31 Schepenen van Cromvoirt verklaren dat Steven Aartse Hoorn een inwoner is van Deuteren en aldaar goed bekend staand, welke ook alle dorpslasten, geen uitgezonderd betaald heeft. Zij verzoeken hem vrije doorgang te geven en indien nodig behulpzaam te zijn.

138 Jasper Peter Verhoeven, Steven Boons en Adriaan Willems van de Ven, ingezetenen van Helvoirt moeten samen jaarlijkse pacht van zo’n 6 mud rogge betalen aan vrouwengasthuis van Adam van Mierden te ’s-Hertogenbosch; Jaspers deel is 2 mud, delen van Steven en Adriaan zijn 1 mud en 11 vaten. Voor het jaar 1722 is Jasper nog 11 vaten verschuldigd en voor de 7 jaren daarna nog de volle 2 mud. Steven is voor het jaar 1723 nog 12 vaten verschuldigd en voor de 6 jaren daarna nog de volle 1 mud en 11 vaten. Adriaan is voor het jaar 1724 nog 15 vaten verschuldigd en voor de 5 jaren daaropvolgend de volle 1 mud en 11 vaten. De schepenen kennen armoedige toestand waar deze drie met hun gezinnen in moeten leven en ze weten ook dat ze reeds gedurende vele jaren niet in staat zijn geweest om dorpsbelastingen te betalen of slechts deel daarvan. Ze stellen daarom vast dat de drie genoemden niet in staat zijn de genoemde pachten te voldoen of zelfs een gedeelte daarvan zonder hun gezinnen in diepe armoede te storten.

71 Door notaris op de getuigenis van Joseph Soes en Jan Francis Vervoort, beide wonende alhier dat Elisabeth Klomp, weduwe Jan van Lieshout, wonende te Sint-Oedenrode, alleen bevoegd is tot ontvangst van gelden aan voornoemden Jan van Lieshout toekomende.

73 Jacobus van Asten, 33 jaar oud verklaart ten behoeve van Jacobus Althoffer, stedehouder van het kwartier Oisterwijk, dat hij zich op maandag 21 december 1767 had begeven naar woning van Francis van Esch in de Keijse om de aardkar op te halen die hij van Van Esch had gekocht voor 13 gulden. Van Esch wilde de kar niet meegeven en er ontstond een woordenwisseling. Een poging het conflict te sussen met een kan bier mocht niet baten. Van Asten ging naar het huis van de weduwe Gubbens om een karzeel te halen zodat de aardkar achter de hoogkar kon worden gespannen. Toen Van Asten ter hoogte van de Roode Leeuw was kreeg hij een klap op zijn hoofd met een houten voorwerp toegebracht door Gijsbert Tielemans, die bij Francis van Esch inwoonde. Jacob van Asten viel door de klap op de grond. De aardkar heeft hij niet mee kunnen nemen.