Uw zoekacties: Kranten

Kranten ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Oude kranten zijn bij uitstek geschikt om informatie te vinden over grote en kleine gebeurtenissen uit het verleden, maar ook vind je er veel gegevens in over personen, advertenties van bedrijven, verslagen van sportwedstrijden enz.

Hier kun je op ieder willekeurig woord zoeken in tienduizenden krantenpagina's van voornamelijk lokale kranten uit Noordoost-Brabant:

- Boxmeers Weekblad, 1868-1945 (Boxmeer en omstreken)
- De Echo, 1881-1945 (Cuijk en omstreken, Gennep en Zuid-Gelderland)
- Graafsche Courant, 1852-1949 (Grave tot Boxmeer en omstreken)
- Udensche Courant, 1910-1970 (Uden, Veghel, Erp, Boekel, Gemert en omstreken)
- Krantenknipsels Bende van Oss

De jaargangen t/m 1945 zijn online te doorzoeken en bekijken, de jaargangen vanaf 1946 vanwege auteursrecht alleen op onze studiezaal.

Let op: alle teksten zijn via ocr (optical character recognition, automatische tekenherkenning door de computer) toegankelijk gemaakt. De ocr-software maakt daarbij veel fouten. Een i of l wordt dan bijvoorbeeld als een 1 herkend. Houd hier rekening mee bij het zoeken.

Tip: veel Brabantse kranten kun je ook doorzoeken via www.delpher.nl

> Algemene hulp en zoektips

beacon
35  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
19320928 De Echo, 1932-09-28; p. 1
Naam krant:
De Echo
Pagina:
1
Datum:
1932-09-28
Jaargang:
1932
Toen ik op Brandon kwam, was de edelvrouwe de heerscheres van deze vorsteiijke residentie, een kleine, ten- ger geDouwde dame. Haar blauw-grijze oogen nadden een uitdrukking, die ik met kan Weergeven; en 't is mij oqk me;: mogelijk de juiste kleur of tint van neur naar aan te geven; 't was een menesel van blond, rood en „vlas", dat een aardig effect maakte. Haar fijne trekken spraken van eenvoudigheid en zachtaardigheid, maar ook van geest- kracht. Men voelde zich tot haar aan- geirokken en moest belang in haar stellen. Haar echtgenoot, de markies' van Brandon; was daarentegen, in weerwil van zijn oud-adellijke afkomst, in zijn voorkomen en manieren alles behalve een aristrocraat. Hij zag eruit als een „heereboer", was vriendelijk en opge- ruimd, maar toch geenszins wat men „ordinair" noemt. Men kon niet zeggen dat hij plomp van manieren was, maar cp een fijnbeschaafde houding mocht hij niet roemen; Hij bezat daarentegen uitmuntende hoedanigheden, maar de zwakheid van zijn karakter lieten ze dikwijls niet lot uiting komen, of maakten ze zelfs gevaarlijk. Daarbij was hij in hooge mate laks en onver- schillig. Die onverschilligheid ging zoo ver, dat hij zijn gezag gaarne overliefc aan den eersten den beste, die hem er. van wilde ontlasten. De plichten van een man van zijn geboorte en van zijn maatschappelijken rang haden niets aanlokkelijks voor hem. Hij was eigen- lijk een volbloed egoist, en als we zijne „goedheid" zuiver passief noemen over- drijven we niet. Hij strafte nooit, was nooit onvriendelijk, liet zich gemakke- lijk verbidden, toonde zich niet al te
veel eischend. Maar hij maakte ook nooit iemand gelukkig. Met voorbe- dachtheid zou hij zelfs den geringsten zijner „vazallen" niet hebben benadeeld of gekrenkt, maar hij bekomerde zich ook niet om hun welzijn. Hij kon even- min het goede als het kwade doen.... De Brandons' leefden zeer terugge- trokken en de markies-ze^ had tot zijii meerderjarigheid een zeer strenge op- leiding ontvarigen. Zijn huisleeraar, een ernstig, droef- geestig Jongmensch, vergezelde hem toen naar het Continent, en zij be- zochten samen bijna al de groote ste- den van Europa. Het gezelschap van den zwaarmoedigen „gouvernetir" be- le te den jongen lord geenszins, in 't buitenland een vroolijk leven te leiden. Maar toen hij eindelijk te Londen was, teruggekeerd, . namen voor hem de za ken een'anderen keer. Hij was genood- zaakt onder het ouderlijk dak te ver- blijven, en zijn vader hield niet van scherts, en nog minder van uitgelaten- heid.... Toen men hem voorstelde, de eenige dochter van den bankier Kirkham, — zij bezat twaalf millioen! —■ tot vrouw te nemen, maakte hij niet de m'inste tegenwerping: hij hield van weelde, en hunkerde naar vrijheid en onafhanke- lijkheid. Zijn vader was, trots zijn uitgestrekte goederen „zeer arm", zooals een rijk en machtig man „arm" kon zijn. En zoo'n armoe is wel de pijnlijkste van alle.... Dus moest een rijk huwelijk de familie Brandon er boven op helpen,, haar redden uit tal van moeilijkheden die we hier niet kunnen opsommen. De groote bankier Kirkham aanbad zijn eenige dochter. Ze zou, had hij
verklaard, op den dag van haar huwe lijk een bruidschat van niet minder dan twaalf millioen ontvangen, — om niet te spreken van 't fabelachtig ver- mogen, dat hij haar bij zijn dood zou nalaten. Maar Jane Kirkham had haar hart nog niet onstuimig voelen kloppen. Zij leidde een stil, eenvoudig leven, en dat was ook wenschelijk met het oog op haar zwakke gezondheid. Een prach- iige bloementuin en 'n sierlijke poney. wagentje, waarmede zij iederen dag uitreed om de armen en de zieken in den amtrek te gaan bezoeken, — meer vroeg zij niet. Aan de mogelijkheid van 'n huwelijk had zij nauwelijks gedacht. Toen er voor den zoon van den mar kies van Brandon officieel aanzoek om heure hknd werd gedaan, dacht zij op de eerste plaats aan de blijdschap en den trots, waarmede haar vader, die voor zijn teer geliefd kind een groot- sche toekomst droomde, zulk een hu. welijksvoorstel moest ontvangen. Men zeide haar, dat Graaf Saint-Germains een vriendelijk, goedhartig jonkman was; zij ontving hem, en zijn voor komen en manieren bevielen haar wel. Jane zou geene vrouw zijn geweest, had het vooruitzicht, lid te worden van een hoog aristrocatische familie, een der oudste en meest vermaarde van Engeland, haar onverschillig gelaten. In weerwil van haar kalm temperament ontbrak 't haar niet aan verbeelding.. Zij trouwde met Graaf Saint-Ger mains. Hij was een goede echtgenoot voor haar en zij was gelukkig.... naar heur smaak. Dat geluk bestond in een bijna onafgebroken verblijf op het trot, sche kasteel van Brandon, waar zij zich voorgoed hadden gevestigd na 'li kbrt
verblijf te Londen en de gebruikelijke voorstelling op de morgenreceptie van H. M. de Koningin. Bij den dood van zijn vader, niet lang na zijn huwelijk met Jane, was Graaf Saint-Germains Markies van Brandon geworden. Den eersten avond van haar optre- den in de wereld had Jane gevoeld, dat hare plaats niet was in de schier vor steiijke woning te Londen. Zij luisterde naar den raad van het gezond ver- stand, en besloot, te gaan leven in een kring, waar zij geen te slechte. figuur zou maken en waar zij gelegenheid zou hebben zich op aardige en nuftige wij ze bezig te houden. Na — omdat ze niet anders kon, — een paar malen aan 't Hof te zijn verschenen, sloot zij hare juweelen, die een koningin haar kon behijden in een kistje, en vertrouwde ze toe aan haar bankier, vast besloten om dien vorstelijken tooi nooit meer te dragen. Zij wist haar man over te halen, onverwijld naar Brandon te vertrek- ken. Zij vestigde er zich en verliet het kasteel niet meer. En dra was zij voor heel de streek een weldoende engel. Mij dunkt, ik zie haar nog,in heur laag, met twee poney's bespannen rij- tuigje gezeten, met haar jongen „pos- tiljon" en haar groom, die beiden een keurige, donkere livrei droegen. Wan neer zij door „haar goede stad Carsto nes" reed, hield ze dikwijls stil aan de deur van mijn laboratorium. Ik kwam dan toegesneld. Met haar zachte, kal- m.e stem vroeg ze, of met mij alles naar wensch ging. Wij spraken een oogenblik over den staat van haar nog altijd zwakke gezondheid, en over de armen en zieken der streek en dan ver-
liet ze mij met een hoofdschen, harte- lijke groet. Ik herinner mij nog haar schandere opmerkingen, de juistheid van hare ge dachten, de gematigdheid van haar verlangens, de zuiverheid harer bedoe- lingen, de innige goedheid van haar edel en vredelievend hart. De markiezin heeft haar kindje bij haar. 't Is nog geen vier jaar oud. He- laas! waarom moest die uitmuntende vrouw zoo zwa^r worden beproefd?.... Het wicht is deerlijk misvormd; zijn arm hoofdje schijnt te worden vooruit- geduwd door een onnatuurlijke krom- ming tusschen de schouders. Zijn been- Ijes zijn dun en zwak, en zijn lange, magere vingers 'lijken die van een vol- wassen mensch. Het knaapje ziet er Week en ziekelijk uit; maar zijn gezicht heeft een zonderlinge, ietwat huivering wekkende schoonheid. Zijn trekken zijn bcei, zijn oogen groot, donker, zuiver gesneden, maar ze hebben appels van abnormale grootte. Zijn haar is weel- derig, en wonderschoon van kleur. Zijn misvormd, kromgegroeid lichaampje zit m een soort van harnas gekneld. Ziedaar de toekomstige markies van Brandon, de erfgenaam van het on- metelijk domein van het reusachtig vermogen van zijn moeder! Wij moeten hier aanstippen, dat Mr. Kirkham alles, wat hij bezat heeft na- gelaten aan zijne dochter en haar kin deren, en bij ontstentenis van kroosi aan het adellijk Huis, waarmede hij zich vermaagdschapt had. Daarenboven schonk hij aan den markies het levens- lange vruchtgebruik voor 't geval dat hij, kinderen hebbende, zijne vrouw zou overleven. (Wordt vervolgd.)
Gevonden alinea's: 6
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
19321001 De Echo, 1932-10-01; p. 5
Naam krant:
De Echo
Pagina:
5
Datum:
1932-10-01
Jaargang:
1932
van een moeder verwachten. 't Leed voor haar geen twijfel, dat de markies een tweede huwelijk zou sluiten, en een smartelijk voorgevoel zeide haar, dat hij niet heel gelukkig in zijne keus zou zijn. Dus voorzag zij allerlei krenkin. gen en moeilijkheden voor den schat barer liefde.... De eenige weken, die zij nog te leven had, gebruikte zij om voor haar onge- lukkigen zoon zooveel mogelijk het pad der toekomst te effenen. Zij gaf den markies, die zich op dat tijd§tip te Londen' bevond, schriftelijk kennis van haar toestand, en verzocht hem, onver- v«jld naar Brandon te komen. Dat deed hij, en zijne droefheid was oprecht. Zijne vrouw had hem weliswaar nooit den echten liefdehartstocht ingeboe- zemd, maar hij droeg haar diepe gene- genheid en zeer hooge achting toe. — Mylord, sprak de markiezin bijna zonder inleiding, ik mo'et u twee din- gen verzoeken, en ik weet, dat gij mij niet dOor een weigering zult bedroeven. Ons arme kind.... — O, lieve, antwoordde hij met de oogen vol tranen, waarom laat gij u folteren door die gedachte? Ik vrees, het geluk, een zoon te bezitten, slechts te hebben gekend om des te zwaarder zijn verlies te gevoelen.... — Mijn zoon zal niet jong sterven, Ik ben ervan overtuigd, en hoop het, voor uw geluk en voor het zjjne. Maar hij heeft buitengewone zorgen noodig. Gij weet, hoeveel achting ik Mrs.. Cart wright toedraag. Zal ze voor mijn zoon blijven zorgen? en hoe lang? Ik wil niet zeggen: als gouvernan'e of onderwijzeres.... Zou ze voor hem iets in den aard van een tweede moeder
Gevonden alinea's: 2
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
19321005 De Echo, 1932-10-05; p. 1
Naam krant:
De Echo
Pagina:
1
Datum:
1932-10-05
Jaargang:
1932
't Ging met de inwoners van Castro- nes zooals met die van de meeste klei ne plaatsen in Engeland: hun eigen- liefde ging bijna heelemaal op in 't aanzien van de doorluchtige familie, welker lijfeigenen zij, om zoo te zeg- gen, waren. Het doen en laten der be- woners van liet kasteel, iedere veran- dering in het personeel, de bezigheden van elk lid daarvan, de staat hunner gezondheid, hun smaak, hun neigingen, hun afkeer van sommige personen of dingen; dit alles leverde overvloedige stof voor het gekout op de wandeling of bij de avondfeestjes in de familien. Hoe zag de markiezin er uit? Wanneer zou Mylord terugkomen uit Londen? Heeft de kleine graaf gesla- pen? Lodewijk, XIV was in de dagen zijner voile glorie met niet meer eerbied en bezorgdheid door zijne hovelingen te Versailles omringd, dan de familie Brandon te Carstones. Dit gold ook voor Mr. Banks en Mrs. Newcome, de gouvernante of huis- houdster, die beiden in hun sfeer aan zien en invloed hadden. Maar ten op zichte van Mrs. Cartwright was 't heel anders gesteld. Haar handelingen, haar woorden, haar blikken, haar wandelin- gen werden venijnig beknibbeld; men haatte of benijdde haar. Wie was dan ook die Mrs. Cartwright? De weduwe van een arm off icier! En waarom moest zij, eerder dan een ander, zoo'n hoo- gen post op het kasteel bekleeden, aan de tafel van de markiezin haar maal- tijden nemen, zich warmen aan den zelfden haard als de echtgenoote van Lord Brandon, met haar meesteres in hetzelfde ponny-wagentje zitten? Te Carstones vond men niet een
Gevonden alinea's: 2
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Krantenpagina
19321008 De Echo, 1932-10-08; p. 5
Naam krant:
De Echo
Pagina:
5
Datum:
1932-10-08
Jaargang:
1932
bij zou hebben verloren. Er traden een aantal mededingsters in het worstel- perk, maar de dochter van den hertog van Fitzroy, Lady Isabella Charlemont behaalde de zege. Wij vernamen, dat zij voor een. der schoonste vrouwen Van Iionden werd gehouden, en tot een der oudste en aanzienlijkste geslachten van net land behoorde. De inwoners van Carstones maakten zich gereed om haar te bewonderen en te vieren. Men was er den markies dankbaar voor, dat hij zijn volk niet te lang in spanning had gehouden; dat hij overeenkomstig zijn rang en stand, de schoonste onder de schoonen, de aanzienlijkste onder de aanzienlijken had gekozen — in plaats van die Mrs. Cartwright, voor wier kuiperijen ieder- een beducht was geweest. Einde April, juist achttien maanden na den dood van de eerste markiezin, werd het huwelijk voltrokken. Reeds in Juli verspreidde- zich te Carstones het eerucht, dat de markies en zijne vrouw weldra zouden aankomen, maar eerst in September hielden zij hun intocht. De heirbaan van Londen loopt lajigs Carstones. Ik herinner mij nog de vier- spannen, die kwamen opdagen, en het groole hek van't kasteel binnentreden. Ik zie nog den grooten grijzen hoed met de reusachtige witte veer van de nieuwe Lady Brandon, het tevreden ge- zicht van den markies, de prachtige koetsen van de dames en heeren, die hen vergezelden, en den langen be- diendenstoet. Van dien dag af kon men op het sinds jaren zoo rustige kasteel groote verandering waarnemen: ontspanning van iederen aard, uitstapjes te paard.
den kleine omringt. Ik hoop, dat ge mij zult veroorlooven, u erbij te hel- pen voor den tijd dat hij nog leeft. Arme kleine! — Mij dunkt, Mrs. Cartwright, dat 't beter met hem gaat, zei de markies. — O, Mylord, dat het zoo ware! Ik bespeur echter niet veel beterschap. Hij lijdt misschien 'n beetje minder dan vroeger — dat is alles.... — Wat gij daar zegt spijt me zeer. Mrs. Cartwright. 't Is te hopen, dat God medelijden met hem zal hebben.. Gelukkigerwijze' kon het kind niets van dat gesprek opvangen. De teedere zorgen, welke de nieuw-3 markiezin haar s'ciefzoon wilde wijden, bepaalden zich tot zeldzame en kortj bezoeken, waarbij ze minachtend di schouders ophaalde voor Mrs. Cart- wright's pogingen om het verstand van haar leerling te ontwikkelen. Nutteloo- ze moeite!.... Wat kan 't hun baten? Zulks belette evenwel niet, dat zij Mr;;. Cartwright zeer beleefd behandelde. Iederen dag zag men de trouwe ver- zorgster met den kleinen lord in de la- nen van het park. Een bejaard bediende duwde den rolzetel onder de looverkor- pels voort, terwiji binnen het kasteel luidruchtig werd gefeest. De volgende zomer bracht groote ver. anderingen mee. De markiezin had te Londen het leven geschonken aan een zoon, en vier maanden na diens ge boorte keerde zij terug naar Brandon, om er ter gelegenheid van den doop (de Anglicanen maken geen haast met die plechtigheid) groote feesten en bui tengewone vermakelijkheden te geven, waarop al de inwoners van 't stadje, grooten en kleinen, werden genoodigd. (Wordt vervolgd).
Gevonden alinea's: 4