Uw zoekacties: Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1921

Notulen gemeenteraad Vlissingen ( Zeeuws Archief )

beacon
1  records
 
 
Erfgoedstuk
Pagina in notulen
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1921
Titel:
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1921
Jaar:
1921
Pagina:
111
29 April
176
den geloofsbrief van het nieuw benoemde lid Mevrouw H. C. Engering—Spillner.
Daartoe wordt door hem eene commissie van onderzoek, bestaande uit de heeren A. Staverman, W. L. Huson en A. C. van Hal, benoemd.
III. De openbare vergadering wordt daarop door den VOOR¬ ZITTER geschorst.
IV. Na heropening der vergadering brengt de commissie bij monde van den heer Staverman verslag uit van het door haar gehouden onderzoek.
De geloofsbrief is in orde bevonden en mitsdien stelt de commissie voor Mevrouw H. C. Engering—Spillner toe te laten tot lid van den Raad.
De VOORZITTER stelt voor overeenkomstig het rapport der Commissie te besluiten tot toelating van het nieuw ingekomen lid.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dienovereenkomstig besloten.
Het genomen besluit luidt als volgt:
De Raad der gemeente Vlissingen,
gehoord het Rapport der Commissie van onderzoek; overwegende:
dat uit den ingezonden geloofsbrief van Mevrouw H. C. Enge- ring-Spillner blijkt, dat op 23 Mei 1919 de uitslag der verkiezing is vastgesteld, en dat zij op 11 April 1921 door het Centraal stembureau benoemd is verklaard tot lid van den Raad;
dat niet is gebleken, dat bij de candidaatstelling en stemming informaliteiten hebben plaats gehad;
dat de benoemde op 13 April 1921 het bij art. 13 der Ge¬ meentewet bedoelde ontvangbewijs heeft afgegeven en op 21 April d. a. v. verklaard heeft de benoeming aan te nemen;
dat zij blijkens de ingevolge art. 17 der Gemeentewet over¬ gelegde stukken:
177
29 April
a. is geboren 10 September 1875 te Aarlanderveen als wettig kind van eenen Nederlandschen vader en dus is Nederlander volgens de wet van 12 December 1892 (Staatsblad no. 268) en den ouderdom van drie en twintig jaren vervuld heeft;
b. gedurende de laatste twaalf maanden aan hare verkiezing voorafgaande in de gemeente heeft gewoond;
c. geen openbare betrekkingen bekleedt;
dat den Raad geene feiten bekend zijn, die de benoemde een der vereischten, bedoeld bij art. 19 der Gemeentewet, hebben doen verliezen;
dat geene bloedverwantschap of zwagerschap in den eersten of tweeden graad tusschen de benoemde en den Burgemeester of een der Raadsleden bestaat;
gelet op art. 31 der Gemeentewet;
Besluit:
Mevrouw H. C. Engering-Spillner toe te laten als lid van den Raad en van dit besluit kennis te geven aan Gedeputeerde Staten en aan de toegelatene.
Nadat Mevrouw Engering-Spillner door den Secretaris is binnengeleid, legt zij de eeden af, welke zijn voorgeschreven bij artikel 39 der Gemeentewet,
De VOORZITTER houdt de volgende rede:
Mevrouw Engering!
Vergun mij U onze gelukwenschen aan te bieden bij Uwe installatie als lid van onzen Raad.
Wij beleven thans een historisch moment in onzen Raad, om¬ dat door Uwe benoeming de vrouw hare intrede doet in ons gemeentebestuur.
Het „ewig weibliche" zal van stonde af aan rechtstreeks en blijvend zijn invloed op onze handelingen in den Raad uit¬ oefenen, want het is nauwelijks aan te nemen, dat wij in dé toekomst niet steeds vrouwelijke raadsleden zouden bezitten.
Uw optreden zal dus van grooten invloed zijn, U wordt als
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Zeeuws Archief