Uw zoekacties: Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1909

Notulen gemeenteraad Vlissingen ( Zeeuws Archief )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Pagina in notulen
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1909
Titel:
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1909
Jaar:
1909
Pagina:
107
186
dergelijke verordening af te zien en op deze kwestie terug te komen bij eene toeneming van het verkeer tengevolge van het welslagen der door de Vereeniging „Vlissingen Vooruit" in het werk gestelde poging tot het verkrijgen van eenen rijweg, welke Zeeland met Noord-Brabant zal verbinden.
De heer VAN NIFTRIK herinnert aan het gezegde „gouverner c'est prévoir", op grond waarvan hij dan ook waarschuwt tegen het voorstel des heeren V an der Meer.
Alvorens het aantal automobielen toeneemt, dient tijdig het verkeer daarmede aan voorschriften te worden onderworpen ter beveiliging tegen gevaren waaraan ook nu reeds de menschen en vooral de kinderen bloot¬ gesteld zijn.
Wat betreft de tegen de uitvoering der Verordening ingebrachte bezwaren, deze moet men niet te zwaar laten wegen.
Spreker stelt in 't licht dat in alle andere steden, waar eene dusdanige verordening bestaat, de dienaren van politie dezelfde moeilijkheden als in Vlissingen zullen ondervinden bij het taxeeren van de snelheid, waarvoor men vaste maatstaven zou kunnen aannemen door vergelijkingen te maken met andere vervoer¬ middelen.
Overgaande tot eene bespreking der kosten, welke geen reden mogen zijn om van het voorkomen van ongelukken af te zien, zet Spreker uiteen dat die uit¬ gaven geen hoog bedrag zullen beloopen, terwijl men bovendien kan beginnen met de borden voorloopig slechts daar te plaatsen waar met automobielen zal worden gereden, om gaandeweg het aantal uit te breiden.
De VOORZITTER stelt thans voor, tot de artikels- gewijze behandeling over te gaan.
187
De heer VAN DER MEER acht het onnoodig in art. 5 eene maximum snelheid aan te geven voor het verkeer in straten, die uitloopen op de in art. 1 voor het verkeer afgesloten straten.
De VOORZITTER merkt op, dat in art. 1 alleen wordt gesproken van het verkeer met motorrijtuigen, terwijl art. 5 ook op rijwielen ziet.
De heer MERCKENS geeft in overweging in art. 5 het Groenewoud niet op te nemen, daar het rijden met eene grootere snelheid, aldaar geen gevaar oplevert.
De VOORZITTER meent dat het beter is ook voor die straat in het belang der veiligheid eene maximum snelheid van 10 E.M. per uur aan te nemen.
De heer MERCKENS merkt hij art. 8 op, dat de woorden „waarvoor het" (n.l. het rijwiel of motor¬ rijwiel) „bestemd is" te veel overlaat aan de bedoeling van den eigenaar.
Spreker acht het gewenscht dat het woord „bestemd" vervangen wordt door een kunstterm, zoodat duidelijk is dat art. 8 ziet op de constructie van het rijwiel, afgezien van het doel waarvoor de eigenaar het bestemt.
De VOORZITTER is van oordeel dat niet de eigenaar, maar de fabrikant de bestemming aan een dergelijk vervoermiddel geeft.
Spreker zegt dat de voorgestelde term, die ook in de Middelburgsche verordening voorkomt, is overgenomen uit de Politie-verordening en in den praktijk nooit tot eenige moeilijkheid aanleiding heeft gegeven.
De heer MERCKENS blijft zijne opvatting behouden en stelt nu voor in art. 8 het woord „bestemd" te vervangen door het woord „gebouwd."
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Zeeuws Archief