134 Johan Hartongh, stadhouder binnen kwartier Oisterwijk en zijn vrouw Hester van Zijpesteijn, wonend te Oisterwijk laten testament opmaken door schepenen van Helvoirt. Het betreft langstlevende testament waardoor langstlevende van hun beide universeel erfgenaam wordt van alle goederen die zij gedurende hun huwelijk in gemeenschap hebben bezeten. Na dood van langstlevende gaat hun nalatenschap voor ene helft naar Sebastiaan Frederik ’t Hooft en andere helft naar Jacobus ’t Hooft, luitenant-kapitein in het Statenleger. Mocht Jacobus overlijden voor overlijden van langstlevende dan gaat dat tweede deel naar zijn kinderen. Mocht Sebastiaan komen te overlijden voor overlijden van langstlevende zonder kinderen na te laten dan gaat zijn deel naar Jacobus en anders naar zijn kinderen. De broer van Hester van Zijpesteijn, Hendrick van Zijpesteijn, predikant te Montfoort (Utrecht) ontvangt legaat van 1000 gulden.

129 Adriaan Jansen Meijs en zijn vrouw Petronella Willems van Ravesteijn, wonend te Nieuwkuijk laten testament opmaken. Beiden zijn gezond van lichaam en geest. Zij verklaren alle eerder gemaakte testamenten nietig, in het bijzonder testament dat zij op 6-12-1696 hebben laten opmaken door de schepenen van heerlijkheid Nieuwkuijk. Het nieuwe testament is langstlevende testament waardoor langstlevende van hun beide universeel erfgenaam wordt van alle goederen die zij gedurende hun huwelijk in gemeenschap hebben bezeten. Na dood van langstlevende zal hun nalatenschap in twee gelijke delen worden gesplitst. De ene helft gaat naar kinderen van broers van Petronella van Ravesteijn, Jan en Theunis Willems van Ravesteijn hoofdsgewijs en naar haar zuster Elisabeth Willems van Ravesteijn getrouwd met Adriaan Gijsbert van Wijk. Elisabeth heeft geen kinderen; zij krijgt drie kindsdelen. Mocht zij echter komen te overlijden voor overlijden van langstlevende, dan gaat haar deel naar kinderen van Jan en Theunis. De andere helft gaat naar zus van Adriaan Meijs, Gijsbertje Jansen Meijs getrouwd met Jan Hendricx van Engelen en wel in vruchtgebruik. Na het overlijden van Gijsbertje gaat dit deel naar kinderen van Gijsbert de Pint, kinderen van Gerrit de Pint, kinderen van Maria Willem Meijs getrouwd met Willem Mimp en kinderen van Jan Willem Meijs, hoofdsgewijs. Mocht Gijsbertje komen te overlijden voor overlijden van langstlevende dan kunnen Maria en Jan Willem Meijs vruchtgebruik krijgen over goederen die hun kinderen is toebedeeld. Voorts legateren zij aan hun nicht Theuntje Jans van Ravesteijn na hun beider overlijden voor haar trouwe diensten gedurende alle jaren perceel akkerland te Nieuwkuijk, dat haar vader had toebehoord, wollen kleren van Petronella van Ravesteijn, nieuw spinnenwiel, koperen melkkan, beste koe en beste bed met grote kast en ook nog het huis met aangelegen land te Nieuwkuijk.

114 Ten huize van Andries Adriaan Wittelocx en zijn vrouw Maijke Hendrick Smolders wordt testament opgemaakt. Maijke zit ziek bij het vuur. Beiden zijn gezond van geest. Betreft langstlevende testament waarbij langstlevende universeel erfgenaam wordt van alle goederen die zij samen gedurend hun huwelijk in gemeenschap hebben bezeten. Na dood van langstlevende wordt nalatenschap in twee gelijke delen opgesplitst waarbij ene helft gaat naar bloedverwanten van Andries Adriaan Wittelocx en andere helft naar bloedverwanten van Maijke Hendrick Smolders. De akte is op 28-2-1728 om 5 uur ’s avonds opgesteld.

93 Schepenen van Helvoirt hebben zich vervoegd ten huize van Gijsbert van Engelen en zijn vrouw Cornelia van Heeswijck op ’t Eijndt te Helvoirt. Van Engelen is wat ziekelijk; beiden zijn gezond van geest. Het betreft langstlevende-testament waarbij de langstlevende van hun beide universeel erfgenaam wordt van alle goederen die zij gedurende hun huwelijk in gemeenschap hebben bezeten. Als hun zoon Everardus in het huwelijk treedt verwerft hij twee percelen hooiland, beide in het graafschap Bokhoven en wel perceel genaamd de Boovendoorn, leenroerig aan het vorstendom Gelre en graafschap Zutphen en perceel genaamd het Bessencampje. Bovendien verwerft hij dan een hoeve met bijbehorende landerijen in de Dorpstraat te Helvoirt en laatstelijk bewoond door Jenneke de weduwe Claas van Hal en nu door van Engelen en zijn vrouw zelf in gebruik. Ze hebben de hoeve destijds gekocht van Theodorus van Grevenbroeck. Hun overleden dochter was getrouwd met Henricus van Hulst en ze kreeg een dochter Mechteld. Na de dood van de langstlevende delen hun zoon Everardus en hun kleindochter Mechteld gelijkelijk de nalatenschap van hun (groot)ouders, elk voor gerechte helft. In geval de kleindochter overlijdt voor overlijden van langstlevende, gaat de hele boedel naar de zoon. In geval zoon en kleindochter overlijden voor het overlijden van de langstlevende gaat hun hele nalatenschap naar de broer van Cornelia van Heeswijck.