kunnen meerdere zoektermen worden ingevuld.
  • Zoektermen combineren
    Zoektermen worden gecombineerd De zoekfunctie voegt automatisch "en" toe tussen de verschillende zoekmogelijkheden die worden gebruikt. Zo kunnen 'zoeken met alle woorden' en 'zoeken met één van de woorden' worden gecombineerd.
  • Booleaanse operatoren
    Normaal worden meerdere zoektermen altijd gecombineerd met AND. U kunt bij het zoeken in een zoekveld ook gebruik maken van de Booleaanse operatoren: NOT en OR. De zoekacties met NOT beperken het zoekresultaat, terwijl OR veel meer resultaten oplevert.
    OR wordt vooral geadviseerd bij een bekende variatie op de schrijfwijze, bijvoorbeeld:
    - Den Haag OR ’s-Gravenhage
    - Vereeniging OR Vereniging
  • Woordcombinatie
    Wilt u zoeken met een woordcombinatie in een vaste volgorde (bijv. Vereniging tot behoud van natuurmonumenten), zet deze woorden dan "tussen aanhalingstekens".

Verfijnen
In de meeste gevallen zal naast het zoekresultaat een mogelijkheid tot verfijnen worden aangeboden. Verfijnen kan bijvoorbeeld op materiaalsoort, maar in andere gevallen op plaats en straat. Dit is afhankelijk van het archiefmateriaal dat geselecteerd is.

Sorteren
De resultaten staan gesorteerd in een standaard sortering. Dit kan per toegang verschillend zijn. In de meeste gevallen kan voor een andere sortering worden gekozen.

Digitaliseren op verzoek
Zie http://www.zeeuwsarchief.nl/over-ons/tarieven

beacon
 
 
Inleiding
Na de catastrophes van 1530 en '32 bleef Noord-Beveland drijvend tot 1598, toen de Oud-Noord-Bevelandpolder werd bedijkt, gevolgd door Nieuw-Noord-Beveland in 1616. Ten westen en zuiden van deze bedijkingen vertoonden zich uitgestrekte schorren, doorsneden van vele en diepe kreken, waar de geschonden torens van Kortgene en Wissenkerke bovenuit staken. In 1619 en 1620 werd door de landmeters Jan en François Simonsen in der Velde heel het gebied van het oude Noord-Beveland opgemeten op last van de raadsheeren van de Prins van Oranje en de gemene portionarissen-ambachtsheren *  . De grenzen van de heerlijkheden werden toen vastgesteld Het ambacht Wissenkerke en Geersdijk besloeg een oppervlakte van 3806 gemeten 278 roeden. Ten noorden begrensd door het Faal, de grensstroom van Ooster en Bewester Schelde; ten zuiden door de Zuidvliet. Het was sedert de overstroming aanmerkelijk aangewassen, daar het voor 1530 volgens de steenrol bekend stond met een grootte van 3499 gemeten 133 3/4 roede bij der brede. 10 Juni 1651 werd aan de Prins van Oranje met de ambachtsheren van Wissenkerke en Geersdijk en de portionaris-ambachtsheren octrooi verleend "ter bedijckinge van seeckere parthye gorssingen, gelegen aen den Fredericxpol-der" (bedijkt 1641) groot ongeveer 1600 gemeten. De participanten kwamen te Middelburg bijeen "in de Herberge van de Hooge Deure" op 11 November 1651 om de voorwaarden vast te stellen om "te be-deyken ende uit te geven de gorsinge, die geheten sal werden Wissenkerke .... omme met Godes Hulpe ende Zegen in den aenstaen-de jaren 1652 bedijkt ende tot eenen vasten coorenlande gebragt te werden" *  .
Art. 7 van deze voorwaarden bepaalde dat "Tot administratie ende beleyt deser dykagie op dat alles ten dienste der selver tijdelijk ende mette beste ordre mag werden gedirigeert ende voorsien sijn by de Heeren Participanten onder schriftelijke instructie ende ge-statueerde gagus gecommitteert (zal worden) een dijkgraeff, vier geswoorens, een penningmeester, twee lantmeeters, een bode ende twee hellebardiers, alle welgequalificeerde persoonen, nevens eenige heeren commissarissen daertoe versogt ende gecommitteerdt". Niemand had stemrecht dan die tenminste 25 gemeten land in deze dijkage bezat (art. 6). Art. 40 bepaalde verder dat de inwoners van de ambachten Wissenkerke en Geersdijk en die op de grond van de portionaris-ambachtsheren woonden "subject sullen staen ter vierschaer van schout en schepenen by d'heeren ambagtsheeren voors. naemaels te erigeeren, ten waere de Portionarissen-am-bachtsheeren goetvonden een vierschaar te erigeeren". Ingevolge resolutie der ambachtsheren van 30 April 1658 is in de plaats van dijkgraaf en gezworenen van het waterschap van Wissekerke, een nieuw afzonderlijk college van "schout en schepenen" van Wissekerke gesteld *  . Direct is men in de polder gaan bouwen en reeds in 1660 verrees de kerk, die door een nieuwe vervangen is in 1827. Het nieuwe dorp lag veel noordelijker dan het oude Wissenkerke van voor de overstroming. Achter de Torenhof staat nog steeds de steen in 1774 daar gezet om de plaats van de oude toren aan te geven, waarvan de bouwvallen na 1755 opgeruimd zijn *  .
Op de steen, die beschadigd is, heeft gestaan: "Hier is het middelpunt van Oud-Wissekerke", met de jaartallen van de overstromingen. Alleen het woord "middelpunt" is nog te lezen De bedijkingen volgden nu elkaar spoedig op: Camperlandpolder (1658), Geersdijkpolder (1668), Vlietepolder(1687), Thoornpolder (1697), Heer Janszpolder (1699), Mariapolder (1719), Willempolder (1771) en Sophiapolder (1775). Door al deze polders liep de grens der heerlijkheid. 25 Mei 1694 werd een instructie gemaakt door de ambachtsheren van Wissenkerke, Campen en Geersdijk "waarnaer dat de polders bij dijk-graaff en gesworens, mitsgaders de clercq en penningmeester sullen werden geadministreert", *  uit de notulen van ambachtsheren van 17 Mei 1808, waarbij besloten werd aan de Directeur-Generaal van de waterstaat een nominatie toe te zenden ter vervulling van het dijkgraafschap, blijkt, dat de begeving der dijkgraafschappen van Wissenkerke-, Geersdijk-, Thoorn-, Camperland-, Heer Jansz-, Maria-, Sophia- en Willempolder altijd door de ambachtsheren, die voornamelijk ook in die polders waren geïnteresseerd, alsmede bij representatie van de verdere ingelanden, was geschied en ook meestal door hun begaven was:geweest aan de rentmeester, wiens persoon daartoe het geschikts werd bevonden *  .
Het gebied van de ambachtsheerlijkheid werd ten zuiden nog uitgebreid door de bedijking van de Soelekerkepolder in 1818, waarin een 550 gemeten tot het gebied van de heerlijkheid behoorde In hetzelfde jaar probeert men de rechten op het daarvóór gelegen Spieringschor te bewijzen, dat in 1804 door de administratie der domeinen in bezit genomen was. Bij K. B. van 6 Febr. 1819 nr. 48 werd het in de ongestoorde eigendom daarvan gelaten. In de veertiger jaren werd evenwel over het bezit van het Spieringschor met het bestuur der domeinen een proces gevoerd, met gevolg dat bij contract van 24 Juli/25 Aug. 1840 de ambachtsheren van Wissenkerke en Geersdijk verklaren niet langer aan het Domein het eigendom van het Spieringschor te betwisten. Toch berusten ambachtsheren niet en 19 Jan. 1842 werd een concept-request aan de Koning behandeld en uit de notulen blijkt, dat in het bedijkingsjaar op 17 April 1856 de schorren aan het ambacht toebehorend verkocht zijn (nr. 15).
Richtlijnen voor schout, schepenen, secretaris en bode werden gegeven bij de instructie, vastgesteld op 25 Mei 1694 *  . Een uitgebreidere "Ordonnantie tot bedieninge van de heerlijkheden Geersdijk en Wissenkerke" werd gearresteerd 30 Maart 1778. "Zoo ten opzichte van schout, schepenen, secretaris en bode; alsmede van de vendue, het administreeren van de weeskamer en weezegoede-ren, onder dezelve sorteerende insolvente boedels, willige en onwillige decreten, mitsgaders de salarissen, daartoe gestatueert, en die van advocaten, procureurs en dingtaalhouders, voor gemelde vierschaar postuleerende. Gemaakt bij renovatie der oude in-structien, usantien, practijken, herkomsten en possessien, door de Wei-Edele Heeren Ambagtsheeren der gezegde heerlijkheden". *  Schout en schepenen werden door ambachtsheren verkozen, totdat de rentmeester, die tevens schout was, zich op 22 Maart 1795 op het rechtshuis te Colijnsplaat moest vervoegen tezamen met de schouten der afzonderlijke heerlijkheden in Noord-Beveland voor een speciale commissie van de Prov. Representanten van het volk van Zeeland, bestaande uit de heren J. C. Klement en C. Visser Cz. Het voornaamste doel van deze commissie was het requireren van rundvee en landbouwproducten voor de Franse troepen, maar ook moesten kiezers benoemd worden. 24 Maart 1795 werd Anemaet als zodanig benoemd voor de parochie en heerlijkheid Wissenkerke. Uit die kiezers werd Abram Vader, secretaris van Kortgene, benoemd als representant van 't volk van Zeeland. Voor die benoeming waren aan het huis van Anemaet gekomen Paulus de Smit en An-thony van Driele, die hem te kennen gaven dat de wet verzet moest worden, de benoeming van schout en schepenen moest door het volk geschieden.
Zij vertrouwden dat hij "de actueele nieuwe constitutie zoude omhelzen" en werd dan ook door die twee heren als schout en secretaris aangesteld. De oude schepenen werden aan kant gezet en vijf nieuwe benoemd *  . 3 Sept. 1795 vindt men dan genotuleerd: "Het vermaken van een gedeelte van het collegie van schepenen, als nu volgens jaarlijkse gewoonte zouden moeten geschieden, word in consideratie gebragt hoe daarinne te handelen, alsoo volgens het jegenwoordig beleid van zaaken, zulks door de inge-zeetenen word gedaan, is na deliberatie goedgevonden daarinne insgelijks provisioneel te blijven berusten" De laatste banden tussen heerlijkheid en gemeenten werden afgesneden door de staatsregeling van 1798. Een commissie, ingesteld door het Intermediair Adm. Bestuur tot organisatie van de plaatselijke besturen in Noord-Beveland en Wolphaartsdijk, had zich 4 April 1798 naar Wissenkerke begeven en aldaar ontbonden het gerecht van Wissenkerke en Geersdijk. Wederom werd tot schout en secretaris aangesteld W.L. Vader, als schepenen de burgers Ary van Driele, Jan Tase-laar, Thomas de Looff, Paulus de Smit en Dingeman van der Maas, dezelfden die in 1795 benoemd waren. Allen legden de verklaring van onveranderlijke afkeer tegen het stadhouderschap, de aristocratie, de regeringloosheid en het federalisme af *  . Men spreekt dan niet meer van de gerechte van Wissenkerke maar van gemeentebestuur of municipaliteit. Aangezien ook kerk en staat gescheiden zijn "en daarenboven de ambagtsheeren van hunne prerogativen staan verstooken te worden", zou het volgens ambachtsheren niet billijk zijn zich langer te bezwaren met de reparatie en onderhoud van de kerk, evenzo met de parochie- en armemiddelen, en besluiten zij met het gemeente-bestuur overleg te plegen over de wijze van overgifte *  .
Hierover is jaren lang gekibbeld en de rekeningen van de parochie-accijns door ambachtsheren afgehoord lopen door tot 1805 (zie nr. 109) In de vergadering van 1 Oct. 1798 geeft E.P. van Visvliet te kennen, dat hij als commissaris tot de zaken van het ambacht deze vergadering heeft belegd "om te regu-leeren de opgaaf der schadevergoeding te pretendeeren ingevolge het 25e art. van algemeene beginselen voor het ontwerp der staats-reguling geplaatst. Waar over zeer ampel zijnde gedelibereerd, is goedgevonden, daar in te volgen de van deezen Ambagte gepresenteerde memorie aan de Provisioneele Representanten in het voormalig gewest van Zeeland in de maand December 1795 overgegee-ven en agtervolgens het schema door d'Heer Verheye van Citters aan de gezamentlijke ambagtsheeren opgegeven" 12). De 8 Oct. gedateerde eis, tot schadevergoeding "in vas van devasallage" behandelde het volgende: Tezamen zijn ambachtsheren verlijd met 3572 gemeten 21 roeden land en maken zij aanspraak op de volgende rechten: recognities van secretaris en gerechtsbode, malerij, huisschatting, erfpacht of wooncijns, herendiensten, jacht en vo-gelarij en de revenuen van de parochie- of ambachtsrekening, tezamen bedraagt alles tegen een kapitaalsrealisering van 3% £ 9433.17.10 1/2 Vls. Deze memorie werd aan de oud-raadpensionaris Van Citters bezorgd ter verdere expeditie. Over de afloop vernemen wij niets. Bij de restauratie werden ambachtsheren weer voor een deel in hun rechten hersteld.
Zij dragen nu de leden van het gemeentebestuur voor (nr. 14); in overleg met de ambachtsheren wordt een schoolmeester benoemd; de rentmeester is aanwezig bij het opnemen der gemeente-rekening evenzo bij het opnemen van de armenrekening en het vermaken van de kerkeraad (zij maken weer deel uit van het collegium qualificatum); de aanstelling van bedienden in de gemeente moet weer door ambachtsheren gedaan worden. De gemeentebesturen mogen geen nieuwe verordening maken buiten medeweten van ambachtsheren. Toch verdwenen in de loop van de tijd verschillende van deze rechten. Een reglement voor het beheer van het ambacht Wissenkerke en Geersdijk werd nog 22 Mei 1863 vastgesteld (nr. 5). In de vergadering van 30 October 1875 opende de voorzitter de beraadslaging over het voorstel van commissarissen om tot ontbinding van het ambacht over te gaan. Dit voorstel werd met algemene stemmen aangenomen. 5 Maart 1877 werd de laatste vergadering belegd om de verdeling van de verkoopprijs te doen plaats hebben. Een som van ¿ 37698,17 bleef ter verdeling over.
Van het archief zijn de notulenboeken 1652-1792 verloren gegaan, evenzo een groot gedeelte van de rekeningen. Van de ingekomen en uitgegane stukken is niet veel meer overgebleven dan de enkele die heerlijke rechten betreffen. In de laatste vergadering werd door de rentmeester W.J. Vader voorgesteld het archief aan het Gemeentebestuur van Wissenkerke af te staan, te meer omdat het archief slechts uit notulenboeken en rekeningen bestond en er geen oorkonden of charters aanwezig waren. Met algemene stemmen werd hiertoe besloten. Een voorstel van de voorzitter het over te dragen aan de Prov. Bibliotheekvan Zeeland had geen bijval gevonden, Daar de heer Vader tevens burgemeester van Wissenkerke was, bleef het met het archief daarvan onder zijn beheer. 12) In de vergadering van 3 Sept. 1795 hadden zij besloten mee te doen met de bekende deductie van ambachtsheren in Zeeland aan de Prov. representanten "alsmede om van wegens dit ambacht proportioneel te dragen in de onkosten, welke op dit een en ander zullen vallen". Door de zorgen van de gemeente-secretaris C.N. van der Heyde is het archief-voorzover toen nog aanwezig-bij afbraak van de particuliere kantoren van bovengenoemde heer Vader-1920 overgebracht naar de kluis van het gemeente-archief, zonder dat evenwel een scherpe scheiding tussen heerlijkheids- en gemeentestukken werd aangebracht. In September 1949 is het heerlijkheidsarchief gescheiden van het gemeente-archief en in de onderstaande inventaris beschreven.

Kenmerken

Datering:
1694-1877
Andere namen:
Heerlijkheid Wissenkerke en Geersdijk
Omvang:
1 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1950
Titel publicatie:
M.P. de Bruin, 'Het archief van de Heerlijkheid Wissenkerke en Geer[s]dijk, 1694-1877', in: Rijksarchief in Zeeland. Gebundelde Inventarissen. Deel I ('s-Gravenhage 1962) 47-58
Opmerking:
Een groot deel van het archief is zwaar door vocht aangetast (indien dit het geval is, wordt dit vermeld in het detailscherm van een specifiek nummer)
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland