Uw zoekacties: Abdij van Egmond

356 Abdij van Egmond ( Noord-Hollands Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
356   Abdij van Egmond
Inleiding
1. Voorwoord
2. Afkortingen
3. Inleiding
4. Bijlage
laatste wijziging 12-11-2022
2.593 beschreven archiefstukken
254 gedigitaliseerd
totaal 3.507 bestanden
Inventaris
1. Archief van de abdij van Egmond
2. Archief van memoriemeesters
3. Archief van de kosterij
4. Archief van hospitaalmeesters
5. Aanvulling
6. Regestenlijst, 889-1571
6.1. Afkortingen
6.2. Regestenlijst, 889-1571
6.2.1. Regesten 1 t/m 100
6.2.2. Regesten 101 t/m 200
6.2.3. Regesten 201 t/m 300
6.2.4. Regesten 301 t/m 400
6.2.5. Regesten 401 t/m 500
6.2.6. Regesten 501 t/m 600
6.2.7. Regesten 601 t/m 700
6.2.8. Regesten 701 t/m 800
6.2.9. Regesten 801 t/m 900
6.2.10. Regesten 901 t/m 1000
6.2.11. Regesten 1001 t/m 1100
1001 Philips, hertog van Bourgoengnen, palatijn van Henegouwe, van Hollant enz., verbiedt, naar aanleiding van klachten van de abt van Egmond, een ieder te fretteren of wild te vangen in de duinen en waranden van de abt van Egmonde, gelegen tussen Groede en Camp, op straffe van gijzeling binnen den Hage of een der steden in Hollant.
Oorspr. (Inv.no. 618). Met het licht geschonden zegel in rode was van de oorkonder met contra-zegel., 1441 Maart 21 (in onse stede van Middelburch)
1002 Hugho Backer, cureit van de parochiekerk in Egmundia, verklaart voor zijn kerk jaarlijks aan de custodie van het klooster van Egmunda 2 oude groten Vlaams schuldig te zijn.
Oorspr. (Inv.no. 957). Met het zegel van de oorkonder., 1441 April 15 (vigilia Pasche)
1003 Notaris Heynricus Splinter de Alcmaria instrumenteert, dat de abt van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda protesteert tegen het optreden van Johannes Oedzier, plebaan van de parochiekerk in Egmonda die in strijd met het recht van het klooster en de abt op het feest van Sacramentsdag in het klooster was gekomen, dragende het sacrament en reliquiën.
Oorspr. (Inv.no. 694). Met het handmerk van de notaris., 1441 juni 22 (in medio ecclesie monasterii Egmondi in festivitate sacracissimi corporis Christi)
1004 Jan van Alcmade verklaart van heer Willem, abt van Egmonde, in leen ontvangen te hebben 90 grazen land in de ban van Oude-Nydorp, vermeld in de brief d.d. 1434 mei 20 (Reg.no. 929) welke in dezen is geïnsereerd.
Oorspr. (Inv.no. 431). Met het zegel van de oorkonder., 1441 Augustus 16
1005 Notaris Heynricus Splinter de Alcmaria instrumenteert, dat heer Hugo Bloet, prior van het klooster van Egmond, namens de abt heer Wilhelmus, vóór heer Johannes Oedzerusz., pastoor van Egmond, Gerardus Petri, hofmeester (magister curie Egmondensis), en Wilhelmus de Beerhem, baljuw van Egmond, raden van de heer van Egmond, en vóór hem (notaris) en getuigen verklaard heeft, dat op 23 november 1440 tussen heer Geryt van Scoten, commandeur van het S. Johanshuis te Haarlem, Huge die Bloet voornoemd, Aerent van Hemert, doctor, en Willem Hey, rentmeester, monniken en capitularen van Egmond, allen namens de abt, en Otte van Egmond, heer Jan Oedziersz. voornoemd, Geryt Pietersz., hofmeester, en Florys Jan Melysz., schout van Egmond, allen namens de heer van Egmond een overeenkomst gesloten is betreffende het onderhoud van het duin onder Egmond, welke verklaring door drie getuigen van de heer van Egmond bevestigd is en wel in dier voege, dat de heer van Egmond en de abt gezamenlijk voor het duinonderhoud zullen zorgen, "behoudelic dat die abt van Egmonde dair geen hoeffslach noch scouwe dairup ontfangen sal van des goidshuys lande."
Oorspr. (Inv.no. 621). Met het handmerk van de notaris., 1441 September 6 (Egmonde in domo habitacionis balivi Egmondensis)
1006 Willem, abt van Egmonde, oorkondt, dat hij met zijn leenmannen terecht gezeten heeft over het geschil tussen Loeff Pillegrimz. zijn leenman, enerzijds en Martijn Bouwiinz. anderzijds, over zeker leengoed, groot 6 grazen land, gelegen te Backum; dat leenmannen, nadat Martijn tot op de vierde rechtdag niet verschenen was, op deze dag gewezen hadden, dat Loeff het beste recht had; dat leenmannen vervolgens op de eis van Loeff, dat abt en leenmannen verplicht waren hem een brief van het vonnis te bezegelen, gewezen hadden, dat abt en leenmannen hiertoe verplicht waren en wel op kosten van Loeff.
Oorspr. (Inv.no. 245). Met de zegels van de abt (in rode was) en van de leenmannen Dirc Garbrantsz., Wouter Buzc, Willem uren Hage, Geryt uten Hage, Jan Boen, Garbrant van der Couster en Jan van Huessen., 1441 September 14
1007 Willem, abt van Egmond, verklaart Geryt van der Burch met 12 morgen land en een huizing, gelegen in de ban van Rijswijk, beleend te hebben; met bepaling, dat het leen niet zal verstorven zolang er een "aftersusterkint is, dat van (zijn vader)"Jan van der Burch's live uutgecomen is ... hetsij soen of dochter". Opgenomen in de brief d.d. 1441 november 14 (Reg.no. 1009)., 1441 November 7
1008 Schepenen in Hairlem oorkonden, dat jonkvrouw Gijsbrecht, weduwe van Jan van der Borch, en haar kinderen, bijgestaan door hun voogd Jan van Bekensteyn vóór hen opdroegen aan heer Willem van Matenesse, abt van Egmonde ten behoeve van de abdij 12 morgen land met een huizing, gelegen in de ban van Rijswijc, zulks ter vervanging van een leen van 8 morgen, dat met toestemming van de abt verkocht is.
Oorspr. (Inv.no. 536). Met de zegels van de schepenen Jan die Grebber en Jan van der Lane., 1441 November 8
1009 Geryt van der Burch erkent van heer Willem, abt van Egmond, in leen ontvangen te hebben 12 morgen land met behuizing in de ban van Rijswijk volgens de hier opgenomen brief d.d. 7 november 1441 (Reg.no. 1007).
Oorspr. (Inv.no. 536). Met het zegel van de oorkonder., 1441 November 14
1010 Jan van Alcmade verklaart in leen ontvangen te hebben van heer Willem, abt van Egmond, 90 grazen land in de ban van Oude Nydorp vermeld in de brief d.d. 1434 mei 20 (Reg.no. 929), welke in dezen is geïnsereerd.
a. Oorspr. (Inv.no. 431). Met de rest van het zegel van de oorkonder.
b. Afschrift (Inv.no. 12, fol, 47 vo.)., 1441 November 14
1011 Zoeyer Gerytsz., schout van Backum, oorkondt, dat Loef Pelgrimsz. vóór hem verklaarde verkocht te hebben aan de abt van Egmond 6 grazen land, gelegen in de ban van Backum.
Oorspr. (Inv.no. 245). Met de rest van het zegel van de schout., 1441 December 21 (op S. Thomasdach apostel)
1012 Wilhelmus de Mattenes, abt van het klooster van S. Adalbertus de Egmunda, sticht een wekelijkse gezongen zielmis in de kapel van de H. Maagd Maria in de kerk van dat klooster en schenkt daartoe de inkomsten uit zijn land bij Sciedam, welke beheerd zullen worden door de commandeur van het huis van S. Johan in jherosolima te Haerlem.
a. Oorspr. (Inv.no. 925). Met het zegel, voorzien van contra-zegel van de abt en dat van het convent, beide in rode was.
b. Afschrift (Inv.no. 846, blz. 83)., 1442 januari 6
1013 Wouter Buze en Jan Boen, godshuismannen van Egmond, getuigen, dat Loiff Pilgrimsz. aan heer Willem, abt van Egmond, tot een vrij eigen heeft overgedragen 6 grazen land in Backum, die hij van abt en godshuis in leen had.
Oorspr. (Inv.no. 245). Met de zegels van de oorkonders., 1442 januari 18
1014 Paus Eugenius gelast Johannes Colentier, kanunnik in Traiectum, collecteur der pauselijke inkomsten aldaar, om de aanhangers van de tegenpaus Amadeus, hertog van Sabaudia, door middel van de geestelijke censuur en andere rechtsmiddelen te vervolgen en vergunt hem de berouwvollen onder hen vergiffenis te schenken, mits zij de eed van trouw aan paus Eugenius afleggen. Opgenomen in de brieven d.d. 1449 februari 16 en 1444 september 30 (Reg.no's 1027 en 1028)., 1442 januari 19 (Florencie anno quarto kalendas Februarii pontificatus nostri anno undecimo)
1015 Wouter Buze en Jan Vos Dirc Hoechstraetsz. oorkonden, dat suster Alijt Pietersdochter met haar voogd Heinric van Driel vóór hen opgedragen en kwijtgescholden heeft aan heer Willem Buytewech, monnik in Egmond, ten behoeve van abt en godshuis alle leengoederen, die zij van de abdij in leen hield, t.w. 2 morgen land te Rijswijck bij de Horenbregge, te voren leengoed van Willem Nagel Willemsz.
a. Oorspr. (Inv.no. 537). Met de zegels van de oorkonders.
b. Afschrift (Inv.no. 12, fol, 4 vo)., 1442 januari 30
1016 Paus Eugenius geeft de abt van het klooster S. Adalbertus in Egmonda op diens verzoek het recht de parochiekerk aldaar voortaan door een van zijn monniken, naar eigen verkiezing door andere te vervangen. te doen besturen.
Oorspr. (Inv.no. 695). Het loden zegel van de paus is verloren., 1442 April 28 (Florentie quarto Kalendas Maii)
1017 Willem, abt van Egmond, en het gemeen convent verklaren met Claes Matheisz. en Gherijt Jacopz. een overeenkomst te hebben gesloten, waarbij het onderhoud van de dijk van het godshuis in de S. Aechtendijk in de schouw van Backum aanbesteed wordt voor 9 jaren tegen 3 Engelse nobel per jaar en op enige nader genoemde voorwaarden.
Oorspr. (Inv.no. 650). Het zegel van het convent is verloren., 1442 juni 24
1018 Claes Durber Jacobsz. verklaart een ruil van goederen te zijn aangegaan met heer Willem, abt van Egmonde, waarbij hij afgestaan heeft de helft van 3 morgen land, geheten de Waelcamp, gelegen in Ketelambacht, en wel in ruil voor landen in Maeslant aan de Westgaach, de abt van zijn (abts) broeder Jan Symonsz. aanbestorven.
Afschrift (Inv.no. 846, blz. 80 vo)., 1442 juni 26
1019 Willem van Mattenes, abt van Egmont, verklaart met zijn zwager Claes Durber Jacobsz. van Delf goederen geruild te hebben, waarbij Claes 3 morgen in Maeslant heeft afgestaan t.w. in Ketelambacht aan de Westgaech, geheten de Waalcamp en hem aanbestorven van zijn zuster Gheert Zuut, weduwe van Jan Symonsz., Willem's broer, terwijl de abt enige goederen, hem aanbestorven van zijn broer Jan Symonsz. heeft gegeven; de abt verklaart verder de laatste landen aan het convent te schenken voor de memorie van zijn ouders.
Afschrift (Inv.no. 846, blz. 81)., 1442 juni 26
1020 Notaris Heynricus Splinter de Alcmaria instrumenteert, dat broeder Johannes Ancelmusz., prior der Regulieren van Beverwijck, vóór heer Wilhelmus, abt van Egmond, hem (notaris) en getuigen verklaarde aan de abt te schenken een stuk land, gelegen in de ban van de stad Beverwijck, hetwelk de Regulieren eertijds van de abt gekocht hadden.
Oorspr. (Inv.no. 297). Met het handmerk van de notaris., 1442 September 11 (in aula abbacialis)
1021 Johannes le Navaroys, subcollector van het diocees van Parisii van de tienden, welke de hertog van Burgundia krachtens mandaat van de geestelijken in zijn gebied mag heffen en gemachtigde van Johannes, bisschop van Tornacum, executor provinciaal, verklaart van heer Willermus, abt van het klooster in Egmunda, 80 gouden Holl. guldens ontvangen te hebben.
Oorspr. (Inv.no. 84). Met het zegel van de oorkonder in rode was., 1442 December 14 (in Haga Comitis)
1022 Philips, hertog van Bourgongnen, graaf van Hollant enz., geeft aan abt en convent tot Egmond op hun verzoek tot wederopzeggen het recht bij hun hofstede Ten Poel "in onsen zwaendrifte ende heerlichede ten Poele ende in Rijnlant" een zwaandrift te houden van twee paar zwanen.
Oorspr. (Inv.no. 54). Met het signet van de hertog in rode was., 1443 April 24
1023 Broeder Gheryt van Schoten, commandeur van het godshuis van S. Johan tot Hairlem, geeft vidimus van de brief d.d. 1387 maart 8 (Reg.no. 563).
Oorspr. (Inv.no. 608). Met het zegel van de oorkonder., 1443 Mei 3 (optes heylichs Cruus dach invencio)
1024 Notaris Henricus Splinter uit Alcmaria instrumenteert, dat Petrus Johannis Nicolai Ymmenz., inwoner van Egmonda, vóór hem en getuigen verklaard heeft geen aanspraken te hebben op twee vierendeel land op Nuwer, Caritatenland genoemd, gelegen in Egmond; dat de abt van Egmond vervolgens verklaarde aan genoemde Petrus het land voor de duur van zijn leven in pacht gegeven te hebben t.w. voor 4 schellingen jaarlijks; dat Hugo Bloet, prior, Wilhelmus Hey, rentmeester, Johannes Oedzeri, pastoor van de parochiekerk in Egmond, en Wilhelmus de Beerhem, baljuw van Egmond als scheidslieden daarop bepaald hebben, dat Petrus het genoemde land voor de genoemde prijs voor zijn leven in pacht zal hebben.
Oorspr. (Inv.no. 339). Met het handmerk van de notaris., 1443 Mei 26 (in ambitu monasterii Egmondensis)
1025 Jan Willemsz., schout in Swamerdam, met azing en 7 buren in vierschaar gezeten, verklaart zich onbevoegd om recht te spreken in het geschil tussen Huge van Berge, rentmeester van de abt van Egmonde en de heer van Brederode over zekere 10 gouden Franse schilden wegens pacht in de Wijck, daar dit leengoed raakte van de graaflijkheid van Hollant.
Oorspr. (Inv.no. 609). Met het geschonden zegel van de schout., 1443 juni 26
1026 Claes Minnyck Claesz. oorkondt, dat hij aan heer Johan Oudziertsz., cureit in Egmond, verkocht heeft een stuk land, gelegen in de ban van Egmond, strekkende westwaarts aan de heerstrate van de heer van Egmond.
Oorspr. (Inv.no. 693). Met het zegel van Florys Jansz. van Craenenbroech., 1443 juli 20
1027 Notaris Willem Paulusz. Camerlingh instrumenteert, dat Johannes Colentier, kanunnik in Traiectum, pauselijk nuntius en collecteur der pauselijke inkomsten aldaar, krachtens de hier opgenomen bul van paus Eugenius d.d. 1442 januari 29 (Reg.no. 1014), bij definitief vonnis de excommunicatie uitspreekt over Johannes Odzerusz., pastoor der parochiekerk in Egmonda, en Wilhelmus Paedze de Egmonda, priester, als aanhangers van de tegenpaus Amadeus de Sabaudia.
Oorspr. (Inv.no. 697). Met het handmerk van de notaris Willem Paulusz. Camerlingh en het zegel in rode was van J. Colentier., 1444 September 30
1028 Johannes Colentier, kanunnik in Traiectum, pauselijk nuntius en collecteur der pauselijke inkomsten aldaar, die krachtens de hier opgenomen bul van paus Eugenius d.d. 1442 januari 29 (Reg.no. 1014) de excommunicatie heeft uitgesproken over Johannes Odzerusz., pastoor van de parochiekerk in Egmonda en Wilhelmus Paedze de Egmonda, gelast de abt van het klooster van S. Adalbertus aldaar binnen 30 dagen een nieuwe pastoor te benoemen.
Oorspr. (Inv.no. 697). Met het geschonden zegel van de oorkonder in rode was., 1444 September 30 (in ecclesia Traiectensi)
1029 Notaris Nicolaus Gherardusz. de Schiedam verklaart de brief d.d. 1444 september 30 (Reg.no. 1028) op de rugzijde waarvan deze verklaring is geschreven, aan de abt van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda, te hebben voorgelezen.
Oorspr. (Inv.no. 697). Met het handmerk van de notaris., 1444 October 10 (in monasterio Egmondensi)
1030 Notaris Nicolaus Gherardusz. de Schiedam verklaart de brief d.d. 1444 september 30 (Reg.no. 1027) op de rugzijde waarvan deze geschreven is, in de parochiekerk van Egmonda en de kerk van het klooster van S. Adalbertus aldaar te hebben afgekondigd.
Oorspr. (Inv.no. 697).
Zonder handmerk van de notaris., 1444 October 12
1031 Wilhelmus, abt van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda, benoemt uit volmacht van de Pauselijke Stoel Wilhelmus Hey, prior van het klooster, tot "rector en gubernator" van de parochiekerk in Egmonda.
Oorspr. (Inv.no. 696). Met het zegel in rode was van de abt., 1444 October 13 (in Egmonda in aula abbaciali nostri monasterii)
1032 Johannes Colentier, kanunnik in Traiectum, pauselijk nuntius en collecteur van de pauselijke inkomsten aldaar, commissaris in onderstaande zaak, gelast de provisor van Kenemaria en alle andere geestelijken in het diocees Traiectum, krachtens de hier opgenomen bul van paus Eugenius d.d. 1442 januari 29 (Reg.no. 1014) om de eis van Johannes Odzerusz., dat de abt van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda hem zal herstellen in zijn ambt van pastoor der kerk in Egmonda, als nietig te beschouwen.
Oorspr. (Inv.no. 697). Met de rest van het zegel in rode was van de oorkonder., 1445 Februari 16 a (in ecclesia Tralectensi)
1033 Johannes Colentier, kanunnik in Traiectum, pauselijk nuntius en collecteur van de pauselijke inkomsten aldaar, commissaris in onderstaande zaak, verbiedt de parochianen in Egmonda om Johannes Odzerusz., gewezen pastoor van hun kerk, over wie hij krachtens de hier opgenomen bul van paus Eugenius d.d. 1442 januari 29 (Reg.no. 1014), de excommunicatie heeft uitgesproken, voortaan als hun pastoor te erkennen.
Oorspr. (Inv.no. 697). Met het licht geschonden zegel van de oorkonder in rode was., 1445 Februari 16 (in ecclesia Traiectensi)
1034 Willem, abt van Egmond, verklaart in erfleen te geven aan Dirck Bertelmees Rycken de helft van 13 morgen land, gelegen in Ruven in zijn ambacht, welke goederen door zijn moeder Lijsbeth, weduwe van Bertelmees Rijcken van de abten waren in leen gehouden.
Afschrift (Inv.no. 12, fol, 52 vo)., 1445 Februari 22
1035 Notaris Nycolaus Zwycvoet instrumenteert, dat hij op verzoek van Wilhelmus Hey, prior van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda, de brief d.d. 1445 februari 16 (Reg.no. 1033) op de rugzijde waarvan deze geschreven is, heeft afgekondigd in de parochiekerken van Egmonda, Heylo, Lymmen en Casterkom.
Oorspr. (Inv.no. 697). Met het handmerk van de notaris., 1445 Februari 24
1036 Johannes Colentier, kanunnik in Traiectum, pauselijk nuntius en collecteur der pauselijke inkomsten aldaar, commissaris in onderstaande zaak, gelast alle geestelijken om de parochianen in Egmonda te dagvaarden tot het afleggen van een verklaring, dat zij gehoorzaamd hebben aan zijn verbod om Johannes Odzerusz. voortaan als hun pastoor te erkennen.
Oorspr. (Inv.no. 697). Met het geschonden zegel van de oorkonder in rode was., 1445 Maart 4
1037 Johannes Colentier, kanunnik in Traiectum, pauselijk nuncius en collecteur der pauselijke inkomsten aldaar, vaardigt een interdict uit tegen de parochiekerk in Egmonda en van alle andere parochies, waar en zolang zich daar ophoudt Johannes Odzerusz., pastoor van Egmonda en thans geëxcommuniceerd, doch bepaalt, dat dit interdict niet geldt voor het klooster van S. Adalbertus in Egmonda.
Oorspr. (Inv.no. 697). Met het licht geschonden zegel van de oorkonder in rode was., 1445 Maart 4 (in ecclesia Traiectensi)
1038 Notaris Wilhelmus Symonsz. verklaart, dat hij de brief d.d. 1445 maart 4 (Reg.no. 1037), op de rugzijde waarvan deze geschreven is, heeft afgekondigd in de parochiekerken van Egmonda, Castrikum, Heemskerck en Beverwijck.
Oorspr. (Inv.no. 697). Met het handmerk van de notaris., 1445 Maart 13
1039 Willem, abt van Egmonde, oorkondt, dat Ave, dochter van Dirc Yelysz. vóór hem overgegeven heeft aan haar zuster Ermtruut het land, dat zij van de abdij in erfhuur had; de abt verklaart verder het land aan genoemde Ermtruut in erfhuur gegeven te hebben op de bestaande voorwaarden.
Oorspr. (Inv.no. 605). Met het zegel in rode was van de abt., 1445 juni 16
1040 Ghysbrecht van der Huele, schout van Egmonde, oorkondt, dat Lambrecht Vredericxz. vóór hem verklaarde aan Dirc Soyersz. verkocht te hebben een stuk weiland geheten "die weyde metten heck" met 2 rietbossen in de ban van Egmonde.
Oorspr. (Inv.no. 340). Met het zegel van de oorkonder., 1445 Augustus 29
1040a Ludovicus, kardinaal-priester met de titel van S. Cecilia, legaat van de Generale synode van Bazel (Basiliensis) in Germania, verklaart naar aanleiding van het verzoek door de abten van de kloosters van S. Thomas in Bursfeld, van S. Cristoforus in Reynhusen, en van de Zalige Maagd in Huersburg en andere geestelijken van de reformatie van Bursfeld, dat de abt van Bursfeld met twee andere paters voortaan particuliere synoden zal houden naast de provinciale synoden; dat deze vergaderingen regels voor de observantie, ceremoniën, gezangen enz. zullen vaststellen, waarbij zij overbodige gebruiken zullen mogen afschaffen; dat deze onopgemerkt onderzoeken zullen kunnen instellen, straffen bepalen, prelaten zo nodig afzetten, straffen opheffen, dispensaties verlenen, visitaties verordenen; dat de abt van Bursfeld abten zal kunnen bevestigen, indien de bisschop dat verzuimt, als ook, dat de twee co-presidenten een elect van Bursfeld zullen kunnen bevestigen. Getranssumeerd in de brief d.d. 1493 juni 18 (Reg.no. 1327)., 1446 Maart 11 (Francofordie quinto idibus Martii)
1041 Johannes Colentier, kanunnik in Traiectum, pauselijk nuntius in het diocees Traiectum en ontvanger van de pauselijke inkomsten aldaar, verklaart 40 Rijnse gulden ontvangen te hebben van mr. Nicolaus Gerardi de Schiedam, kanunnik van S. Pieter, uit naam van abt en convent van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda, als annaat wegens de incorporatie der parochiekerk van Egmonda.
Oorspr. (Inv.no. 695). Met het licht geschonden zegel in rode was van de oorkonder., 1446 Mei 31
1042 Willem van der Couster, ambachtsheer van Heyloe, oorkondt, dat Heyman Ysbrantsz. en Jan Ysbrantsz. vóór hem verklaarden verkocht te hebben aan heer Willem, abt van Egmonde, een kamp land, groot 2 koeweiden, gelegen in de ban van Heyloe.
Oorspr. (Inv.no. 373). Met het zegel van de oorkonder., 1446 juni 20
1043 Willem, abt von Egmonde, oorkondt, dat Clais Rycke Bertelmeesz. hem heeft opgedragen 6 morgen, gelegen op Ruven, in het ambacht van Popswoude, welke goederen de abt weer aan Claes Florysz. in leen heeft gegeven.
Afschrift (Inv.no. 12, fol, 34 vo)., 1446 September 13
1044 Proost, priores en convent van het klooster van S. Maria ad Claram aquam van de orde van S. Benedictus verklaren aan abt en broeders van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda, dat zij hen opnemen als deelgenoten in alle geestelijke goederen, zo in leven als in dood, terwijl zij uit bijzondere gunst voor hen na hun dood gebeden en andere geestelijke diensten zullen verordenen op dezelfde wijze als zij voor hun speciale vrienden en weldoeners plegen te houden.
Oorspr. (Inv.no. 146). Met het licht geschonden zegel van het convent., 1446 October 3 (proxima feria post Michaelis archangeli)
1045 Philips, hertog van Bourgoengen, gelast wegens klachten, door de abt van Egmond bij de President en Raad van Hollant gedaan, zijn schout van Schoirle om allen, die in de warande bij Hargen, toebehorende aan de abt van Egmonde, konijnen vangen, gevangen te nemen of ter gijzeling te dagen vóór zijn Raad in den Hage.
Oorspr. (Inv.no. 618). Op papier. Met het beschadigd opgedrukt zeshoekig signet van de hertog in rode was., 1447 januari 27
1046 Symon Claesz., schout in Casterkem, oorkondt, dat Jan Ysbrant Jansz. vóór hem verklaarde verkocht te hebben aan heer Willem Hey, prior van Egmond, ten behoeve van het convent 2 grazen land in de Halen in de ban van Casterkem.
a. Oorspr. (Inv.no. 887). Met het zegel van de schout.
b. Afschrift (Inv.no. 846, blz. 79)., 1447 Mei 23
1047 Willem, abt van Egmond, geeft in erfleen aan Boudewijn Hart Boudynsz. de helft van 13 morgen land, gelegen in Ruven in zijn ambacht, welke door Bertelmees Rijcken van de abdij in leen waren gehouden.
Afschrift (Inv.no. 12, fol, 53 vo)., 1447 Mei 25
1048 Wilhelmus, abt van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda, oorkondt, dat hij als collator de kapelanie of vicarie van het altaar van S. Katharina in de parochiekerk in Warmonda heeft opgedragen aan heer Albertus Folkerusz. de Enchusen, priester, en verzoekt de aartsdiaken in Traiectum dezen daarin te bevestigen.
Oorspr. (Inv.no. 753). Met het zegel van de abt in rode was., 1447 juli 6
1049 Willem, abt van Egmonde, geeft vergunning aan Jacop Yewiin Heyenz. om een rente van 3 Rijnse gulden jaarlijks uit 3 morgen en 1 hont land, gelegen in Maeslant, leengoed van de abdij, te verkopen.
Oorspr. (Inv.no. 506). Met het zegel van de abt in rode was., 1449 januari 14
1050 Willem, abt van Egmonde, geeft in leen aan Willem Hughenz. 7 morgen land, gelegen tussen Schye en Delff in Koxhove, afkomstig van diens oom Phillips van den Veen Willemsz., en dezen aanbestorven van Ghijsbrecht Bokel Willemsz.
Afschrift (Inv.no. 12, fol, 37)., 1449 januari 15
1051 Philips, hertog van Bourgongnen, gelast de eerste deurwaarder van de Raad in Hollant om schout en schepenen van Egmont te verbieden ten nadele van de abt van Egmont iets te doen, voordat het proces tussen de abt en den heer van Egmont over duinplanting binnen den ban van Egmond geëindigd is.
Afschrift (Inv.no. 622)., 1449 Februari 21
1052 Notaris Johannes Spierinck Johannesz. instrumenteert, dat de officiaal van de curie in Traiectum als rechter in deze zaak op verzoek van abt en convent van Egmond, de hier opgenomen bul van paus Johannes d.d. 1413 juli 24 (Reg.no. 794) aan allen insinueert, die het klooster overlast aan doen.
Oorspr. (Inv.no. 39). Met het afgesleten zegel van de officiaal en het handmerk van de notaris., 1449 Maart 8 (Traiecti die Sabbati octava mensis Martii)
1053 Jacop Aerntsz., pastoor, en Andries Claesz., schout van Lymmen, oorkonden, dat Claes Roelofsz. vóór hen verklaarde verkocht te hebben aan Willem Butewech, monnik en gasthuismeester in het klooster van Egmond, een stuk land aldaar, geheten de Quaehoernen. Oorspr. (Inv.no. 1000). Met de zegels van de oorkonders., 1449 juni 30
1054 Paus Nicolaus gelast de deken van de kerk van S. Pancratius in Oestvorn naar aanleiding van een verzoek van Joannes de Egmunda, baron en heer van Egmunda, om de kapel in Egmunda super mare tot parochiekerk te verheffen, omdat zij van Egmond uit moeilijk te bereiken is, na onderzoek deze kapel tot parochiekerk met kerkhof en doopvont te verheffen en de inwoners het recht te geven, wanneer zij de nodige dotaties voor rector en kerk gegeven hebben, de rector te presenteren. Opgenomen in de brief d.d. 1450 april 2 (Reg.no. 1058)., 1449 December 11 (Rome apud Sanctum Petrum)
1055 De officiaal van de curie en de aartsdiaken in Traiectum verklaren de schorsing van de kerkdiensten in het klooster van S. Adalbertus in Egmonda op te heffen, die was opgelegd naar aanleiding van de gewelddaden door Ghysbertus van der Hoel, schout in Egmonde, Johannes Rychout en anderen, gepleegd tegen het klooster.
Oorspr. (Inv.no. 134). Met de beschadigde zegels der oorkonders., 1449 December 16 (feria tertia post festum S. Lucie virginis)
1056 Claes von Adrichem Willemz. verklaart verkocht te hebben aan heer Willem Hey, prior tot Egmond, ten behoeve van het convent een stuk land, geheten de Sontmarc, gelegen over d'Ye in de ban van Heyligheloe.
Afschrift (Inv.no. 846, blz. 79 vo)., 1450 Februari 5 (up sente Aechtendach)
1057 Leenmannen van de abt van Egmond oorkonden, dat Danel Jansz. van Matenesse vóór hen opgedragen heeft aan de abt 4 morgen land met de uiterdijken, gelegen in het Nieuwe land in Jansambacht van der Lecke, dat vroeger Odziers ambacht van Cralingen was, welke landen Danel wegens zijn ouderdom niet persoonlijk aan de abt had kunnen opdragen.
Afschrift (Inv.no. 12, fol. 6)., 1450 Maart 27
1058 Jacobus ex Borssalia, deken van de kerk van S. Pancratius in Oestvorn als commissaris ten dezen, verheft, ingevolge de hier opgenomen pauselijke brief d.d. 11 december 1449 (Reg.no. 1054) de kapel in Egmunda super mare tot parochiekerk met kerkhof en doopvont, stelt de priester Simon Gerardi als rector van deze kerk aan, verleent de heer van Egmond (aan wie de inwoners hun recht hebben overgedragen) het recht de rector, de geestelijke en de schoolmeester te presenteren, bepaalt, dat het Chrisma, H. Oliesel en Laatste zalfsel van de parochiekerk van Egmond of de collegiaatkerk van S. Zacharias, zodra de parochiekerk hieraan geïncorporeerd zal zijn, gehaald zal worden, en dat voor het matriculaat twee mark zilver verschuldigd zal zijn.
Gelijktijdig afschrift (Inv.no. 701)., 1450 April 2 (in Oestvorn in aula domus habitacionis nostre)
1059 Paus Nicolaus, vernomen hebbende, hoe de monniken in Egmonda en de nonnen in Rijnszburch afgeweken waren van de observantie van de regel van S. Benedictus, belast de abt van S. Maximinus bij Treveris met de visitatie en de reformatie van deze kloosters.
Oorspr. (Inv.no. 68). Met het loden zegel van de paus., 1450 juni 15 (Rome apud sanctum Petrum decimo septimo Kalendas julii)
1060 Philips, hertog van Bourgoingen, uitspraak doende in het geschil tussen de abt van Egmonde en de heer van Egmonde over de duinplanting, verklaart, dat de abt van Egmonde voor zijn landen niet gehouden zal zijn tot duinplanting; dat de goederen, die hiervoor in beslag genomen waren, gerestitueerd zouden worden en veroordeelt de heer van Egmond in de kosten.
Oorspr. (Inv.no. 622). Met het zegel in rode was van de hertog., 1450 juli 15
1061 Philips, hertog van Bourgoingen, autoriseert de eerste deurwaarder van zijn Raad in Hollant om ingevolge de uitspraak door die Raad tussen de heer van Egmond en de abt van Egmond gedaan, Gijsbert van den Huele, schout van Egmond en enige met name genoemde andere personen te bevelen de landerijen, die terwille van de duinplanting aan de abt onttrokken waren, weer terug te geven.
Oorspr. (Inv.no. 622). Met het opgedrukte signet in rode was van de hertog., 1450 juli 31
1062 Paus Nicolaus draagt, naar aanleiding van het verzoek van den heer van Egmond, van inwoners van Egmond, van deken en kapittel van de collegiaatkerk aldaar en van de als rector benoemde Simon om de apostolische bekrachtiging te geven aan de beschikking van de deken van de S. Pancratiuskerk in Oestvoern en de tot parochiekerk verheven kerk te doen wijden, de abt van Middelburg op, zich op de hoogte te stellen en de gevraagde bekrachtiging te geven en de wijding te laten geschieden.
Gelijktijdig afschrift (Inv.no. 701)., 1450 September 24 (Assisii)
1063 Notaris Theodericus de Oyen instrumenteert, dat mr. Johannes Nycolai, procurator (van de abt van Egmond) aan heer Heynricus, abt van Syloe in het diocees van Munster - vervangende Johannes, abt van S. Maximinus bij Treveris - vóór hem (notaris) en getuigen een verklaring overgegeven heeft, waarin hij protesteert tegen de op onware voorgevens verkregen brieven van visitatie en reformatie en tegen het binnendringen van genoemde abt in het klooster, hoewel de visitatie alleen aan de orde van S. Benedictus toekwam, en waarin hij, procurator, appelleren wilde bij de H. Stoel en daartoe brieven verzocht; de notaris verklaart verder, dat genoemde abt de procureur tegen S. Remigius' dag in Delft in het klooster van S. Barbara ontboden had, waar de abt van S. Maximinus de benodigde brieven voor het appel zou overleveren.
Oorspr. (Inv.no. 68). Met het handmerk van de notaris., 1450 September 27 (Leydis in domo sororum beati jeronimi dicta Roma)
1064 Zegslieden in het geschil tussen de abt van Egmond en de buren van Egmond aangaande gewelddaden, door laatstgenoemden gepleegd tegen het klooster, veroordelen de buren tot betaling van een som van 80 Rijnse guldens aan het klooster en vijf van hen bovendien tot het vragen van vergiffenis, terwijl zij een kaars van 1 pond was zullen offeren.
a. Oorspr. (Inv.no. 134). Met het zegel van Johan, heer van Egmond, ten verzoeke van de schepenen van het land van Egmond.
b. Afschrift (Inv.no. 3, fol, 121)., 1450 November 14
1065 Johan Odziersz., priester, rector der parochiekerk te Egmond, oorkondt, dat hij van het convent gehuurd heeft een stuk land, groot 13 roede en 7 voet, dat aan zijn boomgaard grenst, voor de tijd van 9 jaar voor 13 schellingen jaarlijks.
Oorspr. (Inv.no. 698). Met het zegel van de oorkonder., 1451 januari 10
1066 Willem van Matteness, abt van Egmond beleent heer Willem, heer tot Egmond, broeder tot Gelre en heer van het land van Mechelen, met de heerlijkheid van Egmond volgens de bepalingen van de uitspraak, te weten op de voorwaarden, waarop diens vader Jan, heer tot Egmond, de heerlijkheid van de graaflijkheid van Hollant in leen had gehouden.
Oorspr. (Inv.no. 110). Met het afgesleten zegel in rode was van de abt; met contra-zegel., 1451 januari 25 (op Sinte Pouwelsdach conversie)
1067 Willem van Beerhem verklaart voor de tijd van 9 jaar gehuurd te hebben van de abt van Egmonde een "streng" land, gelegen opt Noortvelt en 4 vierling zading, grenzende aan de Kerckwech.
Oorspr. (Inv.no. 341). Met de rest van het zegel van de oorkonder., 1451 April 4 (op Sinte Ambrosiusdach)
1068 Philips, hertog van Bourgongnen enz., verklaart, dat de abt van Egmond en de abdis van Reinsburch zich bij hem beklaagd hadden hoe de paus - op aandrang van de prior van de Regulieren tot Syon bij Delft - wegens het niet nakomen van de reguliere observantiën bij bul van 15 juni 1450 (Reg.no. 1060) de abt van het S. Maximijnsklooster buiten Trier met de visitatie en de reformatie van de kloosters belast had, waartegen zij geprotesteerd hadden; dat hij daarop geen visitatiën van geestelijken buiten het land willende gedogen, aan de abt van S. Maximinus voorgesteld had de visitatie aan de abt van S. Bave in Gendt, diens prior of de abt van Oudenborch in Vlaanderen op te dragen, wat deze geweigerd had; dat verdere voorstellen zijnerzijds zonder resultaat waren gebleven; hij gelast zijn officieren en onderzaten in Hollant, Zeelant en Vrieslant te beletten, dat de genoemde kloosters door de abt van S. Maximijn of iemand anders, buiten zijn gebied gezeten, uit kracht van genoemde bul genoemde kloosters met visitatiën lastig gevallen zullen worden.
Oorspr. (Inv.no. 68). Het zegel van de oorkonder is verloren., 1451 Mei 4
1069 Nicolaus, priester-kardinaal van S. Petrus ad vincula, pauselijk legaat voor Alemania, bericht aan de abten en regulieren van de orde van S. Benedictus in de provincie Maguntium, dat zij binnen een jaar hun levenswijze nauwkeurig volgens de regel en de statuten van hun orde moeten inrichten. Getranssumeerd in de brief d.d. 1493 juni 18 (Reg.no. 1327)., 1451 Mei 23 (Herbipolis)
1070 Georgius, abt van S. Egidius in Nurenberg, Johannes, abt van S. Burchardus in Herbipolis, Christianus, abt van S. Petrus in Erffordia en Helmoldus, abt van S. Godehardus in Hildeshem, brengen als presidenten verslag uit van het provinciaal kapittel, gehouden onder leiding van Nicolaus, priester-kardinaal van S. Petrus ad vincula en pauselijk legaat, die tot visitatoren benoemd heeft de abten van Bursfeld, van S. Stephanus in Herbipolis en van Wiblingen, benevens de proost van Novinions in Fulda en de prior van S. Jacobus in Maguntium. Getranssumeerd in de brief d.d. 1493 juni 18 (Reg.no. 1327)., 1451 Mei 23 (in monasterio S. Stephani in Herbipoli)
1071 Willem, abt van Egmonde, beleent vóór leenmannen Jacob Rijswijck met 2 morgen land met een huis, gelegen in het dorp van Hillegom, 3 morgen aldaar in de Berchcamp in Hillegom en 2 morgen gelegen in het ambacht van der Venipe op de voorwaarden, waarop Katrijn, dochter van Pieter Jansz. het leen gehouden heeft.
Oorspr. (Inv.no. 487). Met het zegel van de abt in rode was., 1451 juni 5
1072 Paus Nicolaus gelast enige geestelijken uit de Luikse, Gentse en Keulse diocesen, wegens het appèl van abt en convent van Egmonde tegen de bul, waarbij aan de abt van S. Maximinus bij Treveris visitatie en reformatie van dat klooster was opgedragen, een nieuw onderzoek in deze in te stellen.
Oorspr. (Inv.no. 68). Het zegel van de paus is verloren., 1451 juli 1 (Rome apud Sanctum Petrum Kalendas julii)
1073 Gijsbrecht van Vyanen, ridder, heer van Noirdeloiss, Ott van Egmondt, Geryt Utenhaghe en Gijsbert van der Huelle, zegslieden in het geschil tussen heer Willem van Matenesse, abt van Egmondt, en het convent ter ene zijde en heer Wilhem, broeder van Gelre, heer van Egmondt en 's lands van Mechelen ter andere zijde, bepalen, dat het "Krijtt", gelegen tussen het kerkhof en het dorp Egmond, een leen is van de heer van Egmond, maar dat hij dit onbetimmerd moet laten; dat de abt zijn recht mag laten gelden op de kerk van Egmond en op de collatie der kerk van Egmond op Zee; terwijl verder over het cariteitsland in Egmond en de achterstallen van erfhuur en wagendiensten in Egmond en Rinnegom een regeling gemaakt werd.
a. Oorspr. (Inv.no. 111). Met de zegels van de abt van Egmond, het convent van Egmond, de heer van Egmond en van de beide eerstgenoemde zegslieden (alle in rode was); de zegels der beide laatstgenoemde zegslieden in groene was.
b. Afschrift op papier van notaris Johannes Renie z.j. (Inv.no. 111) (16e eeuw).
c. Afschrift op perkament (rol) z.j. (Inv.no. 111). (Gelijktijdig ?), 1451 Augustus 16 (des neesten Manendages nae onser Liever Vrouwen dach assumptio)
1074 Notaris Johannes Nicolai instrumenteert, dat vóór heer Thadeus Nicolai Hals, provisor en deken van Kenemaria, als rechter fungerend, en vóór hem (notaris) en getuigen verschenen zijn mr. Petrus Johan namens de abt van Egmond, eiser, en heer Johannes Hugonis, verweerder; dat door eiser verklaard was, dat de parochiekerk van Egmond, na heer Johannes Odzeri vacant geworden, bij pauselijke brieven met het klooster van Egmond geïncorporeerd was; dat de abt vernomen had, dat deze kerk echter door genoemde heer Johannes Odzeri vóór genoemde heer Johannes Hugonis als notaris en getuigen was overgedragen; dat heer Thadeus vervolgens na partijen gehoord te hebben verweerder veroordeeld had de waarheid in deze te verklaren, waarop verweerder bekend heeft, dat heer Johannes Odzeri de parochiekerk vóór hem als notaris en getuigen aan het kapittel van kanunniken van de slotkapel van Egmond had overgedragen.
Oorspr. (Inv.no. 699). Met het handmerk van de notaris., 1451 September 24 (Harlem in domo inhabitacionis magistri Petri Johan in vico S. Johannis situata)
1075 Vranck Roelofsz., Geryt Rombout, jonge Geryt Rombout, Oetger Roelofsz., Daniel.Alertsz. en Mathijs Alertsz. verklaren, dat zij van de abt van Egmond gehuurd hebben enige stukken land, gelegen in de ban van Assendelff voor de tijd van 9 jaar, tegen een pacht van 30 Engelse nobels 's jaars.
Oorspr. (Inv.no. 242). Met het zegel van Claes Tamisz., schout van Assendelft., 1452 januari 4
1076 Symon Claesz., schout in Castrikem, oorkondt, dat Pieter Dirxz., Willem Dirxz. en Dirc Dirxz., broeders, voor hem verklaarden verkocht te hebben aan heer Jacop Eelman, prior, en heer Aernt Philipsz., memoriemeester, ten behoeve van de memorie van het godshuis te Egmond, een oud gras land, gelegen op de Lutke Halen in de ban van Castrikem.
a. Oorspr. (Inv.nr, 888). Met het zegel van de schout.
b. Oorspr. (Inv.no. 888).
c. Afschrift (Inv.no. 846), blz. 80 vo., 1452 Maart 22
1077 Schepenen in Leyden oorkonden, dat Ermtruut Dirc Gilliszoonsd. met haar voogd vóór hem verklaarde verkocht te hebben aan heer Willem van Matenesse, abt, en het convent van Egmond het land, geheten Aersten lant, gelegen in Bosschuysen, dat zij van het godshuis in erfhuur had.
Oorspr. (Inv.no. 605). Met de zegels van de schepenen Jan Reyner Gysbrechtsz. en Jan van Noorde., 1452 April 23
1078 Broeder Johannes de Essendia, professor in de theologie en prior provinciaal van de orde der Predikheeren in de provincie Saxonia, verklaart aan heer Wilhelmus de Matenes, abt, en prior en broeders van het klooster van S. Adalbertus in Egmunda, dat hij hen deelgenoten maakt in alle werken en goederen, zowel in leven als in dood, welke de broeders van de provincie bewerken en dat hun zielen bij overlijden in de gebeden in het provinciaal-kapittel aanbevolen zullen worden.
Oorspr. (Inv.no. 147). Met de rest van het zegel van de provinciaal., 1452 Mei 1 (in conventu nostro Harlemensi)
1079 Daniel Claesz., schout van Heyloe, oorkondt, dat Jan Willemsz. van de abt van Egmond voor de tijd van 9 jaar gehuurd heeft een stuk land, tevoren verhuurd aan Willem van den Couster.
Oorspr. (Inv.no. 374). Het zegel van de schout is verloren., 1452 juni 23 (op sinte Jan Baptisten avont in die zoemer)
1080 Zoyer Geriitz., schout in Backum, oorkondt, dat al de gene, die land gehuurd hebben van het godshuis van Egmond en in die Backum wonen, zich vóór hem verbonden hebben de abt hun landhuur en schulden volgens het register van de rentmeester en zijn "wilkoerboeck" over 9 jaren te zullen betalen.
Oorspr. (Inv.no. 246). Met het zegel van de schout., 1452 juli 29 (op S. Oelofsdach in den soemer)
1081 Zoeyer Zoeyersz. en Luyde Engels oorkonden, dat zij zich borg stellen voor 34 gouden halve Engelse nobels, welke de gebroeders Wouter Zoeyersz. en Doede Zoeyersz. aan den abt van Egmond wegens huur van de Cooch en de Noertoever jaarlijks gedurende 9 jaar verschuldigd zullen zijn.
Oorspr. (Inv.no. 408). Met fragmenten van de zegels van Zoeyer Zoeyersz., en Pieter Zoeyersz. in plaats van Luyde Engels., 1452 October 1 (op S. Bavendach)
1082 Geriit Gerytsz. verklaart de jaarlijkse pacht, groot 23 schellingen, die het gasthuis van Egmond bezat uit een huis bij de kerk te Bergen, met toestemming van de abt en heer Willem Butenwech, kapelaan en gasthuismeester van Egmond, overgezet te hebben op een weide in de vrijheid van Bergen.
Oorspr. (Inv.no. 994). Met de zegels van mr. Aelbrecht, cureit van Bergen, en van Bertelmeus Jansz. van Prusen, schout van Bergen., 1452 October 11
1083 Ariis Claesz., schout in Limmen, oorkondt, dat al de genen, die land gehuurd hebben van het godshuis van Egmond en in Limmen wonen, zich vóór hem verbonden hebben de abt hun landhuur en schulden volgens het register van de rentmeester van de abdij en zijn "wilkoerboeck" gedurende 9 jaren te zullen betalen.
Oorspr. (Inv.no. 410). Met het zegel van de schout., 1452 October 18 (op S. Lucas dach)
1084 Paus Nicolaus gelast de domproost van Trajectum, naar aanleiding van het verzoek van Wilhelmus, abt van het klooster van S. Adalbertus in Egmonde, de bijdrage van het klooster in de tiende penning, de omslagen voor caritatieve doeleinden en andere belastingen vast te stellen op hoogstens 80 gulden.
a. Oorspr. (Inv.no. 27). Het loden zegel van de paus is verloren.
b. Opgenomen in de brief d.d. 1455 februari 15 (Reg.no. 1116).
c. Opgenomen in de brief d.d. 1455 maart 23 (Reg.no. 1118).
d. Afschrift (Inv.no. 4, onder letter v)., 1452 November 28 (Rome apud Sanctum Petrum)
1085 Wouter Buze en Dirc van Berge, leenmannen van het godshuis van Egmonde, oorkonden, dat Dirc van Buten en Claes die Vryese in tegenwoordigheid van de abt heer Willem van Mattenesse getuigd hebben, dat in het jaar 1452 op S. Servatiusdach Dirc Hofland in de "eetkamer" van de abdij een stuk land, dat hij van de abt in leen had, met toestemming van de abt heeft verkocht en daarvoor aan deze twee andere stukken land heeft opgedragen, die hij weer in leen heeft ontvangen.
Oorspr. (Inv.no. 299). Met de zegels der leenmannen., 1453 januari 3
1086 Notaris Reynerus van Asbroeck instrumenteert, dat Antonius de Tosabetis, aartsdiaken in Tridentum, auditor en executor in onderstaande zaak, bericht heeft aan Philippus, hertog van Burgundia en alle geestelijke en wereldlijke overheden in diens gebied, dat hij op pauselijk bevel hierbij een brief van aggravatie en reaggravatie uitvaardigt tegen deken en kapittel van Rynnegom tot voldoening aan het vonnis in appèl gewezen, inhoudende, dat zij het bezit van de parochiekerk van Egmonda moeten geven aan Arnoldus de Dorp, monnik van Egmonda.
Oorspr. (Inv.no. 699). Met handmerk van de notaris. Het zegel van de aartsdiaken is verloren., 1453 Februari 5 (Rome apud Sanctum Petrum)
1087 Notaris Reynerus van Asbroeck instrumenteert, dat Antonius de Tosabetis, aartsdiaken in Tridentum, auditor, het vonnis bevestigt, gewezen door de officiaal in Traiectum, waarbij deken en kapittel van Rynnegom veroordeeld zijn het bezit der parochiekerk in Egmonda aan Arnoldus van Dorp te laten en veroordeelt hen bij verstek aan Arnoldus 20 gouden dukaten te betalen.
a. Oorspr. (Inv.no. 699). Met handmerk van de notaris, en fragment van het zegel in rode was van de aartsdiaken.
b. Oorspr. (Inv.no. 699). Met het handmerk van de notaris en met het zegel van de aartsdiaken in rode was., 1453 Februari 28 (Rome apud Sanctum Petrum)
1088 Notaris Reynerus van Asbroeck instrumenteert, dat Antonius de Tosabetis, aartsdiaken in Tridentum, auditor, het interdict uitspreekt over alle plaatsen, waar deken en kapittel van Rynnegum zich bevinden en verzoekt de hertog van Burgundia en alle andere wereldlijke overheden in diens gebied op eventueel verlangen van Arnoldus van Dorp deken en kapittel gevangen te nemen en te houden, totdat zij aan het vonnis voldaan hebben.
Oorspr. (Inv.no. 699). Met het handmerk van de notaris en met fragment van het zegel van de aartsdiaken in rode was., 1453 Maart 5 (Rome)
1089 Notaris Mathias Johannesz. de Delfft verklaart, dat hij de brief d.d. 1453 februari 28 (Reg.no. 1087) op de rugzijde waarvan deze geschreven is, in de parochiekerk van Egmonda op verzoek van heer Arnoldus de Dorp, monnik van Egmond, afgekondigd heeft en dat één der kanunniken, met name heer Willem Paedze, van dit stuk kennis genomen heeft en dit als onrechtmatig verkregen verklaard heeft.
Oorspr. (Inv.no. 699). Met het handmerk van de notaris., 1453 Mei 12
1090 Paus Nicolaus machtigt op verzoek van Wilhelmus de Egmond, zoon van Arnoldus, hertog van Gelria, wegens het ongebonden leven, dat in het klooster van S. Adalbertus gevoerd wordt en dat zij ook na het bezoek van Nicolaus, kardinaal-priester, met de titel S. Peter ad vincula voortgezet hebben, de abt van het klooster van S. Jacobus in Leodium om het klooster van S. Adalbertus in Egmonda te visiteren en te reformeren.
Oorspr. (Inv.no. 69). Met het loden zegel van de paus aan hennep snoer., 1453 Mei 15 (Rome apud Sanctum Petrum Idibus Maii)
1091 (Philips, hertog van Burgundia) verzoekt de paus om de commissie, verleend aan Wilhelmus, heer van Egmonde, betreffende de reformatie van de abdij van Egmond in te trekken en bedoelde commissie thans te verlenen aan hem en zijn opvolgers, aangezien het patronaat van de abdij aan de graven van Holland toekomt.
Afschrift (Inv.no. 3, fol, 117)., (1453 Augustus) (ex opido nostro Insulensi)
1092 (De hertog van Bourgondia) schrijft de paus van abt en convent in Egmonda vernomen te hebben, dat de heer van Egmonda onder onjuist voorgeven van zijn verhouding tot het klooster pauselijke machtiging heeft verkregen, waarbij de visitatie en reformatie van het klooster aan de abt van S. Jacobus in Leodium is opgedragen; hij verzoekt de paus, aangezien de eer en het patronaatschap over de abdij alleen aan hem (de hertog) toekomt en hij voor de reformatie van het klooster zorg zal hebben, de genoemde machtiging in te trekken, de heer van Egmond en de abt van S. Jacobus te waarschuwen zich van elke bemoeiing te onthouden, en hem (de hertog) te machtigen voortaan zo nodig een of twee notabele geestelijken van de orde aan te laten wijzen om de visitatie en reformatie te doen ondernemen.
Afschrift (Inv.no. 3, fol, 118)., (1453 Augustus. ... ) (ex opido nostro Insulensi die mensis Augusti)
356 Abdij van Egmond
Inventaris
6. Regestenlijst, 889-1571
6.2. Regestenlijst, 889-1571
6.2.11. Regesten 1001 t/m 1100
1092
(De hertog van Bourgondia) schrijft de paus van abt en convent in Egmonda vernomen te hebben, dat de heer van Egmonda onder onjuist voorgeven van zijn verhouding tot het klooster pauselijke machtiging heeft verkregen, waarbij de visitatie en reformatie van het klooster aan de abt van S. Jacobus in Leodium is opgedragen; hij verzoekt de paus, aangezien de eer en het patronaatschap over de abdij alleen aan hem (de hertog) toekomt en hij voor de reformatie van het klooster zorg zal hebben, de genoemde machtiging in te trekken, de heer van Egmond en de abt van S. Jacobus te waarschuwen zich van elke bemoeiing te onthouden, en hem (de hertog) te machtigen voortaan zo nodig een of twee notabele geestelijken van de orde aan te laten wijzen om de visitatie en reformatie te doen ondernemen.
Afschrift (Inv.no. 3, fol, 118)., (1453 Augustus. ... ) (ex opido nostro Insulensi die mensis Augusti)
NB:
Gedrukt: Dessing, blz. 98.
Zie ook:
Organisatie: Noord-Hollands Archief
laatste wijziging 11-11-2022
1093 (Philips, hertog van Burgundia) schrijft aan zijn raad en kamerheer de heer van Egmond, dat hij vernomen heeft, dat hij zich als voogd van het klooster van Egmond tot de paus gewend had om het klooster te reformeren, hoewel het patronaat alleen aan de graven van Holland toekomt; dat hij verder vernomen heeft, dat de heer van Egmond een machtiging van de paus gekregen heeft het klooster door de abt van S. Jacob in Ludijck te doen reformeren, waarmede hij aan de rechten van de graaf en van het klooster te kort heeft gedaan; dat de hertog hem daarom gebiedt zich van elke bemoeiing te onthouden en het klooster ongestoord te laten en zich bij eventuele grieven tot de hertog, de Raad of andere rechters te wenden.
Afschrift (Inv.no. 3, fol, 118)., 1453 (Augustus c. 25)
1094 Wilhelmus, abt van het klooster van S. Adalbertus in Egmonda, oorkondt, dat hij als collator Rase de Terlonge, zoon van ridder Ludowicus de Terlonge heeft voorgedragen tot de kapelanie of vicarie op het altaar van de H. Maagd in de parochiekerk te Voirhout, vacant door de dood van Wilhelmus Taernitiek.
Oorspr. (ltiv.no. 749). Met het licht geschonden zegel in rode was van de abt., 1453 October 1
1095 Schepenen in Leyden oorkonden, dat Jan Butterman vóór hem verklaarde naar stadsrecht in erfpacht genomen te hebben van abt en convent van Egmond een uiterdijk, gelegen in het ambacht van Zoeterwoude buiten de Hagepoert, tegen een jaarlijkse huur van 2 Engelse nobels en 8 schellingen Vlaamse groten.
Oorspr. (Inv.no. 606). Met de zegels van de schepenen Willem Heerman en Symon van der Woude., 1454 januari 30
1096 Pieter van Busch, schout in Zoeterwoude, oorkondt, dat Jan Butterman vóór hem verklaarde naar stadsrecht in erfpacht genomen te hebben van abt en convent van Egmond een uiterdijk, gelegen in het ambacht van Zoeterwoude buiten de Hagepoert, tegen een jaarlijkse huur van 2 Engelse nobels en 8 schellingen Vlaamse groten.
Oorspr. (Inv.no. 606). Met het zegel van de schout., 1454 januari 30
1097 Schepenen in Delf oorkonden, dat Symon Jacobsz. voor 7 jaar gehuurd heeft van heer Willem van Bergen, monnik en koster van het klooster van Egmond, 12 morgen land, gelegen noordwaarts van Delf bij de Kerstangen.
Oorspr. (Inv.no. 945). Met de zegels van de schepenen Heynric Bugge Dircxz. en Jan Vranckensz., 1454 Februari 8
1098 Notaris Walingus Rutgheri de Oestgeest verklaart de brief d.d. 1453 maart 5 (Reg.no. 1088) op welks rugzijde deze verklaring geschreven is, op verzoek van heer Arnoldus de Dorp, monnik in Egmond, in de parochiekerk van Egmond te hebben afgekondigd en kanunniken van het kapittel van Egmond gesommeerd te hebben de kerk in handen van genoemden Arnoldus te stellen.
Oorspr. (Inv.no. 699). Met het handmerk van de notaris., 1454 Maart 4
1099 Geryt van Scoeten, commandeur van de huize van S. Johan in Hairlem, en Jan van Heemstede, baljuw van Kermerlant, geven vidimus van de brief d.d. 1381 september 14 (Reg.no. 533).
Oorspr. (Inv.no. 415). Met de zegels der oorkonders in rode was., 1454 Maart 7
1100 Notaris Jacobus Vernouwe instrumenteert, dat Heynricus Gerardusz. als procurator van deken en kapittel van de collegiaatkerk van S. Katharina bij het slot van Egmonde vóór hem en getuigen geappelleerd heeft bij de Pauselijke Stoel tegen de executorialen, welke broeder Arnoldus de Dorp aan de deuren van de parochiekerk heeft laten aanslaan niettegenstaande het beroep, dat te voren op de Pauselijke Stoel gedaan is; zij verklaren verder, dat deze genoemde brieven onecht of verdacht zijn.
Oorspr. (Inv.no. 699). Met het handmerk van de notaris., 1454 Maart 10 (in ecclesia collegiata Egmondensi)
6.2.12. Regesten 1101 t/m 1200
6.2.13. Regesten 1201 t/m 1300
6.2.14. Regesten 1301 t/m 1400
6.2.15. Regesten 1401 t/m 1500
6.2.16. Regesten 1501 t/m 1557
laatste wijziging 12-11-2022
2.593 beschreven archiefstukken
254 gedigitaliseerd
totaal 3.507 bestanden
Erfgoedstuk

Kenmerken

Datering:
1140-1574
Omvang in meters:
10,00
Periode documenten:
1140-1574
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-1008. Inv.nrs. 79, 100, 132, 160, 167, 179, 191a, 544, 577, 586, 679, 710, 715, 837-838 ontbreken. Inv.nr. 828 is vervallen. De inventaris bevat een uitvoerige regestenlijst, 889-1571. Het archief is alleen op microfiches te raadplegen. Meer informatie over inv.nr. 13 (Bul, waarbij paus Innocentius II de abdijen van Egmond en Rijnsburg in eigendom en bescherming neemt, 1140) en de transcriptie van het stuk zijn te vinden op www.noord-hollandsarchief.nl>Ontdekken>Schatkamer>Het oudste stuk van het Noord-Hollands Archief.
Licentie metadata:
Creative Commons Zero (CC0) - Public Domain Dedication
Categorie:
laatste wijziging 12-11-2022
2.593 beschreven archiefstukken
254 gedigitaliseerd
totaal 3.507 bestanden