Werd veroordeeld: 2-maal door het Hoog Militair gerechtshof van Nederl.-Indië, 't laatst bij vonnis van 5 Jan. 1887, wegens insubordinatie en wegens het plegen van geweld jegens een ondergeschikt beambte van politie, in de waarneming zijner bediening, welke bloedstorting veroorzaakte, respectievelijk tot 6 jaar militaire gevangenisstraf en 2 jaar gevangenisstraf.

Werd veroordeeld: door de rechtbank te Zwolle, 12 Maart 1868; door die te Assen, 21 Oct. 1874, wegens bedelarij; door het provinciaal gerechtshof in Overijssel, 20 Nov. 1869; door dat in Drenthe, 26 Oct. 1871; door de rechtbank te Assen, 1 Dec. 1879; door die te Zwolle, 9 Aug. 1877; door die te Assen, 18 Febr. 1880; door die te Winschoten, 20 April 1882; door het gerechtshof te Leeuwarden, 1 Dec. 1887 in hooger beroep, telkens wegens diefstal; en door de rechtbank te Assen, 25 Sept. 1888, wegens fraudeleuzen invoer van goederen aan rechten onderhevig, respectievelijk tot 14 dagen gevangenisstraf met last tot opzending naar de bedelaarsgestichten, 6 maanden gevangenisstraf, ½ jaar en 9 maanden celstraf, 4 maanden gevangenisstraf, 1 jaar, 183 dagen en 2 jaar celstraf, 5 jaar en 1 maand gevangenisstraf.

Werd veroordeeld: door het gerechtshof te Amsterdam, 7 Juni 1886 en 30 Sept. 1890, wegens diefstal, respectievelijk tot 1 jaar en 6 maanden en 2 jaar gevangenisstraf.

Werd veroordeeld: door het gerechtshof te Arnhem, 15 Juli 1889, wegens valschheid in geschrift; en door de rechtbank te Zwolle, 3 Sept. 1891, wegens verduistering, beide keeren tot één jaar gevangenisstraf.