41 notaris-, schepen- en andere akten
sorteren op:
220.37 Index Beurzenstichtingen (220.37)
176 Vertaald uit het latijn
Salicheyt ende vrede van Christo Jesu.
Gerart Janssen pastor Stelensis vermaakt de nodige legaten aan de volgende personen: de allereerwerdichste aertsbisschop een halve daelder, voor de fabrycke van de groote kercke een daelder, Onze Lieve Vrouwen twee daelder, Heer Aerdt Adams Canonicus Assindiensis, de paters der Sociëteit tot Colen [= Keulen], tot Grevenbroeck int Wisse Peertgen [Witte bedoeld?] die hem 100 daelders schuldich is die Heer Aert aan de paters van de Sociëteyt zal geven, Joachim Drijnarts kinder tot …. sijn mijn schuldich 100 daelders die geve ick den armen om door den pastoor aldaer tot eenen jaerlyckschen pacht vuytgereyct te worden, 300 daelder vuytgeseth tot een jaerlyckschen pacht oft rente op Grevenbroeck die make ick metten verloopen pachten de paters van de Societeyt, tot M…. bij Rurmonde 60 gl. siaers tot behoeff eenre burse van een student, een gelijcke renthe voor eenen anderen student uit de bloedverwanten ende vrienden, tot Woensel een rente van 36 gl. Brabants, de pastoor tot Eijndhoven, de pastoor van Weert, mijne eerwerdichste Heere den Bisschop van Rurmonde, mijne nichte Martijntken die bij mijn gewoont heeft een jaerlyckschen pacht op Marten Portmansacker, de Antwerpsche rente aen het Vrouwenclooster binnen Weert
15 gl. op de stad Weert, mijn nichte die tot eenen man heeft M. Jacob de geestelycke pachten van het beneficium van St.Anna tot Weert, daervan sal den Heere Pastoir aldaer disponeren tot behoeff van goede ende godtvruchtige arme menschen tot Uda (?) met Heer Henrick ende den pastoor tot Vorst vuytsetten tot een jaerlycksche rente om den armen vuytgereyct te worden ter dispositie des heeren pastoors, ende zoo wie met dese myne dispositie oft testament nyet te vreden en is ende daertegen wil seggen,
Salicheyt ende vrede van Christo Jesu.
Gerart Janssen pastor Stelensis vermaakt de nodige legaten aan de volgende personen: de allereerwerdichste aertsbisschop een halve daelder, voor de fabrycke van de groote kercke een daelder, Onze Lieve Vrouwen twee daelder, Heer Aerdt Adams Canonicus Assindiensis, de paters der Sociëteit tot Colen [= Keulen], tot Grevenbroeck int Wisse Peertgen [Witte bedoeld?] die hem 100 daelders schuldich is die Heer Aert aan de paters van de Sociëteyt zal geven, Joachim Drijnarts kinder tot …. sijn mijn schuldich 100 daelders die geve ick den armen om door den pastoor aldaer tot eenen jaerlyckschen pacht vuytgereyct te worden, 300 daelder vuytgeseth tot een jaerlyckschen pacht oft rente op Grevenbroeck die make ick metten verloopen pachten de paters van de Societeyt, tot M…. bij Rurmonde 60 gl. siaers tot behoeff eenre burse van een student, een gelijcke renthe voor eenen anderen student uit de bloedverwanten ende vrienden, tot Woensel een rente van 36 gl. Brabants, de pastoor tot Eijndhoven, de pastoor van Weert, mijne eerwerdichste Heere den Bisschop van Rurmonde, mijne nichte Martijntken die bij mijn gewoont heeft een jaerlyckschen pacht op Marten Portmansacker, de Antwerpsche rente aen het Vrouwenclooster binnen Weert
15 gl. op de stad Weert, mijn nichte die tot eenen man heeft M. Jacob de geestelycke pachten van het beneficium van St.Anna tot Weert, daervan sal den Heere Pastoir aldaer disponeren tot behoeff van goede ende godtvruchtige arme menschen tot Uda (?) met Heer Henrick ende den pastoor tot Vorst vuytsetten tot een jaerlycksche rente om den armen vuytgereyct te worden ter dispositie des heeren pastoors, ende zoo wie met dese myne dispositie oft testament nyet te vreden en is ende daertegen wil seggen,
Vervolg:
soo wil ick dat denselven maer eenen gulden Brabants en sal genieten;myne dienstmaecht moet gegeven worden heuren verdienden loon voor twee jaren, ende haer make ick behalven haeren loon myne koeyen, verckens gemaeyt coren in de schuer, des sal sy besorgen mij een eerlycke begraeffenisse daertoe roepende sommige goede ende godtvruchtige priesters; idem van d’innecomen der ackers te betalen St.Maerten naestcomende late ick ter dispositie Heer Evert ende Heer Aert om aen arme menschen binnen Steel vuyt te reycken; mijne boecken die ick hebbe tot Steel geve ick Heer Aert Adams canoninck, mijne andere boecken binnen Nuijs by Jannen Hesen ende tot Uda ende binnen Kempen aen de Abdije van Gladbeeck; Iken Stuijchs sal hebben mynen tabbart met vellen gevoedert ende de maeght den anderen; executeur Heer Aert ende op andere plaetschen de pastoirs aldaer; myne huysraet hoort toe de maeght, myn choorcleet geve ick Heer Aertden en de reste laete ick hem disponeren – lager stond: accordeert met het origineel, Jacob de Vylliers notaris en de gesworen secretaris der stadt van Weert – helemaal onderaan dese getranslateerde copie gecollationeert mette Latijnsche autenticque cop. gepasseert ende onderteeckent als boven is deselve daermede bevonden te concorderen – oirconde etc. 1620 G. v.Gerwen notarius publicus
Persoon in schepenakte:
Datering:
19.9.1581
Pagina:
641-643
Plaats:
Keulen / Steel / Roermond / Grevenbroek / Woensel / Eindhoven / Antwerpen / Weert / Uda / Kempen / Gladbeek
Toegangsnummer:
220
Inventarisnummer:
Bron:
Beurzenstichtingen
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 29-03-2024
1 gedigitaliseerd
178.357 Resoluties Raad van State (178.357)
94 Missive van generaal Cromstrom inhoudende dat de Oostenrijkse bataljons die aldaar in garnizoen gelegen hebben een deel van hun bagage met een soort van hospitaal en enige invaliden aldaar hebben nagelaten, voornamelijk het regiment van Botta bestaande in drie bataljons die momenteel verplaatst staan te worden en verder naar de Maas op te trekken, waarvoor 30 à 40 karren nodig zijn a.s. maandag tot transport van haar hospitaal en andere effecten, nagelaten toen de bataljons van daar naar de Baronie van Breda zijn gemarcheerd, om het een en ander over te brengen naar Roermond; de orders van de Ed: Mo: zal hij ten spoedigste verwachten of hij de karren van het paltteland met overleg van stadhouder Juijn of deze te gelasten het alleen te doen en orders te geven aan die van Eindhoven om daar of daaromtrent de gemelde karren te doen aflossen en het hospitaal te Werth [Weert bedoeld?] te brengen om aldaar door de Oostenrijkse onderdanen. omdat de officiers beloven de voitures te betalen
Datering:
zaterdag 23 maart 1748
Pagina:
673r
Plaats:
Hertogenbosch, 's- / Breda / Roermond / Eindhoven
Toegangsnummer:
178
Inventarisnummer:
Bron:
Raad van State
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 29-03-2024
7700.72 Index schepenprotocol Veghel (7700.72)
209 Residerende binnen Roermond Maria Elisabeth de Pronnier weduwe van Philip Ferdinandt Dirik geassisteerd met Christoffel Jacob Dirix, grootschout deser stad als haar momboir welke heeft verklaard ten behoeve van haar neef Engelbert de Wickersloot zoon van Arnoldt de Wickersloot en Hendrina Albertina Dirix uitgegeven krachten recht van tochten als zij is hebbende op de Wielse hoeve binnen Veghel daar op te profijten als voren welke mede Engelbert de Wickersloot, voor zo welke nodig ook al geassisteerd bij Christoffel Jacob Dirix als zijn momboir denwelke heeft volmachtig gemaakt mitsdeze de persoon van Jacob Martens van den Tillaardt om in zijn naam te transporteren een zesde part van de voorschreven Wielsche Hoeve aan Peter Hendricx. Aldus gedaan binnen Roermond in presentie van Geraert op den Wijer en Wilhelmus Francken als getuigen.
Persoon in schepenakte:
Datering:
[1705]
Pagina:
344-345
Soort akte:
Tochtrecht
Plaats:
Roermond
Toegangsnummer:
7700
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 08-02-2024
1 gedigitaliseerd
7040.467 Index schepenprotocol Beers (7040.467)
35 Johan Henrijcq Baron van Ketler, Heer van Oijen, Amptman en Dijkgraaf tussen Maas en Waal, en zijn echtgenote Vrouwe Anna Margareta van der Boije, geboren Van Macken, verklaren dat zij aan Johan Reijnier van der Boije, Ridder, Raad en Landrentmeester-generaal van het vorstendom Gelre, Heer van Neerijssche, Macken, etc. en zijn echtgenote Vrouwe Maria Isabella Lovijns, hun respectieve schoonbroer en schoonzuster, hebben gecedeerd al hun goederen en rente-inkomsten gelegen in Brabant en het Overkwartier van Gelderland. Voorwaarde is dat zij daarvoor in de plaats aan hen zullen cederen het huis Macken met al zijn ap- en dependenties, inclusief rentes, tienden, visrechten, veergelden en cijnzen die zij bezitten in het Land van Cuijk of elders in het gebied van Zijne Majesteit van Frankrijk. Actum Megen, 3 augustus 1673, w.g. Johan Henrijck Baron Ketler en H.M. van der Boije. Actum Roermond, 6 augustus 1673, w.g. J.R. van der Boije en M.I. Lovijne.
Persoon in schepenakte:
Datering:
06-08-1673
Pagina:
053-055
Soort akte:
Afstand
Plaats:
Roermond
Toegangsnummer:
7040
Inventarisnummer:
Bron:
Schepenbanken
Geografische namen:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 07-07-2023
1 gedigitaliseerd