164 Hendricus Loeffen en Willemina Denen e.l. hebben verkocht aan Jacob Willems van Swam en Johanna Jacobs e.l. onroerende goederen onder Klein Linden: 1) een huis, schuur, bakhuis, put, moeshof en aangelegen bouw-en driesland, groot ca. 1 ½ morgen palende Oost Peeter van Daal en de erfgenamen Loef Loeffen; West de weduwe Hendrik Aben; Zuid Loef Huijbers c.s. en Noord Peeter Kruijzen, vrij allodiaal erf; ca 1 Holl. morgen bouwland genaamd Munneke Land, jaarlijks belast met 2 ganzen en 2 hoenders a/h Convent St.Agatha. Nog: ca. 1 ½ hond bouwland, genaamd de Krekelsheuvel. Alsnog: ca ¾ hond hooiland in een kampje in het Bogelaar jaarlijks belast met 18 stuivers en 4 penningen a/h Gasthuis te Grave. Idem: 2 hond bouwland, genaamd de Nielt met recht van vrije uitweg over de voorrit van het bouwland van Theodora Bungelars weduwe van Rijnder Jacobs Pluk, jaarlijks belast met 17 ½ stuiver a/d Kapel van Klein Linden. Tenslotte: een straatje naar het Bogelaar schietende. En zijn de vermelde goederen samen nog belast met een gevestigd kapitaal ad 800 gulden t.b.v. Andries de Groen en Theodora van de Middegaal e.l. Verder vrij allodiale erven. 2) een perceel bouwland groot ca. 1 morgen, genaamd Vuste Land met last van een gemene veldweg, die er in de lengte door loopt, verder vrij allodiaal erf.

84 Hendricus Loeffen en Willemina Deenen e.l. bekennen schuldig te zijn aan Mr. Andries de Groen en Theodora Augustina van de Middegaal e.l. een kapitale som van 800 Car.gulden ad 20 stuivers Hollands. Waarborg: onroerende goederen onder Klein Linden: a) een huis, schuur, bakhuis, put, moeshof en aangelegen bouw-en driesland, groot ca. 1 ½ morgen, palende Oost Peter van Daal en de erfgenamen Loef Loeffen; West de weduwe Hendr.Aben; Zuid Loeff Huijbers c.s en Noord de weduwe Jan Loeffen, vrij allodiaal erf. b) ca 1 Holl. morgen bouwland genaamd Munneke Land, jaarlijks belast met 2 ganzen en 2 hoenders a/h Convent St.Agatha, verder vrij allodiaal erf. c) ca 1 ½ hond bouwland genaamd den Krekelsheuvel, vrij allodiaal erf. d) ca ¾ hond hooiland in een kampje in het Bogelaar, belast met 18 stuivers en 4 penningen jaarlijks a/h Gasthuis te Grave, verder vrij allodiaal erf. e) ca 2 hond bouwland, genaamd de Nielt met recht van vrije uitweg over het voorrit van het bouwland van Theodora Bungelaars weduwe van Reijnder Jacobs Pluk, jaarlijks belast met 17 ½ stuiver a/d Kapel van Klein Linden, verder vrij allodiaal. f) een straatje naar het Bogelaar schietende. Het recht van de 40e penning is aan Mr. W.G.van Oijen voldaan. In de marge: Theodorus Johannes Reijnders, president loco schout, T.van Duijnhoven en A.van Leeuwen, schepenen der Hoofdbank van Cuyk verklaren dat voor hen gecompareerd zijn Andries de Groen en Theodora Augustina van de Middegaal, die bekennen van de nevenstaande obligatie ad 800 gulden met alle daarop vervallen intrest voldaan te zijn door Jacob Willems van Swam en Johanna Jacobs e.l. en dat de verbandbrief ten protocolle mag worden geroyeerd, hetgeen geschied bij deze. Actum Cuyk 10 september 1807.

26 Taxatie van de onroerende goederen, gelegen in het Land van Ravenstein, nagelaten door Meester C.H. van Berchum, in leven secretaris van Stad en Land van Ravenstein, overleden te Ravenstein op 20-06-1804. Gelegen te Huisseling: Propscamp, circa 2,5 morgen, een eind het Contrescarp, ander eind de pastoor van Velp, een zijde den Engelmanscamp, andere zijde de Graavsche Straat en den tuin, groot circa 1 hond, behorende bij dit perceel, wordt geschat op 1250 gulden. Drie scharen weiland in de Munneke Meer wordt geschat op 650 gulden. Een weiland, circa 4 hond, een zijde en ander eind Munneke Meer, andere zijde pastoor Voet, een eind het Contrescarp, wordt geschat op 250 gulden. Een halve morgen hooiland in de Lange Meer, een zijde Jacobus van Huisseling, andere zijde erven Wilm Vissers, een eind Hermanus Wouter Elemans, ander eind Jacobus van Huisseling, wordt geschat op 150 gulden. Den Bosakker, gelegen op de Erver Hamme, circa 0,5 morgen, een zijde erven Hendrikus van den Akker, andere zijde Jan van Gulick, een eind de gemeene straat, andere eind de heer Olimeulen, wordt geschat op 150 gulden. Een halve scheut tiende onder Huisseling wordt geschat op 1200 gulden. Een schuldbekentenis van 325 gulden, ten laste van de gemeente Huisseling en ten behoeve van Cornelis van Berchum, gepasseerd op 05-06-1736 voor schepenen. Een dito van 400 gulden ten laste van Jacob van Huisseling en ten behoeve van Jan Willem en Jacoba van Berchum, gepasseerd op 10-11-1789. Een dito van 300 gulden ten laste van Gerardus Adriaans Smits en ten behoeve van Cornelis van Berchum, gepasseerd op 02-05-1766 voor schepenen te Huisseling. Een dito van 150 gulden ten laste van Arnoldus Derks Handriks, gepasseerd op 06-04-1743 voor schepenen. Een dito van 400 gulden ten laste van Gijbert van Thiel, en ten behoeve van mejuffrouw douairiere van Berchum, gepasseerd op 12-07-1772 voor schepenen.

62 Jacob Willems van Swam en Johanna Jacobs e.l., wonende te Klein Linden bekennen schuldig te zijn aan Procureur Peter van der Lee en Johanna Lesier e.l. en hun erven een kapitale som van 1200 Carolus guldens. Tot zekerheid van aflossing, rente en eventuele kosten verbinden comparanten de volgende onroerende goederen te Klein Linden: 1. een huis, schuur, bakhuis, put, moeshof en aangelegen bouw-en driesland, palende Oost Peter van Daal en de erfgenamen Loef Loeffen, West de weduwe Hendrik Aben of rechthebbenden, Zuid Loef Huijbers en Noord Peter Kruijsen, vrij allodiaal erf. 2. Ca. een Holl. morgen bouwland, genaamd Munneke Land, belast goed. 3. Ca. anderhalve hond bouwland den Krekelsheuvel. 4. Ca. drievierde hond hooiland in een kampje in ’t Bogelaar, belast goed. 5. Twee hond bouwland de Nielt, belast goed. 6. Een straatje naar het Bogelaar schietende. 6. Een perceel bouwland Vusteland genaamd, vrij allodiaal erf.