Uw zoekacties: Notaris-, schepen- en andere akten

Notaris-, schepen- en andere akten ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Met "Notaris-, schepen- en andere akten" zoek je in een groeiend aantal samenvattingen van akten van notarissen en schepenbanken in het noordoosten van Brabant. En bovendien in de akten van diverse andere instellingen met betrekking tot Brabant (Raad en Rentmeester Generaal der Domeinen, Leen- en Tolkamer, Raad van State en Staten-Generaal). Alle akten betreffen de periode van de 15e t/m de 19e eeuw.

Van veel akten zijn scans beschikbaar. Als een akte nog niet is gescand, kun je meestal gebruik maken van onze gratis service scannen-op-verzoek. Meer info >

Wil je weten welke bronnen al beschikbaar zijn, nieuw of in bewerking? Bekijk dan het complete overzicht. Wat zit er in? >

Veel samenvattingen zijn gemaakt door onderzoekers en vrijwilligers, die hun bestanden ook aan ons hebben gegeven. Zo zijn deze voor veel mensen makkelijk te vinden. Heb je ook bestanden die je via onze website wilt delen? Leuk! Neem dan contact met ons op: info@bhic.nl

> Meer info over notariële archieven

> Algemene hulp en zoektips

beacon
66  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Schepenakte
115 Vervolgakte op het voorval met Pieter Roomer tollenaar en de Heer Gilles Lankester commies beiden woonachtig te Breda die onvoorzichtig genoeg zijn geweest om op de 12e mei bij herberg den Ouden Roskam onder Princenhage ‘swaer te injurieeren en te schelden de persoon van juffrouw Adriana Scriba weduwe van wijlen de Heer Anthony van der Linden thans wonende te Schijndel; men heeft de verklaringen gezien van Van der Meulen en Benjamin Elias gepasseerd voor de rechtbank te Schijndel en door Willem Timmermans wonende op den bremberg onder Etten gepasseerd voor notaris Jacobus Johannes van de Laar op 11 juni, beide verklaringen gezien en onderzocht door Roomer en Lankester. Blijkbaar zijn de heren dronken geweest en was er geen enkele reden om te schelden op Adriana Scriba en ze willen nu de zaak in der minne schikken om daarmee fatale en ruïneuze processen te kunnen ontgaan en daarom zijn ze op de 13 juni verschenen voor genoemde notaris en de president raden en rekenmeesters van Zijne Doorluchtige Hoogheid de Prins van Oranje Nassau te Breda en ze geven nu toe dat Adriana Scriba een eerlijke vrouw is van wie ze niets anders dan deugd en eer weten te zeggen en verzoeken om excuus en bovendien zullen ze een bedrag van 100 gl. moeten betalen waarvan de ene helft voor het onderzoek in de stukken en de andere helft t.b.v. Adriana Scriba die dit bedrag schonk aan de diaconie te Schijndel.
Persoon in schepenakte:
Jacobus Johannes van de Laar  
Anthony van der Linden  
Pieter Roomer  
Ouden Roskam  
Adriana Scriba  
Benjamin Elias  
Willem Timmermans  
Oranje Nassau  
Datering:
20 juni 1767
Pagina:
195
Plaats:
Schijndel
Toegangsnummer:
5122
Inventarisnummer:
165
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Schepenakte
112 Getuigenverklaring door Johannis van der Meulen huisman en woonachtig te Veghel en Benjamin Elias meester-slager te Schijndel, beiden van competente ouderdom, ter instantie en requisitie van Mejuffrouw Adriana Scriba weduwe van wijlen de Heer Anthony van der Linden laatst gewoond hebbende te Breda en nu metterwoon is gevestigd te Schijndel en ze verklaren nu ‘dat sij comparanten op last en bevel van de voorn. Juffrouw wed. van der Linden, requirante in desen, in het Haegje gehoorende onder de Barronnie van Breda hebben afgehaalt een parteij schaepen welke aende Juffrouw requirante in eijgendom waeren competeerende; dat zij deponenten met gemelde schapen op den 12e mei 1767 zijn koomen drijven door het Prinsenhaegen voorbij de herberg genaemt den Ouden Roskam, dat uijt de gemelde herberg op voors. kooij schaepen zijn aengekoomen drie persoonen nl. Pieter Roomer tollenaar aan de Antwerpse off Haegsepoort binnen Breda, de commiese Lankester en Stam beijde van het convoij en liesent [vgl. konvooien en licenten] mede binnen Breda woonagtig; dat den gemelde Pieter Roomer vraegde wie die schaepen toebehoorde aen hem geantwoort wiert Juffrouw van der Linden, waerop den voorn. Pieter Roomer onder eijsselijcke vloecken seijde: “Segt uijt mijn naem datter geen grooter hoer off canalje van zijn leeven in Breda heeft gewoont als zij is”[denoterende dar mede de juffrouw requirante in desen]; dat zeeker persoon genaamt Willem Timmermans welke de schapen mede holp stouwen daer op antwoorde i nsubstantie: “Roomer, ik kan niet hooren dat gij die juffrouw soo schelt, ik houwse voor een braeve en eerlijcke vrouw, ik heb soo veel jaeren met haer man en de juffrouw omgegaen en nooijt bevonden datter iets aen die luijde mankeerde”.; waerop voorn. Pieter Roomer repliceerde en seijde: “Als gij haar voorspreekt bent gij nog grooter canalje als zij is”[in sulke off diergelijke termen];
Vervolg:
dat voorgemelde Pieter Roomer den tol bij voors. schapenen gehoorende ingescheurt hebbende den zelven overgaff aen den tweeden deponent – dat vervolgens door de twee bovengenoemde commiesen van de convooije en liesenten na de paspoort gevraegt wiert en door den tweeden deponent Benjamin Elias beantwoort: “Het is de juffrouw haer eijge vee, ik gelooff niet dat daer paspoort van nodig is, gelijk gij aen de attestatie siet en de juffrouw heeft ons ook geseijt die niet nodig te hebben; dat den commies Lankester daer op repliceerde seggende: “Sij [denoterende daermeede de juffrouw requirante in desen] is een ’s lands dieff en heeftr het lant bestoolen”. Dat den hier voorgemelde Pieter Roomer daerop zeijde met en onder vloekinge “Gedoome mijn Heer slaet de canalje haer schaepen maer aen”, dat de deponent daer op seijde: “Mijn Heere, soo gij regt hebt slaet de schaepen aen off laat ons voort stouwen, want gij siet dat wij de schaepen niet bij een kennen houden en hebt ons nu meer als een uur opgehouden, wij konne n de nagt met geen schaepen stouwen en het wort donker”; dat den commies Lankerster daer op zeijde: “Gij moet eerst ’s lands regt betaelen, de commiese moeten wijn drinken”, waerop den tweede deponent Benjamin Elias heeft gesegt: “Mijn Heer is het uw om een fles wijn te doen had dat eerder geseijt, siet daer sijn twee sestehalve”, welke hij uijt sijn sak haelde en aen den meergemelde commies Lankester ter hand stelde, waer meede den selven genoegen nam; dat zij deponenten als doen de schaepen bij een gesogt en gesaemelt hebbende voortgedreeven sijn”.
Persoon in schepenakte:
Adriana Scriba  
Johannis van der Meulen  
Anthony van der Linden  
van der Linden  
Benjamin Elias  
Ouden Roskam  
Pieter Roomer  
Willem Timmermans  
Mijn Heere  
Mijn Heer  
Datering:
8 juni 1767
Pagina:
190
Soort akte:
Getuigenverklaring
Plaats:
Schijndel
Toegangsnummer:
5122
Inventarisnummer:
165
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Schepenakte
459 Anna Vos heeft haar aangerichte brief gesonnen op Jan Roomer voor 9 ½ gulden Brabants en schade met recht en des hem conde gedaan.
Persoon in schepenakte:
Anna Vos  
Jan Roomer  
Datering:
22-10-1567
Pagina:
scan 239
Soort akte:
Aangerichte brief
Plaats:
Grave
Toegangsnummer:
7041
Inventarisnummer:
248
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
 
 
 
 
 
Schepenakte
110 Catalijna Jan Huien weduwe Corstiaen van der Heijden, 52 jaar, Anneke Willems van den Tillaar jd. 30 jaar, Gerrit Huijsmans 61 jaar en Anna zijn huisvrouw, 74 jaar, allen wonende te Veghel verklaren ter instantie van Hendricus Bildijcx en andere nabestaande van Maria Magdalena Bildijcx. Catalijna Jan Huien en Anneke Willems van den Tillaar verklaren dat ze vier jaar geleden gewerkt hebben bij de Roomse priester Hendrik Bildijcx. Hem geholpen met wassen van zijn linnen, schoonhouden van zijn huis, verstellen en naaien van zijn kleren en dat nog steeds doen. Tot hun grote ergernis en droefheid hebben ze gezien dat de zuster van de priester Maria Magdalena als huishoudster bij hem inwoont en aan sterke drank verslaafd is. Ze is continu dronken en bovendien zeer boosaardig. In haar zatheid bekende ze openlijk aan hun deponenten dat ze haar broer de priester zal bederven waar ze dat maar kan. Zegt o.a. dat de priester “met sotsen verkeert, naar duijvel oft donder vreest”. Ook vloekt ze en uit dreigementen naar haar broer, maar ook naar andere familieleden. Het spande er soms zo dat zij deponenten van benauwdheid het huis verlieten zonder eten en drinken. Ook vreesden ze dat Maria Magdalena het huis in brand zou steken of ander onheil. Berrit, herbergier en Anna zijn vrouw verklaren als naaste buren van de roomse priester dat vier jaar geleden Maria Magdalena bij hun dagelijks jenever, Franse brandewijn en andere sterke drank in grote en kleine flessen kwam ophalen. Bij hun dronk ze al van de drank en was veeltijds boosaardig en uitzinnig. Het liep soms zo hoog op dat ze haar waarschuwden dat er schandaal van zou komen, maar dat hielp niet. Tenslotte gaven ze haar geen drank meer, maar haalde ze het tot groot leedwezen elders. Soms kwam Maria Magdalena bij hun in de winkel en zette terstond de fles met sterke drank aan haar mond en dronk deze daar geheel leeg. Ook een halve roomer Franse brandewijn verdween in een teug in haar mond.
Persoon in schepenakte:
Anneke Willems van den Tillaar  
Catalijna Jan Huien  
Maria Magdalena Bildijcx  
Corstiaen van der Heijden  
Gerrit Huijsmans  
Hendricus Bildijcx  
Hendrik Bildijcx  
Maria Magdalena  
Datering:
12-11-1731
Pagina:
282-285
Soort akte:
Verklaring
Plaats:
Veghel
Akte aanwezig:
Ja
Toegangsnummer:
7701
Inventarisnummer:
7
Bron:
Notarissen
Geografische namen: