151.1 Opperbevelhebber van de Forten Lillo en Liefkenshoek, 1814-1839 ( Zeeuws Archief )
151.1
Opperbevelhebber van de Forten Lillo en Liefkenshoek, 1814-1839
Inleiding
Alhoewel deze archieven beginnen met het jaar 1814 zijn er over de jaren tot 1830 niet veel stukken bewaard gebleven. Het eigenlijke archief neemt een aanvang met laatstgenoemd jaar, en wel op 11 oktober, datum waarop majoor Ritschie, aangewezen als oppercommandant van het fort Lillo, het commando van majoor Sceeuwde, overnam. Majoor Ritschie werd bij dispositie van de Directeur-Generaal van Oorlog d.d. 9 november 1832, nr. 56 benoemd tot commandant van Woudrichem en gaf toen het bevel van het fort Lillo over aan majoor Von Jeetze. Dit fort en dat van Liefkenshoek stonden respectievelijk onder een majoor en een kapitein met de titel van oppercommandat, terwijl als opperbevelhebber van die forten was aangewezen generaal Chassé, opperbevelhebber van de citadel van Antwerpen.
Deze toestand bleef bestaan totdat men vreesde dat het mogelijk en zelfs waarschijnlijk was dat tengevolge van de gebeurtenissen de verbinding van de citadel van Antwerpen met de forten Lillo en Liefkenshoek zo al niet geheel afgesneden dan toch zeer belemmerd zou worden. In verband hiermee meende Z.K. Hoogheid de Admiraal en Kolonel-Generaal in de gegeven omstandigheden aan de luitenant-kolonel W.A. Bake, commandant der artillerie te Den Helder, het opperbevel over genoemde forten te moeten opdragen. Dit vond plaats bij schrijven van de Directeur-Generaal van Oorlog, d.d. 19 november 1832, nr. 15. Luitenant-kolonel Bake nam 22 november 1832 het opperbevel op zich.
Bij zijn indiensttreding werd door hem bepaald, dat de majoor Von Jeetze belast bleef met het commando van het fort Lillo en kapitein Hennij met dat van Liefkenshoek. Majoor Von Jeetze bleef maar kort met dat commando belast wegens zijn overplaatsing naar een ander garnizoen. Bij dispositie van de Directeur-Generaal van Oorlog, d.d. 1 december 1832, nr. 20 werd toen aangewezen als commandant van het fort Lillo majoor Senn van Basel. De commandant van het fort Lillo gaf zijn archief over aan de opperbevelhebber der beide forten, toen deze 22 november 1832 het bevel aanvaardde. Het archief van eerstgenoemde loopt dus tot die datum, terwijl de laatste zijn archief heeft vervolgd in dat van de commandant van Lillo.
Aan luitenant-kolonel Bake werd bij K.B. van 8 maart 1834, nr. 91 eervol ontslag als opperbevelhebber der meergenoemde forten verleend. Ingevolge schrijven van de Directeur-Generaal van Oorlog, d.d. 3 september 1835, nr. 7 nam majoor Herckenrath het opperbevel ad interim over de forten op zich. Deze bleef hiermede belast totdat de forten op 22 juni 1839 werden overgegeven aan de Belgische autoriteiten.
Recht tegenover het fort Lillo aan de andere zijde van de rivier de Schelde, lag het fort Liefkenshoek. Dit stond van eind december 1830 af onder het bevel van kapitein J.J. Henny. Ook na zijn bevordering bleef hij in deze functie werkzaam.
De archieven werden, na de overgave der forten, eerst toegezonden aan de opperbevelhebber der vesting Bergen op Zoom om tot nader order aldaar te worden gedeponeerd. Zij zijn later doorgezonden naar het Departement van Oorlog. Deze archieven werden begin 1976 overgedragen door de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief aan het Rijksarchief in Zeeland (Aanwinst 1976.14).
Bij verwijzing naar dit archief zou bij voorkeur de volgende bronvermelding gebruikt moeten worden: Zeeuws Archief (ZA), archief Opperbevelhebber Forten Lillo en Liefkenshoek (Opperbevel Lillo/Liefkenshoek), inv.nr(s) ..., daarna verkort als: ZA, Opperbevel Lillo/Liefkenshoek, inv.nr(s) ...
laatste wijziging 22-05-2023
35 beschreven archiefstukken
Inventaris
laatste wijziging 22-05-2023
35 beschreven archiefstukken
Kenmerken
Datering:
1814-1839
Omvang:
2 meter
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Toegankelijk:
Inventaris
Jaar bewerking:
1940
Inzage:
Studiezaal, in origineel
Raadpleegvestiging:
Middelburg, Hofplein
Collectie:
Rijksarchief in Zeeland
Categorie:
laatste wijziging 22-05-2023
35 beschreven archiefstukken