Uw zoekacties: Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1927

Notulen gemeenteraad Vlissingen ( Zeeuws Archief )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Pagina in notulen
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1927
Titel:
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1927
Jaar:
1927
Pagina:
114
27 Mei
218
der Vliet, hebben wij de eer U de volgende dubbeltallen ter benoeming voor te dragen:
a. Vacature A. M. de Bont:
1. A. M. de Bont.
2. C. B. J. Wijtenburg.
b. Vacature H. C. Wesseling:
1. H. C. Wesseling.
2. A. Smit Jzn.
c. Vacature Ds. P. C. van der Vliet.
1. Ds. P. N. Kruijswijk.
2. Ds. A. de Voogd.
Wij bieden U hierbij tevens aan een verslag van het fonds over het jaar 1926, benevens ter goedkeuring de door de Com¬ missie ingediende rekening en verantwoording over dat jaar.
De heeren A. M. de Bont, H. C. Wesseling en Ds. P. N Kruijswijk worden benoemd met onderscheidenlijk 15, 14 en stemmen. De heer A. Smit Jzn. verkreeg 1 stem en de heeren Ds. A. de Voogd en Ds. P. C. van der Vliet 4 stemmen, terwijl 3 stemmen blanco waren.
VI. Aan de orde is de uitloting van:
a. 14 obligaties van ƒ 1000.- (of A en B van ƒ 500.-) der geldleening groot ƒ 400.000.— a 3 % van 1888.
De VOORZITTER trekt de volgende nummers: 17; 22; 45; 87; 93; 118; 149; 165; 178; 189; 195; 218 en 275 en 378 A en 378 B.
b. 6 obligaties van ƒ1000.- der geldleening groot ƒ 141.000.- a 4 °/0 van 1911;
De VOORZITTER trekt de volgende nummers: 27; 44; 59; 100; 134 en 138.
c. 2 obligaties van ƒ 1000.- der geldleening groot ƒ 184.000- a 4 °/o van 1911.
De VOORZITTER trekt de volgende nummers: 51 en 181.
d. 1 obligatie van ƒ 1000.- en 1 obligatie van ƒ 500- der geldleening groot ƒ 37.000.— a 4'/2 °/o van 1916.
219
27 Mei
De VOORZITTER trekt de volgende nummers: 2 (ƒ 1000.—) en 25 (ƒ 500.-).
VII. Aan de orde is het volgende nader voorstel van Burge¬ meester en Wethouders naar aanleiding van het verzoek van P. Tavenier om van gemeentewege eene jaarlijksche toelage te ontvangen:
Aan den Raad der gemeente Vlissingen.
In Uwe vergadering van 29 April 1927 werd ons voorstel om afwijzend te beschikken op het verzoek van P. Tavenier alhier, om van gemeentewege een jaarlijksche gratificatie te mogen ontvangen, aangehouden, in verband met een door ons nader uit te brengen advies omtrent het in die vergadering door het lid, den heer L. P. van Oorschot, gedaan voorstel tot het toe¬ kennen van een jaarlijksche uitkeering, „overeenkomende met het pensioen, dat zou genoten zijn over de jaren, dat Tavenier in gemeentedienst was".
In ons vorig voorstel vermeldden wij reeds, dat het gedurende de laatste 40 jaren steeds gebruikelijk is geweest het te verrichten straatwerk jaarlijks aan te besteden en dat Tavenier dien¬ tengevolge vele malen tot de aannemers heeft behoord, doch als zoodanig in geen dienstbetrekking stond tot de gemeente. Slechts gedurende enkele jaren werd het straatwerk in eigen beheer uitgevoerd en stond Tavenier in gemeentedienst. Dit is het geval geweest in de jaren 1914 tot en met 1918.
Nog afgezien van de omstandigheid, dat de Pensioenwet aan een aantal van vijf dienstjaren geen pensioensaanspraken verbindt, komt dit aantal ons te gering voor om U te kunnen adviseeren tot toekenning van eene jaarlijksche uitkeering.
Wij meenen dan ook ons eerste voorstel te moeten handhaven.
De Commissie voor de Financiën adviseert tot aanneming van het voorstel.
Idem de Commissie voor de Gemeentewerken.
De heer VAN OORSCHOT zegt, dat de argumentatie van Burgemeester en Wethouders hem vreemd voorkomt. In hun voorstel komt geen woord voor over de 16 jaren die Tavenier
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Zeeuws Archief