356 Abdij van Egmond ( Noord-Hollands Archief )
356
Abdij van Egmond
Inleiding
laatste wijziging 12-11-2022
2.593 beschreven archiefstukken
254 gedigitaliseerd
totaal 3.507 bestanden
Inventaris
6. Regestenlijst, 889-1571
6.2. Regestenlijst, 889-1571
6.2.1. Regesten 1 t/m 100
71 Lubbertus, abt, en het convent van Egmond, oorkonden, dat zij na gemeen overleg al het land in de parochie Limben en van Lymben tot Outhburghelane in de parochie van Heyligheloe, met uitzondering van de landen, die tot de meiery van Ekmont en Reninghem en tot de kelnarv, de cariteit, de kosterij of het hospitaal van het klooster behoren, aan Simon "dictus de Harlem", ridder, in erfpacht gegeven hebben tegen een jaarlijkse huur van 50 ponden Hollandse penningen, 120 ganzen en 120 hoenderen, met de bepaling, dat Symons recht op zijn zoons en zijn broeders Walterus en Wilhelmus en daarna op Wilhelmus de Ekmonda, zoon van zijn zuster Beatrix, zal vererven; dat hij als borgen voor de richtige nakoming van deze overeenkomst met verplichting tot leisting binnen Harlem gesteld heeft Theodericus, heer van Teylinge, Johannes dictus Persijn, Hugo de Naldwic, Jacobus de Woude, Gerardus de Wateringe, ridder, en Willem de Ekmonda. Gevidimeerd in de akte d.d. 1315 januari 13 (Reg.no. 165)., 1261 November 18 (beati Martini episcopi confessoris)
356 Abdij van Egmond
Inventaris
6. Regestenlijst, 889-1571
6.2. Regestenlijst, 889-1571
6.2.1. Regesten 1 t/m 100
71
Lubbertus, abt, en het convent van Egmond, oorkonden, dat zij na gemeen overleg al het land in de parochie Limben en van Lymben tot Outhburghelane in de parochie van Heyligheloe, met uitzondering van de landen, die tot de meiery van Ekmont en Reninghem en tot de kelnarv, de cariteit, de kosterij of het hospitaal van het klooster behoren, aan Simon "dictus de Harlem", ridder, in erfpacht gegeven hebben tegen een jaarlijkse huur van 50 ponden Hollandse penningen, 120 ganzen en 120 hoenderen, met de bepaling, dat Symons recht op zijn zoons en zijn broeders Walterus en Wilhelmus en daarna op Wilhelmus de Ekmonda, zoon van zijn zuster Beatrix, zal vererven; dat hij als borgen voor de richtige nakoming van deze overeenkomst met verplichting tot leisting binnen Harlem gesteld heeft Theodericus, heer van Teylinge, Johannes dictus Persijn, Hugo de Naldwic, Jacobus de Woude, Gerardus de Wateringe, ridder, en Willem de Ekmonda. Gevidimeerd in de akte d.d. 1315 januari 13 (Reg.no. 165)., 1261 November 18 (beati Martini episcopi confessoris)
laatste wijziging 12-11-2022
2.593 beschreven archiefstukken
254 gedigitaliseerd
totaal 3.507 bestanden
Kenmerken
Datering:
1140-1574
Omvang in meters:
10,00
Periode documenten:
1140-1574
Openbaarheid:
openbaar
Raadpleegmogelijkheid:
Haarlem, Jansstraat, raadpleging mogelijk na transport
Gebruiksinformatie:
Inventaris inv.nrs. 1-1008. Inv.nrs. 79, 100, 132, 160, 167, 179, 191a, 544, 577, 586, 679, 710, 715, 837-838 ontbreken. Inv.nr. 828 is vervallen. De inventaris bevat een uitvoerige regestenlijst, 889-1571. Het archief is alleen op microfiches te raadplegen. Meer informatie over inv.nr. 13 (Bul, waarbij paus Innocentius II de abdijen van Egmond en Rijnsburg in eigendom en bescherming neemt, 1140) en de transcriptie van het stuk zijn te vinden op www.noord-hollandsarchief.nl>Ontdekken>Schatkamer>Het oudste stuk van het Noord-Hollands Archief.
Categorie:
laatste wijziging 12-11-2022
2.593 beschreven archiefstukken
254 gedigitaliseerd
totaal 3.507 bestanden