Uw zoekacties: Sacramentsbroederschap te Grave, 1375-1896

7070 Sacramentsbroederschap te Grave, 1375-1896 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
7070   Sacramentsbroederschap te Grave, 1375-1896
Inleiding
Beknopte historie
Regesten
Regesten
1 1375 november 3 ( Op sunte Huebrechts dach des heyligen mertelers).
De schepenen van Mill oorkonden dat Jan Hubenzoon en Griet, zijn echtgenote, hebben bekend schuldig te zijn aan Hennicen Aelra en Lisabette Derics, dochters van boer Donc, 2 malder rogge per jaar, Graafse maat, elk jaar te betalen op sint Johannes midzomer, afkomstig uit hub erf en goed te Wanrooy, gremzend aan het erf van Janss. Smeets en aan het erf van Hankens Tsjaepenzoon.
Origineel ( inv.nr. 44), met schependomszegel.
In dorso: Dyt sin dye bryeven van Ernst van Doernen ende Oolken syn wief uytgegeven hebben todt een erfspinde inder Sacramentskoor op sunte Magdalenadach.
1.a 1385 december 14 ('s morgens na Sinte Lucia dach).
Schepenen en richter van Gassel oorkonden dat Aleyt van Alten aan Peter van den Berghe en zijn erven 1 pont payment belenen komende uit een huis en hof en jaarlijks te voldoen. Huis en hof zijn gelegen te Gassel met aan de ene zijde Karijs van Langhel en Jans van den Houte, de andere zijde Heynric Stacken
2 1389 december 4 ( Op den vierden dach in die maent men in latyn heit decembris).
De schepenen van Mill oorkonden dat Deric van den keldonc en Henni Aleris, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Deric Spapenzoon en zijn erfgenamen een schepenakte, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 2 malder rogge per jaar.
Orogineel ( inv.nr. 44), met het schependomszegel
2.a 1391 november 25 (Op sinte Katherine dach).
Schepenen en richter van Gassel oorkonden dat Peter van den Berghe 1 malder rogge overdraagt aan Wouter vander (Akren)
3 1406 mei 6 (Opten sesten dach inden meyse).
De schepenen van Mill oorkonden dat Deric Tspapenzoon en Megriet, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Huben Derixzoon 2 schepenakten, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 2 malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op sint Johannes midzomer, afkomstig uit een stuk land te Wanrooy, groot 4 Hollandse morgen, eertijds toebehorende aan Jan Hubenzoon en zijn echtgenote Griet en grenzende aan het erf van Jans Smeets en het erf van Heynkens Tspapenzoon, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 44) met schependomszegel
4 1406 mei 7.
De schepenen van Mill oorkonden dat Hueb Derix Spapenzoons zoon en Lysbet, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Heynric Huysman en zijn erfgenamen 3 schepenakten, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 2 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel (inv.nr. 44), met schependomszegel
5 1427 juli 18 (Des sevende daghes voir sunte Jacobsdach).
De schepenen van Mill oorkonden dat Jan Rayman en Lysbet, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Heyndrick Passert en Jutte, zijn echtgenote, 2 malder rogge per jaar, Graafse maat, elk jaar te betalen op Allerheiligen, afkomstig uit 4 stukken land te Mill, gelegen tussen het hof van Lybrichs van Erpe en het erf van Wigghers, grenzende aan het land van Bernt Suyrhouts en het erf van de heren van Sint Marienwerde.
Origineel ( inv. nr. 45), met schependomszegel
6 1429 mei 7 .
Johan Neudenzoon en Arnt de Haen, schepenen te Grave, oorkonden dat Willem van Gaell, bakker, en Elsken , zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Arnt van der Mer 2 malder rogge per jaar, Graafse maat, elk jaar te betalen op Kerstmis, uit een huis en een erf, gelegen aan de gemene straat bij de Hampoort en grenzende aan de stadsmuur en het huis van Willem Bartens.
Origineel ( inv.nr. 34), met de zegels van beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XV (inv. nr. 2)
7 1430 juli 30 ( des sunnendaghes voir Sunte Peter vincula).
De schepenen van Mill oorkonden dat Gheret van Diepenbeec heeft opgedragen aan Deric van Hulsbeec en Nesen, zijn echtgenote, 5 schepenakten, betreffende 2 malder rogge per jaar, Graafse maat, elk jaar te betalen op sint Johannes midzomer, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel (inv.nr. 44), het zegel van het schependom is verloren gegaan.
In dorso: Dyt sin dye briefe van Rude ende Ernst van Doernen ende Uulken sin wief gegheven hebben todt enen erfspinde op sunte Magdaellenendach in het Sacremenskoor.
8 1430 augustus 13 ( des sonnendaghes nae sunte Laurens dach des mertelers).
De schepenen van Mill oorkonden dat Deric van Hulsbeec en Neesken, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Rutgher van Doernen en Nesen van Tryst, zijn echtgenote, 6 schepenakten, betreffende 2 malder rogge per jaar, Graafse maat, elk jaar te betalen op sint Johannes midzomer, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 44), met het schependomszegel
9 1432 juni 6.
Jan Monnick en Jan die Groet, schepenen te Grave, oorkonden dat Rycke, dochter van wijlen Jan Lambrechs, heeft opgedragen aan Willem Snavel en zijn erfgenamen een huis, erf en een koolhof, met akten daarvan sprekende, gelegen binnen de Hampoort, eertijds toebehorende aan Haydewychs Boekers, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 21), met de zegels van beide schepenen.
10 1435 mei 4 .
Bartoult die Jeger en Jan Monnick, schepenen te Grave, oorkonden dat Willem Snavel en Yda, zijn echtgenote hebben opgedragen aan Baldewyn Vaex en Gerit van Diepenbeeck en hun erfgenamen 4 malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op Kerstmis, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen de stadsgracht, de gemene straat, de stadsmuur en het stadserf, en uit een koolhof, gelegen buiten de Hampoort, grenzende aan de Leigracht, de gemene straat en het erf van Willem Verviers.
Origineel (inv. nr. 21), met de zegels van de beide schepenen. Afschrift Cartularium, VII (inv. nr. 2)
11 1438 juli 6 .
Baldewyn Vaex en Henric Scermer van Uden, schepenen te Grave oorkonden dat Jan Holl, Valpart Henricss., Ude Tailhout, Jan van Tuyl, Baldewyn Vaex, Jan die Haze, Jan Monnic, Peter Janss., Henric Scermer van Uden, Arnt van den Cluyten,Gerit van Diepenbeec, Henric Floryss., Jan van Lent, Jan van Wetten, Deric Tailhout Badenss., Henric Sanrman, Deric van der Voirt,Rutger van Doernen, Tys Janss., Jacob Spaerebeen, Herbert die Koc, Jan Quaypaep, Henric van Hane, Jacob Proeyt, Jan die Moeller, Willem die Lege, Gaert van Adendonck, Jan Coeberch en Otte die Becker zich hebben verbonden tot een broederschap ter ere van het heilig Sacrament en zich tevens verplichten tot het naleven en handhaven van de statuten en het reglement zoals deze door het gerecht zijn beschreven.
Origineel ( inv. nr. 1), met de zegels van de beide schepenen. Afschrift Cartularium, I (inv. nr. 2)
12 1439 maart 17 (Op sunte Gheertruden dach inden meerte).
Boede die Leeuwe en Dirc van der Voert, schepenen te Velp, oorkonden dat Aert van der Heghe en Katryn zijn echtgenote, hebben bekend schuldig te zijn aan Willem van Stramproede en zijn erfgenamen 9 vaten rogge per jaar, Herpense maat, elk jaar te betalen op de dag voor Kerstmis, afkomstig uit een stuk land te Velp, genaamd de Cappelakker, grenzende aan het erf van Stynen van Kuyck en aan her erf van Goessens van der Heghe.
Origineel ( inv. nr. 39), met het geschonden zegel van Dirc van der Voert, het zegel van Boede die Leeuwe is verloren gegaan. Afschrift Cartularium, III (inv. nr. 2)
13 1439 mei 28.
Henric Scermer van Uden en Deric van Beers, schepenen te Grave, oorkonden dat Jan de Wryter heeft opgedragen aan Peter Janszoon en zijn erfgenamen 1 malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op Pinksteren, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen het erf van Gaedsken van Lent en het erf van Peter Janszoon, grenzende aan het erf van Heylken Hermans en aan de gemene straat, behoudens het recht van de landsheer.
Origineel ( inv. nr. 28), met de zegels van de beide schepenen. Afschrift Cartularium, XVII (inv. nr. 2
14 1439 juli 24.
Henric Scermer van Uden en Jacob Spaenrebeen, schepenen te Grave, oorkonden dat Baldewyn Vaex en Geertruyt, zijn echtgenote, Gerit Geritszoon van Diepenbeeck en Aleyt, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Arnt van den Cluten en Willem Abezoon, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, een schepenakte, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 4 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel (inv. nr 21 ), met de zegels van de beide schepenen. Aschrift Cartularium VII (inv. nr, 2)
15 1442 augustus 1.
Jacob Spaenrebeen en Herman van Wamel, schepenen te Grave, oorkonden dat Gerit van Diepenbeeck Geritszoon en Aleyt, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Valpairt Henricszoon en zijn erfgenamen 2 malder rogge per jaar, Graafse maat, elk jaar te betalen op sint Jacobs, uit een huis en een erf, gelegen tussen het erf van Willem van Boegen en het vroegere erf van Ceelkens van Mameren, grenzende aan het erf van Jan Doppers en aan de gemene straat, behoudens 2 pond per jaar en het recht van de landsheer.
Origineel (inv. nr. 107), met de zegels van de beide schepenen.
16 1443 december 16.
Baldewyn Vaex en Jan van Aken, schepenen te Grave oorkonden dat Vailpairt Henricszoon en Aleyt, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Deric van Beers en zijn erfgenamen een schepenakte, waardoor dyt transfix gestoken is, betreffende 2 malder rogge per jaar, Graafse maat, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel (inv. nr. 107), met de zegels van de beide schepenen
17 1444 februari 6 ( des dachs na onser liever vrouwen dach purificationis Marye).
Willem Roetstalcxzoon en Dirc die Leeuwe, schepenen te Velp, ooekonden dat Aert van der Heghe en Kateryn, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Goedert Willems en zijn erfgenamen een schepenakte, betreffende een stuk land, gelegen tussen het land van Goedert Willemszoon en het erf van Dirc Kaeten, grenzende aan het land van Fredericx Kemken en aan de gemene straat, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 106), met de geschonden zegels van de beide schepenen.
18 1444 december 15.
Jan Monnyc en Jacob Spaenrebeen, schepenen, oorkonden dat Ot de Becker, deken van de Sacramentsbroederschap te Grave, heeft doen panden 7 Arnoldusgulden met onraad uit 24 Arnhemse goudgulden die Jan Arntszoon, geheten van der Oerdt, schuldig is aan wijlen Lysbet, echtgenote van Jan de Engelsman, waarna Seger van Genp, broer van Lysbet, deze som gelost heeft.
Origineel ( inv. nr. 22), met de zegels van de beide schepenen.
19 1444 december 25.
Jan van Olmen en Jan Abezoon, schepenen te Grave, oorkonden dat Jorden Engelen en Lysbet, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Jacob Spaenrebeen en zijn erfgenamen 3 malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op Kerstmis, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen het erf van Jutta, echtgenote van wijlen Fredericx Steenbeckers, en het erf van Jans van Rysen, grenzende aan het erf van Baert Arntszoon en aan de gemene straat.
Origineel ( inv. nr. 24), met de zegels van de beide schepenen, waarvan het zegel van Jan van Olmen zwaar geschonden is.
In dorso: ii malder uut Crystoffels huyss byden put.
Afschrift Cartularium, XIV (inv. nr. 2)
20 1444 december 26.
Jan van Olmen en Jan Abenzoon, schepenen te Grave, oorkonden dat Jacob Spaenrebeen aan Jorden Engelen heeft toegestaan een rente van 3 malder rogge per jaar, komende uit een huis en een erf, waarover een schepenakte sprekende is, te mogen lossen met 12½ Rijnse gulden per malder rogge.
Origineel (inv. nr. 24) , de zegels van de beide schepenen zijn verloren gegaan.
21 1453 februari 22 Op sunte Peters dach ad cathedram).
Jacob van Tegelen en Deric van der Meer, schepenen te Grave, oorkonden dat Deric Janszoon, Peter Janssoonszoon en Lysbeth, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Willem van der Voirt en zijn erfgenamen een schepenakte, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 1 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 28), met de zegelsvan de beide schepenen.
Afschtift Cartularium, XVII ( inv. nr. 2)
22 1453 juli 29 ( des sonnendages nae sunte Jacops dach des heiligen apostels).
Jacop van Tegelen en Herman van Wamel, schepenen te Grave, oorkonden dat Jan de Joede en Mary, zijn evhtgenote, hebben opgedragen aan Deric van Beers en zijn erfgenamen 1 malder rogge per jaar, Graafse maat, elk jaar te betalen op sint Jacobus, uit een huis en een erf, gelegen tussen de stadsmuur, het erf van Gerit van Oesterwyck en het erf van Jan van Hynden, grenzende aan het erf van Herman Gelis en aan de gemene straat, behoudens 2 pond per jaar en het recht van de landsheer.
Origineel ( inv. nr. 26), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium IX (inv. nr. 2)
23 1455 februari 6 ( der donredaghes na sunte Aechten dach).
Willem Stramproede en Dirc van de Voert, schepenen te Velp. oorkonden dat Willem van Stramprode en Yde, zijn echtgenote, hebben opgedragen dat Willem van Stramprode en Yde, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Willem van Gael en Willem Aben ten behoeve van de Sacramentsbroederschap te Grave een schepenakte, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 9 vaten rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 39), met de zegels van beide schepenen, waarvan het zegel van Dirc van der Voert zwaar geschonden is.
Afschrift Cartularium, III (inv. nr. 2)
24 1456 september 4 ( dess dages post festum Egidium).
Claess van Meerlair Roeloffszoon en Herman van Wamel, schepenen te Grave, oorkonden dat Derick van der Meer en Helena, zijn echtgenote, Jan van Luenen en Griete, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Lysbeth van der Meer en haar erfgenamen 1 malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op sint Bartholomeus, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen het huis en het erf van Fuerken Fyerkenszoon en het erf van Lysbeth Candonens, grenzende aan het erf van Jan Willemszoon en aan de gemene straat, behoudens 1 malder rogge per jaar, 3 pond en 5 schellingen per jaar en tienden.
Origineel ( inv. nr. 25), met de zegels van de beide schepenen.
25 1458 juli 15 ( des andere dages nae sunte Magarietendach).
Derick van Beeze en Johan Cranenvelt, schepenen te Grave, oorkonden dat Lysbeth van der Meer heeft opgedragen aan Jacop van Aken en zijn erfgenamen een schepenakte, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 1 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 25), met de zegels van de beide schepenen
26 1458 mei 7 ( des manendages voir sunte Servaes dach).
De schepenen van Mill oorkonden dat Herjan Passert, priester, Laurens Passert en Katheryn, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Lenaert van der Hage en Aleit, zijn echtgenote, en hun erfgenamen 1 malder rogge per jaar, Graafse maat, uit een schepenakte, betreffende 2 malder rogge per jaar afkomstig uit een stuk land te Mill, grenzende aan het hof van Lybrich van Erpe, het erf van Wigghers, het erf van Bernt Suyrhouts en aan het erf van de heren van sint Marienwerde, elk jaar te betalen op Allerheiligen,
Origineel ( inv. nr. 45), met het schependomdzegel.
In dorso: dyt sin dye breyven van ....Doernen ...... sein wief ghegheven hebben voor enen erf spynden op sunte Maegdalenen dach in Sakramentskoor.
27 1459 maart 25 ( op onsen lieve vrouwe dach annunciaitio).
De schepenen van Mill oorkonden dat Laurens Passairt en Katheryn, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Vrederick den Moelner en Agnees , zijn echtgenote, 1 malder rogge per jaar, Graafs maat, uit een schepenakte, waardoor deze transfix gestoken is, betreffende 2 malder rogge per jaar.
Origineel ( inv. nr. 45), met het schependomszegel
28 1461 januari 30 ( des vrijdages na sunte Pouwelsdacg conversionis).
Henrick van Steenhuys en Herman van Wamel, schepenen te Grave, oorkonden dat Henrick die Ghyer, zijn echtgenote Lysbeth en Mechtelt Koets hebben opgedragen aan Kersten Kerstenss. en Willem Monnick, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, een ½ malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op Maria Lichtmis, uit een koolhof buiten de Hampoort, gelegen tussen de erven van Mette Michiels, Arnt Knaepenszoon en Rutte van Boegen, grenzende aan de Ham en de gemene straat.
Origineel (RA's-Bosch, Collectie Aanwinsten 1974,Staat van Aanwinsten I, nr. 2), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XI (inv.nr. 2)
29 1461 mei 8 ( altra die post festum sancti Johannis ante portam latinam).
Hendrick van Steenhuys en Derick van Beerze, schepenen te Grave, oorkonden dat Henrick Wolffs Lambertszoon en Bele, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Johan van Kranenvolt en Gerit den Raell, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, 3½ malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op Pasen, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen de Hampoort en de stadsmuren, grenzende aan het land van de heer en de gemene straat.
Origineel ( RA's- Bosch, Collectie Aanwinsten 1974, Staat van Aanwinsten I, nr. 1), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XVIII ( inv. nr. 2)
7070 Sacramentsbroederschap te Grave, 1375-1896
Inleiding
Regesten
Regesten
29
1461 mei 8 ( altra die post festum sancti Johannis ante portam latinam).
Hendrick van Steenhuys en Derick van Beerze, schepenen te Grave, oorkonden dat Henrick Wolffs Lambertszoon en Bele, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Johan van Kranenvolt en Gerit den Raell, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, 3½ malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op Pasen, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen de Hampoort en de stadsmuren, grenzende aan het land van de heer en de gemene straat.
Origineel ( RA's- Bosch, Collectie Aanwinsten 1974, Staat van Aanwinsten I, nr. 1), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XVIII ( inv. nr. 2)
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 22-07-2010
30 1463 februari 2 (op onse Vrouwen dach purificationis).
De schepenen van Mill oorkonden dat Lenaert van der Haege en Aleyt, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Vrederick Vos en Agnesen, zijn echtgenote, een schepenakte, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 1 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel (inv. nr. 45), met het schependomszegel.
31 1465 maart 31.
Claes Spaen en Roeloff Wemmers, schepenen te Grave, oorkonden dat Peter van den Soest en Bessel, zijn echtegenote, hebben opgedragen aan Henrick Wolffs en zijn erfgenamen 1 malder rogge per jaar, elk jaar te betalen op Pasen, afkomstig uit een ½ huis en een erf, gelegen tussen het erf van Wolter Santmans en het erf van Jan Schebbens, grenzende aan de stadsmuur en de gemene straat.
Origineel ( inv. nr. 23) , met de zegels van de beide schepenen.
In dorso: Sacrament Lisken van Lent
32 1467 december 22 ( altria die post festum sancti Thome apostoli).
Johan van Cranenvelt en Claess Spaen, schepenen te Grave oorkonden dat Albert van Criest aan Johan HOll Janss. heeft toegestaan een rente van 5 malder rogge per jaar, komende uit een huis en een erf, waarover een schepenakte sprekende is, te mogen lossen met 65 Rijnse gulden.
Origineel ( inv. nr. 30), met de zegels van de beide schepenen.
33 1468 februari 22 (op sunte Peters dach ad cathedram).
De schepenen van Mill oorkonden dat Vrederick Vos en Agnees, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Jan Maeszoon en zijn erfgenamen 4 schepenaketen, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 2 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel (inv. nr. 45),met het schependomszegel
34 1472 oktober 10 .
Derick van Berze en Jan van Daernen, schepenen te Grave, oorkonden dat, Lisbet, echtegenote van wijlen Henrick Wolffs, heeft opgedragen aan Jan van Daernen en Gaert de Haen, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, een schepenakte, waarddor dit transfix gestoken is, betreffende 1 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden, waarvan missen zullen worden opgedragen op het altaar van het heilig Sacrament in de kerk van Grave.
Origineel ( inv. nr. 23) , met de zegels van de beide schepenen.
35 1475 september 21 ( Op sunte Matheus dach apostoli).
Goessen van den Grindt en Jacob Vennenszoon, schepenen te Grave, oorkonden dat Griet Monnix heeft opgedragen aan Baden, begijn, ten behoeve van het oude Begijnhof te Grave een schepenakte, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 2 malder rogge per jaar, met rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 34), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XVI (inv. nr. 2)
36 1477 juni 16.
Hendrick van Nederbroick en Zweder van den Sande,schepenen te Grave, oorkonden dat Claes Spaen heeft opgedragen aan Jacob van Aken en zijn erfgenamen een schepenakte, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 3 malder rogge per jaar, waarvan 1 malder rogge per jaar is gelost, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 24), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XIV ( inv. nr. 2)
37 1477 juni 17.
Luyken Ridder en Jan van den Broick, schepenen te Grave, oorkonden dat Jacob van Aken en Aleyt, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Goessen van den Griendt en Roloff Wemmerszoon, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, 2 schepenakten, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 2malder rogge per jaar, waaronder een schepenakte, betreffende 3 malder rogge per jaar, waarvan 1 malde rogge per jaar is gelost, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 24), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XV (inv. nr. 2)
38 1478 september 23 ( des goensdagen na sente Matthys dach des heilgen apostels).
Peter van der Wercken en Luyken Ridder, schepenen te Grave, oorkonden dat Jacob van Aken en Aleyt, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Gysbert van Wamel Uwenszoon 2 schepenakten, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 1 malder rogge per jaar, Graafse maat, met alle rechten en voorwaarden, waarvan missen zullen worden opgedragen ter ere van het heilige Sacrament.
Origineel (inv. nr. 25), met de zegels van de beide schepenen.
39 1482 november 24 ( op sunte Katherynen avont der heiligen joffeouw).
Johan Haenen, richter te Gassel, Claes die Haen en Peter Tymmerman, schepenen te Gassel, oorkonden dat Johan die Gruyter en Gaert, zijn zoon, hebben opgedragen aan Jorden Lemkens en Mechtelt, zijn echtgenote, 1 malder rogge per jaar, Graafse maat, elk jaar te betalen te Grave op de dag voor Pasen, afkomstig uit een erf en een stuk land genaamd Flipkens kamp, gelegen tussen het Steen en de kerksteeg, grenzende aan de Rekelsgrans en de gemene straat, met als onderpand een kamp land, genaamd de Graiffschen kamp, gelegen te Tongelaar.
Origineel ( inv. nr. 46), met de zegels van Johan Haenen en Claes die Haen, het zegel van Peter Tymmerman is verloren gegaan.
40 1484.
Pauwels van Zintsnick en Henric Ottenss., schepenen te Grave, oorkonden dat Jacob die Jeger heeft opgedragen aan Willem Robijns en arnt die Groet, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, een schepenakte, waardoor dut transfix gestoken is, betreffende 1 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden, welke malder rogge elk jaar de dag na sint Bartholomeus in de vorm van broden aan de armen moet worden geschonken.
Origineel ( inv. nr. 26), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, IX (inv. nr. 2)
41 1486 februari 20.
Derick van den Cluyten en Gheit Cuyper, schepenen te Grave, oorkonden dat Aleyt van Hout, Elizebet Hanen en Aleyt Maes, begijnen, hebben opgedragen aan Met Baden, moeder van het Begijnhof, en haar erfgenamen 2 schepenakten, waardoor dit transfix doorgestoken is, betreffende 2 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 34), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XVI (inv. nr. 2)
42 1488 februari 16.
Willem Ruttenss., richter te Gassel, Jan van Gael en Derick van den Werff, schepenen te Gassel, oorkonden dat Jan Jans Grutterss. en Mechtelt, echtgenotre van wijlen Jorden Lambertss., hebben opgedragen aan Derick Luwe, priester, en zijn erfgenamen een schepenakte, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 1 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 46), met de zegels van de rechter en de beide schepenen.
43 1491 mei 12.
Roeloff Getagen en Jan Reyler, schepenen te Grave, oorkonden dat Jacob de Jeger heeft opgedragen aan Gerit van den Voirt Derixss. en zzijn erfgenamen 2 schepenakten, waardoor dit transfix doorgestoken is, betreffende 2 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 107), met de zegels van de beide schepenen.
44 1496 februari 22 (op sente Peters dach ad cathedram).
Roeloff Getegen en Loeff Arntss., schepenen te Grave, oorkonden dat Jan Coeberch en Lysbeth, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan de dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave 3 kwarten olie om de Godslamp op het altaar van het heilig Sacrament te laten branden, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen het erf van Jan Jacobszoon, het erf van meester Franssen van Triest, priester, en het erf van Wouter Loeszoon, grenzende aan het erf van Derick Badenszoon en aan de gemene straat, elk jaar te betalen op sint Petrus.
Origineel (inv. nr. 27 ), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XIX (inv. nr. 2)
44.a 1496 april 4.
Schepenen en richter van Gassel oorkonden dat Jacop die Jeger heeft opgedragen aan Derick Luv, priester en rector van het Sacramentsaltaar in de Elisabeth kerk te Grave, 2 schepenakten waardoor dit transfix doorgestoken is, betreffende 1 malder rogge, graafse maat en te voldoen op heilige kerstavond ten behoeve van een zondagse mis voor Jacop die Jeger voors. en zijn nakomelingen
45 1499 maart 3.
Adriaen Mersman en Jan Reyler, schepenen te Grave, oorkonden dat Gerit van den Voirt Derixss., en Griet, zijn echtgenote, Derick en Willem, kinderen van Gerit van den Voirt, hebben opgedragen aan Roeloff Getagen en zijn erfgenamen 3 schepenakten, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 2 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel (inv. nr.107), met de zegels van de beide schepenen.
46 1503 juni 10 .
Adriaen Marsman en Jan van der Voirt, schepenen te Grave, oorkonden dat Roeloff Getagen en Elizabet, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Hendrick van Stalborch en Gheerlick Bayen, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, 2 schepenakten, waardoor dit transfix doorgestoken is, betreffende 1 malder rogge per jaar, opdat de organist van de broederschap eens per week in de mis ter ere van het heilig Sacrament het orgel zal bespelen.
Origineel (inv. nr. 28), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XVII (inv. nr. 2)
47 1503 september 10 ( des sonnendagess voir sunte Lambertsdach).
De schepenen van Mill oorkonden dat Wolter van Wamel Janss. en Elizabet, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Rut van Daernen en Udel, zijn echtgenote, 5 schepenakten, waardoor dit transfix doorgestoken is, betreffende 2 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel ( inv. nr. 45) , met het schependomszegel
48 1505 maart 9 ( opten sondach Iudica inder vasten).
Rut van Doernen en Jan Coeberch, schepenen te Grave, oorkonden dat Peter Baemartz en Jutta, zijn echtgenote, hebben bekend aan de Sacramentsbroederschap schuldig te zijn en te betalen elk jaar op de zondag latare Jeruzalem te halfvasten uit hun goederen 5 karolus- of Philippusgulden om hiervan wierook te branden in de mis ter ere van het heilig Sacrament.
Origineel ( inv. nr. 29), met het zegel van Rut van Doernen, het zegel van Jan Coeberch is verloren gegaan.
49 1512 juni 14 ( des maendags nae des heiligen Sacramentsdach)..
Peter Ruyss en Derick Vaex, schepenen te Grave, oorkonden dat Katryn Sleuwen heeft opgedragen aan Egbert Aelbertszoon en Michiel Mercator, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, een schepenakte, betreffende 5 malder rogge per jaar , waarvan Katryn 2½ malder rogge per jaar heeft, van welke 2½ zij 1 malder per jaar opdraagt aan de broederschap om alle donderdagen een kaars te laten branden ter ere van het heilig Sacrament,
Origineel ( inv. nr. 30), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium XIX ( inv. nr. 2)
50 1513 november 13.
Peter Ruyss en Derick Vaex, schepenen te Grave, oorkonden dat Heylken, echtgenote van wijlen Cornelis Lambertss. van Weerdt, heeft bekend schuldig te zijn aan Jutken haar nicht, dochter van wijlen Henricj Wynkens, 100 Philippusgulden uit haar aandeel en erfenis, en niet uit het deel van haar echtgenoot, afkomstig uit bezittingen die Heylken heeft in Grave, en mocht Jutken komen te overlijden zonder wettige erfgenamen, dan zal de helft van de voornoemde erfenis komen aan de Sacramentsbroederschap te Grave en de andere helft aan de kerk van Escharen, en mocht Jutken de geestelijke staat aannemen, dan heeft zij het recht haar aandeel hieraan te schenken.
Origineel (inv. nr. 53), met de zegels van de beide schepenen
51 1514 maart 18 ( dachs nae sunte Gheertruyden dach inden vasten).
Jan heynricks en Jan Robbertszoon, schepenen te Grave, oorlonden dat Thomas Rutgherszoon van Camerborch aan Peter Vuys en Sander van Waelwick, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, heeft toegestaan een rente van van 3 Philippusgulden per jaar, elk jaar te betalen op sint Gregorius, te mogen lossen met 50 Philippusgulden.
Origineel (RA's - Bosch, Collectie Aanwinsten 1974, Staat van Aanwisten I, nr. 4), met de zegels van de beide schepenen
52 1518 juni 2 ( op des heiligen Sacraments avond).
Deric Vaex en Peter Ruyss, schepenen te Grave, oorkonden dat Meeuwss Willemss. Leydekker heeft opgedragen aan Willem de Gruter en Wouter van Wamel Henrickss., dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, 2 pond was per jaar, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen het erf van Jans van den Bosch en het erf van Seger Scheymeker, grenzende aan het erf van Derick Luwe, priester, en aan de gemene straat, behoudens 1 pond per jaar en het recht van de landsheer.
Origineel (inv. nr. 32), met de zegels van de beide schepenen.
In dorso: ii pondt wasch tsiaers op Sacrament uuytter Cremmels huyss.
Afschrift Cartularium, X (inv. nr. 2)
53 1525 juli 24 ( op sunte Jacobs avond des heiligen apostels)..
Jacob van Aken en Peter Ruysch, schepenen te Grave, oorkonden dat Elizabeth, weduwe van Johans Ducroux, heeft opgedragen aan Wolteren van Wamel Janss. en Christoffel Ducroux, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, een schepenakte, betreffende een rente van 2½ malder rogge per jaar, Graafse maat, elk jaar te betalen op sint Petrus ad cathedram, uit een huis en een stuk land te Velp, gelegen tussen de erven van Hubert Janszoon en Derick van de Voirt, grenzende aan de gemene straat en het erf van de jonkheer van Batenborch, behoudens 2 malder rogge en 15 vlems per jaar.
Origineel ( inv. nr. 41), de zegels van de beide schepenen zijn verloren gegaan.
54 1533 februari 21 ( op sunte Peters aeffent ad cathedram).
De schepenen van Gassel oorkonden dat Ffiedtgen Louwen heeft opgedragen aan Arnt Loeffs, priester en rector van het Sacramentsaltaar in de kerk van Grave, en zijn erfgenamen 2 schepenakten, waardoor dit transfix doorgestoken is, betreffende 1 malder rogge per jaar, Graafse maat, elk jaar te betalen op de dag voor Pasen, ten behoeve van de gezongen mis op donderdag op het Sacramentsaltaar in de kerk van Grave, afkomstig uit een erf en land, genaamd Philipssken kamp, met alle rechten en voorwaarden.
Origineel (inv. nr. 46), met het schependomszegel.
55 1539 juni 4 ( op dess heiligen Sacraments avond).
Jan der Voert en Arnt van Boickholtz, schepenen te Grave, oorkonden dat Beell van Aecken, weduwe van Joest van Aecken, heeft opgedragen aan meester Sander, deken van de Sacramentsbroederschap, een rente van 2 goudsgulden per jaar, elk jaar te betalen op de dag van het heilig Sacrament.
Origineel ( inv. nr. 33), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XX (inv. nr.2)
56 1543 februari 28 .
Derick Reyleyer en Herman Kippholtz, schepenen te Grave, oorkonden dat meester Vero, pastoor en kanunnik, te Grave, en Arnt Heusden Janszoon, landschrijver, als executeurs- testamentairs van Sysken Lenertz en Henrick Roloffz van Narlaer hebben opgedragen aan meester Arnt van Boickholtz, Thomas van Hollant en Henrick Coenen, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, een schepenakte, waardoor dit transfix gestoken is, betreffende 2 malder rogge per jaar, met alle rechten en voorwaarden, welke 2 malder rogge jaarlijks aan de armen zullen worden gegeven, de ene helft op Nieuwjaar en de andere helft op de dag van het heilig Sacrament.
Origineel ( inv.nr. 34), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XVI (inv. nr. 2)
57 1543 april 7 .
Derick Reyleyer Andrys Lenertszoon, schepenen te Grave, oorkonden dat Jan van Aeken en Jaecxken, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Loey van Lustick en Lysken, zijn echtgenote, en hun erfgenamen 6 Philippusgulden per jaar, elk jaar te betalen op beloken Pasen, afkomstig uit 2 huizen en een erf, gelegen tussen het erf van Aelken Alerten, weduwe , en het erf van Michyel van Raen, grenzende aan het erf van meester Claes Merman, het erf van Otto Zelig en aan de gemene straat, te lossen 100 Philippusgulden.
Origineel ( inv. nr. 36), met de zegels van de beide schepenen.
In dorso: desen brieff gilt Gysbert de Lye aen de broederschap van het Sacrament uuyter zyb huys aechter het gasthuys genaemnt de verwer straet. Modo de erffgenamen van Gertruyt Cluyt, weduwe Jan Reys.
58 1545 april 7 ( des anderen dachs nae Paesendaech).
Jan van Ewick en Wemmer van Ewick, erfpachters te Nederasselt, oorkonden dat Henrick Egbertss. van Beugen en Elizabeth, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Jan van Aeken, Goert van den Broick en Henrick Coenen, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, 2 malder rogge per jaar, elk jaar te betalen te Grave met Pasen, afkomstig uit een huis en een hof te Nederasselt, groot 2 morgen, gelegen tussen de gemene straat , het erf van de pastoor en het erf van Jan Rutten, te lossen met 14 Philippusgulden en de pacht.
Origineel ( inv. nr. 47), met het zegel van de erfpachters.
Afschrift Cartularium XXXIII (inv. nr. 2)
59 1549 januari 1.
Wilhelm van Wamell en Jacob Doell, schepenen te Grave, oorkonden dat Frans Spiryncx heeft opgedragen aan Henrick Koenen en Derick van Waeyen, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, een rente van 5 Philippusgulden per jaar, elk jaar te betalen op Oudejaar, afkomstig uit een huis en een erf, gelegen tussen het erf van de heer en de gemene straat, te lossen met 100 Philippusgulden, behoudens 2 malder rogge per jaar en het recht van de heer.
Origineel (RA's-Bosch, Collectie Aanwinsten 1974, Staat van Aanwinsten I, nr. 5), met de zegels van de beide schepenen.
Afschrift Cartularium, XXIII (inv. nr. 2)
60 1559 maart 19 .
Geryt Robberts en Jan van den Velde, schepenen te Grave, oorkonden dat Jan Touwman Dericxss. en Tryntken, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan de dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, een rente van 6 Philippusgulden per jaar, afkomstig uit een huis en een erf in de Borchstraat te Grave, gelegen tussen de erven van de erfgenamen van Wolter die Beste en Drys Lenerts, grenzende aan het erf van Derick van Herpen, het erf van Arnt van Boickholtz en aan de gemene straat, welke rente ieder jaar op de dag voor sint Dionysus in de vorm van roggebrood aan de armen moet worden gegeven.
Origineel (Archief van het sint Catharinagasthuis, nr. 1530), met de zegels van de beide schepenen.
In dorso: Op Art van Beeckholtz huysinghe vi philippusgulden
61 1570 februari 1.
De schepenen van Oploo oorkonden dat Gerit Henrickss. en Tryn, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Herman Kijpholtt (=Herman van Kipholt / Kiepholt) en meester Ott Creeffts, dekens van de Sacramentsbroederschap te Grave, ten behoeve van de rector van het altaar van het heilig Sacrament een jaarrente van 5 gulden en 4 Brabantse stuivers, elk jaar te betalen op de dag voor Maria Lichtmis, afkomstig uit een stuk hooiland, groot 5 morgen, gelegen tussen het erf van Jacob Goerts en het erf van Jan Lenaerts, grenzende aan de gemene beek en aan de gemene straat, te lossen met 86 gulden en 16 stuivers.
Origineel ( inv. nr. 48), met het schependomszegel.
62 1577 juni 7.
Luenis Verhorst en Giesbert Haegens, schepenen te Grave, oorkonden dat Goirt van Steenhuys en Henneken, zijn echtgenote, Derick van Steenhuys en Guelken, zijn echtgenote, hebben opgedragen ten behoeve van de armen van Grave en ten behoeve van de godsdienst als laatste wilsbeschikking van Hebben Brouwers, dd. 31 mei 1577, 3 Brabantse gulden per jaar, afkomstig uit een huis in de Hamstraat, gelegen tussen het erf van Arnt Veynen en het erf van Jacob de Schoenmeker, grenzende achter aan de Leeuw en voor aan de gemene straat, te lassen ,et 50 Brabantse gulden, behoudens 1 malder koren en 32 of33 stuivers per jaar en het recht van de landsheer.
Origineel ( inv. nr. 35), het zegel van Luenis Verhorst is verloren gegaan en het zegel van Giesbert Haegens is zwaar geschinden.
In dorso: desen brieff is van drie gulden Brabans siaers uyt het huys staende inde Hamstraet toecomende Heesken Heestaers de weduwe van Aert Martens. Ende Ha=mstraat den armen nu de weduwe van Meckeren nu W.J. van Esch t huys de Ster
63 1581 juli 2.
Jacob de Haes en Barthonis van den Broecke, schepenen te Grave oorkonden dat Peter Loeffs en Mery, zijn echtgenote, hebben beloofd alle land als is gelegen tussen het huis van Peter Loeffs en Willem Robberts en Heyl, zijn echtgenote, tesamen te zullen onderhouden, ieder de helft van het onderhavige stuk grond, welke belofte ook Willem Robberts en zijn echtgenote voor bovengenoemde schepenen hebben gedaan op hetzelfde stuk grond, dat is gelegen in de Korte Rogstraat.
Origineel ( inv. nr. 108), met het zegel van Jacob de Haes, het zegel van Barthonis van den Broecke is verloren gegaan.
64 1616 juli 31.
Marten van Lier en Johan Diemers, schepenen te Grave, oorkonden dat Gerart Claess, landschrijver, van het land van Cuijck en gevolmachtigd door Aeltken Hermans, weduwe van Jacob Janss. Saelboom van Bommel, en Jacobus Rodrigo, haar neef, hebben opgedragen aan Johan Hagens Jasparss., deken van de Sacramentsbroederschap te Grave, een procuratiebrief van de stad Haarlem, betreffende 2 rentes, de één groot 6 Philippusgulden per jaar, te lossen met 100 Philippusgulden, afkomstig uit een huis en een erf, behorende aan Gysbert de Bye en Lenart Lamberts, de schoenmaker, en de andere groot 4½ Philippusgulden en 6 stuivers per jaar, te lossen met 77 gulden en 6 stuivers, afkomstig uit een huis en een erf, behorende aan Willem van Lit en de zijnen, zoals blijkt uit de 2akten, waarddor dit transfix gestoken is.
Origineel ( inv. nr. 36), de zegels van de beide schepenen zijn verloren gegaan.
In dorso: Modo de erfgen. van Geertruyt Cluyt weduwe van Jan Reys gedoot met den overgift volgens den inhoud van de coops vpprwaarde ende vest vants huys. Denerff brieff van vyer philippus gulden ende eenen halven philippusgulden iii stuivers jairlix hyer inne begrepen heeft Jan Jacobs op den 2e april 1620 gelost ende gequeten met den pachten.
65 1659 november 11.
Willem Lamberts, schout, Matthys Hermans, Tonis Hendric en alle schepenen van de dingbank Velp en Reek, oorkonden dat Adrian Beyharts, schout en dijkgraaf van het land van Ravenstein, en Anna van Lansbergh, zijn echtgenote, hebben opgedragen aan Jaspar Hagens, student in de rechten en deken van de Sacramentsbroederschap te Grave, een jaarrente van 15 Karolusgulden, Hollands geld, elk jaar te betalen op 1 november, afkomstig uit een stuk land bij de kerk te Velp, groot 4½ hont, gelegen tussen de graaf en de Kerkstraat, grenzende aan het kerkhof en het vroegere erf van Jan Jacobs, te lossen met 300 gulden, behoudens 5 vaten rogge per jaar voor de landsheer.
Origineel (inv. nr. 45), met zwaar geschonden zegel van Willem Lamberts.
66 1675 januari 29.
Willem Metz en Franck Cruysier, schepenen te Grave, oorkonden dat de vrienden en erfgenamen van wijlen Henneken Haenen hebben doen panden een lopende pacht, groot 12 gulden per jaar, uit een huis en een erf, eertijds behorende aan wijlen Jenneken van Achelen, gelegen binnen de stad in de Grote Rogstraat.
Origineel (inv. nr. 37), met de zegels van de beide schepenen.
67 1676 januari 20.
Simon Bernts en Rutger de Haen, schepenen te Grave, oorkonden dat de erfgenamen van wijlen Henneken Hanen, gevolmachtigd door een door haar geschreven brief, waarsoor dit transfix gestoken is, het huis van wijlen Jenneken van Achelen, gelegen in de Rogstraat, gerechtelijk hebben doen ontruimen.
Origineel ( inv. nr. 37), met het zegel van Simon Bernts, het zegel van Rutger de Haen is verloren gegaan.
68 1705 juli 8.
Elbert Verhorst en Engelbert de Greve, schepenen te Grave, oorkonden dat Henrick Berings, apotheker, en Willem Berings voor zichzelf en voor zijn broer Johan Berings, Geertruyt Berings en Catharina Bering, echtgenote van Jacobus Hooffs, luitenant, hebben overgedragen aan Anthoni Cramer, handschoenmaker, en zijn echtgenote Theodora Baers, een huis en een erf, gelegen recht tegenover de Rogstraat, behoudens 4 malder rogge per jaar, te betalen aan het kantoor der nationale domeinen.
Origineel ( inv. nr. 109), met het zegel van Elbert Verhorst, het zegel van Engelbert de Greve is verloren gegaan.
69 1734 mei 3.
Johannes Leurs en Pieter Ceiket, schepenen te Grave oorkonden dat Hendrik van den Gronde, gevolmachtigd door Benedictus Levi Gompers en zijn echtgenote Judith Meyer, wonende te Nijmegen, heeft opgedragen aan Nicolaas van Hasendonck en zijn echtgenote Geertruy van Zuthen een huis en een erf, gelegen achter het stadhuis te Grave, tussen de erven van Jan van Santvoort, de kinderen van Jan Josephs en oud-burgemeester Blom, voor een som van 800 gulden, behoudens 17 stuivers en 6 deniers per jaar aan het kantoor der nationale domeinen, 4 stuiver poorttijns en 3 stuivers per jaar aan de begijnen te Grave.
Origineel ( inv. nr. 9), de zegels van de beide schepenen zijn verloren gegaan.
70 1736 oktober 25.
Chrishaan Reding en Arnoldus Versluys, schepenen te Grave, oorkonden dat Maria van den Hooge, weduwe van Hendrik Kuune, heeft opgedragen aan Maria Heynen, weduwe van Johan Francois van Ewyk, een gedeelte van een huis en een erf op de Paapplaats te Grave, gelegen tussen de erven van maria van den Hooge, heer Coebergh en heer van Turenhout, voor een som van 300 gulden, behoudens 17 gulden en 8 penning aan het kantoor der nationale domeinen en de poorttijns.
Origineel ( inv. nr. 110), met de zwaar geschonden zegels van de beide schepenen.
71 1747 april 25.
Johan Philip Ikler en Jasper Smits, schepenen te Grave, oorkonden dat Arnoldus de Quay, Hendricus van Meekeren en zijn echtgenote Maria van Dintel hebben opgedragen aan Mattheus van Esch een huis en een erf in de Hamstraat te Grave, gelegen tussen de erven van het Smidsgilde en de sint Jacobsbroederschap, grenzende aan de erven van Turenhout en de erfgenamen van Arnold van Boekholt, en aan de Paapplaats en de gemene straat, voor een som van 300 gulden, behoudens 3 gulden per jaar voor de weduwe Malingrez, 4 stuivers poorttijns en 22 stuivers per jaar voor het sint Catharinagasthuis.
Origineel (inv. nr, 111), met de zwaar geschonden zegels van de beide schepenen.
laatste wijziging 03-01-2024
220 beschreven archiefstukken
36 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden

Kenmerken

Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Categorie:
laatste wijziging 03-01-2024
220 beschreven archiefstukken
36 gedigitaliseerd
totaal 249 bestanden