Uw zoekacties: Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1919

Notulen gemeenteraad Vlissingen ( Zeeuws Archief )

beacon
1  records
 
 
7454 Notulen gemeenteraad Vlissingen
Erfgoedstuk
Pagina in notulen
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1919
Titel:
Notulen van de gemeenteraad Vlissingen 1919
Jaar:
1919
Pagina:
119
Is onderdeel van:
2 Mei
194
De heer AUER zegt, dat de heer Van Hal weet, dat de verordening in zake de verplichte schoolvergaderingen in de maand Maart 1918 gereed was.
Deze zaak zou toen ook behandeld zijn geworden, als de afd. Vlissingen van den Bond van Nederlandsche onderwijzers betreffende deze zaak niet een tweetal dagen tevoren gekomen was met een ingrijpend adres.
Hierover moesten nu de Commissie van toezicht op het lager onderwijs en de schoolopziener worden gehoord.
Gebleken is, dat deze zaak werkelijk niet zoo eenvoudig is, als zij lijkt.
Thans zijn Burgemeester en Wethouders van plan deze zaak te laten rusten, totdat de nieuwe wet op het lager onderwijs in werking zal zijn getreden. Een betreffend wetsontwerp is nu aanhangig.
In deze wet zal wel degelijk de verhouding tusschen de hoofden en het verdere onderwijzend personeel opnieuw worden geregeld.
De afd. Vlissingen van den Bond van Nederlandsche onderwijzers beroept zich in haar adres van verleden jaar op de Haagsche verordening. Ook daar gaat het echter niet goed.
Spreker toont zulks aan door voorlezing van een artikel uit het Weekblad „Het Onderwijs" van 28 September 1918, getiteld „Strijd om de Macht".
Burgemeester en Wethouders zitten er daar dus blijkbaar ook mede.
De hoofden houden vast aan de wet en spreker vreest een lijdelijk verzet.
Spreker acht deze zaak alleen nuttig, wanneer de hoofden en de onderwijzers te zamen daarvoor iets gevoelen.
Nu er toch eene regeling betreffende deze aangelegenheid in de wet komt, stellen Burgemeester en Wethouders zich voor daarmede te wachten.
De heer VAN HAL zegt, dat het hem toelijkt, dat het nog wel lang zal duren, voordat de nieuwe wet er is.
Spreker denkt, dat men daarop nog wel een jaar of twee jaren wachten kan.
De Rijkswetgeving sluit zich meer aan aan de practijk.
195
2 Mei
De wethouder van onderwijs heeft nu vrijwel een afwijzend praeadvies gegeven.
Spreker acht het wenschelijk, dat Burgemeester en Wethouders met een voorstel komen, opdat de Raad in de gelegenheid wordt gesteld zich vóór of tegen deze zaak uit te spreken.
De heer AUER zegt, dat de nieuwe wet op het lager onderwijs wel degelijk dit jaar zal komen.
Daarin is deze zaak anders geregeld dan in de gewenschte verordening. Hieraan door te werken haalt thans niets uit.
Spreker zegt, dat de hoofden van scholen zich beroepen op de oude wet. Van die zijde is dus niets dan tegenwerking te verwachten.
Ook de districts-schoolopziener, die de werking van reglementen op de schoolvergaderingen reeds heeft meegemaakt, ontraadt aan deze zaak door te werken en raadt aan nog even te wachten.
Hierop wordt overeenkomstig het voorstel van den Voorzitter het adres in handen van Burgemeester en Wethouders gesteld om advies.
10. Adres van de afdeeling Vlissingen van de Nederlandsche Vereeniging „Eerste hulp bij ongelukken" om toekenning van een subsidie van ten minste ƒ 75.—.
Wordt besloten, op voorstel van den Voorzitter, dit adres in handen te stellen van Burgemeester en Wethouders om advies.
11. Rapport van de Commissie in zake het aanstellen van een' schoolarts.
De VOORZITTER zegt, dat hij aan het einde dezer vergadering in eene geheime zitting deze aangelegenheid ter sprake zal brengen.
12. Ontwerp-plan van eene salarisherziening der gemeente¬ ambtenaren.
Wordt besloten, op voorstel van den Voorzitter, deze voorstellen te doen drukken en eerst in eene huishoudelijke bijeenkomst van den Raad te behandelen.
Voorbeeld : Klik op de tekst voor meer
Organisatie: Zeeuws Archief
laatste wijziging 03-07-2018
1 gedigitaliseerd