242 Erffscheijdinge ende erffdeijlinge tusschen de naergelaten kinderen wijle Meriken Arien Coolen verweckt bij Aert Peterssen Crol eensdeels ende bij Jan Aertsse ten andere dele. Voor Reijndert Janssen en Jan Jansse de Veer, schepenen in Lith, zijn verschenen Aert sone Jan Aertse; Huijbert Cornelissen, Sijmon Daniels, als vercore mombere van d'onmondige kinderen wijle Jan sone Aert Peters Crol. Dezen maken een erfscheiding en –deling. Aert Janssen sone van Merike Arien Colen krijgt: - 7,75 hont lants in Lith ter plaetse genoemt inde Wortelen liggende in twee bijsonder stucken sijnde t'een stuck 5 hont, belendingen: Toniske weduwe Reijnner Anthonissen; Gerart Dielissen; de wtslage; den tientwegh; het ander stuck 2,75 hont, belendingen: Henrick Henrix; Gerart Dielissen; erfgenamen Claes Sijmonts; den tientwegh; - eenen halven mergen lants opten Maelre, belendingen: Peter Corsten; Henrixke weduwe Lambert Gerarts van Kessel tochtersse; de outstege; Ghijsbert Clinge. Dit loth sal van hem geven aen het ander loth gereet 15 guldens dese voldaen aende kindere. De mombers krijgen voor de onmondige kinderen wijle Jan sone Aert Peters Crol: - de helft van 8 hont in de Hooge Hoeven ongescheijden ende ongedeijlt met Anneke Aerts weduwe Arien Colen, belendingen: Henrick Willems; Delis Gerit Delissen; den tientwegh; het Borgelsteeghsken; - opte lange weije 1½ hont in een meerder stuck van 3 hont ongescheijden en ongedeijlt met Goris Dirck Gorissen, belendingen: Gerart Jacobs van Grinsven; Jan Henrix van Kessel; de kerck steegh; Gerart van Beest; - eenen hont inde Wtslagen in een meerder stuck van 4 hont ongescheijden en ongedeijlt met Anna Aerts weduwe wijlen Arien Coolen, belendingen: Tonisken weduwe Reijner Anthonisse; Henrixken weduwe Lambert Gerarts van Kessel tochtersse; Ghijsbert Jansse vander Boven; de Wortelen;

240 Erffscheijdinge ende erffdeijlinge tusschen de vier naergelate kinderen van Wouter Henrix Clompmaker verweckt in echten bedde bij Jenneken Janssen. Voor Jan van Nouhuijs en Jacob Dirckx den ouden, schepenen in Lith, zijn verschenen Reijn Reijnen Schuijlenborgh en Hanrick Cornelissen beijde als momberen van Lijske Wouters, Handrick Wouters. Dezen maken een erfscheiding en –deling vande goederen bij hunne ouderen naergelaten ende met de doot ontruijmt. Henrick Wouters krijgt: - het huijs en hoff daer hunne vader in is gestorven daertoe te onderhouden het vierdepart van 3½ dijck en 3½ voet maesdijck onder de schouwe van Lith, boven aen gedijckt Geurt Janssen Clinge c.s., benedennaest Willem Wouters mede eenen erffgenaem. Willem Wouters krijgt: - 2 hont lants achter de Heuff in Jan Ukenscamp sijnde de benedenste twee hont, hiertoe te onderhouden het vierdepart vanden voornoemden dijck aldernaest het voornoemde vierde part aen gedijckt sijnde het derde vierdepart; item te betalen aen Henrick Hack 50 gulden capitaels. Lijske Wouters krijgt: - eenen hoff lants aende lange Achterstraet, hiertoe te onderhouden onder de schouwe van Littoijen 20 ofte 21 voeten maesdijck; 5 quartier voets maesdijck onder de schouwe van Lith inden nieuwendijck inde Waij bovennaest Hendrick Hendrick Ghijsberts den ouden, benedennaest d'erffgenamen van Jan van Venlo; - een hooffken aende lange Afterstraet bij dit loth geleijt met noch eenen halven voet maesdijck onder de schouwe van Lith inden nieuwen dijck inde wiel, hiertoe te betalen aen Hanrick Hack 50 guldens capitaels. Henrick Wouters krijgt: - 2 hont lants in Jan Ukens camp sijnde het middelste stuck hier toe te onderhouden oock het vierdepart van 3,4 dijck en 3½ voet benedennaest het ierste loth aen; aen Henrick Hack 25 guldens capitaels; noch een rente van 25 gulden capitaels aende heere van Deurne binnen den Bossche.

230 Voor Reijnier Janss en Jacob Dirck, schepenen in Lith, zijn verschenen Aeltie ende Neeltien beijde wettige dochtere van wijle Mattijs Janssen van Sambeeck alias Wolsack in echten staet verweckt bij Anneken Lavreijnssen sijne wettige huijsvrouwe. Ten overstaen van Jan Adriaens Veder wonachtich tot Bockhoven ende Adriaen Gerarts de Weijrt wonachtigh tot Alem, beijde haeren vercoren momberen in desen, verkopen zij aan Gerart Gerarts van Hurwen onsen inwoonder ende naebuer 3 mergen ende anderhalff hont lants gemeijnlijck genoempt Wolsacx camp in Lith ter plaetse genoempt op de neerste weijen, belendingen: Ghijsbert Henrix Clinge; Henrick Henrix e.a.; de outstege; Merike Corneliss e.a. Koper moet hieruit onderhouden s'heeren chijns 7½ stuijver; een jaerlijckse rente van 33 gulden jaerlijcx te lossen met 550 carolus guldens te gelden aende weduwe van Hardij inde Roos inde Hitnmerstraet binnen s'Hertogenbossch ende aende weduwe wijlen Robbert vander Berckenbosch oock binnen den Bosch ider halff ende halff.

150 Aert Gosen Reijnen, kranck sijnde naerden lichame, en Aertie Martens, maken hun testament. Zij legateren den armen van Lith 3 stuijvers eens. Vorders maecken sij testateure malcanderen den langhst levende van hun beijde alle de tocht recht ende het beleven de eerst stervende aende langhst levende reciproquelijck over ende weder vorders ende drie hont lants in Lith in Geukens hoeff, belendingen: Merike weduwe Cornelis Hanrick Cornelissen; des abts hoeff; Dirck Hanrix; onmondige dochtere Delis Delissen; hiertoe te maecken 2½ voet maesdijck onder de schouwe van Lith inde Waij; te betalen de helft van 125 gulden ende een oudt calff schaer weije inden Litsen Ham (ende dander helft vande 125 gulden op sijne goederen die bij Luijtie sullen betocht worde) sullen comen ende met volle recht naer doot van hun beijde testateure devolvere ende succedere op de kindere van Aertie voors verweckt bij Lambert Willems. Ende sal de vordere naerlatenschap naer dat de selve is betocht bij den langhst levende van hun beijde wederomme makende het tochtrecht ende beleven aen Luijtie weduwe Jan Cornelisse mijne halve suster, soo de selve dan noch in den leven is ende naer haer doot aende wettig enaeste4 de levenden sullen worden naer doot van hunne testateure de naeste te sijn. Begerende dat sijn broers en susters kinderen, de kinderen vande heele ende halff broeders elck even diep ende droogh sullen deelen staeckx gewijs. Aldus gemaeckt ende gepasseert in Lith ten woonhuijse vande voors testateure ende bij deselve neffens Lambert Clingh ende Jacob Jansen Bock als schepenen in Lith. Was onderteeckent met seecker hantmerck daer bij stont t'merck van Aert Goossen Reijnen selver gestelt als testateur; tmerck van Aertie Martens selver gestelt; Lambert Clinge; Jacop Janse Bock; J. v. Collema secretaris.