Uw zoekacties: Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1924

Notulen gemeenteraad Vlissingen ( Zeeuws Archief )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Pagina in notulen
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1924
Titel:
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1924
Jaar:
1924
Pagina:
96
30 Mei
158
van 2—10 uur. Hij wil den wandelaars daar zoo weinig mogelijk belemmeringen in den weg leggen. Vrouwen en kinderen moeten daar rustig kunnen wandelen.
De heer VAN HAL is het volkomen eens met den heer Van Oorschot.
De heer SOREL geeft een weg aan hoe de wielrijders het smalle gedeelte kunnen vermijden bij eventueele sluiting.
De heer P. G. LAERNOES is ook voor afsluiting. Hij beschouwt den Boulevard als een wandelweg en men moet dien eenen mooien wandelweg als zoodanig behouden. De wandelaars moeten ook eens beschermd worden. De fietsers hebben plaats genoeg om te fietsen.
De heer HARTS is voor goede verkeersbepalingen. Daarom is hij voor het voorstel-Van Niftrik-Van Bennekom.
De VOORZITTER zegt, dat de bedoeling is om de wandelaars te beschermen, 's Maandags, 's Dinsdags, 's Donderdags en 's Vrijdags van 2—7 uur is het op dat punt echter niet zoo druk.
De heer P. G. LAERNOES blijft afsluiting van den Boulevard wenschelijk achten. Aan wandelaars moet gelegenheid worden gegeven rustig op den Boulevard te kunnen wandelen.
De heer VAN NIFTRIK zegt, dat op gewone dagen niemand gehinderd wordt als er tot 's avonds 7 uur op den Boulevard gefietst wordt.
De heer VAN OORSCHOT is het volkomen eens met den heer P. G. Laernoes. De wandelaars moeten rustig kunnen wandelen.
De heer VAN BENNEKOM zegt, dat de heeren Van Oorschot en P. G. Laernoes alleen een pleidooi houden voor de voetgangers. Waar thans bijna iedereen fietst, dient men ook met de fietsers rekening te houden.
Daarna wordt in stemming gebracht het voorstel van de Commissie voor de Strafverordeningen om het niet verbreede gedeelte van den Boulevard Bankert, zoomede het niet verbreede gedeelte van den Boulevard Evertsen, gedurende de maanden Mei tot en met September des namiddags van 2 tot 10 uur te sluiten voor alle motorrijtuigen en rijwielen, aangenomen met 11 tegen 8 stemmen.
Tegen stemden de heeren M. Laernoes, Huson, Sorel, Hillinga, Van Bennekom, Andriessen, Van Niftrik en Harts.
Daarna wordt zonder hoofdelijke stemming het volgende besluit genomen:
(Zie voor dit besluit het Gemeenteblad).
159
30 Mei
XXXL De VOORZITTER zegt, dat door de heeren Berger, Van Hal en Lindeijer de volgende vragen aan Burgemeester en Wethouders zijn gedaan :
Ondergeteekenden, leden van den Raad der gemeente Vlissingen, verzoeken Uw College in de eerstvolgende raadszitting onderstaande vragen te beantwoorden:
1. Is het juist, dat 26 April j.l. de werkverschaffing is stopgezet?
2. Is het juist, dat hierover de Commissie van advies voor de werk¬ verschaffing niet is gehoord?
3. Is het juist, dat een klein deel der arbeiders, die bij de werk¬ verschaffing werkzaam waren, opnieuw te werk zijn gesteld onder andere arbeidsvoorwaarden ?
4 Is het juist, dat hierover de Commissie voor de Gemeentewerken niet is gehoord ?
5. Meenen Burgemeester en Wethouders, indien 1, 2, 3 en 4 bevestigend worden beantwoord, dat een dergelijke handelwijze, n.l. het herhaaldelijk voorbijgaan van Commissiën, in de toekomst zal leiden tot een goede en vruchtbare samenwerking tusschen Burgemeester en Wethouders eenerzijds en de raadscommissiën, eventueel den Raad anderzijds ?
Vlissingen, 14 Mei 1924.
(get.) J. A. BERGER, (get.) LINDEIJER.
(get.) A. C. VAN HAL.
Het antwoord van Burgemeester en Wethouders luidt als volgt:
Naar aanleiding van de door de heeren Berger, Lindeijer en Van Hal gestelde vragen hebben wij de eer U het volgende te antwoorden:
1. Het is juist, dat op 26 April j.l. de werkverschaffing is stopgezet.
2. Deze stopzetting der werkverschaffing had plaats overeenkomstig den datum waarop de Rijkssubsidie eindigde. De Rijkssubsidie was verleend bij eene ministeriëele beschikking, welke is behandeld in de Commissie voor de werkverschaffing en waarvan de voorwaarden op advies van de Commissie door Burgemeester en Wethouders zijn aanvaard. Voorts zij opgemerkt, dat de Commissie voor de werkverschaffing in Uwe vergadering van 27 October 1922 is ingesteld in het belang van eene goede controle op de werkverschaffing en de toepassing van de steunregeling. De uit¬ voering en de stopzetting van de werkverschaffing behoort geheel tot de bevoegdheid van Burgemeester en Wethouders.
3. Het is juist, dat een klein deel der arbeiders, die bij de werk-
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Zeeuws Archief