356 Abdij van Egmond ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
356   Abdij van Egmond
Inleiding
1. Voorwoord
2. Afkortingen
3. Inleiding
4. Bijlage
laatste wijziging 12-11-2022
2.593 beschreven archiefstukken
254 gedigitaliseerd
totaal 3.507 bestanden
Inventaris
1. Archief van de abdij van Egmond
2. Archief van memoriemeesters
3. Archief van de kosterij
4. Archief van hospitaalmeesters
5. Aanvulling
6. Regestenlijst, 889-1571
6.1. Afkortingen
6.2. Regestenlijst, 889-1571
6.2.1. Regesten 1 t/m 100
6.2.2. Regesten 101 t/m 200
6.2.3. Regesten 201 t/m 300
6.2.4. Regesten 301 t/m 400
6.2.5. Regesten 401 t/m 500
6.2.6. Regesten 501 t/m 600
6.2.7. Regesten 601 t/m 700
6.2.8. Regesten 701 t/m 800
6.2.9. Regesten 801 t/m 900
6.2.10. Regesten 901 t/m 1000
6.2.11. Regesten 1001 t/m 1100
6.2.12. Regesten 1101 t/m 1200
6.2.13. Regesten 1201 t/m 1300
1201 Katrijn van Beerhem verklaart van de abt van Egmond in bruikwaar ontvangen te hebben voor de tijd van 18 jaar twee stukken land op het Noertvelt, gelegen in de ban van Egmond, voor een pacht van 9 en 7 schellingen 's jaars.
Oorspr. (Inv.no. 341). Met het zegel van Floriis Jacobsz., schout van Egmond., 1466 Augustus 8
1202 Gerrit van Poelgeest, abt van Egmont, geeft vóór leenmannen in erfleen aan Willem van Egmont van de Waeteringe, jonkvrouwe van Naeldwyck, alle leengoederen, die zij van het godshuis in leen placht te houden.
Afschrift (Inv.no. 569)., 1466 Augustus 8
1203 Katharina Kulinghen, abdis der Cisterciënzer nonnen in Frundisbergh in het diocees Colonia, oorkondt, dat zij op verzoek van Petrus de Hagha Comitis, prior van het klooster van Altenberg, te voren proost en biechtvader in Frundisbergh, aan abt en convent in Egmunda reliquieën heeft gezonden n.l. het hoofd van S. Sabina, enige delen van de Evangelisten S. Mattheus en S. Marcus, van S. Gregorius, S. Augustinus, S. Benedictus. S. Egidius, S. Scolastica en enige andere reliquieën.
Oorspr. (Inv.no. 138). Met het zegel van de abdis., 1466 Augustus 10 (in nostro monasterio die Laurencii martyris)
1204 Het Hof van Hollant, uitspraak doende in het geschil tussen de abt van Egmond, eiser, en de buren van Berckel, verweerders, veroordeelt de laatstgenoemden aan de abt te geven de tiende turf, sedert de litispendentie der zaak gedolven en in het vervolg te delven, doch absolveert hen van de eis tot betaling van 6000 Rijnsch gulden wegens achterstallen. Oorspr. (Inv.no. 479). Met signet in rode was., 1466 September 20
1205 Stadhouder en Raad van Holland gelasten de eerste deurwaarder om twee of drie buren van Berckel te dagvaarden, aangezien de abt van Egmonde betaling verlangt van de tiende turf van de borgen, door die van Berckel gesteld.
Oorspr. (Inv.no. 479). Met het afgesleten signet in rode was., 1466 October 17
1206 De procureur van de abt van Egmonde dient voor het Hof van Hollant van eis en concludeert, dat de buren van Berckel gedwongen zullen worden de abt de waarde op te leggen van de tiende turf, sedert de litispendentie uitgedolven en in het vervolg uit te delven.
Oorspr. (Inv.no. 479). Met de handtekening van de griffier., 1466 October 22
1207 Johannes Plaeter, proost van het Praemonstratenserklooster in Scheyden in het diocees Colonia, oorkondt, dat hij op verzoek van Petrus de Hagha Comitis, prior van het klooster Altenberg, aan abt en convent in Egmunda wederom enige uit zijn klooster en uit naburige kloosters afkomstige reliquieën heeft gezonden o.a. van de H. apostelen Philippus en Bartholomeus, van Laurentius Chrisogonus Vincentius, koning Etherius, verloofde van S. Ursula, en van S. Ursula zelve.
Oorspr. (Inv.no. 137). Met het zegel van de proost., 1466 November 11 (in nostro monasterio die S. Martini episcopi et martiris)
1208 Het Hof van Hollant verklaart de sententie, gegeven in de zaak tussen de abt van Egmonde en de buren van Berckel, over welke verklaring weer twist is gerezen, gedurende een maand in advies te houden, aangezien enige heren, die bij de opstelling van de sententie aanwezig waren geweest, afwezig zijn.
Oorspr. (Inv.no. 479). Met de handtekening van de griffier., 1466 November 11
1209 Stadhouder en Raad van Hollant bevelen de eerste deurwaarder om Ailbrecht van Raephorst opnieuw te sommeren uit het land van Texel aan de abt van Egmonde 20 hoet gerst te leveren.
Oorspr. (Inv.no. 438). Met de resten van het signet in rode was., 1466 November 18
1210 Het Hof van Hollant wijst ter verklaring van zijn vorige sententie, dat de buren van Berckel verplicht zijn de abt van Egmonde de tiende turf te geven, zowel van de landen, die zij vóór als na de litispendentie van het principaal proces uitgedolven hebben, doch niet van de landen, die altijd zó laag geweest zijn, dat zij er geen koren op kunnen verbouwen.
a. Oorspr. (Inv.no. 479). Met het signet in rode was.
b. Dictum van bovenstaand vonnis gemerkt: "triplicata"., 1466 December 20
1211 Het Hof van Hollant appointeert op de klacht van de buren van Berckel, dat de deurwaarder van het Hof de sententie zou zijn te buitengegaan door de tiende turf ten behoeve van de abt van Egmond te vorderen reeds van 1465 juli 25 af in plaats van af de dag der litispendentie, zijnde 1466 juni 30 dat commissarissen de zaak ter plaatse zullen onderzoeken.
a. Oorspr. (Inv.no. 479). Met de handtekening van de griffier.
b. Oorspr. (Inv.no. 479). Met de handtekening van de griffier., 1467 Mei 30 (tot Haerlem)
1212 Margareta de Nymhuysen, abdis der Cisterciënzer nonnen in Herchingen in het diocees Colonia, oorkondt dat zij aan heer Gerardus de Poelgheest, abt van Egmunda op verzoek van Petrus de Hagha Comitis, prior van het klooster Altenberg, enige reliquieën zendt, n.l. een stuk van de Spongie des Heeren, aarde van de voeten des Heeren en van de palmtakken voor Zijn voeten gespreid, van de sluier en gordel der H. Maagd, van de stoel waarop zij zat bij de ontvangenis, van de steen van haar graf, van de Calvariënberg afgescheurd bij de kruisiging, olie en reliquieën van S. Catharina en van S. Nicolaus.
Oorspr. (Inv.no. 139). Met het zegel van de abdis., 1467 juli 11 (Colonie die Translationis S. Benedicti abbatis)
1213 Katherina Kulinghen, abdis der Cisterciënzernonnen in Frundisbergh in het diocees Colonia, oorkondt, dat zij op verzoek van Petrus, prior van het klooster van Altenberg, te voren biechtvader in Frundisbergh, aan Gerardus de Poelgheest, abt, en het convent in Egmunda, reliquieën heeft gezonden, nl. van Johannes de Doper, de apostel Mathias, de pausen Cornelius en Cyriacus, van S. Cosmas, de bisschoppen Mattinus, Severinus, Willebrordus en Humpertus en van S. Margaretha en S. Apollonia.
Oorspr. (Inv.no. 138). Met het zegel van de abdis., 1467 juli 22 (in monasterio nostro die sancte Marie Magdalene)
1214 Broeder Johannes Sliebusch, abt der Cisterciënzers in Altenberg in het diocees Colonia, oorkondt, dat zij aan heer Gerardus de Poilgeist, abt in Egmunda, enige reliquieën zendt, nl. van S. Georgius, paus Marcellus, S. Ambrosius, S. Jheronimus, S. Victor, S. Vitalis, S. Cecilia, S. Elizabeth Lantgravie, S. Eufemia en van de 11000 Maagden.
Oorspr. (Inv.no. 148). Met het contra-zegel van de abt., 1467 December 13 (in nostro monasterii in festo Lucie virginis)
1215 Broeder Theodericus, prior van S. Maria in Windeshem der Reguliere kanunniken, geeft de abt van Egmonda opnieuw vergunning om enige renten ter waarde van 5 Rijnse gulden uit vroonland in Oesthusen te verkopen, mits de opkomsten voor aankoop van andere goederen of renten besteed worden.
Oorspr. (Inv.no. 211). Met de rest van het zegel van de prior., 1468 januari 23 (in dicto monasterio Egmundensi)
1216 Gheryt van Poelgeest, abt van Egmonde, oorkondt, dat Huge Jan Willem van Schoirl's zoon hem opgedragen en kwijtgescholden heeft de Oestervenne bij Oestender coech en de Zwyder coech, gelegen in de ban van Zwyt Wymnem, door hem van de abdij in leen gehouden, en dat hij (abt) aan Pieter Dircxz., poorter van Alcmair, het goed in leen heeft gegeven; met de bepaling, dat het alleen op zijn kinderen en kleinkinderen en vervolgens als recht leen zal vererven. Opgenomen in de brief d.d. 1468 maart 10 (Reg.no. 1217)., 1468 Maart 3
1217 Pieter Dircxz., poorter van Alcmaer, verklaart in leen ontvangen te hebben van heer Gheryt van Poelgeest, abt van Egmond, het land in Zwytwymmen, volgens de brief d.d. 1468 maart 3 (Reg.no. 1216), welke in dezen is geïnsereerd.
Oorspr. (Inv.no. 475). Het zegel van Doeve Jansz. is verloren., 1468 Maart 10
1218 Katherina Kulinghen, abdis der Cisterciënzer nonnen in Frundisbergh in het diocees Colonia, oorkondt, dat zij op verzoek van Petrus, prior van het klooster van Altenberg, te voren biechtvader in Frundisbergh, aan Gerardus de Poelgheest, abt, en het convent in Egmunda, reliquieën heeft gezonden, n.l. van Johannes den Dooper, de apostel Jacobus de Mindere, de apostel Thomas, de Onnozele kinderen, S. Quirinus, S. Nicolaus, S. Willebrordus, S. Maurus, S. Maria Magdalena en anderen.
Oorspr. (Inv.no. 138). Met het zegel van de abdis., 1468 Maart 12 (in nostro monasterio die sancti Gregorii pape et confessoris)
1219 Johannes Plaeter, proost van het Praemonstratenserklooster in Scheyden in het diocees Colonia, oorkondt, dat hij aan heer Gherardus de Poelgheest, abt van Eghmonda, wien hij vroeger op verzoek van heer Petrus de Hagha Comitis, prior van het klooster Altenberg, enige reliquieën heeft gezonden, welke hij en enige andere geestelijken in het diocees, als de abdis van Frundbergh, de abdis van Herchingen, de terminiarius in Unna, Heynricus Kurckhoerde e.a. verzameld hebben in hun kloosters, thans door brenger dezer, Symon, enige andere reliquieën als enkele stukjes lijnwaad, door de Heer gebruikt, enige van zijn haren, een stuk van de vinger van S. Johannes de Doper en enige andere reliquieën van de heilige apostelen Petrus en Paulus en van de evangelist S. Lucas, toezendt.
Oorspr. (inv.no. 137). Met het zegel van de oorkonder., 1468 April 24 (Dominica Quasi modo gencti infantes)
1220 De Raad gesteld ter zake van Hollant, Zeelant en Vrieslant gelast de eerste deurwaarder om enige van de notabelste buren van Berckel te bevelen voor het Hof te verschijnen tot het aangaan van een akkoord met de abt van Egmonde.
Oorspr. (Inv.no. 479). Met het signet in rode was., 1468 Mei 14
1221 Symon Jacobsz. verklaart gehuurd te hebben van Claes Harmansz. vanwege de kosterij van Egmond 1 morgen land, gelegen in het ambacht van Rijswijck, voor 9 jaar op de voorwaarden, waarop Claes Harmansz. dit land van de kosterij gehuurd had.
Oorspr. (Inv.no. 955). Met het geschonden zegel van Boudijn Heymansz., burgemeester van Delft., 1468 Mei 30
1222 Het Hof van Hollant appointeert, dat de executoraalbrief, gevraagd door de abt van Egmonde, voor het innen van de tiende turf te Berckel "gestateert" zal worden en dat commissarissen op kosten van de abt een onderzoek ter plaatse zullen doen.
Oorspr. (Inv.no. 479). Met de handtekening van de griffier., 1468 juni 23
1223 Johannes Plaeter, proost van het Praemonstratenserklooster in Scheyden in het diocees Colonia, geeft een verklaring af aan heer Gherardus de Poelgheest, abt in Egmonda, dat de reliquieën, die hij en andere geestelijken in het diocees aan de abt op verzoek van heer Petrus de Hagha, prior van het klooster Altenberg, eertijds gezonden hebben, niet door diefstal of onwettige wijze verkregen waren; hij verklaart hem verder enige reliquieën toe te zenden, n.l. van de ridder S. Georgius en van de bisschoppen S. Martinus en S. Willebrordus.
Oorspr. (Inv.no. 137). Met het zegel van de proost., 1468 November 19 (in nostro monasterio die sancte Elyzabeth lantgravie)
1224 Claes Ariisz., schout van Limmen, oorkondt, dat Aef, weduwe van oude Jacop Ysbrant, en haar zoon en voogd Claes Jacopz. vóór hem verklaarden verkocht te hebben aan heer Claes van Hoechtwoude, prior van het klooster van Egmond, ten behoeve van de memorie van het convent 2 grazen land, gelegen in de ban van Limmen.
Oorspr. (Inv.no. 908). Met het zegel van de oorkonder., 1469 juni 20
1225 Jan van Egmond Ottenz. verklaart aan heer Gheryt van Poelgeest als vrij goed te hebben opgedragen een weide, gelegen in de ban van Heemskerck, zulks als vergoeding voor de helft van 4 vrije viertelen land, gelegen in de ban van Beverwijc aan de Hoflantse weg, te voren leengoed van de abt en door dezen aan Jan in eigendom geschonken; hij belooft nog andere goederen aan de abt te zullen geven, wanneer de genoemde goederen niet gelijkwaardig zouden blijken te zijn.
Oorspr. (Inv.no. 363). Met het zegel in rode was van de oorkonder., 1469 juli 15
1226 Het Hof van Hollant appointeert, dat de abt van Egmond binnen twee dagen een korte memorie zal overleveren aan commissarissen van het Hof inzake zijn geschil met de buren van Berckel.
Oorspr. (Inv.no. 479). Met de handtekening van de griffier., 1469 September 18
1227 Jan Dirck Dircxz. en Symon Dircxz. verklaren gekocht te hebben van Bertelmees Buggenz, 10 morgen land, gelegen in des abts recht van Egmonde, waarbij de abt afstand heeft gedaan van zijn recht van nakoop.
Oorspr. (Inv.no. 564). Met het zegel van Pieter Aernt Rutgairtsz., 1469 September 23
1228 Het Hof van Hollant continueert de zaak tussen de abt van Egmond enerzijds en de buren van Berckel anderzijds, voor de tijd van één maand.
Oorspr. (Inv.no. 479). Met de handtekening van de griffier., 1469 November 14
1229 Het Hof van Hollant verklaart, indien de procureur van de buren van Berckel niet binnen 8 dagen zijn schrifturen inlevert, recht te zullen doen op de schrifturen door de abt van Egmond ingeleverd.
Oorspr. (Inv.no. 479). Met de handtekening van de griffier., 1469 December 13
1230 Gheryt van Poelgeest, abt van Egmonde, geeft toestemming aan Garbrant Dircx van Butensz. en Willem van Buten, als voogd van Lysbeth Gheryt Berckmeersd., om in erfpacht te geven aan de Regulierissen te Nazareth in Beverwijck 2 akkers land in de ban van Beverwijck, welke landen zij van het godshuis in leen houden; met de bepaling, dat zij deze erfpachten van abt en godshuis in leen zullen hebben. Opgenomen in de brief d.d. 1470 januari 14 (Reg.no. 1231)., 1470 januari 12
1231 De priorin der Regulierissen te Nazareth in Beverwijck van de orde van S. Augustinus, en Garbrant Dircx van Butensz. met Willem van Buten als voogd van Lysbeth Gheryt Berckmeersd., verklaren, dat de abt van Egmond als leenheer hun vergund heeft het land in Beverwijck, vermeld in de brief d.d. 1470 januari 12 (Reg.no. 1230) welke in dezen is geïnsereerd, in erfpacht te mogen ontvangen en uitgeven.
Oorspr. (Inv.no. 302). Met fragment van het conventszegel der Regulierissen in Beverwijk en het geschonden zegel van Claes Gherytsz.; dat van Bartout Dirc Oetgersz. is verloren., 1470 januari 14
1231a Gheryt van Poelgeest, abt van Egmonde, draagt voor 12 jaren aan Cornelis Jacob Heyenzoon op het huis met huisraad en duinen te Haregon wel te "bewaren", waarvoor hij zal genieten een jaarlijkse wedde van 12 Rynsgulden, benevens het gebruik van enige landen en een tabbert, wanneer ook de andere dienaren gekleed zullen worden, benevens de helft van alle boeten en vervallen, terwijl hij zich verplicht drie windhonden op zijn kosten te houden. Geïnsereerd in de brief d.d. 1470 (Reg.no. 1231b)., 1470 April 17
1231b Cornelis Jacob Heyenzoon verklaart de bewoning en "bewaring" van het huis, huisraad en duinen te Haregen van heer Geryt van Poelgeest, abt van Egmond, aan te nemen op de voorwaarde in de in deze geïnsereerde brief d.d. 1470 april 17 (Reg.no. 1231).
Oorspr. (Inv.no. 670). Met het zegel van Henrick Claessoen, schout van ...., 1470 (..., 20)
1232 Het Hof van Hollant wijst bij sententie, dat de buren van Berckel aan de abt van Egmond de twee en twintigste turf, zowel van de hoge als de lage landen, aan de abt moeten geven en wel sedert de litispendentie van het proces en ook in het vervolg.
a. Oorspr. (Inv.no. 479). Met het licht geschonden signet in rode was.
b. Dictum van bovenstaande sententie, gelijktijdig uitgegeven, ongezegeld. (Inv.no. 479)., 1470 juli 14
1233 Jonkfrouw Machtelt van Puelenburch, weduwe van Jan Jansz. van Amsterdamme, verklaart, dat zij met toestemming van haar vader en voogd Florys van Puelenburch tegen een jaarlijkse som van 16 schellingen van heer Gheryt van Poelgeest, abt van Egmond, in erfhuur aangenomen heeft een hofstede en een sate land, gelegen in de ban van Egmond en eertijds aan heer Jan Oidziersz., cureit te Egmond op zee toebehoord hebbende.
Oorspr. (Inv.no. 343). Met de zegels van Jacob van Puelenburch en Florys van Puelenburch, resp. vader en neef van de oorkonder., 1470 December 14
1234 Broeder Bero, prior van de Regulieren te Syon in Beverwijck "onderghedeputeerde" commissaris tot de belangen van het klooster van Egmond, geeft toestemming voor het contract en de koop, vermeld in de brief d.d. 1470 december 14 (Reg.no. 1233) waardoor deze gestoken is.
Oorspr. (Inv.no. 343). Met het zegel "onses dienstes"., (1470) December 14 (in den iaer ons Heren ende opten dach als voerghenoemt is in den anderen voors. coepbrief)
1235 Jan Jansz., baljuw van Brederode, oorkondt, dat Ghysbrecht Janszoen vóór hem verklaarde, dat heer Gheryt van Poelgeest, abt van Egmonde, hem tot een vrij eigen heeft gegeven 1 mat land in Velserbroeck, geheten der Buyten, een stuk land, geheten Thamelsbeeck en enige ander nader genoemde landen in de ban van Velsen, waartegenover hij, Ghysbrecht, aan abt en godshuis van Egmond tot een vrij eigen heeft opgedragen zijn land van 9 achtendeel rogzading in de ban van Velsen, welke landen hij daarop van de abt in eeuwige erfpacht ontvangen heeft voor 4 postulaats gulden per jaar, met de bepaling, dat het goed steeds ongedeeld zal versterven op één persoon evenals leengoederen en wel steeds op zoons vóór dochters.
Oorspr. (Inv.no. 467). Met de zegels van de baljuw en van Willem Utenhaghe in plaats van Ghysbrecht Jansz., 1470 December 20
1236 Schepenen in Hoorn oorkonden, dat Jan Willemz. vóór hen verklaarde aan Marten Janzoon, zijn zoon, gegeven te hebben de jaarlijkse rente van een nobel, zijnde de eeuwige pacht uit zeker land, gelegen binnen de vrijheid van Hoern in de ban van Wognom. gevidimeerd in de brief d.d. 1471 juli 11 (Reg.no. 1237)., 1471 juli 8
1237 Burgemeesters van de stad Hoern geven vidimus van de brieven d.d. 1410 juli 25 (Reg.no. 770) en 1471 juli 8 (Reg.no. 1236) en verklaren, dat Gheriit Jan Ellertz. vóór hen verklaarde de in die brieven genoemde goederen in eigendom opgedragen te hebben aan heer Gheriit van Poelgeest, abt van Egmond, en dat de abt Jan Gheriitz. en Marten Janz, zijn neef, beleend heeft met genoemde goederen en renten.
Oorspr. (Inv.no. 382). Met het zegel van de stad Hoorn., 1471 juli 11
1238 Paus Sixtus bevestigt de opdracht, gegeven door zijn voorganger, paus Paulus, aan de bisschop in Tornacum, om het klooster van S. Adalbertus in Egmonda te visiteren, zulks in plaats van de abt van het S. Maximinusklooster bij Treveris, die op aandrang van enige het klooster niet welgezinde edelen eerder als visitator was aangesteld, maar als zodanig was afgetreden.
Oorspr. (Inv.no. 72). Met het loden zegel van de paus aan hennepsnoer., 1471 Augustus 25 (Rome apud Sanctum Petrum octavo Kalendas Septembris)
1239 Notaris Albertus Theoderici instrumenteert, dat Brechta, dochter van Rembrand Jan Gheyen, inwoonster in Alcmaria vóór hem en getuigen aan de cureit van de kerk aldaar heeft gelegateerd een jaarlijkse rente van 13 Vlaams gulden, te heffen uit de molen op het Nuwelant, op voorwaarde, dat hij het graf van haar dochter Agatha geregeld bezoekt.
Oorspr. (Inv.no. 681). Met het handmerk van de notaris., 1471 November 25 (Alcmarie in domo habitacionis mei notarii)
1240 Geryt van Poelgeest, abt van Egmonde, oorkondt overeengekomen te zijn met de buren van Berckel, dat zij hem in plaats van de twee en twintigste turf, waartoe zij bij sententie van het Hof van Hollant veroordeeld waren, slechts de vier en veertigste zullen geven, mits zij de 3 watermolens, die zij op de Schye hebben, verderop bij de meer verplaatsen en de landen aldaar bekaden tot verbetering der tienden van de abt.
Oorspr. (Inv.no. 479). Met het zegel van de abt in rode was., 1471 December 2
1241 Johannes Odzeri, pastoor in Egmonda, verklaart de paus op verzoek van de abt van Egmonda, dat hem bij een ten behoeve van de abt ingesteld onderzoek uit een bul of een transsumpt in de parochiale kerk van Egmond en uit mondelinge verhalen is gebleken, dat het klooster het recht van zekere aflaten bezit op enige nader genoemde feestdagen.
a. Oorspr. (Inv.no. 143). Met het zegel van de oorkonder.
b. Oorspr. (Inv.no. 143). Met geschonden zegel van de oorkonder., 1472 September 26 (in profesto Cosme et Damiani martyrum)
1242 Paus Sixtus IV geeft op verzoek van Gerardus, abt van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda, aan de abten van het klooster vergunning, het klooster of kerkhof, wanneer deze door bloedstortingen mochten zijn ontheiligd, opnieuw te wijden, zonder dat zij zich tot de bisschop van Traiectum behoeven te wenden.
a. Oorspr. (Inv.no. 28). Het loden zegel van de paus is verloren.
b. Afschrift (Inv.no. 4, onder letter X)., 1472 December 5 (Rome apud Sanctum Petrum)
1243 Paus Sixtus IV gelast Nicolaus de Edam, kanunnik in Traiectum, en Gisbertus de Venroede, kanunnik in Lubeca, onder verwijzing naar de hier opgenomen brief van paus Paulus d.d. 1465 mei 11 (Reg.no. 1187), wegens een verzoek van abt en convent van Egmonda onderzoek te doen naar zekere preciosa, welke abt en convent willen verkopen en tegen andere preciosa willen ruilen, en wanneer zij menen, dat het belang van het klooster van S. Adalbertus hierdoor behartigd wordt, deze verkoop goed te keuren.
Oorspr. (Inv.no. 210). Het loden zegel van de paus is verloren., 1473 Maart 4 (Rome apud Sanctum Petrum quarto nonas martii)
1244 Johannes de Poelgeest, cureit van de kerk in Alcmaria, oorkondt, dat hij de vicarie, door hem gesticht in de parochiekerk in Coudekercke in Rijnlandia, begiftigt met een stuk land, gelegen in Noertich, dat jaarlijks 5 Rijns gulden en 20 stuivers opbrengt en met een rente van 30 stuivers uit een huis te Wassenaar, terwijl hij aan de bisschop van Traiectum zal verzoeken deze goederen te mortificeren.
Oorspr. (Inv.no. 733). Het zegel van Reynerus de Ethen, kanunnik van S. Salvator te Traiectum, is verloren., 1473 April 6
1245 Paus Sixtus geeft op verzoek van Gerardus, abt van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda, de abten vergunning de vreemde priesters, die naar het klooster komen en in het gebied van het klooster missen celebreren en andere priesterlijke functies verrichten, op hun geschiktheid te onderzoeken, de onbekwamen te verwijderen en andere in de plaats te stellen.
Oorspr. (Inv.no. 29). Met het loden zegel van de paus aan hennep koord., 1473 juni 3 (Rome apud Satictum Petrum)
1246 De buren en gemene inwoners van het dorp Berckel verklaren met de abt van Egmond te zijn overeengekomen, dat zij hem, in plaats van de twee en twintigste turf, waartoe zij bij sententie van het Hof van Hollant veroordeeld waren, slechts de vier en veertigsten zullen geven, mits zij de 3 watermolens op de Schye verplaatsen verderop bij de Meer.
Oorspr. (Inv.no. 479). Met de zegels in rode was van jonkheer Philips, broeder van Wassenaer, Gheryt van Zuylen en van Nyevelt en Cornelis van Dorp, heer van Benthuysen., 1473 juli 3
1247 Paus Sixtus geeft aflaat aan allen, die op Heilige Donderdag en de octaaf daarvan de kerk van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda bezoeken en giften doen tot herstel van kerk- en kloostergebouwen; hij verklaart verder, dat biechtvaders, door de abt van het klooster aan te wijzen, vergeving van zekere zware zonden kunnen geven; bepaalt, dat een derde deel der giften bestemd zal zijn voor de oorlog tegen de Turken en verklaart, dat de aflaat gedurende het jubeljaar niet van kracht zal zijn.
a. Oorspr. (Inv.no. 144). Met het loden zegel van de paus aan zijden koord.
b. Getranssumeerd in de akte d.d. 1473 oktober 8 (Reg.no. 1251)., 1473 juli 12 (Rome apud Sanctum Petrum quarto Idus julii)
1248 De Raad in Hollant, Zeelant en Vrieslant gelast de eerste deurwaarder de inwoners in Petten en andere dorpen, gelegen aan den "waert, geheyten die Leye" te verbieden in deze watering en visserij te vissen of te vogelen, dat dit water aan abt en convent van Egmond toebehoort, en bij oppositie de opposanten vóór het Hof in den Hage te dagen.
Oorspr. (Inv.no. 619). Met het signet in rode was., 1473 September 10
1249 Raden, gecommitteerd ten zaken van Hollant, Zeelant en Vrieslant, gelasten de eerste deurwaarder de schepenen van Backom en Geryt Engelbrechtsz. in cas van reformatie te dagvaarden voor het Hof ter zake van een vonnis, door genoemde schepenen gewezen ten voordele van Geryt en ten nadele van de abt van Egmonde.
Oorspr. (Inv.no. 247). Met de rest van het signet in rode was., 1473 September 14
1250 Jan Everdey, deurwaarder van het Hof van Hollant, geeft relaas van de dagvaarding tegen S. Victorsdag in den Hage, door hem gedaan ingevolge de brief d.d. 1413 september 14 (Reg.no. 1249), waaraan deze gehecht is.
Oorspr. (Inv.no. 247). Met het geschonden zegel van de deurwaarder., 1473 September 25
1251 Notaris Johannes Strijck de Xanctis geeft op last van Nicolaus de Edam, doctor in de decreten, proost van S. Andreas in Colonia en kanunnik in Traiectum, pauselijk kapelaan en generaal auditor, transsumpt van de brief van paus Sixtus d.d. 1473 juli 12 (Reg.no. 1247).
a. Oorspr. (Inv.no. 144). Met het geschonden zegel in rode was van Nicolaus de Edam en handmerk van de notaris.
b. Oorspr. (Inv.no. 144), met het geschonden zegel in rode was van Nicolaus de Edam en het handmerk van de notaris., 1473 October 8 (Rome apud Sanctum Petrum)
1252 Het Hof van Hollant wijst de abt van Egmonde tegen Geryt Engebrechtsz. tweede defaut toe en consenteert hem een derde daging.
Oorspr. (Inv.no. 247)., 1473 December 1
1253 Stadhouder en Raad in Hollant, Zeelant en Vrieslant gelasten de eerste deurwaarder om ten derden male Geryt Engebrechtsz. te dagvaarden ter zake van diens geschil met de abt van Egmonde.
Oorspr. (Inv.no. 247). Met het signet in rode was., 1473 December 3
1254 Nicolaus de Edam, auditor, geeft in een schrijven aan de abt van Egmond een verklaring van de pauselijke aflaatbrief in dezen zin, dat de woorden over de noodzaak van herstel van het klooster niet in de zin van materieel herstel opgevat moeten worden, en dat de verandering van de tekst der bul niet nodig is; hij verzoekt machtiging te geven aan een procurator om de verplichting een derde deel der inkomsten aan de camera apostolica af te dragen te ratificeren; hij geeft verder de raad van de buitengewone gunst, die hem verleend is, niet te veel ophef te maken maar deze op bescheiden wijze bekend te maken en de bul goed te bewaren, daar deze niet meer verleend zal worden.
Afschrift (gelijktijdig) (Inv.no. 144)., (1473/4)
1255 Jan Pietersz., schout van Egmont, oorkondt, dat Gheryt Engebrechtsz. vóór hem bekende, dat hij voormaals met zijn evenkniën verkocht heeft aan heer Aernt Philipsz., monnik en priester van Egmond, ten behoeve van het godshuis een stuk land, gelegen in de ban van Backum, van welke koop hij wel voldaan was; dat hij daarna ten onrechte dit land weder aangesproken heeft en hiervan penitentie gedaan heeft, waarop hen vergiffenis is gedaan; dat hij voortaan dit land niet meer zal aanspreken op verbeurte van 25 gouden leeuwen.
a. Oorspr. (Inv.no. 247). Met het zegel van de schout.
b. Afschrift (Inv.no. 846, blz. 90 vo)., 1474 Februari 12
1256 Heemraden in het ambacht van Nuwe Mattenesse en buurlieden in het ambacht van Mattenesse oorkonden, dat heer Danel van Mattenesse in eigendom gaf aan heer Jan Dirxsz. en Symon Philippsz. van Mattenesse zijn neef, tezamen de renten uit vier achtendeel, gelegen in het ambacht "Nuwe Mattenesse"; heemraden en Jan Ysbouts, schout van het ambacht, verklaren - de laatste namens buurlieden - het stuk bezegeld te hebben.
Afschrift (Inv.no. 846, blz. 82 vo)., 1474 Februari 28
1257 Paus Sixtus gelast de aartsbisschop van Patrae (Veteres) zorg te dragen, dat Nicolaus de Edam, doctor in de decreten en pauselijk kapelaan, in het bezit gesteld wordt van de parochiekerk in Alcmaria, waarvan de inkomsten op c. 14 mark zilver geschat worden en welke kerk aan hem door Johannes de Poelgest, rector dier kerk, geresigneerd was. Opgenomen in de brief d.d. 1474 mei 25 (Reg.no. 1258)., 1474 April 28 (Rome apud Sanctum Petrum ...)
1258 Notaris Nicolaas de Covebousse instrumenteert, dat Simon, aartsbisschop in Patrae (Veteres), rechter in onderstaande zaak, ingevolge de hier opgenomen bul van paus Sixtus d. d, 1474 april 28 (Reg.no. 1257), gelast de bisschop van Traiectum en allen aan wie de collatie en presentatie in de parochiekerk in Alcmaria toebehoort Nicolaus de Edam in het bezit van genoemde kerk te stellen.
Oorspr. (Inv.no. 682). Met het zegel (in een doos) van de aartsbisschop en het handmerk van de notaris Nicolaus de Covebousse., 1474 Mei 25 (Rome in cancellaria apostolica)
1259 Notaris Johannes Stryck de Xanctis instrumenteert, dat Nicolaus de Edam, doctor in de decreten en pauselijk auditor, krachtens een pauselijke brief een algemene volmacht geeft aan Gerardus de Poelgheest, abt van Egmonda, Ghijsbertus de Venrade, kanunnik van S. Salvator in Traiectum, Petrus de Venrade, geestelijke, en Johannes Mathiasz., leek, om de parochiekerk in Alcmaria namens hem in bezit te nemen en de inkomsten te innen.
Oorspr. (Inv.no. 682). Met het handmerk van de notaris., 1474 juni 1 (Rome)
1260 Paus Sixtus benoemt naar aanleiding van klachten van abt en convent van Egmond, de abt van het klooster in Middelburg, de deken in Naeldwijck en de proost van S. Salvator in Traiectum tot conservatoren en rechters van de rechten van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda.
a. Oorspr. (Inv.no. 41). Met het loden zegel van de paus aan hennep koord.
b. Opgenomen in de brief d.d. 1504 februari 15 (Reg.no. 1355).
c. Opgenomen in de brief d.d. 1509 januari 9 (Reg.no. 1369).
d. Opgenomen in de brief d.d. 1547 september 24 (Reg.no. 1521)., 1474 juni 7 (Rome apud Sanctum Petrum septimo Idus junii)
1261 Stadhouder en Raad in Hollant, Zeelant en Vrieslant gelasten op verzoek van de abt van Egmonde, de eersten deurwaarder, om in de parochiekerken van Oesdom en Lymmen af te kondigen, dat allen, die vroonlanden van het klooster in gebruik hebben, binnen een maand aan de meier van de abt de grootte en de belending daarvan moeten opgeven.
Oorspr. (Inv.no. 415). Het signet van het Hof is verloren., 1474 juni 13
1262 Paus Sixtus bevestigt op verzoek van Gerardus de Poelgheest, abt van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda, zoon van adelijke ouders, de voorrechten door de pausen Innocentius en Clemens V aan de abten en het klooster geschonken, met name het recht pastoors in de kerken van Alcmaria. Nortich, Heyligheloe en Verhout aan te stellen, te instituten en te destituëren, en ornamenten voor de eredienst te wijden, zulks in verband met het feit, dat sommige geestelijken en beneficianten, door de abten aangesteld, hun ongehoorzaam waren, hen beletten de tienden e.a. inkomsten te heffen, de opgedragen zielszorg niet waarnamen en zich bij geschillen aan de rechtsmacht van de ordinarius van het bisdom onderwierpen, hoewel de rechtsmacht over hen aan de abt toekwam.
a. Oorspr. (Inv.no. 30). Met het loden zegel van de paus aan zijden koord.
b. Afschrift van notaris Bernardus de Hagen, overgeleverd aan commissarissen van het Hof van Holland in de zaak van de abt van Egmond en heer Adriaen van Foreest tegen meester Heynric Braem in het jaar 1503.
c. Gevidimeerd in een pauselijke brief d.d. 1509 april 27 (Reg.no. 1371).
d. Afschrift (16e eeuw)., 1474 juni 23 (Rome apud Sanctum Petrum)
1263 President en Raad in Hollant gelasten de eerste deurwaarder, naar aanleiding van de klacht van de abt en prelaat van Egmonde, dat de rente van 20 Rijns gulden, die de graaf van Holland wegens de erfpacht van de tienden in Drevschuer aan het godshuis verschuldigd is, door Geryt van Berckenrode, 's graven rentmeester in Kennemerlant niet betaald waren, genoemde rentmeester te bevelen de rente te betalen of in cas van oppositie vóór het Hof te verschijnen.
Oorspr. (Inv.no. 612). Met het signet in rode was., 1474 juli 26
1264 Nicolaus Drey de Eydam, auditor, bericht de abt van Egmond, dat hij hem een z.g. bulla conservatoria zendt tegen allen, die zijn rechten aantasten, en dat hij heeft doen optekenen zijn wensen betreffende de parochiekerken, de consecratie van de kerk en het recht een eigen gekozen visitator te hebben, waarbij hij enige uitleg geeft over de bul, zoals hij ook aan de stadhouder, de heer van Gruuthusen geschreven heeft, en verklaart, dat de woorden over het verval van het klooster niet op het materiële gebouw betrekking hebben, maar op de zonden van de menselijke natuur en waarin hij bericht, dat Theobaldus in zijn proces over de vicarie van Akersloot het volste vertrouwen heeft.
Oorspr. op papier (Inv.no. 41)., (1 474) juli 30 (Ex urbe)

1264a Geryt van Poelgeest, abt van Egmond, draagt voor 12 jaar aan Costijn van Puyrsem op het huis met de cingel te Hargen als kastelein te bewonen en te "bewaren", zodat de abt ten allen tijde daar behoorlijk onderkomst zal hebben en alles te doen wat een goed kastelein behoort te doen; voorts zal hij het huisraad deugdelijk onderhouden, voor de visserij zorgen en op alle goederen letten, waarvoor de abt hem jaarlijks 2 pond groten Vlaems en een tabbard te zijner tijd zal geven; voorts zal hij zorg dragen voor de duinen en waken, dat iemand "niet wesende ridderscip" of een andere "ongeoirloefde jager" jagen zal; hij zal hiervoor de helft van de boeten ontvangen, terwijl de abt belooft bij vervolging geen dading buiten de kastelein om te zullen maken. Geïnsereerd in de brief d.d. 1474 augustus 26 (Reg.no. 1264b)., 1474 Augustus 26
1264b Costijn van Puysem verklaart het kasteleinschap te Hargen van heer Geryt van Poelgeest, abt van Egmond, te zullen "bewaren" op de voorwaarden vermeld in de brief d.d. 1474 augustus 26 (Reg.no. 1264b), welke in dezen is geïnsereerd.
Oorspr. (Inv.no. 670). Met het zegel van Jan van Egmond., 1474 Augustus 26
1265 President en Raad van Hollant, Zeelant en Vrieslant gelasten, op verzoek van de abt van Egmonde de eerste deurwaarder, om in de parochiekerken van Oesdom en Lymmen voor de tweede maal af te kondigen, dat allen die vroonlanden van het klooster in gebruik hebben, binnen een maand aan de meier van de abt de grootte en lending daarvan moeten opgeven.
Oorspr. (Inv.no. 421). Het signet van het Hof is verloren., 1474 November 3
1266 Het Hof van Hollant uitspraak doende in het geschil tussen de abt van Egmonde en de buren aldaar, gerezen over de arbitrale uitspraak van hertog Philips d.d. 24 september 1437 (Reg.no. 967), bepaalt, dat de buren binnen 14 dagen hun achterstallen wegens wagendiensten aan de abt moeten vergoeden, terwijl diegenen, die hun land van wagendiensten willen bevrijden een rente van 4 gouden kronen jaarlijks aan de abt moeten betalen.
Oorspr. (Inv.no. 135). Met rest van het signet in rode was van de hertog van Bourgondië., 1474 December 22
1267 President en Raad van Hollant, Zeelant en Vrieslant gelasten, op verzoek van de abt van Egmonde, de eerste deurwaarder om in de parochiekerken van Oesdom en Lymmen voor de derde maal af te kondigen, dat allen, die vroonlanden van het klooster in gebruik hebben, binnen 8 dagen aan de meier van de abt de grootte en beleriding daarvan moeten opgeven.
Oorspr. (Inv.no. 421). Het signet van het Hof is verloren., 1475 januari 20
1268 Jan van der Burch en Dirc Allairdsz., de laatste uit naam van zijn vrouw Margriet van der Burch, verklaren in tegenwoordigheid van de abt heer Geryt van Poelgeest, de prior heer Claes van Hoichtwoude, de vroonmeester heer Oedzier van Cralingen en de meier Rembrant Michyelsz., dat zij hun vroonlanden wegens verzuim van aangifte verbeurd hadden, doch dat de abt hun het gebruik der landen op de voorwaarde, waarop de andere vroonlanden in Lymmen gebruikt worden, weer toegestaan heeft.
Oorspr. (Inv.no. 422). Met het zegel van heer Jacob, pastoor in Lymmen., 1475 juli 22
1269 Erkenraet, weduwe van Jan Claesz., verklaart in tegenwoordigheid van de abt heer Geryt van Poelgeest, de prior heer Claes van Hoichtwoude, de vroonmeester heer Oedzier van Cralingen en de meier Rembrant Michyelsz., dat zij haar vroonland wegens verzuim van aangifte verbeurd had, doch dat de abt haar het gebruik der landen op de voorwaarde, waarop de andere vroonlanden in Lymmen gebruikt worden, weer toegestaan heeft.
Oorspr. (Inv.no. 422). Met het zeer afgesleten zegel van heer Jacob, pastoor in Lymmen., 1475 juli 25
1270 Paus Sixtus draagt Gerardus, abt in Egmunda, op met bijstand van enige monniken van de Benedictijnen of een andere orde zijn monniken, die ondanks twee pauselijke brieven wederspannig waren gebleven, te dwingen eigendommen aan hem af te geven, hun orpties, ten onrechte prebenden genoemd, af te staan en de geloften na te komen; om verder de geprofesten, novicen, priesters en oblaten weder in het refectorium van spijs en drank naar de regel van S. Benedictus en de statuten van de orde naar de behoeften van de streek te onderhouden, het klooster verder naar zijn oordeel te reformeren, de toegang van mannen of nonnen, behalve geprofesten zonder toestemming van de abt te verbieden; gereformeerde monniken uit andere kloosters van de orde naar het Egmondse klooster over te brengen en de wederspannige monniken met kerkelijke straffen tot gehoorzaamheid te brengen.
Oorspr. (Inv.no. 73). Het loden zegel van de paus is verloren., 1475 Augustus 22
356 Abdij van Egmond
Inventaris
6. Regestenlijst, 889-1571
6.2. Regestenlijst, 889-1571
6.2.13. Regesten 1201 t/m 1300
1270
Paus Sixtus draagt Gerardus, abt in Egmunda, op met bijstand van enige monniken van de Benedictijnen of een andere orde zijn monniken, die ondanks twee pauselijke brieven wederspannig waren gebleven, te dwingen eigendommen aan hem af te geven, hun orpties, ten onrechte prebenden genoemd, af te staan en de geloften na te komen; om verder de geprofesten, novicen, priesters en oblaten weder in het refectorium van spijs en drank naar de regel van S. Benedictus en de statuten van de orde naar de behoeften van de streek te onderhouden, het klooster verder naar zijn oordeel te reformeren, de toegang van mannen of nonnen, behalve geprofesten zonder toestemming van de abt te verbieden; gereformeerde monniken uit andere kloosters van de orde naar het Egmondse klooster over te brengen en de wederspannige monniken met kerkelijke straffen tot gehoorzaamheid te brengen.
Oorspr. (Inv.no. 73). Het loden zegel van de paus is verloren., 1475 Augustus 22
NB:
Gedrukt: Dessing, blz. 103.
Zie ook:
Organisatie: Noord-Hollands Archief
laatste wijziging 11-11-2022
1271 Geryt Vranckenz. en Vronck Claesz. verklaren van heer Geryt van Puelgeest, abt van Egmonde, "de gift" ontvangen te hebben, resp. van 3 en l morgen land, gelegen in des abts recht van Egmond en de abt hiervoor wel voldaan te hebben.
Oorspr. (Inv.no. 565). Met het zegel van Pieter Aecrnt Rutgaertsz. burgemeester van Delft., 1476 januari 13
1272 Het Hof van Hollant uitspraak doende in het geschil tussen de abt van Egmonde en de buren aldaar, gerezen over de arbitrale beslissing van hertog Philips d.d. 24 september 1437 (Reg.no. 967) en de aanvullende verklaring daarvan d.d. 1439 maart 28 (Reg.no. 989), bepaalt dat de buren de abt in bepaalde termijnen binnen 7 jaar een som van 1400 Vlaams zullen betalen.
Oorspr. (Inv.no. 135). Met het signet in rode was van de oorkonder van de hertog van Bourgondië., 1476 April 4
1273 Melys Claesz., schout van Egmondt, oorkondt, dat Jan van Egmondt en Willem Tymansz., - als zegsluiden daarbij geweest zijnde - vóór hem getuigd hebben, dat Joest van der Hoeve verkocht heeft aan heer Gheryt van Poelgeest, abt van Egmondt, zijn huis en hofstede, gelegen in de ban van Egmondt, hem van zijn ouders aangekomen; dat partijen acht dagen beraad hadden genomen op een rosenobel, die verdronken en betaald zou worden door dengene, die terugtrad; dat abt daarop de koop aangenomen had en de godspenning gegeven had; dat Anthonis van Hoghentwoude daarop de opslag namens abt en convent van Joest van der Hoeve ontvangen had; dat voor de voldoening van de koopsom van 211 Rijns gulden nadere bepalingen waren gemaakt; dat de abt behoorlijke akte van deze koop zou leveren; dat de koop in 1475 geschied was, maar eerst heden aan de schout (destijds nog niet in zijn ambt zijnde) bij ede overgebracht was.
Oorspr. (Inv.no. 344). Met het zegel van de schout., 1476 juni 29
1274 Gerardus de Poelgeest, abt van Egmond, draagt Theodericus van den Broeck, krachtens zijn recht van collatie, provisie en presentatie aan de aartsdiaken in Traiectum voor als pastoor van de kerk in Egmond aan Zee, zijnde deze hem door de heer van Egmond krachtens diens recht van nominatie voorgesteld.
Oorspr. (Inv.no. 704). Met het licht geschonden zegel van de abt., 1476 Augustus 27
1275 Schepenen in Hairlem oorkonden, dat Pieter Symonsz. Beeck vóór hen verklaarde ten behoeve van het klooster van Egmont afstand gedaan te hebben van een rente van 7 schellingen 's jaars, die zijn ouders en hij plachten te ontvangen als pacht van een huis en erf, staande aan de Oude Graft.
Afschrift (Inv.no. 846, blz. 90)., 1476 September 5
1276 Willem Thymansz., schout van Backum, oorkondt, dat Pieter Symonsz. Beeck vóór hem verklaarde verkocht te hebben aan heer Claes van Hoechtwoude, prior van het klooster van Egmond, ten behoeve der memoriën van het convent, anderhalf gras land, gelegen in de ban van Backum "bedolven in een kamp, geheten de Oersterencamp van der Delft".
a. Oorspr. (Inv.no. 862). Met het zegel van de oorkonder.
b. Afschrift (Inv.no. 846, blz. 90)., 1476 September 8
1277 De officiaal van de aartsdiaken van Trajectum admitteert Theodericus van den Broeck, priester, hem op nominatie van heer Wilhelmus, heer van Egmonda en Baer, door Gerardus van Poelgeest, abt van het klooster Egmonda, patroon der kerk voorgedragen tot het pastoraat van de kerk te Egmonda aan zee, vacerende door overlijden van Johannes Oedzerusz.
Oorspr. (Inv.no. 704). Met de rest van het zegel van de oorkonder., 1476 September 18 (feria quarta post festum S. Lamberti episcopi)
1278 Heer Dirck Struys, conventuaal en "sacriste" van het godshuis van Egmondt, verklaart in bijzijn van heer Claes van Adrichem, abt van Egmont, en enige anderen, dat hij voormaals met goedkeuring van de abt de Liescamp van zijn zuster Alijt gekocht had; dat hij deze goederen met goedvinden van de abt aan het godshuis wilde nalaten op voorwaarde, dat de abt, wanneer hij de goederen "tot zijner tafelen" wil houden, ook aan de memorie 15 Rijnse ponden zal uitreiken en dat abt, of memoriemeester 15 pond aan Alijt's dochter zullen geven, wanneer zij in enig klooster geprofest zal worden.
Afschrift (Inv.no. 846, blz. 88)., 1477 Maart 10
1279 Paus Sixtus herroept zijn brief van commende, gegeven aan Johannes de Burgundia, geestelijke en notaris in het diocees Tornacum om Gerhardus (sc. van Poelgeest) als abt van S. Adalbertus in Egmunda op te volgen, aangezien hem gebleken is, dat de concordaten tussen de Pauselijke Stoel en de Duitse natie op dat klooster van toepassing zijn.
a. Oorspr. (Inv.no. 63). Met het loden zegel van de paus aan zijden koord.
b. Afschrift (Inv.no. 4, onder letter Y)., 1477 Maart 10 (Rome apud Sanctum Petrum Idus Martii)
1280 De testamenteurs van heer Jan Pouwelsz., pater, met convent der Regulieren van Steyn buiten Gouda, en pater met convent van het S. Maria Magdalena klooster in Gouda, verklaren ontvangen te hebben van Dirc van Bosch, rentmeester van de abt van Egmond, 38 schilden en 16 groot voor zeker land in Bodegraven, dat de abt van heer Jan Pouwelsz. gekocht heeft.
Oorspr. (Inv.no. 480). Met de rest van het zegel van Dirc Rijn, deken van der Kerstenheyt in Gouda., 1477 Mei 29
1281 Claes van Adrichem, abt van Egmondt, verklaart, dat Dirck van Bosch, zijn rentmeester in Rijnlandt, 17 hont land, gelegen in de ban van Voerscoten, aan hem opgedragen heeft in ruil voor andere goederen en dat hij (abt) genoemde Dirck dat goed in erfleen gegeven heeft, met de bepaling, dat het "binnen afters susterskint" niet zal versterven.
Oorspr. (Inv.no. 584). Met de rest van het zegel van de abt., 1477 juli 25
1282 Joost van der Hoeve verklaart van de pastoor van Egmont, heer Aelbrecht van Wely, conventuaal van Egmont, bij consent van heer Claes van Adrichem, abt van Egmont en collator en patroon van de kerk van Egmont, in erfpacht ontvangen te hebben een kroft land, gelegen aan de noordzijde van de boomgaard en der "steenen camer", welke eertijds behoord had aan heer Jan Odziersz., pastoor in Egmont, zulks tegen een jaarlijkse pacht van 22 stuiver.
Oorspr. (Inv.no. 700). Met het zegel van de oorkonder., 1478 Mei 10
1283 Lucas, bisschop van Sibenicum benoemt de deken van S. Marie in Antwerpia tot rechter in de zaak tussen Johannes Kerchoff enerzijds en Jacobus Yetzweert anderzijds, over de parochiekerk in Vlardinghen. Opgenomen in de brief d.d. 1479 september 20 (Reg.no. 1286)., 1478 juli 26 (Brugis septimo Kalendas Augusti)
1284 De notaris Adrianus Johannis geeft op verzoek van Ysbrandus Uten Haghe een notarieel afschrift van de oorkonde van 2 april 1434 (Reg.no. 927).
Oorspr. (Inv.no. 466). Met het handmerk van de notaris., 1479 januari 18 (Haerlem in domo habitationis Ysbrandi...)
1285 Arys Arysz., als voogd van Margriete Diloffs, zijn vrouw, verklaart een ruil te zijn aangegaan met heer Dirck ter Louwen, conventuaal en gasthuismeester in Egmond, met toestemming van heer Claes van Adrichem, abt, en senioren van het convent, waarbij hij aan het gasthuis opdraagt l gras land, gelegen in Claes Lubbrantsz ven, benevens 1 gras, 1 kalfsgras en een lamsgras, gelegen in Griete Willemsz.ven en het zesde deel van de "Crofte".
Oorspr. (Inv.no. 1007). Met het zegel van Jacob, pastoor in Lymmen., 1479 Mei 12
1286 Notaris Henricus de Hoesdonc instrumenteert, dat Petrus de Maio, deken van S. Marie in Antwerpia, kanunnik van S. Marie in Cameracum, Tornacum en Antwerpia, rechter in onderstaande zaak blijkens de hier opgenomen brief d.d. 1478 juli 26 (Reg.no. 1293), aan alle wereldlijke en geestelijke personen zijn definitief vonnis insinueert, waarbij Cornelis de Edam die na Jacobus Yetzweert door heer Nicolaus de Adrichem, abt van Egmont en collator van de parochiekerk in Vlaardingen, als rector aldaar was aangesteld, in het bezit dier kerk wordt gesteld, terwij de aanspraak op het bezit dier kerk van Johannes Kerckhoff wordt afgewezen.
Oorspr. (Inv.no. 720). Met het handmerk van de notaris en het zegel in rode was van de deken., 1479 September 20 (Antwerpen in domo habitacionis nostre)
1287 Heynrick van Thoernenburch Claesz., schout van Scoirl, oorkondt, dat Outout Gerytsz. vóór hem verklaarde, verkocht te hebben aan heer Claes van Aerckom, abt van het klooster van Eggemondt, twee akkers geestgrond, groot 160 roede, gelegen in de ban van Scoirl, voor Hargom.
Oorspr. (Inv.no. 435). Met het zegel van de schout., 1481 juni 27 (des Woensdages na S. Jansdach midsomer)
1288 Paus Sixtus gelast de proost in Ruremundum en de deken van Naildwijck naar aanleiding van een verzoek van abt en convent van Egmond allen, die tienden en goederen van het klooster van S. Adalbertus in Egmunda geroofd of teruggehouden hebben, te vermanen, die goederen aan het klooster terug te geven op straffe, van excommunicatie.
Oorspr. (Inv.no. 42). Met het loden zegel van de paus aan hennep koord., 1482 Februari 8 (Rome apud Sanctum Petrum)
1289 Paus Sixtus, vergunt aan Jordanus, abt van S. Adalbertus in Egmonda, en diens opvolgers, op diens verzoek, dat de monniken in het klooster van elke daartoe bevoegde geestelijke (antistes), de ordening - ook van priesters - mogen ontvangen.
Oorspr. (Inv.no. 31). Het zegel van de paus is verloren., 1482 Mei 18 (Rome apud Sanctum Petrum quinto decimo Kalendas junii)
1290 Heynryck van Thoernnenburch Claesz., schout van Scoerl, oorkondt, dat Katherijn Outen weduwe, met haar voogd vóór hem verklaarde verkocht te hebben aan de abt van S. Aelbertsklooster in Eggemondt een stuk geestland, gelegen in de ban van Scoerl, vóór Hargen, groot 4 snees.
Oorspr. (Inv.no. 436). Met het zegel van de schout., 1482 juni 23 (des dages voir S. Jansdach in den soemer)
1291 Paus Sixtus (IV) geeft aan Jacobus Yetzwert, nadat deze de parochiekerk van Alckmaria heeft teruggegeven, een jaarlijks pensioen van 85 Rijns goudgulden uit de inkomsten, toebehorende aan de abdij van Egmond, evenals Antonius Vekemans een pensioen van 80 guldens heeft gehad. Geïnsereerd in de brief d.d. na 1483 september 1 (Reg.no. 1293)., (1483) September 1
1292 Paus Sixtus (IV) draagt Johannes Nijs, proost van S. Johannes in Traiectum, op voor de uitvoering van de schenking, vermeld in de brief 1483 september 1 (Reg.no. 1291) zorg te dragen. Geïnsereerd in de brief d.d. na 1483 september 1 (Reg.no. 1293)., 1483 September 1
1293 Johannes Nijs, proost van S. Johannes in Traiectum, maakt aan abt Jordanus en het convent van Egmond de pauselijke brieven, d.d. 1483 september 1 (Reg.no. 1291) en 1483 september 1 (Reg.no. 1292), in dezen geïnsereerd, bekend en beveelt hun hieraan te gehoorzamen.
Oorspr. (Inv.no. 685). Het zegel van de oorkonder ontbreekt., 1483 (ná September 1)
1294 Jordan van Dryell, abt van Egmont, geeft vóór leenmannen in erfleen aan heer Henrick van Naeldwyck, ridder, de goederen, in leen gehouden door wijlen Willem van Egmont van de Waeteringe, jonkvrouwe van Naeldwijck.
Afschrift (Inv.no. 569)., 1484 Maart 30
1295 Raden, gecommitteerd ten zaken van Hollant, Zeelant en Vrieslant gelasten de eerste gezworenen exploiteur om op verzoek van de abt van Egmondt en de waarschappen van de dorpen Petten en Camp, de waarschappen van Groede en Hergom te bevelen kopie te geven uit de registers van hun morgengeld en dijkgeld, daar zij weigeren mede de kosten te dragen van de watermolen van Petten, Camp en Groede.
Oorspr. (Inv.no. 637). Met het afgesleten signet in rode was., 1484 October 5
1296 Johan van Hodenpijl, heer van Haemstede en Westen-Schouwen, belooft de prelaat en abt van Egmont de gelden, welke hij ontvangen had uit de verkoop van 5 morgen land, die bij in leen had van de abt, binnen drie jaar voor de aankoop van ander land in het graafschap van Hollant te zullen gebruiken en dit land aan de abdij te zullen opdragen; Dirc van Duvoerde voegt hieraan toe op verzoek van de oorkonder borg te zullen zijn.
Oorspr. (Inv.no. 831). Met het zegel van Johan van Hodenpijl; het zegel van heer Florys van Alckemade, pastoor te Rijswijk, (ten behoeve van Dirc van Duvoirde) is afgevallen., 1485 Maart 20
1297 Notaris .... instrumenteert op verzoek van Theodericus de Buscho, rentmeester van de abt van Egniond, dat Zanderus Wilhelmusz., advocaat van Rijnlandia, vóór hem (notaris) en getuigen hem bij akte van 21 februari 1482, verleden voor het gerecht van Zuuterwoude, het vruchtgebruik van 4 morgen land aldaar ontzegd heeft.
Oorspr. (Inv.no. 607). Met het handmerk van de notaris., 1485 Mei 9 (Leyden in ecclesia S. Petri)
1298 Jordanus, abt, en convent van Egmonda komen met Johannes, prior van Mariahaven in Warmonda en het convent aldaar overeen, dat zij elkaar zonder veergeld zullen laten overvaren over de Poel tussen Oistgheest en Warmonda die zij gemeenschappelijk bezitten.
Oorspr. (Inv.no. 587). Met de zegels van abt en convent van Egmond en de geschonden zegels van prior en convent van Marieënhaven., 1486 November 7 (in die S. Willebrordi episcopi et confessoris)
1299 Anthonius, abt, en convent von S. Trudo enerzijds, en Jordanus, abt, en convent van Egmond anderzijds, komen overeen, dat zij voor overleden broeders in beide kloosters missen zullen houden; dat broeders in elkaars kloosters onderkomen zullen vinden; dat de abten bij bezoeken aan elkaars kloosters zeker gratiën kunnen uitoefenen; dat de overledenen op hun jaartijden in het kapittel of in het koor herdacht zullen worden.
Oorspr. (Inv.no. 149). Met de zegels van de abt en het convent van S. Trudo., 1486 November 10
1300 Jordijn van Driel, abt von Egmonde, prior en gemeen convent aldaar, vergunnen Adriaen Willem Naghelsz. op zijn verzoek, vóór leenmannen gedaan, 7 morgen land, gelegen in de Vriënban, die hij van het convent in leen had, te verkopen.
Oorspr. (Inv.no. 586). Met het licht geschonden zegel in rode was van de abt en het convent van Egmond., 1486 November 14
6.2.14. Regesten 1301 t/m 1400
6.2.15. Regesten 1401 t/m 1500
6.2.16. Regesten 1501 t/m 1557
laatste wijziging 12-11-2022
2.593 beschreven archiefstukken
254 gedigitaliseerd
totaal 3.507 bestanden
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1140-1574
Omvang in meters:
10,00
Periode documenten:
1140-1574
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-1008. Inv.nrs. 79, 100, 132, 160, 167, 179, 191a, 544, 577, 586, 679, 710, 715, 837-838 ontbreken. Inv.nr. 828 is vervallen. De inventaris bevat een uitvoerige regestenlijst, 889-1571. Het archief is alleen op microfiches te raadplegen. Meer informatie over inv.nr. 13 (Bul, waarbij paus Innocentius II de abdijen van Egmond en Rijnsburg in eigendom en bescherming neemt, 1140) en de transcriptie van het stuk zijn te vinden op www.noord-hollandsarchief.nl>Ontdekken>Schatkamer>Het oudste stuk van het Noord-Hollands Archief.
Licentie metadata:
Creative Commons Zero (CC0) - Public Domain Dedication
Categorie:
laatste wijziging 12-11-2022
2.593 beschreven archiefstukken
254 gedigitaliseerd
totaal 3.507 bestanden