707 Aert de zoon van Hendrick Bartholomeussen bezit een jaarlijkse cijns van 12 gulden per jaar. Aert en Ariaen zonen van wijlen Hendrick Aerts en van Mariken de dochter van wijlen Peter Anthonis hadden deze cijns verkocht aan Hendrick Bartholomeussen. Onderpand is een perceel zaailand genaamd het Quaetland gelegen in het Schoonvelt te Vught. Belenders: Servaes Aertsen, Bastiaen Janssen van Vessem en de erfgenamen van Hendrick Reijnders. Idem een perceel zaailand gelegen aan de Heijcant. Belenders: Servaes Aertsen, Huibert Emonts en Hendrick Peters Crom. Idem een perceel houtveld gelegen op het Puijsenhout in het Vossenhoel aan de Michiel Franssen buender. Belenders: Willem Herincx en Peter van de Waeter. Idem een cijns van 9 gulden jaarlijks te ontvangen van Servaes Aertssen. Onderpand daarvan is een huis met toebehoren gelegen aan de Heijcant te Vught. Belenders: Huijbert Emonts, Ariaen Vrancquen en Dirck Dircxen. Zie ook de schepenbrieven van Vught dd 29-03-1621. Deze goederen zijn overgedragen aan Hendrick Rutten de Moor.

693 Isaac van Hooren, weduwnaar van jonkvrouw Geertruijt van Maren en daardoor erfgenaam zoals beschreven in het testament gepasseerd voor notaris Adriaen Cocq op 01-08-1643 Isaac en zijn huidige echtgenote Jacomina van Riell hebben aan Johan van Bethmeer, licenciaat in de rechten, een jaarlijksr pacht verkocht ter waarde van 50 gulden. Onderpand is huize Leeuwenborch met toebehoren zoals de Lange Acker en de verloren Cost gelegen te Vught. Belenders: Andries van Gestel, de H. Geest te ’s-Hertogenbosch en Servaes Aertssen. De belender van de Lange Acker is Sebert Aertsen. De belenders van de verloren Cost zijn Jacop Doncq en Jonkheer Dominicus van de Leemputte. Ook zijn andere goederen dienen als onderpand. Er rusten meerdere jaarlijkse pachten op deze goederen. Een pacht van 30 gulden aan Adriaen van Meerwijck, een pacht van 40 gulden aan Henr. Van de Broeck en een pacht van 50 gulden aan Geerlingh Ruijs. Hoofdsom is een bedrag van 1000 gulden. In de marge staat vermeld: Johan van Bethmeer bekent uit handen van kolonel Jannes Hindersone een bedrag van 1000 gulden ontvangen te hebben. De achterstallige rente is ontvangen uit handen van Isaac van Hooren. Datum 28-06-1650.

692 Voor de schepenen van Vught is verschenen Henr. Janssen Scheijmaecker wonend te Boxtel. Hij is de man van Catharina Adriaens de weduwe van Aert Aertssen , ruiter onder Baron van Heijst. Henr. is gemachtigd tot handelen, zie de autorisatie gepasseerd voor schepenen van Vught dd 08-04-1648. Hij verkoopt aan Anthonis Janssen, wonend te Boxtel, de helft van een perceel land gelegen in Wargenshuijsen te Vught. Belenders: Marcus van N.N. en Arie Lambers. Aert Aertssen heeft dit perceel verkregen bij het overlijden van zijn ouders. Er rusten meerdere pachten op aan o.a. Niclaes Gerartsen van Someren, aan de tafel van de H. Geest te 's-Hertogenbosch. Een cijns te betalen aan de geburen van Esch, een cijns te betalen aan Jenneken de weduwe van Marten Joost Lenarts. Aan de akte is het volgende toegevoegd. Tonis Janssen heeft het genoemde perceel overgegeven aan Arie Lamers Verheijden.

668 Voor de schepenen van Vught is verschenen Cornelis Aertssen, wonend te Cromvoirt, man van Corstien de dochter van Peter Janssen van de Venne. Hij verkoopt aan Martten Handrick Joris een perceel akkerland gelegen in de Maenacker te Vught. De verkoper heeft dit perceel verkregen bij de erfdeling van de goederen van Peter Janssen van de Venne. Er rust een last op te voldoen aan Niclaes van Nieuwenhove, een last te betalen aan de H. Geest te 's-Hertogenbosch en een cijns te betalen aan N.N. Pels.