Uw zoekacties: Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1925

Notulen gemeenteraad Vlissingen ( Zeeuws Archief )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Pagina in notulen
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1925
Titel:
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1925
Jaar:
1925
Pagina:
115
10 Juli 188
XXII. Aan de orde is het volgende voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de Instructie van Directeur, Leeraren en Concierge der Avondschool voor Nijverheids¬ onderwijs:
Aan den Raad der gemeente Vlissingen.
Bij algemeenen maatregel van bestuur van 31 Januari 1925, Stbl. n°. 27, zijn opnieuw nadere voorschriften gegeven tot uitvoering van artikel 16 en artikel 28, vierde lid der Nijverheids¬ onderwijswet, die geacht worden te zijn ingegaan op 1 Januari 1925 en afwijken van de voorschriften vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 4 Juni 1923, Stbl. n°. 250.
Naar aanleiding dezer veranderingen in de voorschriften, waaraan ook de Instructie voor Directeur, Leeraren en Concierge der Avondschool voor Nijverheidsonderwijs alhier, door U werd vastgesteld in Uwe vergadering van 26 October 1923 bij besluit n°. 196, is het noodzakelijk geworden overeenkomstige wijzigingen in deze instructie aan te brengen.
Te dien einde hebben wij de eer U voor te stellen het daartoe strekkende besluit te nemen, volgens bijgevoegd ontwerp-besluit.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor¬ stel van Burgemeester en Wethouders besloten.
(Zie voor het genomen besluit het gemeenteblad).
XXIII. Aan de orde is het volgende voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het converteeren van geldleeningen:
Aan den Raad der gemeente Vlissingen.
Zooals Uwen Raad bekend zal zijn is de rentestandaard in de laatste maanden aanzienlijk teruggeloopen- Meerdere gemeenten hebben dan ook reeds kans gezien leeningen van 6 °/0 te converteeren in leeningen met een lager rentetype. Ofschoon de mogelijkheid van een verdere daling uiteraard niet uitgesloten is, wil het ons toch voorkomen, dat de tijd voor conversie thans gunstig genoemd moet worden.
Door ons worden dan ook pogingen aangewend, opdat ook
189
10 Juli
deze gemeente van deze gunstige omstandigheden profiteeren kan. Teneinde het mogelijk te maken, dat ons College eventueel onmiddellijk een voordeelige aanbieding kan accepteeren, achten wij het wenschelijk, dat door Uwen Raad thans reeds in principe wordt besloten de na te noemen leeningen op de daarbij te noemen voorwaarden te converteeren.
Voor conversie komen in aanmerking:
a. De geldleening groot ƒ 252.000.— van 1920, rentende 7 °/0, per resto nog groot ƒ 210.000.— (na de aflossingen per 2 Januari 1926 ad ƒ 14.000.— en wel ƒ 7000.— ten laste van den dienst 1925 en ƒ 7000.— ten laste van den dienst 1926). In de voorwaarden dezer leening komt echter de bepaling voor, dat van het recht tot vervroegde gedeeltelijke of geheele aflossing vóór 1 Januari 1926 geen gebruik zal worden gemaakt. Dit behoeft echter geen bezwaar te zijn om thans reeds tot conversie te besluiten. Er kan dan bedongen worden, dat de storting der gelden op 2 Januari 1926 zal moeten geschieden. Wij stellen U voor deze leening te converteeren op zoo voordeelig mogelijke voorwaarden doch tegen een maximum rente van 5'/2 °/o bij den parikoers;
b. De geldleening groot ƒ 650.000.— van 1925, rentende 6 °/0, per resto nog groot ƒ 650.000.—. Deze leening werd aangegaan bij raadsbesluit d.d. 12 januari 1925, n°. 2. Bij deze leening is echter bepaald, dat, mocht de gemeente van het recht tot vervroegde gedeeltelijke of geheele aflossing gebruik maken, vóórdat van den looptijd der leening vijf jaren zijn verstreken, zij van het bedrag der aflossing 1 °/0 vergoeding zal betalen. Wij meenen, dat deze bepaling geen motief mag zijn, niet tot conversie over te gaan. Tenzij gewacht zou worden tot de bedoelde termijn van 5 jaar verstreken is, wat allerminst aan¬ beveling verdient, moet deze leening zoo spoedig mogelijk afgelost worden. Het eerste jaar zal uit den aard der zaak geen voordeel verkregen worden. Immers, dan zou de nieuwe leening geplaatst moeten worden tegen een rente van minder dan 5 % bij den parikoers, hetgeen natuurlijk uitgesloten is. Wanneer echter een rente bedongen kan worden van 5V4 % bij den
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Zeeuws Archief