Hubregt van den Bout bekend schuldig te zijn aan Hendrik Houwer de kapitale som van twaalf duizend gulden tegen een interest van vijf en half procento ingaande den eersten januari 1800 en tien. Als securiteit dient een Hofstede bestaande uit Huis, Schuur, Wagenhuis en verder getimmerte met de numbre van 19 gemeten 265 roeden en Weiland, Bos, Hof en Boomgaard, staande en gelegen onder deese Heerlijkheid in 't bevang bezuiden den Boswegt 3e mate in no. 22, 4 gemeten 216 roeden Koornland aldaar no.19, 3 gemeten 237 roeden Weije aldaar no.24, 6 gemeten 7 roeden Bos en Koornland aldaar in 't bevang benoorden deze Bosweg 4e mate no.15, voorts 15 gemeten 60 roeden in de polder van Kijkuit in het Zuiderbevang no.7 en 8, 10 gemeten 43 roeden dito in de polder van Bommenede in 't bevang de kleine Kreke no.1, wijders nog 4 gemeten 43 roeden Weije in de polder van Zonnemaire in 't Polder bevang 11e mate no.4, 2 gemeten 12½ roeden dito aldaar in 't Moerbevang 12e mate no.1, 5 gemeten 153 roeden Koornland aldaar in Marinus Jakobs bevang 5e mate no.11, 12 en 13, en 5 gemeten 296½ roeden dito aldaar in Anthoni Jan Matthijsse's bevang 6e mate no. 5, 6, 7, 8 en 11,Verder ook 11 gemeten 295 roeden Weije in 't Zuidervierendeel van Schouwen onder Duivendijke in 't Burgbevang 4e mate no.6, 7, 8 en 11, 4 gemeten 65 roeden dito aldaar beoosten het Moolwekken 3e mate no. 2, 4 gemeten 140 roeden diti in 't Oostervierendeel van Schouwen onder Briedorpe in 't Bergbevabg 6e mate no.5, te samen de numbre van 98 gemeten 33 roeden en eindelijk alle der comparants vrugten, paarden, beesten bouw- en melkgereedschappen, welke thans of bij vervolg van de wederopzegging van 't kapitaal op en in gemelde Hofstede, Schuur, Wagenhuis, Landen en Weijen zijn of zullen worden bevonden