Uw zoekacties: Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1959

Notulen gemeenteraad Vlissingen ( Zeeuws Archief )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Pagina in notulen
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1959
Titel:
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1959
Jaar:
1959
Pagina:
366
25 september 1959
508
Vraag 5
Zo ja, zijn burgemeester en wethouders dan niet van mening, dat hierdoor de belangen van Vlissingen met het oog op de toekomst zeer nadelig worden be- invloed, omdat het Sloegebied - ofschoon nog niet tot deze gemeente behorende - in het voorstel tot gemeentelijke herindeling van Walcheren juist mét het oog op de Vlissingse belangen aan deze gemeente is to egedacht?
Antwoord
Burgemeester en wethouders zijn van oordeel, dat temporisering van de uitvoering van het Sloeplan niet ten goede komt aan de belangen van Vlissingen, welke blijkens het voorontwerp van wet voor de ge¬ meentelijke herindeling van Walcheren worden erkend.
Vraag 4
Zo ja, zijn burgemeester en wethouders dan bereid te overwegen welke stappen van gemeentewege kunnen worden ondernomen om alsnog een uitvoering van het Sloeplan op korte termijn te bevorderen?
Antwoord
Gezien de ook in het reeds genoemde voorontwerp van wet erkende Vlissingse belangen en mede naar aanleiding van een door de heer Smit in de raadsver¬ gadering van 14 augustus j.l. gestelde vraag hebben burgemeester en wethouders zich bij schrijven van 16 september j.l. ter zake van de urgentie van de uit¬ voering van het Sloeplan tot de minister van verkeer en waterstaat gewend. Daarbij hebben zij gewezen op het feit, dat al moge de verkorting van de zeewering in het Zuid-Sloe dan al een onderdeel uitmaken van de zgn. Deltawerken, niet uit het oog mag worden verloren, dat door deze verkorting van de zeewering ook grote economische belangen worden gediend, het¬ geen trouwens de minister van economische zaken ver¬ klaard heeft in de z.g. Zesde industrialisatienota.
Voorts is de aandacht gevestigd op de belangstel¬ ling, welke voor vestiging in het Zuid-Sloe uit het
509 25 september 1959
bedrijfsleven wordt getoond. Wil men deze belangstel¬ ling levendig houden en bevorderen, dan is het zeer gewenst dat de gronden in het Zuid-Sloe binnen af¬ zienbare tijd worden bedijkt opdat met de aanleg van het haven- en industrieterrein een aanvang kan wor¬ den gemaakt. Bedrijven, welke voor vestiging daarop in aanmerking komen, moeten, behalve over buiten¬ dijks gelegen ligplaatsen voor zeeschepen met los- en laadgelegenheid, aanstonds over binnendijks gele¬ gen gronden kunnen beschikken. Er bestaat een ster¬ ke samenhang tussen werken, welke buitendijks en die, welke binnendijks bij het afsluiten van het Zuid-Sloe' en de aanleg van een haven- en industriecomplex al¬ daar, onderhanden genomen zullen moeten worden, nog afgezien van het feit, dat hier "werk met werk" ge¬ maakt zou kunnen worden, hetgeen financiële voorde- ,len biedt.
Burgemeester en wethouders hebben de minister op grond van één en ander dan ook dringend verzocht te willen beslissen, dat temporisatie van het in het kader van de Deltawet uit te voeren werkzaamheden I zich niet zal uitstrekken tot de verkorting van de zeewering in het Zuid-Sloe en de daarmede samenhan¬ gende aanleg van een haven- en industriegebied.
Van hun bij de minister gedane stap hebben burge¬ meester en wethouders aan gedeputeerde staten dezer provincie kennis gegeven.
Vraag 5
Zo ja, zijn burgemeester en wethouders dan bereid de raad van het resultaat hunner overwegingen in kennis te stellen?
Antwoord
Deze vraag heeft reeds in de beantwoording van vraag 4 haar antwoord gevonden. Burgemeester en wethouders willen hier aan toevoegen, dat zij bereid ^ • z•t. raad van het door de minister ingeno¬ men standpunt in kennis te stellen.
De heer VADER zegt het college van burgemeester ^^thouders dank voor de uitvoerige beantwoording e door hem gestelde vragen.
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Zeeuws Archief