2123 Kloosters te Haarlem ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
2123   Kloosters te Haarlem
Inleiding
1. Geschiedenis van de Haarlemse kloosters
2. Verantwoording van de herinventarisatie
3. Geraadpleegde literatuur
laatste wijziging 29-09-2023
1.795 beschreven archiefstukken
27 gedigitaliseerd
totaal 1.678 bestanden
Inventaris
1. Archieven van de kloosters in Haarlem
2. Restant van de administratie van de rentmeester van de geestelijke goederen, 1581-1766
3. Restant van de administratie van de rentmeester van het kantoor van Sint Jan, 1625-1766
4. Restant van de administratie van de rentmeesters van de geestelijke goederen en het kantoor van Sint Jan gecombineerd, (1757) 1767-1809
5. Regestenlijst, 1169-1499 (1506)
5.1. Inleiding
5.2. Regesten
5.2.1. 1169 - 1309
5.2.2. 1310 - 1315
5.2.3. 1316 - 1332
5.2.4. 1333 - 1349
5.2.5. 1350 - 1372
5.2.6. 1373 - 1398
5.2.7. 1399 - 1420
584 Broeder Claes van Alcmaer van de orde van Sint Jan aanvaardt de kerk en zielszorg van Heemskerk op voorwaarde dat hij de commandeur van het huis van Sint Jan te Haarlem gehoorzaam zal zijn., 1399 februari 17 (des manendaghes na Valentini martiris) [Jaardagstijl verondersteld]
585 Broeder Bartholmeus Carafa de Neapoli, prior urbis en plaatsvervangend meester van de orde van Sint Jan, draagt op verzoek van Albrecht, hertog van Beieren enz., het huis te Haarlem met alle bezittingen over aan broeder Willem de Scoten voor zijn leven en benoemt hem tot commandeur daarvan in plaats van heer Rutger Pauwelsz., commandeur van Sint Catharina te Utrecht., 1399 maart 10 (Rome)
586 Broeder Bartholmeus Carafa de Neapoli, prior urbis en plaatsvervangend meester van de orde van Sint Jan, absolveert broeder Willem van Scoten, op diens verzoek, van de straffen hem opgelegd door broeder Rutgherus Pouwels, preceptor van het huis te Utrecht waaraan het huis te Haarlem onderworpen is, wegens zijn weigering om voor hem te verschijnen., 1399 maart 10 (Rome)
587 Broeder Bartholmeus Carafa de Neapoli, prior urbis en plaatsvervangend meester van de orde van Sint Jan, geeft toestemming aan broeder Wilhelmus de Scoten, preceptor van het huis van Haarlem, voor de opname in de orde van zes geschikte, eerlijke en uit een wettig huwelijk geboren broeders., 1399 maart 10 (Rome)
588 Broeder Bartholmeus Carafa de Neapoli, prior urbis en plaatsvervangend meester van de orde van Sint Jan, geeft op diens verzoek toestemming aan broeder Willem de Scoten, preceptor van het huis van Haarlem, om jaarlijks niet meer dan 50 goudguldens aan 'responsiones' te betalen., 1399 maart 10 (Rome)
589 Paus Bonifatius IX bevestigt op verzoek van Bertholmeus Carafa de Neapoli, prior urbis en plaatsvervangend meester van de orde van Sint Jan, de overdracht door deze van het huis van Sint Jan te Haarlem met al zijn toebehoren aan Willem van Scoten, preceptor van genoemd huis., 1399 maart 22
590 Willem, graaf van Oostervant enz., bevestigt de door zijn vader, hertog Albrecht, aan heer Willem van Schoten, commandeur van Sint Jan te Haarlem, gegeven privileges., 1399 april 12 ('s Gravenhage)
591 De officiaal van de bisschop van Utrecht geeft op verzoek van Johannes Theoderici van Haarlem, geestelijke uit het Utrechtse diocees, een transsumpt van de akte van broeder Bertholmeus Carafa de Neapoli, prior urbis en plaatsvervangend meester van de orde van Sint Jan, van 10 maart 1399 betreffende de absolutie voor Willem van Schoten, zie regest 586., 1399 mei 10 (Utrecht)
592 De officiaal van de bisschop van Utrecht geeft op verzoek van Johannes Theoderici van Haarlem, geestelijke uit het Utrechtse diocees, een transsumpt van de akte van broeder Bertholmeus Carafa de Neapoli, prior urbis en plaatsvervangend meester van de orde van Sint Jan, van 10 maart 1399 betreffende de aanstelling van broeder Willelmus de Scoten tot commandeur te Haarlem, zie regest 585., 1399 mei 10 (Utrecht)
593 De officiaal van de bisschop van Utrecht geeft op verzoek van Johannes Theoderici van Haarlem, geestelijke uit het Utrechtse diocees, een transsumpt van de akte van broeder Bertholmeus Carafa de Neapoli, prior urbis en plaatsvervangend meester van de orde van Sint Jan, van 10 maart 1399 betreffende de opneming te Haarlem van 6 geschikte personen, zie regest 587., 1399 mei 10 (Utrecht)
594 De officiaal van de bisschop van Utrecht geeft op verzoek van Johannes Theoderici van Haarlem, geestelijke uit het Utrechtse diocees, een transsumpt van zes akten:
1). De absolutie door broeder Bertholmeus Carafa de Neapoli, prior urbis en plaatsvervangend meester van de orde van Sint Jan, voor broeder Wilhelmus de Scoten, preceptor van het huis van Sint Jan te Haarlem, van 10 maart 1399, zie regest 586;
2). Een exemptie van idem voor idem van 10 maart 1399;
3). De akte van aanstelling van Willem de Scoten tot commandeur te Haarlem van 10 maart 1399, zie regest 585.
4.) De bul van bevestiging door Paus Bonifacius IX van de benoeming van Willem van Scoten van 22 maart 1399, zie regest 589;
5). De akte van toestemming door genoemde Carafa voor de beperking van het aan 'responsiones' te betalen bedrag van 10 maart 1399, zie regest 588;
6). de akte betreffende de opname van 6 eerlijke personen van 10 maart 1399, zie regest 587.
, 1399 mei 10 (Utrecht)
595 De officiaal van de bisschop van Utrecht geeft een transsumpt van een akte van broeder Bertholmeus Carafa de Neapoli, prior urbis en plaatsvervangend meester van de orde van Sint Jan in Duitsland, van 10 maart 1399 betreffende de betaling van 'responsiones' door de commandeur te Haarlem, zie regest 588., 1399 mei 10 (datum Traiecti)
596 De officiaal van de bisschop van Utrecht geeft een transsumpt van de bul van paus Bonifacius IX van de bevestiging van de benoeming van broeder Willem de Scoten tot commandeur van het huis te Haarlem van 22 maart 1399, zie regest 589., 1399 mei 10 (datum Traiecti)
597 Albrecht, hertog van Beieren enz., belooft om heer Willem van Schoten, commandeur van het huis van Sint Jan te Haarlem krachtens benoeming door heer Bartholomeus Karafa van Napels, prior van Rome en overste stadhouder van de orde van Sint Jan, te ondersteunen en beveelt iedereen om hetzelfde te doen., 1399/1400 januari 10 (1399 na den lope van onsen hove) [Paasstijl]
598 Schout, schepenen en raad van Haarlem geven een vidimus van een privilege van 10 januari 1400 van hertog Albrecht van Beieren, zie regest 597., 1399/1400 januari 14 (1399 Sinte Ponstgensdach) [Boodschapstijl]
599 Philips Heynricsz. en diens vrouw Machtelt Dircxd. schenken bij testament een stuk land van 10 morgen te Rijswijk aan het convent van Onze Lieve Vrouwenbroeders te Haarlem op voorwaarde dat in genoemd klooster jaarlijks drie missen voor hen gelezen zullen worden., 1400 januari 18
601 Albrecht, hetog van Beieren enz., bevestigt de schenkingen aan Onze Lieve Vrouwenbroeders te Haarlem en neemt het klooster in bescherming., 1400 maart 14 ('s Gravenhage, 1400 na den lope van onsen hove)
602 Dirc Jansz., schout van Warmond, oorkondt dat Dirc Voet verklaard heeft een jaarlijkse erfpacht van 1 pond Hollands aldaar schuldig te zijn aan de Onze Lieve Vrouwenbroeders te Haarlem., 1400 april 27 (des Dinsdaghes na Sinte Marcusdach)
603 Jan Bertelmeyszoen en Jan van Spaerwoude, schepenen van Haarlem, oorkonden dat heer Jan van Heemstede, ridder, verklaard heeft dat de heren van Sint Jan aldaar een jaarlijkse rente van 3 schellingen en 6 penningen afgekocht hebben., 1400 augustus 29 (Sinte Jansdach decollatio)
604 Jan Doelvoet Heynrycsz. en Ghijsbert van Est, schepenen van 'Tuel', oorkonden dat Egon Graet Gherytsz. 4 1/2 morgen en 1 hond land in het gerecht Hemert gegeven heeft aan Gheryt Eghensz. en diens vrouw Beatrys gedurende hun leven., 1400 november 17 (des woensdaghes na Sinte Martijnsdach in den winter)
600 Broeder Willem van Schoten, commandeur van Sint Jan te Haarlem, geeft alle heergewaden die verschijnen zullen in huur aan Boudijn van Sweeten, klerk van de graaf van Holland, tegen 18 Vlaamse nobels per jaar.
, 1400/1401 januari 18 (Haarlem, 1400) [Boodschapstijl verondersteld]
605 Everardus Foec, deken van Sint Salvator te Utrecht, geeft een vidimus van een schuldbekentenis van 8 september 1387 door commandeur Rutgher Pouwels, zie regest 527., 1401 april 6
606 Broeder Wilhelmus de Scoten, commandeur van Sint Jan te Haarlem, presenteert Johannes Theoderici van Haarlem tot de door de dood of resignatie van Symon de Woester vacant gekomen kapelanie op het Sint Andriesaltaar in de kerk van genoemd huis., 1401 augustus 8
607 Aelbrecht, hertog van Beieren enz., geeft iedereen in zijn graafschappen bevel om heer Willem van Schoten als commandeur van het huis van Sint Jan te Haarlem te erkennen en bij te staan tegen de commandeur van Sint Catharina te Utrecht., 1401 augustus 26 ('s Gravenhage, des vridaghes na Sinte Bertelmeesdach apostel)
608 Gheryt van Berkenrode en Symon Suutvoet Claesz., schepenen van Haarlem, oorkonden dat Jan Bake verklaard heeft 103 pond Hollands schuldig te zijn aan broeder Gheryt Gherytsz., prior van Sint Catharina te Utrecht, en diens broer Jan Gherytsz., 1401 november 15 ('s dinxdaghes na Sinte Martijnsdach in den winter)
609 Pieter Pietersz. en Jan Gherytsz., schepenen van Beverwijk, verklaren dat schout Matthijs Claeszoen een gerechtelijke boedelscheiding getroffen heeft tussen Gerbrant Engelsoenswijf en Claes Jacop als voogd van zijn vrouw., 1401 november 23 (Sente Clementsdach)
610 De officiaal van de aartsdeken van Utrecht geeft, wegens de onenigheid over de presentatie tot de kapelanie van Sint Andreas in de kerk van Sint Jan te Haarlem, die vacant gekomen is door de dood of resignatie van Symon de Woester en waarop Johannes Theodorici, kanunnik te Utrecht, Jacobus filius Jacobi filius Frederici, geestelijke van Utrecht, en Petrus Roeper, geestelijke, aanspraak maken, opdracht aan genoemde partijen om hun bewijsstukken te produceren., 1402 april 29 (sabbato post domenicam qua cantatur in ecclesia dei pro introitu misse)
611 Heer Warnerus de Steenhuys, priester, procuratie hebbende van Johannes Theodorici, kanunnik, laat in aanwezigheid van broeder Willem van Scoten, commandeur of preceptor van het huis te Haarlem, door een notaris transsumpten maken van
1.) Het mandaat van de officiaal van de bisschop van Utrecht van 29 april 1402, zie regest 610;
2.) De akte van benoeming van Willem van Scoten tot commandeur van 10 maart 1399, zie regest 1585;
3.) De bevestiging van deze benoeming door paus Bonifacius IX van 22 maart 1399, zie regest 589.
, 1402 juni 17
612 Henricus Stoeck Pauli, geestelijke, appelleert als gemachtigde van heer Willem van Scoten, commandeur van het huis van Sint Jan te Haarlem, aan de commandeur van Sint Catharina te Utrecht om genoemde Willem van Scoten te veroorloven om zijn convent met alle toebehoren te besturen zoals broeder Bartholomeus Carafa, prior urbis en plaatsvervangend meester van de orde van Sint Jan, hem op 10 maart 1399 op verzoek van hertog Albrecht reeds heeft veroorloofd., 1402 juni 27
613 De officiaal van de aartsdiaken van Utrecht doet uitspraak in het geschil over de presentatie tot de kapelanie op het Sint Andriesaltaar in de kerk van het huis van Sint Jan te Haarlem tussen Johannes Theodorici, kanunnik te Utrecht (gepresenteerd door Willem van Scoten, commandeur van genoemd huis), Jacobus filius Jacobi filius Frederici (gepresenteerd door broeder Johannes Voghel, commandeur van het huis van Sint Catharina en de balije te Utrecht), en Petrus Roeper (gepresenteerd door meester Nicolaus Suker, kanunnik te Xanten) en stelt na partijen gehoord te hebben Johannes Theodorici in het bezit van genoemde kapelanie., 1402 oktober 7 (Traiecti)
2123 Kloosters te Haarlem
Inventaris
5. Regestenlijst, 1169-1499 (1506)
5.2. Regesten
5.2.7. 1399 - 1420
613
De officiaal van de aartsdiaken van Utrecht doet uitspraak in het geschil over de presentatie tot de kapelanie op het Sint Andriesaltaar in de kerk van het huis van Sint Jan te Haarlem tussen Johannes Theodorici, kanunnik te Utrecht (gepresenteerd door Willem van Scoten, commandeur van genoemd huis), Jacobus filius Jacobi filius Frederici (gepresenteerd door broeder Johannes Voghel, commandeur van het huis van Sint Catharina en de balije te Utrecht), en Petrus Roeper (gepresenteerd door meester Nicolaus Suker, kanunnik te Xanten) en stelt na partijen gehoord te hebben Johannes Theodorici in het bezit van genoemde kapelanie., 1402 oktober 7 (Traiecti)
NB:
Afschrift in inventarisnummer 132 fol. 87 (nr. 232).
Organisatie: Noord-Hollands Archief
laatste wijziging 15-12-2016
615 Pieter Pieterssone en Diric Oetgherssone, schepenen van Beverwijk, oorkonden dat IJsbrant Gerytszone, Coman Jan Gerytzone, Lysbeth Gerytsdochter, Aecht Gerytsdochter, Louwerys die Wandsnider als voogd van Lysbeth Gerytsdochter de jongste, en Diric die Weent als voogd van Agniete Gerytsdochter de helft van een huis en erf aldaar getransporteerd hebben aan hun vader Geryt Willaem Florenssone., 1402/1403 januari 25 (1402 na den loep 's hoefs van Holland op Sinte Pauwelsdach conversio) [Paasstijl]
619 Theodericus Nost de Bronchorst, geestelijke uit het Utrechtse diocees, wordt op diens verzoek voor notaris en getuigen, krachtens opdracht van Johannes Petri Nycolai, 'comes palatinus', tot notaris benoemd., 1403 februari 22 (Haarlem)
620 Matthias, 'episcopus Buduanensis' en vicaris-generaal van Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart meester Symon Garlaci tot subdiaken gewijd te hebben., 1403 maart 10 (sabbato post Invocavit)
621 Matthias, 'episcopus Buduanensis' en vicaris-generaal van Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart meester Symon Garlaci tot acoliet gewijd te hebben., 1403 maart 10 (sabbato post Invocavit)
622 Matthias, 'episcopus Buduanensis' en vicaris-generaal van Frederik, bisschop van Utrecht, verklaart meester Symon Garlaci tot priester gewijd te hebben., 1403 april 14 (in vigilia Pasche)
623 Johannes Cruwe, commandeur in Wezel en in Borken, Harmannus Meyer, commandeur in 'Nyenburch', Henricus Strike, commandeur in Frankfort, en Arnoldus Doeven, hofmeester van het huis van Sint Catharina te Utrecht, mede namens heer Hesso Slegelhelcus, meester van de Duitse priorij en commandeur van Langow, aan de ene kant, en meester Gherardus Visscher en Henricus Paulus namens Wilhelmus de Schoten, commandeur van het huis te Haarlem, aan de andere kant, besluiten in hun geschil als scheidsrechters aan te nemen heer Hubertus Scenke, 'episcopus Ypusensis', en Arnoldus van Tricht, proost van Sint Johannes te Utrecht, voor het huis van Utrecht en Everardus Foec, deken van Sint Salvator te Utrecht en meester Johannes Egidii van Haarlem, priester, voor het huis van Haarlem, aan wier uitspraak beide partijen zich beloven te onderwerpen op straffe van een boete van 1000 gouden schilden., 1403 april 26
624 Heer Hubertus, 'episcopus Ypusensis', Arnoldus van Tricht, proost van Sint Jan te Utrecht, Everardus Foec, deken van Sint Salvator te Utrecht, en meester Johannes Egidii te Haarlem doen als scheidsrechters , krachtens geïnsereerde volmacht van 26 april 1403 (zie regest 623) uitspraak in het geschil tussen het huis te Utrecht en Wilhelmus de Schoten, commandeur van het huis te Haarlem, inhoudende dat de commandeur van Haarlem zijn leven lang de akten en privileges zal behouden die hij van de meester van de orde en de paus gekregen heeft; dat hij jaarlijks aan de commandeur van Utrecht 100 Rijnsguldens zal betalen en daarmee vrij zal zijn van alle 'opsette ende capittelgelt'; dat hij geen broeder in zijn huis zal opnemen na het overlijden van enig conventuaal dan met goedvinden van het huis te Utrecht; dat hij van de commandeur van Utrecht en de meester van Duitsland nieuwe instructies zal ontvangen waarnaar hij het huis te Haarlem gedurende zijn leven zal besturen; en dat de commandeur van Utrecht alle aanhangige procedures zal beëindigen., 1403 juni 16
625 Lambertus, prior van het huis en convent te Utrecht, herroept in opdracht van de commandeur van genoemd convent de mandaten tegen Wilhelmus de Scoten, commandeur, en de overige broeders van het huis te Haarlem., 1403 juli 13
626 Florens Scoddy, schout, Jan van Foreest, Willem van Adrichem Diedwinuszoen, Heinric Dircsz., Willem van Assendelf, Claes Hone, Willem Doevenzoen van Riedwijc en Dirc van Bakenesse, schepenen, Willem van der Woude, Jan van Spaernenwoude, Jan van Hoessen en Gheryt Buysen, raden van Haarlem, verklaren namens genoemde stad een jaarlijkse rente van 31 schellingen en 6 penningen verkocht te hebben aan broeder Willem van Schoten, commandeur van Sint Jan te Haarlem, ten behoeve van genoemd klooster., 1403 juli 19 ('s donredaghes na Sinte Margrietendach)
627 Arnoldus de Doeven, commandeur, en de prior en het convent van Sint Catharina te Utrecht van de orde van Sint Jan, geven kwitantie aan broeder Wilhelmus de Scoten voor de betaling van alle achterstallen., 1403 juli 20
628 Broeder Hendric van Boemel van de orde van Sint Jan doet afstand van de kapelanie in de kerk van Sint Catharina te Utrecht ten behoeve van broeder Melys Outscuut., 1403 augustus 17 (des vridaghes na Onser Vrouwendach Assumptio)
629 Jan van Foreest en Willem Doevenzoen van Riedwijc, schepenen van Haarlem, oorkonden dat Hughe Blote en Jan van Hout, zonen van heer Diric van Hodenpijl, verklaard hebben dat zij van Florys Scoddi, Willem van Scoten en Ocker Gherydszoen als borgen voor de heren van Sint Catharina te Utrecht ontvangen hebben wat hen toekomt krachtens de eerste vervaldag van de zoen over de dood van heer Florys van den Houdt, priester. , 1403 augustus 26 (t' sonnendaghes na Sinte bertelmeusdach apostels)
630 Albertus, hertog van Beieren enz., presenteert heer Amelius , gezegd Outscuut, tot de kapelanie in de kerk van het huis van Sint Jan te Utrecht, vacant door de resignatie van heer Heinricus de Bomel., 1403 augustus 27 (Haarlem)
614 Claes Hone en Willem Doevezoen van Riedwijc, schepenen van Haarlem, oorkonden dat Coman Ghijsbrecht Ghijsbrechtsz. een huis en erf in de Veerstraat aldaar in erfhuur genomen heeft tegen een jaarlijkse rente van 10 pond, 14 schellingen en 4 penningen Hollands., 1403/1404 januari 7 (1403 's manendaghes na Dertiendach) [Boodschapstijl]
631 Claer Diric Boudijnsweduwe verklaart 37 morgen land met een huis te Rijswijk voor 10 jaar gehuurd te hebben van Willaem van Schoten, commandeur van het huis van Sint Jan, tegen een jaarlijkse huur van 58 pond Hollands., 1404 januari 9 (des woensdaghes na Dertiendendaghe) [Jaardagstijl verondersteld]
632 Willem van Boemel, priester, broeder van de orde van Sint Jan, verklaart door heer Willem van Schoten, commandeur van het godshuis van Sint Jan te Haarlem, met goedkeuring van heer Arent van Dueven, commandeur van het godshuis van Sint Catharina te Utrecht, benoemd te zijn tot pastoor van Hazerswoude., 1404 januari 30 (1404 des woensdaghes na conversio Pauli) [Jaardagstijl]
616 Claes Honen en Willaem Doevezone van Rietwijc, schepenen van Haarlem, oorkonden dat broeder Willem van Scoten, commandeur van Sint Jan te Haarlem, een huis en erf in de Sint Janssteeg getransporteerd heeft aan broeder Symon Gheerlofssoon., 1403/1404 februari 1 (1403 Onser Vrouwenavont Puerificatio) [Boodschapstijl]
617 Claes Honen en Willaem Doevezone van Rietwijc, schepenen van Haarlem, oorkonden dat Coman Gheerlof Gherydsz. een jaarlijkse rente van 10 pond, 14 schellingen en 4 penningen op een huis en erf in de Veerstraat aldaar getransporteerd heeft aan broeder Willem van Scoten, commandeur van het huis van Sint Jan aldaar., 1403/1404 februari 1 (1403 Onser Vrouwenavont Puerificatio) [Boodschapstijl]
618 Claes Honen en Willaem Doevenzoen van Rietwijc, schepenen van Haarlem, oorkonden dat broeder Willem van Scoten, commandeur van Sint Jan aldaar verklaard heeft dat de rente van 10 pond, 14 schellingen en 4 penningen die Coman Geerlof Gherydszoon aan genoemd klooster geschonken heeft, tijdens diens leven en dat van zijn zoon, broeder Symon Gheerlofssoen, niet overgedragen zal worden., 1403/1404 februari 1 (1403 Onser Vrouwenavont Puerificatio) [Boodschapstijl]
633 Jan de Witte en Dirc Rotterdam, schepenen van Rotterdam, oorkonden dat Dirc Boudynsz. die Mandemaker verklaard heeft een jaarlijkse rente van 20 schellingen Hollands op zijn huis en erf in de Lombertstrate aldaar schuldig te zijn aan de Onze Loeve Vrouwenbroeders te Haarlem of de houder van deze akte., 1404 maart 18
634 De officiaal van de aartsdiaken van Utrecht institueert, op verzoek van broeder Wilhelmus de Scoten, broeder Wilhelmus de Bomel als priester in de parochiekerk van Hazerswoude, welke post vacant gekomen was door de resignatie van broeder Aelbertus de Colwijk., 1404 maart 20 en 21 (feria sexta post domenicam Judicam, continuatis a feria quinta immediate precedente predicta)
635 Symon van Zaenden, Jan Wouter Symonszoenszoen, Ghijsbrecht van Riedvelt en Jan van Huesden doen uitspraak in een geschil tussen heer Gheryt van Heemskerk, heer van Oosthuizen, aan de ene kant en broeder Willem van Scoten, commandeur van Sint Jan te Haarlem, aan de andere kant, betreffende een door heer Wouter van Heemskerk aan genoemd klooster nagelaten jaarlijkse rente van 8 pond, en bepalen dat genoemde heer Gheryt de rente moet betalen., 1404 maart 28 ('s vridaghes na Onser Vrouwendach annunciatio)
636 Evert Foeke, deken van de kerk van Oudmunster te Utrecht, en Jan de Voecht van Rinevelt doen uitspraak in een geschil tussen heer Melys enerzijds en Heinric Jansz. van den Oesterlande van Remmerswale anderzijds over een kapelanie in het godshuis van Sint Catharina te Utrecht, en bepalen dat genoemde Heinric de inkomsten uit deze kapelanie zal uitkeren aan genoemde heer Melys zolang het goed Houchorst, waar deze uit voortvloeien, in zijn bezit blijft., 1404 mei 31 (des saterdaghes na des Heiligen Sacramentsdach)
637 Willen VI, graaf van Holland enz., bevestigt de privileges die zijn voorvaderen aan de commandeur van Sint Katherine te Utrecht en diens onderhorigen gegeven hebben en neemt hen in zijn bijzondere bescherming., 1404 december 11 (voor Hagesteyn)
638 Johannes Uter Wijk, provisor en deken van Kennemerland, doet uitspraak als rechter in een geschil tussen de commandeur en het convent van Sint Jan te Haarlem enerzijds en Theodericus Beer, burger van Haarlem, anderzijds over de erfhuur van 16 schellingen op een huis en erf op het Klein Heiligland en veroordeelt de laatstgenoemde tot betaling daarvan., 1404 december 23
639 Hughe van Riedwijc en Gheryt van Berkenrode, schepenen van Haarlem, oorkonden dat broeder Jan Gherytsz., heer van Sint Jan, een huis en erf in de Proostensteeg aldaar getransporteerd heeft aan Griete Coman Janswijf., 1405 september 21 (Sinte Matheusdach apostels)
640 Gheryt van Egmonde, ridder, schenkt ten behoeve van zijn memorie een jaarlijkse rente van 3 pond op een stuk land te Wateringen aan het klooster van Onze Lieve Vrouwenbroeders te Haarlem., 1406 februari 6 (des saterdaghes na Onser Vrouwendach purificatio)
641 De officiaal van de bisschop van Utrecht geeft een transsumpt van de akte van graaf Willem VI van 11 december 1404, zie regest 637., 1406 maart 2 (Utrecht)
642 Florys van Alcmade en Willem Woutersz., schepenen van Delft, oorkonden dat Aelbrecht Roetairtsz. die Molenair de helft van een huis en erf aldaar getransporteerd heeft aan Aernt Claisz., 1406 december 21 ('s dinxdaghes op Sinte Thomasdach)
643 Jan van Alphen, schout van Lisse, oorkondt dat heer Aernt en jonkvrouw Ledelt ten behoeve van hun memorie een kamp land aldaar, genaamd de Gherscamp, getransporteerd hebben aan de Onze Lieve Vrouwenbroeders te Haarlem., 1407 maart 11 (des vrijdaghes voer Sinte Gregorysdach)
644 Prior en conventualen van het klooster van de Vrouwenbroeders te Haarlem geven volmacht aan Willem van Rotterdam, 'leesmeester' van genoemd klooster, voor de verkoop van een erf te Delft., 1407 april 6
645 Pieter Willamsz., schout van Benthuizen, oorkondt dat Andries Dircxz. en Jan Doe Dircxz., heilige geestmeesters, verklaard hebben dat zij een jaarlijkse rente van 14 schellingen op een huis en erf aldaar schuldig zijn aan heer Willem Willemsz. van Boemel, broeder van de orde van Sint Jan en cureit aldaar, ten behoeve van de 'paepliker provende'., 1407 juni 19 (des sonnendaghes na Sinte Odulfsdach)
646 Willem Bartout Lottynszoenszoen, schout, Huge van Riedwijck, Jan Lottynsz., Jan Willem Janszoensz., Steven van Haerlem, Heynrick Aerntsz., Dirck van den Woude Willemsz. en Dirck Symon Doudenz., schepenen, en Gerryt Albout, Huge van Diemen, Claes IJsebrant Dubbenz. en Florys Uten Campe, raden van Haarlem, geven hun goedkeuring aan de nieuwe statuen van de Begijnen aldaar., 1408 oktober 17 (op Sinte Lucasavont)
647 De officiaal van de aartsdiaken van Utrecht institueert op verzoek van broeder Wilhelmus de Schoten, commandeur van het huis van Sint Jan te Haarlem, broeder Nycholaus, gezegd Thomas, priester, in de parochikerk van Zoeterwoude, vacant door de resignatie van broeder Machelinus Liebaert., 1409 januari 11 (feria sexta post factum Epiphani Domini)
648 Pieter Volkericx en Barthelmeus Heynensoen, schepenen van Den Briel, oorkonden dat Willem Heynric Hoeftz. een jaarlijkse rente van 20 schellingen Hollands geschonken heeft aan het klooster van Onze Lieve Vrouwenbroeders te Haarlem., 1409 april 3
649 Broeder Arent van Doeven, balijer en commandeur van het godshuis en de balije Utrecht van de orde van Sint Jan, geeft kwitantie aan broeder Victor Voghel, prior van Haarlem, voor 65 Rijnsguldens, die hij namens Willem van Schoten, commandeur van Haarlem, betaald heeft in mindering van diens 'respons'., 1409 april 10 (des woensdaghes na Paesdach)
650 Broeder Willem van Schoten, commandeur van Sint Jan te Haarlem, verklaart dat hij jonge Claes Claesz. en diens nakomelingen een graf in het godshuis van Sint Jan aldaar geschonken heeft., 1409 april 25 (Sinte Marcusdach)
653 Broeder Sander van Herven, 'balier' en commandeur van Utrecht van de orde van Sint Jan verklaart 75 Hollandse schilden schuldig te zijn aan broeder Willem van Schoten, commandeur te Haarlem., 1409 mei 26 (ipso die Penthecostes)
651 Wilhelmus Leo, proost van de kerk van Sint Marie te Rees in het Keulse diocees en subconservator van de rechten en de goederen van de orde van Sint Jan krachtens commissie van heer Gerardus de Ockenbergh, conservator krachtens de bul van paus Johannes XXII, beveelt ieder om de rechten en goederen van de orde van Sint Jan te ontzien en daagt degenen voor zich, die deze rechten aangetast hebben., 1409 juni 23 (in vigilia nativitatis beate Johannis Baptiste)
652 Jacop Claesz. verklaart 11 morgen land te Hazerswoude voor 10 jaar gehuurd te hebben van heer Willem van Schoten, commandeur van Sint Jan te Haarlem, tegen 11 oude Dordrechtse schilden per jaar., 1409 oktober 17 (Sinte Lucasavont)
654 Ridder Jan van Heemstede, heer van Benthuisen, schenkt mede namens zijn erfgenamen vergiffenis aan allen die tot tweemaal toe schade hebben aangericht aan zijn huis en boomgaard te Heemstede., 1409 november 3 (des zonnendaghes na Alre Zielendach)
655 Geryt Hone verklaart 20 boddragers schuldig te zijn aan heer Symon Ghierlofsz., priester., 1409 november 14 ('s donnersdages na Sinte Martijnsdach in den wynter)
657 IJsbrant Screvelant Jansz. Vos, schout van Hazerswoude, doet uitspraak in een dingtaal tussen Pieter Buytwech Gherenzoon en Ever IJsbrant Everszoonsz.over 2 morgen land waarop de heren van Sint Jan een renteakte van 4 pond hebben en verklaart de aanspraken van Pieter Buytwech onwettig., 1410 juni 23 (Sinte Jansavont Baptiste)
658 Broeder Diric Kalle, priester van de orde van Sint Jan, belooft, op bevel van broeder Aernt van Doeven, 'balier' en commandeur van Utrecht, om wegens zijn nalatigheid en gebreken terstond na datum van deze akte naar de mark Brandenburg te zullen reizen en slechts met goedvinden van de meester van de orde in Duitsland en de commandeur te Utrecht terug te zullen keren., 1410 oktober 1 (in festo sanctorum Remigii et sociorum eius)
656 Petrus, 'episcopus Tusculanensis' geeft op diens verzoek verlof aan broeder Johannes, gezegd Wel, monnik in het klooster van Sint Adalbert te Egmond, om een geschikte biechtvader te kiezen., 1411 mei 9 (Roma, VII ydus maii pontificatus domini Johannis pape XXIII anno primo)
659 Broeder Sander van Herwen, commandeur van Sint Catharina te Utrecht en balier van de Utrechtse balije van de orde van Sint Jan, en broeder Willem van Schoten, commandeur van Sint Jan te Haarlem, nemen heer Baertout van Assendelft en zijn vrouw Ulant [in de marge: Udelt, elders Oedele (zie regest 661)] van der Horst op in genoemde orde en geven hen toestemming om na hun dood voor het Sint Margrietenaltaar bezijden het 'heilig altaar' begraven te worden met voorwaarden dat eeuwigdurend een lamp zal branden boven hun graf en dat er jaarlijks een mis gezongen zal worden op hun graf gevolgd door brooduitdeling, waarvoor hij een jaarlijkse rente van 7 Engelse nobels bestemd heeft., 1412 oktober 28 (Haarlem, Sinte Symon ende Judendach)
660 Ridder Baertout, heer van Assendelft, schenkt 2 kampen land, geheten Die Aken, te Heemskerk aan het godshuis van Sint Jan te Haarlem ten behoeve van de op dezelfde dag ingestelde eeuwige memorie., 1412 oktober 28 (Sinte Symon ende Judendach)
661 Dirc van Aseendelf geeft zijn goedkeuring aan de huwelijkse voorwaarden tussen zijn broer heer Bartout van Assendelft en vrouw Oedele van der Horst., 1412 november 11 (Sinte Martijnsdach in den winter)
662 Oudzier Hughe die Bloet, schout van Rijswijk, oorkondt dat Pieter Hughenzoen en Florys Bartelmeesz. 10 morgen land aldaar voor 10 jaar in huur genomen hebben van heer Willem van Scoten, commandeur van het huis van Sint Jan te Haarlem., 1412 december 2 (des vridaghes na Sinte Andriesdach apostel)
663 Jan Symonsz., schout van 'Ostrop' en Sloten, oorkondt dat Dieduwaer Geryt Louwenweduwe een jaarlijkse rente van 4 Engelse nobels op haar huis en 6 1/2 gaarden land aldaar getransporteerd heeft aan Griete Willam Zybrantszoensdochter of de houder van deze akte., 1412 december 21 (Sinte Thomasdach apostoli in den winter)
664 Broeder Willem van Schoten, commandeur van de orde van Sint Jan te Haarlem, belooft dat Ulant van der Horst, vrouw van Assendelft, in de kerk van genoemd convent begraven zal worden.
, 1412/1413 april 11 (Haarlem, 1412 na den lope 's hofs van Holland) [Paasstijl]
665 Heyne Buse en Jan Hone, schepenen van Haarlem, oorkonden dat de commandeur en broeders van de orde van Sint Jan te Haarlem het land in 'Haerlemmervene after Nuwelant' gekocht hebben van Claes den Gruter., 1413 april 28 (des vridaghes na Sinte Marcusdach)
667 Willem VI, graaf van Holland enz., keurt de uitbreiding goed van het Begijnhof met het huis van wijlen Coen van Oisterwijck Willem Cuserszoen., 1413 juni 10 (den Haghe, opten heyligen Pynxsteravont)
666 Ghijsebrecht van der Cijwe Pietersz., schout, Dirc Boene, Floer die Backer en Jan Teylincsz., heemraden van het gericht 'Ghelikenesse', oorkonden dat Jan die Busscher Harberensz. 3 morgen en 5 1/2 hpond land aldaar getransporteerd heeft aan Claes Hughenz. ten behoeve van diens oom Jan Bartoutsz., commandeur van Sint Jan te 'Waerden'., 1413 november 23 (Sinte Clementsdach)
668 Willem van den Woude en Doeve van Riedwijck, schepenen van Haarlem, oorkonden dat Jan Dirc Claeszoensz. een huis en erf tussen de Kruis- en Janspoort getransporteerd heeft aan Hildegont Claes Jan Bartoutszoensd. van Assendelft., 1414 september 1 (des saterdaghes na Sinte Jansdach decollatio)
669 Paus Johannes XXIII geeft de abten van Egmond, Middelburg en Antwerpen opdracht om als conservatores van de rechten en bezittingen van de orde van Sint Jan op te treden., 1414 oktober 10 (VI idus octobris pontificatus nostri anno quarto)
670 Wiggher, prior, en het convent van de Vrouwenbroeders te Haarlem geven volmacht aan Willem van Rotterdam, 'leesmeester' van genoemd klooster, voor de verkoop van een erf te Delft., 1415 april 21
671 Meester Michailis Kiele, notaris in het diocees van Worms, geeft een transsumpt van enige pauselijke bullen, nl.
1). Van Clemens IV van 20 april 1265, zie regest 19;
2). Van Gregorius X van 27 september 1274, zie regest 26;
3). Van Benedictus XI van 8 juni 1304, zie regest 54;
4). Van Clemens VII van 5 oktober 1378, zie regest 503., 1415 juli 15
673 Broeder Enghebrecht van Foreest, commandeur van het godshuis van Sint Katherine te Utrecht, geeft toestemming aan broeder Symon van Schoten, priester van genoemde orde, om de renten te Aalsmeer te verkopen aan broeder Aernt van Voerburch., [1416 vóór februari 9]
672 Broeder Symon Claesz. transporteert de renten die hij te Aalsmeer en Kudelstaart heeft aan broeder Aernt van Voerburch., 1416 februari 9 (Sinte Appolloniendach) [Jaardagstijl verondersteld]
675 Agniese van Assendelf Janswijf van Cralingen geeft haar goedkeuring aan de huwelijkse voorwaarden tussen haar broer, heer Bartout van Assendelft, en vrouwe Oedele van der Horst., 1417 mei 17 (des manendaghes na Sinte Servaesdach)
676 Meester Andreus Pietersz., pastoor van de Hippolituskerk te Delft, Claes van Ruwen, Florys Scoddy en Jan Voechtsz. doen uitspraak in een geschil tussen de commandeur en de orde van Sint Jan enerzijds en heer Willem Taerninc, cureit van de kerk van Sint Pieter te Leiden, namens de Duitse heren anderzijds over de manschap en de heergewaden, en wijzen de heergewaden ten zuiden van de Maas aan de Duitse heren toe en die ten noorden daarvan aan de heren van Sint Jan te Haarlem., 1417 juni 11 (Sinte Odulfsavont)
677 De officiaal van Utrecht aanvaardt de verontschuldiging van broeder Wilhelmus de Scoten, commandeur van het huis van Sint Jan te Haarlem, dat hij wegens ziekte niet op het generaal-kapittel van genoemde orde kon verschijnen. , 1417 augustus 17 (Traiecti)
678 Hughe Jansz. en Aernt Jacopsz., schepenen van Delft, oorkonden dat Thuenys Danielsz. die Molenaer de helft van een huis en erf aldaar getransporteerd heeft aan Aernt Claesz. die Cuper., 1417 december 21 ('s dinxsdaghes op Sinte Thomasdach apostel)
679 Willaem van Brederode, heer te Gennep, te Steyn en te Merwede, bekent 24 gouden Hollandse schilden schuldig te zijn aan heer Willem van Schoten, commandeur te Haarlem., 1417 december 31 (laetsten dach in decembris)
674 Broeder Willem van Scoten, commandeur van Sint Jan te Haarlem, gefft een vidimus van een renteakte van 8 januari 1404, zie regest 614., 1417/1418 februari 25 (1417 des anderen daghes na Sinte Matthijsdach apostel) [Boodschapstijl verondersteld]
680 Jan Bertelmeus Ymmenzoonsz. en Symon Jude, schepenen van Leiden, oorkonden dat Jan Matthijsz. een jaarlijkse rente van 1 pond Hollands op een huis en erf in de Lombardsteeg aldaar getransporteerd heeft aan Jacop Gherytsz., 1418 maart 12 (Sinte Gregoriusdach)
681 Claes en Willem, heren Gustgenskinderen van Diepenburch, transporteren een stuk land te Maasland aan heer Willem van Schoten, commandeur van het huis van Sint Jan te Haarlem, ten behoeve van de pitancie., 1418 maart 22
682 Jacoba, hertogin van Beieren enz., geeft een vidimus van een renteakte van 21 februari 1323, zie regest 238, en transporteert 1/5 van 'Waerderbroec', dat de stad Edam vroeger in huur had, aan Baertout Pietersz. van der Beets., 1418 november 26 (Delft)
683 Hughe Gherydsoen, schout van Heemstede, oorkondt dat Allyn Jansz. een jaarlijkse erfpacht van 5 schellingen op een hofstede te Keghenrode getransporteerd heeft aan Rijnburch Florys Hughenzoensweduwe van Keghenrode., 1420 april 1
684 De officiaal van Doornik geeft een afschrift van een transsumpt van 15 juli 1415 door meester Michaelis Kiele, zie regest 671, en van enige pauselijke bullen, zie regesten 26, 54, 55, 144, 503, 509 en 671., 1420 juni 17
685 Schepenen en raad van Harderwijk oorkonden dat Hubert van Hierde bekend heeft een jaarlijkse rente van 15 Reynaldusguldens schuldig te zijn aan zijn oom heer Marten Ricoltsz. voor diens leeftocht., 1420 augustus 14 (Onser Liever Vrouwenavont assumptio)
5.2.8. 1421 - 1436
5.2.9. 1437 - 1447
5.2.10. 1448 - 1460
5.2.11. 1461 - 1472
5.2.12. 1473 - 1484
5.2.13. 1485 - 1506
laatste wijziging 29-09-2023
1.795 beschreven archiefstukken
27 gedigitaliseerd
totaal 1.678 bestanden
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1315-1625
Omvang in meters:
8,65
Periode documenten:
(1169) 1315-1625 (1845)
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk binnen 30 minuten
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-448. Regestenlijst, 1169-1499 (1506), in de inventaris. Inv.nr. 148 is te raadplegen op de Beeldbank Noord-Hollands Archief onder nrs. 51-000545 t/m 51-000554, 51-000556 t/m 51-000564. Inv.nrs. 222, 304, 367, 421, 429, 431, 433, 448 ontbreken, de bij inv.nr. 222 behorende kaart is te raadplegen op de Beeldbank Noord-Hollands Archief onder nr. 51-000555. In de Atlas Noord-Hollands Archief zijn geplaatst: inv.nrs. 148, 434-435.
Licentie metadata:
Creative Commons Zero (CC0) - Public Domain Dedication
Gemeente:
Haarlem
Categorie:
laatste wijziging 29-09-2023
1.795 beschreven archiefstukken
27 gedigitaliseerd
totaal 1.678 bestanden