Uw zoekacties: Kruisherenklooster Sint Agatha in Cuijk, 1315 - 1887

368 Kruisherenklooster Sint Agatha in Cuijk, 1315 - 1887 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
Uw zoekterm komt voor in de vetgedrukte onderdelen van de archieftoegang.
368   Kruisherenklooster Sint Agatha in Cuijk, 1315 - 1887
Inleiding
Beknopte geschiedenis van het klooster
De lotgevallen van het archief
De nieuwe inventaris
De regestenlijst
Aanwijzingen voor de gebruiker
Bijlagen: verdwenen stukken, stukken uit andere archieven en concordans
Erfgoedstuk
Regesten
laatste wijziging 23-11-2020
943 beschreven archiefstukken
310 gedigitaliseerd
totaal 1.145 bestanden

Kenmerken

Datering:
1315 - 1887
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Categorie:
laatste wijziging 23-11-2020
943 beschreven archiefstukken
310 gedigitaliseerd
totaal 1.145 bestanden
Gevonden archiefstukken
16 1378-02-01.
1378 februari 1 (op Onser Vrouwen avont Purificatio)
Henrik Holland van Hulsen oorkondt dat hij in erfpacht gegeven heeft aan Hebbelen, weduwe Jan Dauman:
3 percelen land in Sint Agatha, achter ticheloven, tussen erven Heer van Cuijk, naast Floor van Haps en in Nederenveld onder meer aan gemene graaf voor 13 vat rogge en 13 vat gerst per jaar
Origineel (inventarisnr 622)
Met zegel oorkonder
Kopie cartularium, 133 (inventarisnr 1)
25 1382-05-17.
1382 mei 17 (des saterdaghes na Ascensio domini)
Roelof de Hane en Roelof Huisraat, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Mechteld, weduwe Willem van Deurnen, overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
erf, dat haar man al eerder geschonken had bij akte van 3 januari 1375 (zie regestnr 15)
Origineel (inventarisnr 612)
Met zegels schepenen, dat van de 1e schepen is beschadigd
Gevidimeerde kopie in akte van 20 maart 1384 (zie regestnr 27) (inventarisnr 612)
Kopie cartularium, 136 (inventarisnr 1)
Zie ook: C.R. Hermans, 'Annales Ordinis S. Crucis' ('s-Hertogenbosch 1853) deel II, 177
27 1384-03-20.
1384 maart 20 (te Grave)
Henrik Cuper van Oisterwijk, priester bisdom Luik en keizerlijk notaris, instrumenteert ten overstaan van Wilhelm Passart, senior / Henrik van Bogen, senior / en Wilhelm van Wijkgen dat kruisbroeders Albert Oosterveld en Johan van Essendia gevidimeerd hebben akte van 17 mei 1382, gepasseerd voor schepenen van Cuijk (regestnr 25)
Origineel (inventarisnr 612)
Met notarismerk
Zie ook: C.R. Hermans, 'Annales Ordinis S. Crucis' ('s-Hertogenbosch 1853) deel II, 177
30 1386-09-23.
1386 september 23 (des Sondaghes voer sente Michiels daghe)
Roelof Huisraat en Jacob Bloem, met Roelof de Haan als bezegelaar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Zebrechszn en zijn vrouw Stien verkocht hebben aan Plunis, kanunnik in Grave:
1 erfmander rogge per jaar uit hun huis en hof naast huis van Roelof Hanen en Heinken Diddenzn, behoudens 2 kapoenen per jaar voor de heer (zie ook schepenakte van 25 november 1402, regestnr 56)
Origineel (inventarisnr 682)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Item nos a canonicis de Gravia; Item dese brieven heeft onsen convent overgedragen Peter Mesmeker, ende staen int lant, dat wy van den selven Peter gekoft hebben, geheyten den Mesmeker, ende mede in syn huis ende hofstat'
33 1391-04-17.
1391 april 17
Jacob Zebrechszn en Jacob Bloem, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Wouterszn van den Rulle zijn erf in Oeffelt en Brakel, dat tot de Hautert behoort, en voorheen van Jan Loylarts en zijn vader Derik was, mede verpacht heeft aan Heinken Groten, diens broer Godken Groten en aan Lemken Wemmerszn, toen hij hun het andere erf in de Hautert verpachtte
Origineel (inventarisnr 728)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 425 (inventarisnr 1)
34 1391-09-14.
1391 september 14 (op des heilichs cruys daghe Exaltacio)
Roelof Huisraat en Jacob Bloem, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Heilwig van den Laarakker in erfpacht gegeven heeft aan Derik van den Boenhove:
haar erf in Haps in Cuijk voor 3 mander en 21/4 vat rogge per jaar
Origineel (inventarisnr 786)
Met zegels schepenen
39 1394-11-29.
1394 november 29 (op sente Andries avont apostels)
Peter Hostadel en Jacob Bloem, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van den Hogengaat en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Derik Goyenszn:
1 mander rogge per jaar, te leveren in Moudic, uit kamp land, waar hij op woont, naast Hautert en gemene weg, behoudens 4 pond per jaar
Origineel (inventarisnr 750
Met zegels schepenen
48 1399-11-25.
1399 november 25 (op sente Katerinen daghe)
Jacob Zebrechszn en Roelof Huisraat, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jannes Roelof Huisraatszn en zijn vrouw Gertrud overgedragen hebben aan Dirk Arnt Knapenznzn: 121/2 vat rogge per jaar uit Pixhoeven
Origineel (inventarisnr 774)
Met zegels schepenen
52 1401-12-21.
1401 december 21 (op sente Thomaes daghe apostoli)
Roelof Huisraat en Henrik Dirkszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Wouter Kluetszn Goedezn, en zijn vrouw Marijn overgedragen hebben aan Henrik Arnt des Visserszn:
1 malder rogge per jaar uit 2 percelen land, te weten perceel op Laarakker naast Gerit Belenzns en Ywen Baanrots, en perceel op Haart, naast gemeent en gemene weg
Origineel (inventarisnr 786)
Met zegel 1e schepen
53 1402-04-04.
1402 april 4 (op Sunte Ambrosius daghe)
Roelof Huisraat en Henrik Dirkszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein Hostadel, en Peter Hostadel en zijn vrouw Sare overgedragen hebben aan Niel de Visser:
perceel land tussen Cuijk en Sint Agatha, naast gemene weg, Liesbeth van Waatseler en kinderen van Jacob Bloemen (met losgeraakt transfix van 1 augustus 1413, regestnr 92)
Origineel (inventarisnr 618)
Kopie cartularium, 138 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Nyelen camp her Jan Kuyl overgedragen'
54 1402-05-26.
1402 mei 26 (des anderen daghes na des heilighen Sacraments daghe)
Peter Hostadel en Henrik van Botholen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Dirkszn gegeven heeft aan Gerit van den Laarakker en zijn vrouw Liesbeth:
recht van lossing van 1 malder rogge per jaar, dat hij heeft uit hun huis en hof op Laarakker, binnen 6 jaar met 22 Gelderse gulden
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegels schepenen
55 1402-06-11.
1402 juni 11 (des Sonnendages voer sunte Vijts daghe)
Peter Hostadel en Henrik Dirkszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit van den Laarakker en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Hein Kluwen Gerit Kluwenszn:
1 malder rogge per jaar uit al hun goederen in Cuijk
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 170 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Item dese Heyn Kluwen wass in den cloester aengenomen, ende gaff alle sijn goet den cloester' (zie schepenakte van 24 juli 1424, regestnr 167)
56 1402-11-25.
1402 november 25 (op sunten Katherinen daghe virginis)
Klaas de Haan en Roelof Huisraat, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Bornman en zijn vrouw Yde overgedragen hebben aan Henrik Cuper, voor deken en kapittel van Sint-Elsbenen in de kerk van Grave:
1 malder rogge per jaar, met schepenakte van 23 september 1386 uit huis en hof, voorheen van Jacob Zebrechszn, aan straat naast Heinken Diddenzns en Willem Dwergs (zie regestnr 30)
Origineel (inventarisnr 682)
Met zegels schepenen
57 1402-11-30.
1402 november 30 (op sunte Andries daghe)
Henrik Dirkszn en Henrik van Botholen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob de Smit schuldig is aan Jorden van der Voert:
12 vat rogge per jaar uit 4 percelen land tussen Cuijk en Heeswijk, die hij in erfpacht genomen heeft van voornoemde Jorden, te weten perceel naast voorheen Arnt Hasens en voorheen Lemmen van Heeswijk / perceel naast Hein Hermans en voorheen Noud van den Hoeven / perceel naast altaarland van Cuijk / perceel naast kinderen van Zebrech van Doernen, achter hof van Met Smeeds (zie ook de akte van 4 april 1440, regestnr 294)
Origineel (inventarisnr 831)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 215 (inventarisnr 1)
58 1403-06-17.
1403 juni 17 (des Sonnendages voer sente Johans daghe Baptiste)
Roelof Huisraat en Peter Hostadel, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Holland in erfpacht gegeven heeft aan Geerlik de steenmetselaar van Sint Agatha:
kamp land in Sint Agatha, naast Henrik Kluens en gemene straat, voorheen van Willem van Doernen, voor 3 malder rogge per jaar (zie ook de akte van 17 juni 1403, regestnr 59)
Origineel (inventarisnr 613)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 159 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Arnt die Haan'
59 1403-06-17.
1403 juni 17 (des Sonnendages voer sunte Johans daghe Baptiste)
Roelof Huisraat en Peter Hostadel, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Geerlik de steenmetselaar van Sint Agatha schuldig is aan Henrik Holland:
3 malder rogge per jaar uit kamp land, die hij in erfpacht genomen heeft van voornoemde Henrik (zie ook de akte van 17 juni 1403, regestnr 58)
Origineel (inventarisnr 613)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 160 (inventarisnr 1)
60 1404-07-14.
1404 juli 14 (des Manendages na sunte Allexanders daghe)
Henrik Dirkszn en Henrik van Botholen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit van den Laarakker schuldig is aan Ywen Baanrots:
erfpacht van 15 vat rogge per jaar uit erf in Cuijk, dat Ywen van Heilwig van den Laarakker geërfd had (zie ook schepenakte van 14 juli 1404, regestnr 61) (met transfixen van 4 oktober 1450 en 22 april 1453, regestnr 386 en nr 400)
Origineel (inventarisnr 786)
Met zegels schepenen
61 1404-07-14.
1404 juli 14 (des Manendages na sunte Allexanders daghe)
Henrik Dirkszn en Henrik van Botholen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Ywen Baanrots in erfpacht gegeven heeft aan Gerit van den Laarakker:
erf in Cuijk, dat hij van Heilwig van den Laarakker geërfd heeft, voor 15 vat rogge per jaar (zie ook schepenakte van 14 juli 1404, regestnr 60)
Origineel (inventarisnr 786)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 445 (inventarisnr 1)
63 1405-06-23.
1405 juni 23 (op sunte Johans avont Baptiste)
Roelof Huisraat en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Holland overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
3 mander rogge per jaar uit kamp land in Sint Agatha, voorheen van Willem van Doernen en bewoond door Geerlik de steenmetselaar (zie ook de akten van 17 juni 1403, regestnr 58 en nr 59)
Origineel (inventarisnr 613)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 160 (inventarisnr 1)
64 1405-06-28.
1405 juni 28 (des Sonnendages na Sunte Johans daghe Baptiste)
Klaas de Haan en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Liesbeth van Waatseler overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
2 percelen land bij erven van Heren van Cuijk en van Haps, alsmede 1 pond per jaar, dat Hille Spierinks haar verschuldigd was uit de Steenbos
Origineel (inventarisnr 685)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 214 en 406 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van II stucke lands in den Nerenvelde'
65 1405-07-05.
1405 juli 5 (des Sonnendaghes na sunte Peters ende Pouwels dage apostolorum)
Klaas de Haan en Roelof Huisraat, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik, vrouw van Henrik Holland, overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
3 mander rogge per jaar uit kamp land in Sint Agatha, voorheen behorend aan Willem van Doernen (zie ook de akte van 23 juni 1405, regestnr 63)
Origineel (inventarisnr 613)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 161 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'daer nu Gerit Cuper op woent, ende onse meechden'
66 1405-07-05.
1405 juli 5 (des Sonnendages na sunte Mertens daghe Translatio)
Henrik Dirkszn en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit de Wrede en zijn vrouw Luitgard overgedragen hebben aan zijn zuster Aleid Wreden:
alle jaargeld en erfpacht, die zij van zijn tante Heilwig van den Laarakker in Haps geërfd hadden
Origineel (inventarisnr 1029)
Met zegels schepenen
67 1406-05-01.
1406 mei 1 (op sunte Philips ende sunte Jacobs daghe apostolorum)
Peter Hostadel en Henrik Dirkszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Maas van der Heiden en zijn vrouw Mette overgedragen hebben aan Heinen Gerit Kluwenszn:
3 percelen land in het veld in Sint Agatha naast Giben Broekmans / Peter Hostadel / Heer van Cuijk / Willem Holland
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 171 (inventarisnr 1)
69 1406-07-13.
1406 juli 13 (op sunte Margrieten daghe)
Henrik Dirkszn en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gibe Broekman en zijn vrouw Jutte in erfpacht gegeven hebben aan Gerit van den Laarakker:
2 percelen land, te weten hofstad ( = bouwkavel), voorheen van Jacob van den Laarakker, naast Gerit Timmermans en perceel naast Roelken Rikenzn en Jan Roelofszn, voor 15 vat rogge en 1 kapoen per jaar
Origineel (inventarisnr 782)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'nos habemus fundum'
70 1406-09-21.
1406 september 21 (op sunte Matheus daghe apostoli et ewangeliste)
Klaas de Haan en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik van Gaal in erfpacht gegeven heeft aan Henrik Dirkszn / Gerit van den Berge / en Jan Zijbkenszn, voor 28 Gelderse Wilhelmusgulden per jaar met het recht van ongedeelde overdrachtk:
perceel land over Heersteeg naast Liesbeth van Waatseler en Jacob Smeeds / idem voor Mingaat aan Heersteeg, tussen Maas van der Heiden en Gertrud Godkens / idem tussen Jut Zebrechs en altaarland van Henrik Lollenbeeks / idem tussen Jan Saris en Klaas Hanen / idem achter boerderij van Alvert Vedelers naast Hein Hermanszn / zaal land tussen Hein Hermanszn en Jan van Heeswijk / perceel land tussen Jan van Heeswijk en Jut Zebrechs / idem tussen Jut Zebrechs en erf gasthuis van Land van Cuijk / idem bij molen tussen Willem van Ootwijk en voornoemd gasthuis / idem tussen Jan Saris en Griet Crabouts / idem tussen Jan Saris en Jan Peterszn / idem tussen kerkenland van Bogen en dat van de heer van Haps / 3 percelen land bij de Sande temidden van Heer van Haps / perceel land tussen Heer van Haps en erfgenamen Hein Baden / idem op Aspan tussen Jan van Heeswijk en kinderen van Rolof de Verwer / idem tussen Maas van der Heiden en Winke van Heeswijk / idem tussen Wouter van Baax en de kinderen van Brabke / idem tussen Jan Moelners en Jut Zebrechs / idem aan Cuijkse weg tussen Jacob Smeeds en Jut Zebrechs / idem tussen Jan Saris en Art Bloemen / idem tussen Liesbeth van den Berge en Godken des Baden / idem tussen Jan van Heeswijk en Winke van Heeswijk / idem tussen Jan Saris en Jan Moelners / idem tussen Jan van Heeswijk en Herman van der Heiden / idem in Nodop tussen kinderen van Rolof de Verwer en Griet Crabouts / idem tussen Heer van Haps en Dirk van der Rijt / idem tussen Heer van Haps en altaarland van Linden / idem op Bogelgart tussen Heer van Haps en Jan Moelners / idem op Bogelgart tussen Heer van Haps en Jan van Heeswijk
71 1406-10-17.
1406 oktober 17 (des Sonnendaghes voor sunte Lucas daghe)
Willem van Ootwijk en Roelof Huisraat, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Liesbeth Collarts / haar zoon Henrik / Jan van Haaften, man van haar dochter Liesbeth, overgedragen hebben aan Henrik Hellink:
1 mander rogge per jaar uit 4 mander, die Maas Collarts broer van Linen uit het Veraachten Bos had, hem aangekomen van zijn zuster Aleid
Origineel (inventarisnr 1038)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 216 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van Jan Quadepaeps wegen'
72 1407-06-23.
1407 juni 23 (op sunte Johans avont Baptista)
Peter Hostal en Henrik Dirkszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Wier en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan Hein Kluwen Gerit Kluwenszn:
perceel land naast Willem Holland, Lemke Wemmers en Luismorter
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 171 (inventarisnr 1)
79 1408-12-30.
1408 december 30 (des iersten Sondages na Kirsdaghe)
Roelof Huisraat en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Wrede en zijn vrouw Liesbeth / Dirk Ringelwant en zijn vrouw Griet / Evert de Smit en zijn vrouw Ymmel / Heilwig, Bele en Aleid, dochters wijlen Wreden, overgedragen hebben aan Heinken de Visser van Cuijk:
3 mander en 21/4 vat rogge per jaar uit erf, dat Dirk van den Boenhave in pacht heeft van Heilwig van den Laarakker, met schepenakte van 14 september 1391 (zie regestnr 34)
Origineel (inventarisnr 786)
Met zegels schepenen
80 1409-02-03.
1409 februari 3 (des Sonnendages na onser Vrouwen dage Purificatio)
Klaas de Haan en Roelof Huisraat, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter Hostadel en zijn broer Henrik, in erfpacht gegeven hebben aan Jan Kuil, prior klooster van Sint Agatha:
perceel land de Donk, tussen erf Heer van Cuijk en Heer van Haps, jaarlijks wisselend tegen erf van Jan Kreefts, voor 3 mander rogge per jaar
Origineel (inventarisnr 627)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 134 (inventarisnr 1)
82 1409-06-15.
1409 juni 15 (op sunte Vijts daghe)
Willem van Ootwijk en Steven van Wetten, met Henrik van Bothalen als bezegelaar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Baax en zijn vrouw Beert overgedragen hebben aan Jan Kuil, prior klooster van Sint Agatha:
perceel land bij de Borchgreve naast Arnt Huismans, Hein van Berfelt, heer van Haps en Henrik Hollands
Origineel (inventarisnr 651)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 132 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'dit is verbuyt aen Plessers kijnder'
84 1410-06-15.
1410 juni 15 (op sunte Vijts dach)
Rolof Huisraat en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan, oudste zoon wijlen Henrik van Baax, en zijn vrouw Beert in erfpacht gegeven hebben aan Godken Pappert:
6 morgen land met graaf op Laarakker, behoudens 8 mander rogge en 6 kapoenen per jaar, waarbij Jan belooft Godken en volgende bewoners vrij van herendienst te houden mits zij hem zullen dienen
Gevidimeerde kopie in schepenakte van 23 april 1495 (inventarisnr 783) (regestnr 710)
Kopie cartularium, 258 (inventarisnr 1)
85 1410-11-09.
1410 november 9 (des Sonnendages voer sunte Mertens daghe des bisscops in den winter)
Willem van Ootwijk en Steven van Wetten, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan, zoon wijlen Willem van Bothalen, en zijn vrouw Meeken, overgedragen hebben aan Willem van Doernen:
5 mander rogge per jaar uit hun hof in Haps, voorheen van Jan den Jongen (met transfixen van 27 januari 1412 en 16 september 1461) (regestnr 88 en nr 454)
Origineel (inventarisnr 762)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 244 (inventarisnr 1)
88 1412-01-27.
1412 januari 27 (des Donresdages nae sunte Pouwels daghe Conversio)
Roelof Huisraat en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem van Doernen en zijn vrouw Nese, overgedragen hebben aan Dirk van den Rade, pastoor in Batenborg:
5 mander rogge per jaar uit de hof van Jannes van Bothalen in Haps, voorheen van Jans Jongen, met schepenakte van 9 november 1410, waardoor dit transfix gestoken is (zie regestnr 85) (met transfix van 16 september 1461, regestnr 454)
Origineel (inventarisnr 762)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 244 (inventarisnr 1)
91 1413-02-22.
1413 februari 22 (op sunte Peters daghe ad cathedram)
Willem van Ootwijk en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem van Doornen en zijn vrouw Agnes overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
hun tienden op hun hofstad ( = bouwkavel) Doijenberg, behoudens die waarop huis en de bergen staan
Origineel (inventarisnr 714)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 128 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1450 (inventarisnr 714)
92 1413-08-01.
1413 augustus 1 (op sunte Peters daghe ad vincula)
Willem van Ootwijk en Willem van Doernen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Niel de Visser van Cuijk en zijn vrouw Fese overgedragen hebben aan broeder Jan Kuil, priester:
schepenakte van 4 april 1402, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land tussen Cuijk en Sint Agatha (zie regestnr 53)
Origineel (inventarisnr 618)
Kopie cartularium, 139 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'Kuylen camp in Cuijkervelt. Dit is nu enen camp mitten pastoer-scamp die aen den wech in Cuijkervelt schyet'
94 1413-09-29.
1413 september 29 (op sunte Michiels daghe)
Steven van Wetten en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat voor Godken de Bade, rechter in Cuijk, en voor schepenen Reinolt, hertog van Gulich en Gelre en graaf van Zutphen, zijn goedkeuring verleend heeft aan:
in erfpacht geven van zijn hof in Sint Agatha, behorend tot heerlijkheid Haps, door Jan Quadepaap, rentmeester in Haps
Origineel (inventarisnr 703)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 137 (inventarisnr 1)
96 1414-02-05.
1414 februari 5 (op sunt Aechten daghe virginis)
Willem van Ootwijk en Willem van Doernen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter van Wetten en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
12 vat rogge per jaar uit hun goederen in Cuijk
Origineel (inventarisnr 810)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 218 (inventarisnr 1)
97 1414-07-23.
1414 juli 23 (des Manendages na sunte Marie Magdalenen daghe)
Klaas de Haan en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van der Hage de Veer in Cuijk, schuldig is aan Reguliere kanunniken klooster van Sint-Catharina bij Nijmegen:
5 Vlaamse gulden per jaar uit 1/2 veerstad in Cuijk (met transfix van 17 juli 1440, regestnr 302)
Origineel (inventarisnr 809)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 373 (inventarisnr 1)
98 1414-12-20.
1414 december 20 (op sunte Thomaes avont apostoli)
Willem van Ootwijk en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein van Os en zijn vrouw Bate overgedragen hebben aan Jan Kuil, priester:
perceel land naast Liesbeth Collarts, Dirk de Smit, heg die voorheen van Willem van Doernen was, en de Hoge Weg
Origineel (inventarisnr 618)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 225 en 424 (inventarisnr 1)
101 1415-08-29.
1415 augustus 29 (op sunte Johans dage Decollacio)
Willem van Ootwijk en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gijbken Vedeler en zijn vrouw Hille / Godken de Bade, met zijn kinderen Godken, Stien en Liesbeth, overgedragen hebben aan Jan Kuil, priester:
perceel land, naast Henrik Hollands heg, weg, Peter Hostadels en Herman van der Heiden, behoudens 3 spint rogge per jaar voor de heer van Cuijk
Origineel (inventarisnr 618)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 138 (inventarisnr 1)
103 1415-10-18.
1415 oktober 18 (op sunte Lucas dage ewangelist)
Willem van Ootwijk en Willem van Doernen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman van der Heiden en zijn vrouw Yde overgedragen hebben aan Jan Kuil, priester:
perceel land naast een erf, voorheen van Dirk des Baden, heg voorheen van Willem van Doernen, en gemene weg
Origineel (inventarisnr 618)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 225 en 424 (inventarisnr 1)
104 1415-12-02.
1415 december 2 (des Manendages na sunte Andries daghe)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein Kluen in pacht gegeven heeft voor 46 jaar aan Hein Huisman en zijn vrouw Oden:
al zijn land in Cuijk voor 5 mander rogge per jaar, op voorwaarde dat erf betimmerd zal worden
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 172 (inventarisnr 1)
107 1416-01-21.
1416 januari 21 (op sunte Agnes daghe)
Willem van Ootwijk en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Groot schuldig is aan Arnt, wijlen Roelofs des Verwerszn, en zijn vrouw Fien:
6 mander en 3 vat rogge per jaar uit 1/4 hof en erf in Haps, voorheen van Arnt van Sonne en zijn vrouw Rijkmoeden, te leveren binnen Grave; indien Jan dit erf opgeeft zullen Arnt en Fien hebben 1 mander rogge per jaar uit perceel land voor de 'klaphekken', naast Lemke Pipers en Klaas van der Donk (met transfix van 10 november 1471, regestnr 512)
Origineel (inventarisnr 778)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 290 (inventarisnr 1)
108 1416-05-13.
1416 mei 13 (op sunte Servaes daghe)
Willem van Ootwijk en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Bartold de Jeger gegeven heeft, aan Jan de Groten:
huis en hofstad ( = bouwkavel), voorheen van Heilige Geest in Grave, bij kerkhof in Haps / naast Hein Basten en straat (met transfixen van 4 maart 1475, 4 oktober 1483, 29 april 1484, 5 februari 1527 en 8 december 1547, regestnr 527, nr 594, nr 597, nr 799 en nr 865)
Origineel (inventarisnr 1028)
Met zegels schepenen
109 1416-09-28.
1416 september 28 (op sunte Michiels avont)
Willem van Ootwijk en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Kleinman van den Camp en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan Jan Maaszn van Linen:
2 pond per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel), aan Heersteeg op de hornik van Henrik de Wever
Origineel (inventarisnr 1039)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 222 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'dat een is vermagkelt'
In inventaris cartularium: 'die heerstege scirelicet heer Peters Schuer'
111 1417-05-13.
1417 mei 13 (op sunte Servaes daghe)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Spierink overgedragen heeft aan Emont, prior klooster van Sint Agatha:
3 mander rogge per jaar uit zijn huis en hof in Cuijk, naast Aleid van Bellinkhaven
Origineel (inventarisnr 812)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 210 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'die gilt Peter Smyt uter Geere'.
In inventaris cartularium: 'uut die Geer die nu Herman Claes kijnder hebben, dit is convents thyns goet'.
112 1417-05-13.
1417 mei 13 (op sunte Servaes daghe)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hille Spierinks overgedragen heeft aan Emont, prior klooster van Sint Agatha:
5 mander rogge per jaar uit haar goederen in Cuijk
Origineel (inventarisnr 811)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 210 (inventarisnr 1)
117 1418-03-29.
1418 maart 29 (des Dinxdages na onser liever Vrouwen dach Annuntiatio)
Willem van Ootwijk en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Dirk Schoeman schuldig is aan Dirk den Moelner:
5 mander en 2 vat rogge per jaar / cijns van 1 kapoen per jaar uit hof Pixhoeve in Cuijk, en uit perceel land in Beers Hasenraatshoeve, voor zijn 5e deel, dat Dirk van deze hof had, te leveren in Grave (met transfixen van 10 maart 1443 en 23 augustus 1468, regestnr 330 en nr 498)
Origineel (inventarisnr 773)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 245 (inventarisnr 1)
118 1418-03-29.
1418 maart 29 (des Dinxdages na onser liever Vrouwen dach Annunciatio)
Willem van Ootwik en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Dirk Schoeman schuldig is aan Henrik Dirkszn:
5 mander en 2 vat rogge per jaar / cijns van 1 kapoen per jaar uit Pixhoeve in Cuijk en uit perceel land in Beers, Hasenraatshoeve, voor zijn 5e deel dat Henrik van deze hof had in Grave
(met transfixen van 6 december 1423 en 5 februari 1447, regestnr 164 en nr 356)
Origineel (inventarisnr 772)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 239 (inventarisnr 1)
120 1418-05-13.
1418 mei 13 (op sunte Servaes daghe)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Godken de Groot schuldig is aan Aleid de Grote, weduwe Willem Timmerman:
1/2 mander rogge per jaar uit zijn goed in de Hautart, als erfdeel van haar ouders
Origineel (inventarisnr 623)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 393 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Desen rog is verbuyt aen III stuck lants van Dimer Rongen, dat I aen den Wier, die 11 in Kuker velt, die gelt Arnt Wauwel' en 'Diemer van der Maasen'
122 1418-07-13.
1418 juli 13 (op sunte Margrieten dach virginis)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Spierink en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan Jan Kuil, priester:
11/2 mander rogge per jaar uit hun goederen binnen Cuijk
Origineel (inventarisnr 618)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 214 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'item an de Zwain' (circa 1550)
In inventaris cartularium: 'dit gilt oeck nu Jan in die Swaen'
124 1419-01-25.
1419 januari 25 (op sunte Pouwels dach Conversio)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Spierink, rechter in Cuijk, in erfpacht gegeven heeft aan Jan Kuil, priester:
21/2 percelen land de Waden, waarvan Peter de Raat het andere deel heeft, en die behoorden aan Heer van Haps, voor 14 vat rogge per jaar tot delging schuld van 12 vat per jaar
Origineel (inventarisnr 618)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 139 (inventarisnr 1)
125 1419-04-25.
1419 april 25 (op sunte Marcus dach)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Koenrit van der Horst en zijn vrouw Hadewig overgedragen hebben aan Herman van den Padbroek, wijlen Hein Hermansznzn:
1 mander rogge per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel) in Cuijk, dat zij gekocht hebben van Peter van Wetten, gelegen naast Gertrud Godkens / gemene straat / en Willem van Doernen, en uit hof aan de Maas, naast Jan des Veren hof (met transfixen van 26 januari 1438 en 4 maart 1449, regestnr 271 en nr 375)
Origineel (inventarisnr 816)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 219 (inventarisnr 1)
127 1419-08-29.
1419 augustus 29 (op sunte Johans dach Decollacio)
Willem van Ootwijk en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gadert de Groot schuldig is aan Willem van Doernen ;
1 mander rogge per jaar uit perceel land bij de Hautart, gedeeld tegen erf van Jan Spierink en naast gemene weg, dat hij van Willem voornoemd in erfpacht heeft, te lossen met hoofdsom van 121/2 Vlaamse gulden
Origineel (inventarisnr 614)
Met zegels schepenen
128 1419-08-29.
1419 augustus 29 (op sunte Johans dach Decollacio)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Holland in erfpacht gegeven heeft aan Ludolf, prior klooster van Sint Agatha:
21/2 morgen land aan Brakelse dijk naast Jut Floren, Gerit van den Einde, Jan van Erp en gemeent voor 2 mander rogge per jaar
Origineel (inventarisnr 652)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 130a (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'die Caululle'
129 1419-08-29.
1419 augustus 29 (op sunte Johans dach Decollacio)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Ludolf, prior klooster van Sint Agatha, schuldig is aan Henrik Holland:
2 mander rogge per jaar uit 21/2 morgen aan Brakelse dijk naast Jut Floren, Gerrit van den Einde, Jan van Erp en gemeent (met transfix van 28 oktober 1437, regestnr 266)
Origineel (inventarisnr 652)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 414 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'II malder in die Lull'
134 1419-10-18.
1419 oktober 18 (op sunte Lucas dach)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Theeuken van Wetten en zijn vrouw Aleid, met Steven van Wetten als borg, overgedragen hebben aan Bruin Kuilen:
1 mander rogge per jaar uit hun huis en hof bij de Sporbeke, voorheen van Peter van Cuijk
Origineel (inventarisnr 618)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 218 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'dit is verbuyt; dat gilt nu Peter van den Nyelt'
140 1420-09-08.
1420 september 8 (op onser liever Vrouwen dach Nativitatis)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan en Willem de Veer van Katwijk schuldig zijn aan Arnt van Zellar:
281/2 mander koren per jaar, voor 1/3 rogge, 1/3 gerst en 1/3 haver / en cijns van 2 kapoenen en 4 ganzen per jaar uit hof in Linden, voorheen van Jan Wouterszn van Linden, die zij van Arnt in erfpacht genomen hebben (met losgeraakt transfix van 13 juli 1451, regestnr 391)
Origineel (inventarisnr 872)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 291 (inventarisnr 1)
144 1421-08-10.
1421 augustus 10 (op sunte Lauwerens dach)
Maas Kantelberg en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik van Gaal en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan Hein van Os en zijn vrouw Bate:
14 Gelderse Wilhelm gulden per jaar, geslagen in 1406, uit erven, die Henrik Dirkszn / Gerit van den Berge / en Jan Zybkenszn van hem in erfpacht genomen hebben, en waaruit Ebke de Moelner de andere 14 gulden gekocht heeft, en hun beiden een akte over 28 gulden mede is overgedragen
Origineel (inventarisnr 806)
Met beschadigd zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 224 (inventarisnr 1)
153 1423-04-01.
1423 april 1
Wouter van Baax en Willem van Doernen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Dirk Knapenzn en zijn vrouw Agnes overgedragen hebben aan Henrik Dirkszn van Cuijk:
4 mander rogge per jaar, die Klaas de Smit in Cuijk hun schuldig was uit zijn huis in Cuijk, bij Hein Badekens
Origineel (inventarisnr 824)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 227 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Peter Smyt'
155 1423-04-23.
1423 april 23 (op sunte Jorys dach)
Steven van Wetten en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Klaas van Wetten en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Henrik, wijlen Dirkszn van Cuijk:
4 mander rogge per jaar uit hun huis en erf in Cuijk naast Heinen des Baden en aan de gemene straat, alsmede uit perceel land 'Boenspas', naast Henrik Kaaks en kinderen van Roelof de Verwer, met Willem van Doernen en Henrik van Bothalen als borgen (met transfix van 16 september 1461, regestnr 453)
Origineel (inventarisnr 824)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 227 (inventarisnr 1)
162 1423-11-26.
1423 november 26 (des anderen dages nae Sunte Kathrinen dach)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Hannenzn schuldig is aan Hillen, dochter wijlen Rolof de Haan:
8 mander rogge, 12 Vlaamse gulden en cijns van 2 hoenders per jaar, te betalen op Begijnhof in Grave, uit 1/2 veerstad in Katwijk, in pacht van Hillen en haar broer Jannes, onder voorwaarde dat Hillen met haar huisgezin en erven vrije overtocht zullen hebben en dat bij een volgende overdracht van het veer het gebouwde huis en de schepen zijn inbegrepen (oorspronkelijk met transfixen van 21 maart 1440 en 10 juli 1449, regestnr 292 en nr 383)
Kopie van circa 1525 (inventarisnr 875)
Kopie cartularium, 294 (inventarisnr 1)
163 1423-12--03.
1423 december 3 (in opido de Buscoducis)
Theo van Mosa Johannis, notaris bisdom Luik en curie van Luik, instrumenteert ten overstaan van getuigen Johan van Kalker, priester bisdom Utrecht, en van Johan Pijnappel, priester, en Godschalk Petri, laken- en linnenwever, beiden uit bisdom Luik, dat:
Johanna, dochter van Wilhelm van Doern van Cuijk, zuster in klooster van Orthen, haar testament maakt ten gunste van het zusterklooster, waarbij aan kerk van Sint-Lambert in Luik 1 botdrager en aan haar erven 1 oude groot worden gelegateerd
Origineel (inventarisnr 614)
Met notarismerk
Kopie cartularium, 162 (inventarisnr 1)
164 1423-12-06.
1423 december 6 (op sunter Claas dach)
Willem van Doernen en Henrik van Bothalen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Beel Mersmans en haar kinderen Dirk, Gadert, Dirk, Mette en Fie, overeengekomen zijn, dat Beel voornoemd haar leven lang hebben zal 5 mander en 2 vat rogge per jaar alsmede 1 kapoen volgens schepenakte van 29 maart 1418, waardoor dit transfix gestoken is (zie regestnr 118) (met transfix van 5 februari 1447, regestnr 356)
Origineel (inventarisnr 772)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 240 (inventarisnr 1)
166 1424-07-24.
1424 juli 24 (op sunte Jacobs avont apostoli)
Wouter van Baax en Willem van Doornen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit van Diepenbeek en zijn vrouw Oede overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
al hun recht op de goederen van Henrik Kluwen binnen gericht van Cuijk (zie regest eodem die nr 167)
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 174 (inventarisnr 1)
167 1424-07-24.
1424 juli 24 (op sunte Jacobs avont apostoli)
Wouter van Baax en Willem van Doornen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Kluwen al zijn goederen binnen Cuijk overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha (zie ook schepenenakten van 11 juni 1402, 1 mei 1406, 23 juni 1407 en 2 december 1415, regestnr 55, nr 67, nr 68, nr 72, nr 104, en nr 105)
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 173 (inventarisnr 1)
170 1425-07-12.
1425 juli 12 (op sente Margrieten avont der heiligher joffrouwen)
Willem van Doernen en Henrik Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Kuil, priester, overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
5 schepenakten van 5 percelen land, afkomstig van Griet Jongen / Godken Baden / Giebken Vedelar / Herman van der Heiden / Nielen / en perceel de Waden, van Heer van Haps (4 april 1402, 1 augustus 1413, 20 december 1414, 29 augustus 1415, 18 oktober 1415 en 25 januari 1419, regestnr 53, nr 92, nr 98, nr 101, nr 103 en nr 124)
Origineel (inventarisnr 618)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 137 (inventarisnr 1)
171 1426-03-16.
1426 maart 16 (op sente Ghertruden avont virginis)
Willem van Doernen en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Kluwen overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
11/2 malder rogge per jaar uit beemd naast de Kram, Peter de Raat en Ode Huismans
Origineel (inventarisnr 677)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 155 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Dyt ghilt Herman Wauwels'
172 1426-05-12.
1426 mei 12 (op sente Servaes avont des heiligen bisscops)
Maas Kantelenberg en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Jan Roelofszn en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan Berthout de Jeger:
2 percelen land op de Laarakker, naast (1) Roilken Rijkenzn / Gadaart Pappaart / Jan den Groten en (2) Liesbeth Gerits / gemeent / weg door Laarakker, behoudens 6 vat rogge per jaar en cijns van 6 penningen voor Heer van Haps
Origineel (inventarisnr 1031)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 257 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
Op rugzijde: 'Item dat gaesthuis tot Grave IIII vaet ende die kirche tot Kuyc 1I vaet; Ende die kerke wael betaelt ende quyt'
173 1426-08-14.
1426 augustus 14 (op onser liever Vrouwen avont Assumpcionis)
Willem van Doornen en Thomas Kantelberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Reinalt Huisman, zijn broer Arnt en hun neef Gadaart overgegeven hebben:
alle aanspraken op goederen, voorheen van Hein Kluwens, met huis, voorheen van Hein Huismans, voor zover dit klooster van Sint Agatha aangaat
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 173 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'daer Jan Wauwels in wont'
174 1426-08-14.
1426 augustus 14 (op onser liever Vrouwen avont Assumpcionis)
Henrik Spierink en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik de Raijmaker in erfpacht ontvangen heeft van klooster van Sint Agatha:
3 percelen land in Sint Agatha, voorheen van Hein Kluwens, te weten hofstad ( = bouwkavel) met huis / weikamp hier tegenover naast beemd van Henneke Kluwens en gemene weg / deel van weerd naast de Kram en beemd voornoemd, voor 4 malder rogge per jaar en cijns van 4 vat rogge, 1 malder evenmout en 13 penningen per jaar
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 175 (inventarisnr 1)
177 1427-11-02.
1427 november 2 (des anderen dach nae Alre heiligen dach)
Henrik Spierink en Maas Kantelberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein van der Akker schuldig is aan Willem van Doernen:
9 malder en 3 vat rogge per jaar en cijns van 4 hoenders uit 5 morgen land achter Sint Agatha, voorheen van Peter Hoostool
Origineel (inventarisnr 614)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 165 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Item Willem van Doernen Willemsz die Stien van Eseren had tot eenre huisvrouwe heeft den cloester van Sunt Achten besat in enen testament desz. voers. vier hoenre thijnss in den voersz brieff en seynden den prior van Sunt Achten den voers. brieff thuiss op synen doetbeed'. Met verdere aantekening dat in 1475 post purificacionis heer Jan van Doernen 4 malder haver min 1 schepel, die Stien van Doernen met haar kinderen als leenpacht verschuldigd was aan klooster van Sunt Achten, met klooster gewisseld heeft tegen 2 malder rogge, voorheen door klooster verschuldigd aan voornoemd Stien, uit Diemer Ronghen kamp bij Hein sGroeten Wier, en 1 schepel rogge van de 4 malder, door Stien op klooster gevestigd uit de veerstad in Katwijk, waarbij Jan 9 Rijnse gulden toe kreeg.
178 1427-11-06.
1427 november 6 (op sunte Leonardus dach na Alheyligen)
Willem van Doernen en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Liesbeth van Erp, dochter wijlen Jan Saris, overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
1/2 kamp, waarvan Jan van Baax andere helft heeft, groot 41/2 morgen en gelegen naast Linenrebroek / gemeent / Willem Vlodrop / Herman Rolofs / Willem Sebergs / en Gibe Fienzn
Origineel (inventarisnr 844)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 292 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'En halven beempt den heft nu Reynken van den Hoven'
179 1427-11-08.
1427 november 8
Willem van Doernen en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Collarts en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
1 hont en 14 roeden land naast Arnts Moniks en gemene weg
Origineel (inventarisnr 619)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 398 (inventarisnr 1)
181 1427-11-09.
1427 november 9 (op den anderen Sonendach in Novembri)
Henrik van Escharen en Henrik Goddenzn, met Mays Kantelenberg als bezegelaar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Baax en zijn vrouw Beert overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
61/2 mander rogge per jaar uit hun land in Haps, dat zij voorheen vererfpacht hebben aan Godden Pappers voor 8 malder rogge en 6 kapoenen per jaar (zie schepenakte van 15 juni 1410, regestnr 84)
Origineel (inventarisnr 783)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 235 (inventarisnr 1)
182 1427-11-09.
1427 november 9 (op den anderen Sonnendach Novembris)
Henrik van Escharen en Henrik Goddenzn, met Maas Kantelenberg als bezegelaar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan van Baax en zijn vrouw Beert overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
hooibeemd in Sint Agatha, naast beemd van Henrik en Willem Holland, de beemd van Willem van Doernen en de gemeent, behoudens cijns van 3 malder rogge, 5 Vlaamse gulden, 1 vat rogge en 11/2 kapoen voor de heer van Haps
Origineel (inventarisnr 656)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 168 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Jan die Groyt heft hir aff II mergen gepacht'
183 1427-12-29.
1427 december 29 (in crastino Innocentum)
Henrik van Escharen en Henrik Goddenzn, met Maas Kantelenberg als bezegelaar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan van Baax en zijn vrouw Beert overgedragen hebben aan Eduard, heer van Haps:
perceel land in Haps op de Laarakker, naast Liesbeth Gerits / gemeent / en Jan Mechtelden, behoudens cijns van 1 kapoen per jaar voor heerlijkheid Haps
Origineel (inventarisnr 1032)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 233 en 256 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
186 1428-08-10.
1428 augustus 10 (op sunte Laurentius dach martiris)
Willem van Doernen en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Vlodrop en zijn vrouw Gertrud overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
7 malder rogge per jaar uit hof in Heeswijk, Bogaart / perceel weiland bij Linen in weikamp van Johan van Baax en van klooster
Origineel (inventarisnr 837)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 206 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'hier voer hebben wy die Ratert'
188 1428-08-29.
1428 augustus 29 (op sente Jans dach Decollacio)
Willem van Deurnen en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Bloem en zijn vrouw Nese overgedragen hebben aan Theuken Jan Badenznzn en Node Noprink:
2 malder rogge per jaar uit 2 percelen land, te weten perceel Steenakker, naast kinderen van Nees van Haren en gemeent / perceel Naald, naast Willem van Deurnen, Arnt Bloemen en Heitraks kamp (met transfixen van 17 januari 1430 en 10 februari 1460, regestnr 202 en nr 445)
Origineel (inventarisnr 780)
Met zegels schepenen
189 1428-09-17.
1428 september 17 (op sunte Lamberts dach martyr ende confessoer)
Henrik van Escharen en Renalt van der Hoven, schepenen van Cuijk, oorkonden dat hertog Arnold, heer van Gelre en Gulich en graaf van Zutphen, overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
3/4 en aan Johan van Baax 1/4 van de pacht, die zij hem schuldig waren uit zijn hof in Sint Agatha, verpacht voor 34 malder rogge, 9 malder gerst en 9 malder haver per jaar, voor 860 Arnhemse gulden met recht van wederkoop
Origineel (inventarisnr 707)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 80 (inventarisnr 1)
190 1428-10-15.
1428 oktober 15 (in crastino beati Calixti pape et martiris)
Henrik van Escharen en Thomas Kantelenberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan Wier en zijn vrouw Feesken overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
7 vat rogge per jaar uit kamp in het Nedernveld naast de Leigrave / perceel land de Stelt op de Leigrave, eerder behorend tot mijns Heren hof van Gelre / beemd van Willem Holland
Origineel (inventarisnr 686)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 177 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'nu halden wi dijs onderpant aen ons selve'
In cartularium: 'Item Arnold Bluemen recepit in hereditarium pactum aliquam terram ab isto Johanne Wier de voluntate, ab obitu patris uxoris sue, sed levavit pecunias pro illo pacto summa XVIII florenum Arn'
191 1428-11-11.
1428 november 11 (op sunte Mertens dach in den winter)
Henrik Spierink en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Noudeken van der Nielt met zijn moeder Mechteld en Jut Broekmans, overgedragen hebben aan Henrik den Groten:
2 percelen beemd, onder meer naast Gadert de Groot, de Beekgrave, en Willem Holland
Origineel (inventarisnr 724)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 421 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Dese syn genoempt Thonijsen kempken hercommende van Jan van Wyenhaven'
193 1428-11-22.
1428 november 22 (op sunte Cecilien dach joncvrouw ende martiris)
Henrik Spierink en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Eduard, voogd van Bell en heer van Hoeps, overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
3 malder en 1 vat rogge / 5 Vlaamse gulden per jaar uit weiland voorheen in pacht bij Johan van Baax en in Hoepse Hof in Sint Agatha naast de Broederdonk en Willem van Doernen / 11/2 pond per jaar uit weerd, voorheen van Peter Hostals, naast de Kram en de Broederweert, die klooster aan heerlijkheid Hoeps schuldig was
Origineel (inventarisnr 706)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 233 (inventarisnr 1)
194 1429-03-01.
1429 maart 1 (prima die Marcii)
Henrik Spierink en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gaart de Groot en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
perceel land Sint Agatha in Cuijkweert naast Willem Holland en gemene weg voor 3 vat rogge per jaar, die zij broeders schuldig zijn
Origineel (inventarisnr 620)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 134 (inventarisnr 1)
195 1429-03-04.
1429 maart 4 (op den Vriedach in der vasten voer Letare)
Willem van Doernen en Thomas Kantelenberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Vlodrop en zijn vrouw Gertrud beloofd hebben:
broerdes in Sint Agatha te vrijwaren van alle aanspraak, voortkomende uit testament van Johan van Heeswijk en zijn vrouw Ermgard
Origineel (inventarisnr 813)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 333 (inventarisnr 1)
197 1429-05-03.
1429 mei 3
Henrik Spierink en Thomas Kantelenberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan van Baax en zijn vrouw Beert overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
3/4 hof aldaar, die hij gepacht heeft van de heer van Gelre en Gulich
Origineel (inventarisnr 710)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 84 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
198 1429-06-28.
1429 juni 28 (des Dinxdages na sente Johan Baptiste)
Willem van Deurnen en Henrik Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan van Groot in erfpacht ontvangen heeft van Willem Holland en zijn moeder Yden:
perceel land Gemene Beemd, voor 4 malder en 61/2 vat rogge per jaar en cijns van 1/2 hoen, te leveren binnen hekken van Cuijk
Origineel (inventarisnr 1040)
Met zegels schepenen
199 1429-08-15.
1429 augustus 15 (tot onser liever Vrouwen misse Assumpcio)
Henrik van Escharen en Thomas Kantelenberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gese Wauwels en haar zoon Herman, overgedragen hebben aan de broeders in Sint Agatha:
perceel land in de Broederkamp, naast perceel land dat voorheen mijns Heren Way was en verder aan wal en hofstad ( = bouwkavel) voorheen van Peter Hoestalsay, voor 1 malder rogge per jaar, dat zij schuldig was uit Luismorter, die zij voor 3 malder rogge van de broeders gepacht had
Origineel (inventarisnr 657)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 154 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Geese Herman Wauwels wyf '
In cartularium: 'een stuc lants ran Herman Wauwels in ons Wayen'
200 1429-08-28.
1429 augustus 28 (op sente Johans avont Decollacio)
Willem van Deurnen en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Derik Schoman en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan Derik Knapenzn:
3 malder en 3 vat rogge per jaar en cijns van 1 hoen per jaar uit 1/5 deel Pixhoeven (met transfix van 7 september 1468, regestnr 499)
Origineel (inventarisnr 774)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 245 (inventarisnr 1)
201 1429-11-25.
1429 november 25 (op sunte Katherinen dach der heyliger joncfrouwen)
Ide, weduwe Willem Holland / haar zoon Willem / haar dochter Bertruid / Elizabeth, weduwe Floris van Mekeren / Hupertus van Vaarn van Zandwijk, pastoor van Bonningen / en Jacob van Mekeren, oorkonden dat zij voor klooster van Sint Agatha, Johan van Groot / Peter de Raat / Aarnt Bloem / Derik van Niftrik / Diemer van den Berge / Johan Clouwen / Floor van Birsvelt / Geze, weduwe Arnt Zendkenszn / en Herman Thijszn, die voor een ieder deel van de hof in Sint Agatha, voorheen van Willem Holland, als leen van Henrik Holland in erfcijns en erfpacht genomen hebben volgens schepenakten van Cuijk, zullen instaan voor de schade, die hun daaruit mag voortkomen
Origineel (inventarisnr 709)
Met zegels oorkonders
Kopie cartularium, 136 (inventarisnr 1)
202 1430-01-17.
1430 januari 17 (op sente Anthonis dach confessoris)
Willem van Deurnen en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Theeuken Jan Badenznzn en zijn vrouw Weindel, met Node Noperink overgedragen hebben, aan Lambrecht Willem Brouwerszn:
schepenakte van 29 augustus 1428, waardoor dit transfix gestoken is, over 2 malder rogge per jaar (zie regestnr 188) (met transfix van 10 februari 1460, regestnr 445)
Origineel (inventarisnr 780)
Met zegels schepenen
205 1430-04-04.
1430 april 4 (op sente Ambrosius dach biscop ende confessoer)
Henrik Spierink en Thomas Kantelenberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Reinalt van der Hoven en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
16 malder gerst per jaar uit beemd achter Cuijk, naast Willem Vlodrop / Jan van Baax / en Hilleken Henricen, groot 2 morgen en 11/2 hont
Origineel (inventarisnr 867)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 292 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'Dit onderpandt leegt by den Ratert ende wy hebbent aen ons selven'
206 1430-04-06.
1430 april 6
Henrik Spierink en Renalt van der Hoven, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henneke Kluwen overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
3 malder rogge per jaar uit 2 percelen land, die hij van klooster gepacht heeft, te weten perceel Schiltke, naast gemene weg op de Maas en weerd van Willem Holland / en perceel Echterste Stelt in het Nederenveld op de Maas, naast Hein van Akkeren
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 169 (inventarisnr 1)
207 1430-04-06.
1430 april 6
Henrik Spierink en Reinalt van der Hoven, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein van Akkeren en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
hooibeemd, naast Broederdonk, Herendonk en beemd van Jan Kreefs
Origineel (inventarisnr 665)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 306 en 406 (inventarisnr 1)
208 1430-04-08.
1430 april 8
Henrik Spierink en Reinalt van der Hoven, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein van Akkeren en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
5 malder rogge per jaar uit het land op de Kalfhof, dat zij van de broeders gepacht hebben, alsmede uit Kleine Voorhof, het land aan de Valk en zaal aan de Groenenweg, groot 21/2 morgen
Origineel (inventarisnr 665)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 146 en 405 (inventarisnr 1)
215 1430-08-28.
1430 augustus 28 (op sunte Jans avont Decollacio)
Willem van Deurnen en Henrik Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Dwerg/ zijn zoon Hein / en zijn vrouw Yde, overgedragen hebben aan Goossen van Berlaar:
1 malder rogge per jaar uit hun huis en hofstad ( = bouwkavel), naast Derik van Ootwijk / Steven van Wetten / Theuken van Wetten / gemene straat / Peter Timmerman (met transfix van 20 april 1444, regestnr 338)
Origineel (inventarisnr 815)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 221 (inventarisnr 1)
216 1430-10-04.
1430 oktober 4
Willem van Doernen en Henrik Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Kreeft en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
perceel hooibeemd bij de Broederdonk
Origineel (inventarisnr 658)
Kopie cartularium, 305 en 397 (inventarisnr 1)
Aangetast door vocht
219 1431-01-22.
1431 januari 22 (op sunte Vincencius dach)
Willem van Deurnen en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Derik Schillink, zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Liesbeth Hein Knapenszdr:
12 vat rogge per jaar, te betalen in Grave, uit 3 percelen land, gelegen naast Hein de Groot, Hein van den Ven en Jan Geritszn (met transfix van 10 juni 1452, regestnr 397)
Origineel (inventarisnr 778)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 443 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Eenen transfix brieff van Elisabeth ende Sophia van Meer oer suster van dat onderpandt dat wij hebben voir de twe missen'
Op rugzijde: 'Die Steenac(ker) leecht thoe Haps'
222 1431-11-10.
1431 november 10 (op sinte Mertens avont in den winter)
Willem van Deurnen en Reinolt Stevens, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Mechteld, dochter van Arnold Bloemen, overgedragen heeft aan Ot Willem Coetsenzn:
2 malder rogge per jaar in Grave, uit haar goed in Hoge Gat, naast hofstad ( = bouwkavel) (met transfixen van 16 maart 1456 en 12 mei 1485, regestnr 423 en nr 616)
Origineel (inventarisnr 743)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 195 (inventarisnr 1)
Zwaar aangetast door vocht
225 1432-06-02.
1432 juni 2 (des Manendages op Marcellini dach)
Willem van Deurnen en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Bloemen en zijn vrouw Agnes overgedragen hebben aan Agnes van den Holt Aalbertsdr:
1 malder rogge per jaar, te leveren binnen Grave, uit land Naalde, naast Willem van Deurnen en Heitraks kinderen (met transfix van 10 oktober 1445, regestnr 344)
Origineel (inventarisnr 739)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 220 (inventarisnr 1)
232 1433-05-12.
1433 mei 12 (op sunte Servaes avont)
Reinolt Stevenszn en Walraven van Heerde, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Bloem en zijn vrouw Agnes overgedragen hebben aan Henrik de Groot:
beemd naast de monniken, de grote en kleine Beekgraaf
Origineel (inventarisnr 724)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 422 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'voer die Donck'
235 1434-06-24.
1434 juni 24 (op sente Johannis Baptisten dach te middezomer)
Willem van Doernen en Henrik van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van der Bruggen en zijn vrouw Aleid, overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
2 malder en 2 vat rogge per jaar uit erven in Heeswijk, gedeeld met Willem van den Biesen en voorheen van Herman Schoofs, te weten perceel land naast het Sant en Willem van den Biesen / perceel land De Zaal, bij Willem van den Biesen / perceel land naast kamp van Henrik van Escharen en Arnt de Monik / perceel land in het Nederveld tussen Willem Zebarich
Origineel (inventarisnr 830)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 211 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '... post obitum Goiswini Barlaer et uxoris; Dit is door Hermen van Cuijk Jan Moenyk vercoft.
239 1434-11-01.
1434 november 1 (op Omnium Sanctorum)
Willem van Deurnen en Henrik Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Liesbeth van Erp overgedragen heeft, aan Henrik van Oss:
2 malder rogge per jaar uit kamp Bongart in Heeswijk, naast gemene straat / Herman van den Padbroek / en diens broer Henrik (zie ook schepenakte van 22 november 1441, regestnr 315)
Origineel (inventarisnr 838)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 211 (inventarisnr 1)
240 1434-11-11.
1434 november 11 (op Martini)
Henrik van Escharen en Henrik Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem van Deurnen de jonge en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan Jan van Duren:
21 malder rogge per jaar uit hof Doijenberg, te leveren binnen de 4 hekken van Cuijk (met transfixen van 17 januari 1476, 12 maart 1476 en 25 november 1482, regestnr 533, nr 534 en nr 578)
Origineel (inventarisnr 715)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'dese hebben wij gelost'
247 1435-11-22.
1435 november 22 (op sente Cecilien dach ioncfrou ende martir)
Henrik Spierink en Reinalt van der Hoven, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Derik Neve, pastoor in Cuijk, en Henrik van Bothalen, kanunnik in Grave, als testators van Gijsbert van Heijen, overgedragen hebben aan Ludolf, prior klooster van Sint Agatha:
schepenakte over 5 malder rogge per jaar uit perceel land in Oeffelt, met verplichting tot houden van 5 memorien met vigilie en missen per jaar
Origineel (inventarisnr 922)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 303 (inventarisnr 1)
248 1436-01-29.
1436 januari 29 (post Conversionis Pauli apostoli des Sondages)
Henrik Spierink en Reinalt Stevensz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Art Bloem en zijn vrouw Nese overgedragen hebben aan Henrik Baanraatszn:
2 malder rogge per jaar uit 1/4 Steenakker, naast Jan van Haren, te leveren in Grave (met transfixen van 12 april 1437 en 24 oktober 1467, regestnr 256 en nr 494)
Origineel (inventarisnr 780)
Met zegels schepenen
251 1436-08-22.
1436 augustus 22 (op die octave Onser Liever Vrouwen Assumptionis)
Henrik van Escharen en Reinalt Stevens, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem van Deurnen en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan prior klooster van Sint Agatha:
grote, kleine en smaltienden van hun hof Doijenberg, met novaaltienden voor te ontginnen heide en onland
Kopie van circa 1450, (inventarisnr 714)
Kopie cartularium, 128 (inventarisnr 1)
252 1436-09-30.
1436 september 30 (des Sondachs post Michaelis)
Henrik Spierink en Willem van Doernen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Lem Neeskens overgedragen heeft aan Gerit Frank:
1/2 malder rogge per jaar uit perceel land, naast Lemke Tempelweertz / Wemmers / en gemene straat (met transfix van 13 juli 1484, regestnr 600)
Origineel (inventarisnr 846)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 288 (inventarisnr 1)
255 1437-04-09.
1437 april 9 (des Dinxdages nae Beloken Paessen)
Henrik van Escharen en Walraven van Heerde, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik van der Bruggen en zijn vrouw Aleid, overgedragen hebben aan Willem van Vlodrop:
9 vat gerst en 2 hoenders per jaar uit perceel land naast Katwijkse weg en erf, voorheen van Jacob Bloemen (met transfix van 10 juli 1449, regestnr 380)
Origineel (inventarisnr 828)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 451 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Heyn Valck'
256 1437-04-12.
1437 april 12 (des Vridachs na Belaken Paesschen)
Henrik van Escharen en Henrik Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Baanraats en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan zusters Trude en Aleid Kalen:
schepenakte van 29 januari 1436, waardoor dit transfix gestoken is, over 2 malder rogge per jaar (zie regestnr 248) (met transfix van 24 oktober 1467, regestnr 494)
Origineel (inventarisnr 780)
Met zegels schepenen
257 1437-05-19-25.
1437 mei 19-25 (bynnen den Pinxt heiligen dagen)
Walraven van Heerd en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Raat en zijn vrouw Luitgart overgedragen hebben aan Willem van Deurnen:
2 malder rogge per jaar uit perceel land, naast gemene straat / erf van Heitraks' kinderen / een erf het Hoge Gat (met transfix van 10 januari 1447, regestnr 354)
Origineel (inventarisnr 615)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 150 (inventarisnr 1)
258 1437-06-23.
1437 juni 23 (op sunte Johans avont Baptist)
Henrik van Escharen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem van Doornen en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan Jan en Agnes, dochters van oude Willem van Doornen:
13 malder rogge per jaar uit hun goederen in Cuijk, te weten 6 malder rogge, te voldoen door Diemer van den Brimhovel uit beemd Boonhof naast de Beekgraf en gemeent / land naast Jan van Gaal / 9 malder rogge per jaar, te voldoen door Hein van Akkeren uit 5 morgen Kalfhof, het Graaft stuk, de Buusteeg, zaal bij kapel van Sint Agatha, de Waalakker, de Hogen Akker, een 'klootken' bij de Maas en bij de Buusteeg / terwijl bij overlijden van een der gezusters helft zal overgaan op zusters van Orthen in 's-Hertogenbosch (met afgevallen transfix van 10 juli 1449, regestnr 382)
Origineel (inventarisnr 614)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 163 (inventarisnr 1)
259 1437-07-03.
1437 juli 3 (op sunte Mertens avont Translacionis)
Henrik Spierink en Walraven van Heerde, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Godken Pappert en zijn vrouw Aleid, overgedragen hebben aan Jan Frank en zijn moeder Liesbeth:
perceel land op Laarakker, naast Mechteld Ruulkens en gemeent, behoudens 8 malder rogge en cijns van 6 kapoenen per jaar, en dienst die Jan en Beert van Baax jaarlijks uit hele kamp geldende hebben, waarbij Jan en zijn broer Gerit Frank beloofd hebben, volgens wil der naburen, eerst een deling te doen (met transfixen van 22 juli 1445 en 18 januari 1487, regestnr 341 en nr 645)
Origineel (inventarisnr 788)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 250 en 259 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
260 1437-07-03.
1437 juli 3 (op sunte Mertens avont Translacionis)
Henrik Spierink en Walraven van Heerde, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Godtken Pappert en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan Gerit Frank:
perceel land op Laarakker, naast Heijn Goddenzn / Jan Frank / Heijn Walravens en gemeent, behoudens 8 malder rogge en 6 kapoenen per jaar / dienst die Jan van Baax en zijn vrouw Beert jaarlijks uit hele kamp geldende hebben, waarbij Jan Frank en zijn broer Gerit beloofd hebben volgens wil der naburen eerst deling te doen (met transfixen van 19 februari 1487 en 20 februari 1487, regestnr 650 en nr 651)
Origineel (inventarisnr 789)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 251 en 264 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
262 1437-08-30.
1437 augustus 30 (des anderen dages nae sunte Johans dage Decollacionis)
Henrik Spierink en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Liesbeth, weduwe Hein Creft, en haar zonen Noiken en Jan, overgedragen hebben aan Henrik de Groot:
beemd in Sint Agatha naast monniken, Jan Groten en gemene Beekgraaf, en beemd naast Hermen Wauwels Biesenraat, Henrik Groten en de Beekgraaf
Origineel (inventarisnr 724)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 422 (inventarisnr 1)
263 1437-09-22.
1437 september 22 (op sunte Mauricius dach martir ende sijnre gesellen)
Willem van Doornen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Bloem en zijn vrouw Agnes overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
1 malder rogge per jaar uit weikamp in het Nederveld naast de Maas en de Donk van de broeders, en uit perceel land op de grote akker naast de Luisakker, de gemene weg en de Luismorter
Origineel (inventarisnr 687)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 147 en 398 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'voer dat malder roggen hebben wij erve in den Luijsacker ende en boeren niet meer'
265 1437-10-09.
1437 oktober 9 (op sente Dionisius dach bisscopp ende martir)
Willem van Doornen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Bloemen en zijn vrouw Agnes overgedragen hebben:
alle aanspraak, die zij hebben op huis, door wijlen Hein Huisman gebouwd op Hein Kluwens erf, waar nu Henrik de Raijmaker in woont, voor zover dit klooster van Sint Agatha aangaat
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 175 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Jan Wauwels huis'
In cartularium: 'Item tien Arnold goede gulden hebben Bluemen lude voir hoir deel van der huisinge dair die Raijmaker in woent dair dese brieff aff is'
266 1437-10-28.
1437 oktober 28 (op sunte Symonis ende Jude apostolen dach)
Henrik van Escharen en Henrik Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Collert en zijn vrouw Johanna Hollands overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 29 augustus 1419, waardoor deze akte gestoken is, over 2 malder rogge per jaar (zie regestnr 129)
Origineel (inventarisnr 652)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 414 (inventarisnr 1)
267 1437-11-10.
1437 november 10 (op sunte Mertens avont in den wynter)
Henrik Spierink en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Hebbelen overgedragen heeft aan Jan Diemer:
kamp land in Sint Agatha, naast gemene straat en Willem Hollands / en huis en hofstad ( = bouwkavel) aldaar, behoudens cijns van 5 schellingen en 4 hoenders per jaar uit de kamp en 2 Dordrechtse plakken per jaar voor Heren van Sint Agatha uit huis en hofstad
Origineel (inventarisnr 621)
Met zegels schepenen
271 1438-01-26.
1438 januari 26 (des sondachs post Pauli Conversionis)
Henrik Spierink en Willem van Doernen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan wijlen Maas Kantelbergszn en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan Willem Brusten in Middeler:
schepenakte van 25 april 1419, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 malder rogge per jaar (zie regestnr 125) (met transfix van 4 maart 1449, regestnr 375)
Origineel (inventarisnr 816)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 219 (inventarisnr 1)
272 1438-03-23.
1438 maart 23 (des Sonnendages op Letare Jherusalem in sacro ieiunio)
Walraven van Heerde en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Diemer van den Brimhovel en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Henrik de Groot:
2 malder rogge per jaar uit perceel land naast Henrik en Jan Groten en Hermen Wauwel (met transfix van 16 september 1463, regestnr 474)
Origineel (inventarisnr 626)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 157 (inventarisnr 1)
273 1438-04-10.
1438 april 10
Henrik Spierink en Reinalt Stevenszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Derik van Overbiest en zijn vrouw Derik overgedragen hebben aan Henrik de Groot Henrikszn:
2 percelen land in de Hautert naast Hein van den Ven, Boekhouts Kamer, gemene weg, Derik Schillink, de Gall en Herman Wauwel
Origineel (inventarisnr 725)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 438 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'die stucken erffs hebben wi gekoft ende leet in die Kamer'
276 1438-07-05.
1438 juli 5 (des anderen dages post Martini in den somer)
Henrik Spierink en Reinalt Stevensz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Bloem en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Henrik de Groot:
perceel land naast Derk van der Beijnhees, Jan Groten en gemene weg
Origineel (inventarisnr 725)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 438 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Een stuck lantz in de Camer'
277 1438-07-24.
1438 juli 24 (op sunte Jacobs avont apostoli)
Henrik Spierink en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hermen Wauwel en zijn vrouw Weindel overgedragen hebben aan Henrik de Groot:
beemd Egelkuil, naast Jan Groten, monniken, Art Bloem en Henrik Groten (zie ook schepenakte van 12 maart 1442, regestnr 319)
Origineel (inventarisnr 724)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 418 (inventarisnr 1)
278 1438-07-24.
1438 juli 24 (op sunte Jacobs avont apostoli)
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik van der Hulsbeek en zijn vrouw Aleid, overgedragen hebben aan Thijs Janszn:
7 vat rogge en 1/4 kapoen per jaar uit Pixhoeve, door Aleid geërfd van haar moeder Liesbet
Origineel (inventarisnr 770)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 241 (inventarisnr 1)
280 1438-10-23.
1438 oktober 23 (des Donredages post Undecim milia virginum)
Schepenen van Cuijk oorkonden, met schepenen Willem van Doernen en Jan Coberg als bezegelaars, en Thonis Bodenzn, rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat Gaart Pappert Willemszn van den Grave zich heeft doen panden voor:
10 vat rogge per jaar, volgens inhoud schepenakte aan onderpand van Jan van Mill (met transfix van 10 maart 1451, regestnr 387)
Origineel (inventarisnr 797)
Met zegels schepenen
281 1439-02-21.
1439 februari 21 (des Saterdages nae den heyligen Asselenwoensdage)
Henrik van Escharen en Willem van Doernen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gijsbert Rolofszn en zijn vrouw Hadewig overgedragen hebben aan zusters Trude en Aleid des Kalen:
2 malder rogge per jaar, te leveren binnen Grave, uit kamp land de Steenakker, naast Herman van Haren en gemeent (met transfix van 6 juli 1444, regestnr 340)
Origineel (inventarisnr 777)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 238 (inventarisnr 1)
282 1439-03-12.
1439 maart 12 (op sente Gregorius dach des hiligen paws)
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Raat en zijn vrouw Luitgard overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
21 vat gerst uit perceel land Gansderm, naast Walenberg en Peter de Raat / en 3 vat gerst uit 1 hont in kamp bij Sint Agatha Stock op weg naast de Luismorter bij Luisakker
Origineel (inventarisnr 643)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 150 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'III malder garsten Peter die Raat, hieraff gilt Thonis van der Linden XXI vaet, Goirt die schoenmeker Cupersoen III vaet van syns kijntz weghen'
283 1439-03-12.
1439 maart 12 (op sente Gregorius dach des hiligen paws)
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Neude Diemers en zijn vrouw Gertrud overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
10 malder rogge per jaar, te leveren op kerkhof in Sint Agatha, uit weiland Kromland, waarvan Jan de Groot het andere deel heeft, naast weg naar de Maas / beemd, voorheen van Willem Holland, groot 2 morgen, 2 hont en 15 roeden
Origineel (inventarisnr 679)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 146 en 365 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'van welcken die helft nu gildt Lysken Noeyen mit hoeren kijnderen, ende die ander helfft Henrik Jacobs genaempt Droegen'
284 1439-03-12.
1439 maart 12 (op sente Gregorius dach pape)
Willem van Deurnen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan van Groot en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
11 malder rogge per jaar uit 2 percelen weiland / perceel Kromland, waarvan Noide Diemers het andere deel heeft, naast weg naar de Maas / beemd, voorheen van Willem Holland / perceel naast Herman Wauwels en Kromland
Origineel (inventarisnr 680)
Kopie cartularium, 179 (inventarisnr 1)
287 1439-05-17.
1439 mei 17 (des Sonnendages nae sunte Servacius dach des heiligen bisscops)
Henrik de Raijmaker en Henrik Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Belen en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Hein van Akker:
4 percelen en kamp land, te weten Kappelaansakker naast Peter de Raat en Jan Stopper / perceel land naast het Loo, Jan Stopper en Derik van Hommersum Strijksaal naast Herman van Botholen / perceel land op de Gal naast Berten Donk
kamp in Monikken Donk
Origineel (inventarisnr 627)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 404 (inventarisnr 1)
289 1439-10-23.
1439 oktober 23 (up sente Severijns dach episcopi)
Henrik van Escharen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Godde Schoman en zijn vrouw Luitgaart / Henrik Schoman / Henrik van Goch en zijn vrouw Met, overgedragen hebben aan Willem Clowen:
3 malder en 2 vat rogge per jaar uit 4 morgen en 1 hont land naast Willem van Doornen, Henrik Hollands en Godden Pappartz
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Lange heck'
Blijkens oud nr behorend bij akten van Kluwens goed
290 1439-11-30.
1439 november 30 (op sente Andrees dach)
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Pijpen / zijn zuster Jut / en hun zwager Gijsbert Godkens, mede voor hun broer Henrik, borg staan, voor zusters van Orthen in 's-Hertogenbosch, wegens making van hun ouders Jan Pijpen en zijn vrouw
Origineel (inventarisnr 814)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 213 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'aengaende Spierinkx ghuet'.
293 1440-04-04.
1440 april 4 (op sunte Ambrosius dach des heiligen biscops)
Reinalt Stevenszn en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein Floor en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
perceel weiland in het Nederveld naast de Leigraaf, de molenstad van Hein voornoemd, Jan Raats en de Stelt, de schade te verhalen op zijn molenstad
Origineel (inventarisnr 690)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 129 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'een beemptken in die Donck'
In inventaris cartularium: 'een kempken ... in die Molenstap'
294 1440-04-04.
1440 april 4 (op sunte Ambrosius dach des heiligen bisscops)
Willem Holland en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Klaas Rolofszn en zijn vrouw Nese, overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
1 malder rogge per jaar uit 4 percelen land tussen Cuijk en Heeswijk, die voorheen Jacob de Smit gepacht had van Jorden van der Voort, volgens schepenakte van 30 november 1402 (zie regestnr 57)
Origineel (inventarisnr 831)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 215 (inventarisnr 1)
298 1440-05-25.
1440 mei 25 (op sente Urbaens dach pauus ende martir)
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Hebbelenzn overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
3 percelen land, te weten perceel tussen Heer van Gelre en weg / perceel tussen Heer van Gelre en Floorken van Haps / perceel in Nederenveld naast Heer van Gelre, Leygrave en der bruder tyghelcule, behoudens 13 vat rogge en 13 vat gerst per jaar voor Willem Collart (zie de akte van 1 februari 1378, regestnr 16)
Origineel (inventarisnr 622)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 133 (inventarisnr 1)
299 1440-05-25.
1440 mei 25 (op sente Urbaens dach pauus ende martir)
Henrik de Raijmaker en Jan Derikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Katerine, Jans en Aleiddr van den Einde, overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
perceel beemd naast de Beekgrave, de Stelt op Beekgrave en de Stelt, behoudens 11 vat rogge voor Hein van den Tempel en 7 vat rogge voor klooster
Origineel (inventarisnr 688)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 132 (inventarisnr 1)
300 1440-06-15.
1440 juni 15 (op sunte Vitis dach martiris)
Willem van Vlodrop en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Jacobszn en zijn vrouw Hille overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
7 blauwe gulden per jaar, die wijlen Hein van Os aan klooster bij testament vermaakt had, met bijbehorende akten
Origineel (inventarisnr 806)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 224 (inventarisnr 1)
302 1440-07-17.
1440 juli 17 (op sunte Allexius dach)
Willem Holland en Willem van Doernen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat broeder Art de Meey Wolter Dwergszn overgedragen heeft aan Reguliere kanunniken klooster van Sint-Catharina bij Nijmegen:
schepenakte van 23 juli 1414, waardoor dit transfix gestoken is, over 5 Vlaamse gulden per jaar (zie regestnr 97)
Origineel (inventarisnr 809)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 373 (inventarisnr 1)
303 1440-11-19.
1440 november 19 (ipso die beate Elisabeth vidue)
Henrik de Raijmaker en Jan Derikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman Wauwel en zijn vrouw Windel overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
perceel weiland Eikenenbos in het Nederveld naast Bruderdonk en Kromland
Origineel (inventarisnr 689)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 153 (inventarisnr 1)
305 1440-11-30.
1440 november 30 (op sente Andries dach des heiligen apostols)
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Mathijs Janszn en zijn vrouw Aleid, met zijn dochter Mechteld, overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
5 malder en 2 vat rogge per jaar en cijns van 1 kapoen per jaar uit de Pixhoeve en andere erven, te leveren in Grave, naar inhoud van 5 mede overgedragen schepenakten (zie ook schepenakte van 24 juli 1438, regestnr 278)
Origineel (inventarisnr 770)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 242 (inventarisnr 1)
306 1441-03-12.
1441 maart 12 (op sente Gregorius dach des heiligen pauws)
Henrik de Raijmaker en Jan Derikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Diemer van den Brumhovel overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
perceel land bij de Wier van Hein Groten naast Jan de Groot en Hein Floren
Origineel (inventarisnr 697)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 134 (inventarisnr 1)
307 1441-03-21.
1441 maart 21 (op sente Benedictus dach)
Henrik de Raijmaker en Jan Derikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henneke Kluwen overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
2 vat rogge per jaar, die Godde de Groot had uit zijn weerd op de Maas, naast de Cram en Herman Wauwels kamp
Origineel (inventarisnr 623)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 170 (inventarisnr 1)
310 1441-10-18.
1441 oktober 18 (op sente Lucas dach des heiligen ewangelist)
Henrik de Raijmaker en Jan Derikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit Klosen en zijn vrouw Aleid / Abe van der Maassen en zijn vrouw Heilke / en Gerit Klosen en zijn vrouw Neesken, overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
21/2 Gelderse Wilhelmusgulden per jaar, geslagen in 1406, uit 14 Wilhelmusgulden, die weleer wijlen Hein van Oss gekocht had uit hof, die Henrik van Gaal verpacht had volgens schepenakte, waarin Hein van Oss gevestigd was
Origineel (inventarisnr 807)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 228 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'uut Bogelart'
314 1441-11-22.
1441 november 22 (op sente Cecilien dach der joncfrouwen et martiris)
Willem Holland en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein Floor en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
perceel land in de Wayen naast Jan de Raat en gemene weg, met hun molenstad als onderpand
Origineel (inventarisnr 690)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 129 (inventarisnr 1)
315 1441-11-22.
1441 november 22 (op sunte Cecilien dach der heiliger joncfrouwen ende martiren)
Henrik de Raijmaker en Jan Derikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Pappert, als voogd van Heinken Jan Batenzn, overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 1 november 1434, over 2 malder rogge per jaar uit de kamp de Bongart in Heeswijk (zie regestnr 239)
Origineel (inventarisnr 838)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 212 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'dit gilt halff Lambert Nyelen ende halff Jan van den Bergs kynder ons Lambert bruderen'
319 1442-03-12.
1442 maart 12
Henrik de Raijmaker en Jan Derikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik de Groot Janszn overgedragen heeft aan Henrik de Groot Henrikszn:
beemd Egelkuil (zie ook schepenakte van 24 juli 1438, regestnr 277)
Origineel (inventarisnr 724)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 419 (inventarisnr 1)
Vermoedelijk ook door Henrik de Groot overgedragen aan klooster
320 1442-03-12.
1442 maart 12
Henrik de Raijmaker en Jan Derikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Neude Diemers en zijn vrouw Gertrud overgedragen hebben aan Henrik de Groot Henrikszn:
beemd Molenstat naast Heinken Floren en de Maas (zie ook schepenakte van 17 september 1474, regestnr 525)
Origineel (inventarisnr 683)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 127 (inventarisnr 1)
321 1442-03-20.
1442 maart 20
Henrik de Raijmaker en Jan Derikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Diemer Janszn en Diemer van den Brumhovel beloofd hebben Neude Diemersz te vrijwaren voor schade, die hem mocht aankomen van hoenders in kamp bij kerkhof met wederzijds gemene straten en hiernaast op het kerkhof in Sint Agatha een huis, door Neude aan hen overgedragen, met recht van weg voor Neude voornoemd
Origineel (inventarisnr 673)
Met zegels schepenen
Kopie van 1633 door C. Claassen Crebbers, landschrijver van Land van Cuijk (inventarisnr 674)
325 1442-05-25.
1442 mei 25 (op sunte Urbaens dach des heiligen pauwes)
Henrik de Raijmaker en Jan Derikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Raat en zijn vrouw Luitgard overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
2 percelen land, te weten perceel in Hoge veld, bij Sint Agatha Stock, naast Diemer Janszn, Henrik de Groten en gemene weg / perceel in Kuker velt naast Wayen van klooster, Hein Wauwel, Henrik de Groten en Jan de Raat
Origineel (inventarisnr 644)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 152 (inventarisnr 1)
328 1442-08-03.
1442 augustus 3
Henrik de Raijmaker en Jan Derikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Goedtken Pappert en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan Met Roelkens:
6 malder rogge per jaar uit schepenakte van 12 malder, die zij hebben uit kamp land met perceel land daarin op Laarakker, onder meer naast Hein Goddenzn, Jan Frank, Hein Walravens en gemeent
Origineel (inventarisnr 795)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 267 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
329 1442-12-20.
1442 december 20
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Kloen en zijn vrouw Liesbeth, overgedragen hebben aan Baldewijn Baax:
3 malder rogge per jaar, te leveren in Grave, uit perceel land van 4 morgen, de Lange Hegge, in Sint Agatha naast Pasdaal, Willem Collarts, Jan Jacobszn en Jan Crabouts, behoudens 2 malder rogge per jaar; met als onderpand perceel land Pasdaal, naast Derik Smeeds en Lange Hegge, alsmede perceel land van 7 hont hierbij, behoudens 5 malder rogge per jaar
Origineel (inventarisnr 771)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 416 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'dit hoert in Pyxhove'
330 1443-03-10.
1443 maart 10
Willem Holland en Jan van Haaften, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Moeller en zijn vrouw Ide / Goossen Henriks en zijn vrouw Mechteld / Liesbeth, dochter van Jan Moeller, overgedragen hebben aan Jan van Gaal, burger in Grave:
21 vat rogge per jaar en cijns van 1/2 kapoen per jaar uit hof Pixhoeve in Cuijk, en uit perceel land in Beers, Hazenraatshoeve, voor 1/5 deel, dat Derik Schoeman weleer aan die hof had, en voor 1/2 cijns volgens schepenakte van 29 maart 1418, waardoor dit transfix gestoken is (zie regestnr 117) (met transfix van 23 augustus 1468, regestnr 498)
Origineel (inventarisnr 773)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 245 (inventarisnr 1)
336 1444-04-20.
1444 april 20
Henrik de Raijmaker en Peter van Wetten, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Goossen van Berlaar en zijn vrouw Luitgart schuldig zijn aan broeder Arnt Snelraa,t voor klooster van Sint Agatha: 32 Rijnse gulden
Origineel (inventarisnr 832)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 103 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Heyswyck'
337 1444-04-20.
1444 april 20
Henrik de Raijmaker en Peter van Wetten, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Reinalt Derikszn en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
al hun erfenissen aan erven of renten binnen gerecht van Cuijk, dat zij geërfd hebben van Hein Kluwen, oom van Mechteld
Origineel (inventarisnr 617)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 174 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Van Reynken Kluwens swager'
338 1444-04-20.
1444 april 20
Henrik de Raijmaker en Peter van Wetten, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gooswijn van Berlaar en zijn vrouw Luitgart overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 28 augustus 1430, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 malder rogge per jaar (zie regestnr 215)
Origineel (inventarisnr 815)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 222 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'I maelder roggen uyt huis ende hof Hein Valcken'
In inventaris cartularium: 'Item desen brief is vercoeft Gerit die Becker, alsmede uut Gerit Haanen huiss beneven Messmekers huiss'.
339 1444-05-20.
1444 mei 20
Henrik van Escharen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter van den Berge / Jan Crabolt / Jan Willemszn / en Nooi de Schoenmaker, kerkmeesters, met toestemming van pastoor van Cuijk en van schepenen en gemene naburen van Cuijk, overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
41/2 Gelderse Wilhelmusgulden per jaar, geslagen in 1406, uit schepenakte van 14 gulden uit erf, dat Henrik Derikszn / Gerit van den Bergen / en Jan Sijbkenszn in erfpacht genomen hebben van Henrik van Gaal en zijn vrouw Stien
Origineel (inventarisnr 807)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 226 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'Wy hebben die onderpanden behalven enen blauwen gulden, den gilt nu Jan Eescharen'
340 1444-07-06.
1444 juli 6
Henrik de Raijmaker en Peter van Wetten, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Aleid Jans Kalendr overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 21 februari 1439, waardoor dit transfix gestoken is, over 2 malder rogge per jaar (zie regestnr 281)
Origineel (inventarisnr 777)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 239 (inventarisnr 1)
341 1445-7-22.
1445 juli 22 (op sente Maryen Magdalenen dach)
Henrik de Raijmaker en Henrik de Groot, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Frank en zijn zuster Met / Herman Frank / Gerit Frank en zijn vrouw Jutta / Hein Frank en zijn vrouw Liesbeth / Gaart Frank, overgedragen hebben aan Tijs Roelofszn:
schepenakte van 3 juli 1437, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land, behoudens cijns van 3 kapoenen per jaar, 11 malder rogge per jaar en 1 schepel rogge per jaar (zie regestnr 259) (met transfix van 18 januari 1487, regestnr 645)
Origineel (inventarisnr 788)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 250 en 259 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
342 1445-09-10.
1445 september 10
Willem Holland en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Kluwen overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
1 malder rogge per jaar uit kamp met weerd in Sint Agatha naast de Maas, Herman Wauwel, Gerit van den Einde, de Kram en een gemene steeg Griende
Origineel (inventarisnr 677)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 169 (inventarisnr 1)
343 1445-09-14.
1445 september 14 (op des heyligen Kruis dach Exaltatio)
Henrik de Raijmaker en Henrik de Groot, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan van Hommersom / Johan Frankenzn / zijn zuster Mechteld, beloofd hebben voor Tijs Roelkenszn in te staan voor:
deel huis en erf aan Laarakker, waar Johan en Mechteld op wonen, en waarvan Peter Franken deel geërfd is
Origineel (inventarisnr 788)
Met zegels schepenen.
344 1445-10-10.
1445 oktober 10
Reinalt Stevenszn en Henrik de Groot, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Agnes van den Hout Aalbertsdr overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 2 juni 1432, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 malder rogge per jaar (zie regestnr 225)
Origineel (inventarisnr 739)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 220 (inventarisnr 1)
345 1446-01-04.
1446 januari 4
Henrik de Raijmaker en Henrik de Groot, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gaart Weltkens en zijn vrouw Mette / Derik Schillink en zijn vrouw Liesbeth / Jan Geritszn en zijn vrouw Heilwig / Peter van Moors en zijn vrouw Beel, overgedragen hebben aan Floor Derikszn:
5 percelen land naast Peter Papperts, gemeent, Jan Derikszn, Lem Roelkens, Bartold de Jeger en Lem Tijszn
Origineel (inventarisnr 787)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'V stuck lants op den Laaraeker' en '. . . de agro Florencii quem habuimus a Johanne Quant iuridice'
349 1446-03-06.
1446 maart 6
Henrik de Raijmaker en Henrik de Groot, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit van den Einde en zijn vrouw Mette overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
2 malder rogge per jaar uit beemd in Sint Agatha naast Henrik de Raijmaker, Jan Kluwens, Herman Wauwel en de Beekgrave
Origineel (inventarisnr 650)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 168 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'die helft gilt nu Henrik die snyder van Aerken Raedmekers dochter sijnre huisvrouwwegen, dat ander Quanten kijnder gheheijten die Cram'
350 1446-05-10.
1446 mei 10
Jan Derikszn en Herman de Rooy, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Floor Derikszn en zijn vrouw Jutta overgedragen hebben aan Peter van Moors, burger in Grave:
2 malder rogge per jaar, te leveren in Grave, uit perceel land op Laarakker naast Peter Pappert, Jan Derikszn en gemeent
Origineel (inventarisnr 787)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Heynrick die Haan, dese hebben wy geloest van Peter van Moyrs brieff'
351 1446-06-24.
1446 juni 24 (op sente Johans dach Baptista te mydsomer)
Jan Derikszn en Diemer Janszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter Pappert en zijn vrouw Heilwig overgedragen hebben aan Walraven van Nijdeggen:
perceel land op Laarakker naast Floer Derikszn, Hein Walraven en gemeent, behoudens 31/2 malder rogge per jaar (met transfix van 30 april 1448, regestnr 366)
Origineel (inventarisnr 793)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 266 (inventarisnr 1)
352 1446-11-20.
1446 november 20
Herman de Roede en Diemer Janszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Diemer van den Bremhoevel en zijn vrouw Guedel, met hun kinderen Peter en Liesbeth, en Aalke en Jutten Diemers, overgedragen hebben aan Henrik den Groten Janszn:
perceel land Geer in Sint Agatha in de Hautert naast Hogen Akker, gemene straat en Henrik voornoemd, en perceel land naast hof van Henrik, behoudens 5 malder rogge per jaar; met overdracht van pachtrecht van Lemke Wemmer
Origineel (inventarisnr 724)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 432 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Scelberg, Een opdracht van Henrik de Groot in die Paedt'
353 1446-11-21.
1446 november 2
Herman de Rode en Diemer Janszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Diemer van den Bremhoevel en zijn vrouw Guedel beloofd hebben aan Henrik den Groten Janszn in te staan voor overdracht van 2 percelen land, waarvan het ene genoemd wordt 'Geer' en het andere is bij Hein des Groten hof, volgens schepenakte van 20 november 1446, met mogelijk verhaal op 8 morgen land, naast Herman Wauwels, gemene straat, Jan de Raad en gemeent (zie regestnr 352)
Origineel (inventarisnr 724)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 404 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'I stuck lantz op den Sonnenschyn'
354 1447-01-10.
1447 januari 10
Herman de Rode en Nooike Henrikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem van Doornen en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 19-25 mei 1437, waardoor dit transfix gestoken is, over 2 malder rogge per jaar (zie regestnr 257)
Origineel (inventarisnr 615)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 151 (inventarisnr 1)
355 1447-02-04.
1447 februari 4
Jan Derikszn en Diemer Janszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Mechteld Jans Grotendr overgedragen heeft aan haar broer Henrik den Groten Janszn:
erfenissen en goederen in Cuijk, die zij geërfd heeft van haar ouders
Origineel (inventarisnr 724)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 425 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Item desen brieff hoert by die brieven van die Pay'
356 1447-02-05.
1447 februari 5
Jan Derikszn en Diemer Janszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Derik Marsman / zijn vrouw Marie / Jan Peterszn / en zijn vrouw Met, overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 29 maart 1418 en 6 december 1423, waardoor dit transfix gestoken is, over 5 malder en 2 vat rogge per jaar en cijns van 1 kapoen per jaar, (zie regestnr 118 en nr 164), met alle akten over Pixhoeve
Origineel (inventarisnr 772)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 240 (inventarisnr 1)
360 1447-07-24.
1447 juli 24 (op sente Jacobs avont apostoli)
Derik Vedeler en Noike Henrikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem van Doernen en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan Hillen Goedken des Badendr:
6 vat rogge per jaar, die Roel tot Haps verschuldigd is, uit perceel land in Hoge Gat naast Roel voornoemd en Arnt Bloemen (met transfixen van 13 november 1482 en 21 juli 1485, regestnr 577 en nr 620)
Origineel (inventarisnr 745)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 193 (inventarisnr 1)
363 1448-04-01.
1448 april 1 (des Manendages nae Beloken Paesschen)
Henrik de Raijmaker en Herman de Rode, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein Keizer en zijn vrouw Mette overgedragen hebben aan Jan van Haren:
2 malder rogge per jaar uit perceel land, naast Jan de Wever / Hein Frank / de Morter / en Jan de Haan de Raijmaker (met afgevallen transfix van 4 maart 1456, regestnr 422)
Origineel (inventarisnr 1033)
Kopie cartularium, 442 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'die Palsgref'
In cartularium: 'Van den Laarakker'
366 1448-04-30.
1448 april 30 (des Dinxdages nae den Sonnendach Vocem Jocunditatis)
Willem Botschart van Vlodrop en Willem van Doernen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Walraven van Nijdeggen en zijn vrouw Agnes overgedragen hebben aan Jacob van Driel:
schepenakte van 24 juni 1446, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land op Laarakker (zie regestnr 351)
Origineel (inventarisnr 793)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 266 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
367 1448-06-28.
1448 juni 28 (op avont Petri et Pauli)
Henrik de Raijmaker en Herman de Rode, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem van Deurnen en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan zusterklooster van Orthen in 's-Hertogenbosch tegenover Claren:
3 malder rogge per jaar uit 2 schepenakten, inhoudende 8 malder en 5 vat rogge per jaar uit 3 percelen land, te weten Boonhof naast de Beekgraaf, gemene straat en tichelkuil / perceel land naast Heer van Gelre en broers van Galen / perceel land naast Hein des Groten, Godken des Groten en Floorke van Beerfelt (met transfix van 10 juli 1449, regestnr 381)
Origineel (inventarisnr 614)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 164 (inventarisnr 1)
372 1448-12-21.
1448 december 21 (op sunte Thomaes dach des heyligen apostels)
Schepenen van Sambeek oorkonden dat Liesbeth van Cuijk erkend heeft dat Henneke Jan Trudenznzn en zijn vrouw Hadewig steeds mogen lossen 20 vat rogge per jaar, met hoofdsom van 29 Rijnse gulden
Origineel (inventarisnr 954)
Met schependomszegel
375 1449-03-04.
1449 maart 4 (des Dinxdages post Invocavit)
Herman de Rode en Henrik van Rijn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Bruisten en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Gerit, prior klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 25 april 1419 en 26 januari 1438, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 malder rogge per jaar (zie regestnr 125 en nr 271)
Origineel (inventarisnr 816)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 219 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'uut die hoffstadt daer Herbert de Smid op woent'
379 1449-05-15.
1449 mei 15
Willem van Deurnen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Raat en zijn vrouw Yken overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
8 malder en 3 vat rogge per jaar en cijns van 2 hoenders uit de Heiakker, aan Brakelse dijk naast Jan Bloemen, de Vonderenakker, hieraan onscheidbaar verbonden, Diepenbroek en gemene straat
Origineel (inventarisnr 653)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 152 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'dit gilt nu Thonis van der Linden'
380 1449-07-10.
1449 juli 10
Henrik Collart van Linden Remboltzsz en Willem van Deurnen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem van Vlodrop en zijn vrouw Alienoer, overgedragen hebben aan Jan van Wienhaven:
schepenakte van 9 april 1437, waardoor dit transfix gestoken is, over 9 vat gerst en 2 hoenders per jaar, met als onderpand perceel land Steltstuk, naast Rutken van Bothalen (zie regestnr 255)
Origineel (inventarisnr 828)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 461 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'dit is aen ons comen van bruder Henrik van Wyenhaven patrimonium onss conventuaell'.
381 1449-07-10.
1449 juli 10
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Kathrijn van Vught, procuratrix zusterklooster van Orthen van Sint-Andrieshuis van 's-Hertogenbosch, met toestemming van hun biechtvader Jan Meierings van Wesel, overgedragen heeft aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 28 juni 1448, waardoor dit transfix gestoken is, over 3 malder rogge per jaar (zie regestnr 367)
Origineel (inventarisnr 614)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 163 (inventarisnr 1)
382 1449-07-10.
1449 juli 10
Willem van Doernen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Kathrijn van Vught, procuratrix zusterklooster van Orthen van Sint-Andrieshuis van 's-Hertogenbosch, met toestemming van hun biechtvader Jan Meierings van Wesel, overgedragen heeft aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 23 juni 1437, waardoor dit transfix gestoken was, over 13 malder rogge per jaar (zie regestnr 258)
Origineel (inventarisnr 614)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 165 (inventarisnr 1)
Akte van 23 juni 1437 is afgevallen
384 1450-03-30.
1450 maart 30 (des Manendages na Palmdach)
Willem van Deurnen en Henrik van den Rijn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Goswijn van Berlaar verklaard heeft, klooster van Sint Agatha schadevrij te houden aan 32 Rijnse gulden, die hij gebeurd heeft van Jan van Keppel, oom van broeder Art Snelraat, waarvoor hij 2 malder rogge aan Art voor klooster gevestigd heeft, welke schade klooster mag uitpanden op al zijn goederen in Cuijk
Origineel (inventarisnr 832)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 103 (inventarisnr 1)
386 1450-10-04.
1450 oktober 4 (des Sondages post Michielis)
Willem van Deurnen en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Kimp, als provisor gasthuis in Nijmegen, overgedragen heeft aan Jan den Hanen Hermansz:
schepenakte van 14 juli 1404, waardoor dit transfix gestoken is, over 15 vat rogge per jaar (zie regestnr 60) (met transfix van 22 april 1453, regestnr 400)
Origineel (inventarisnr 786)
Met zegels schepenen
387 1451-03-10.
1451 maart 10
Willem van Deurnen en Henrik van den Rijn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik de Groot en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan Floren Deriksz:
schepenakte van 23 oktober 1438, waardoor dit transfix gestoken is, over panding van 10 vat rogge per jaar (zie regestnr 280)
Origineel (inventarisnr 797)
Met zegels schepenen
390 1451-07-13.
1451 juli 13 (op sente Margrieten dach)
Willem Holland en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Floris Henriksz en zijn vrouw Cornelis / Jan Henriksz en hun zusters Luijtgart en Juijt, overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
alle erven, renten en goederen, die hun vader Henrik Florensz in Sint Agatha had, behoudens koolhof naast Begijnensteeg en 8 malder rogge
Origineel (inventarisnr 624)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 129a (inventarisnr 1)
391 1451-07-13.
1451 juli 13 (op sente Margreten dage virginis)
Willem Holland en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Zellar en zijn vrouw Gertrud, met zijn zuster Mechteld van Zellar overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 8 september 1420, waardoor dit transfix gestoken is, over 281/2 malder koren per jaar, voor 1/3 rogge, 1/3 gerst en 1/3 haver / en cijns van 2 kapoenen en 4 ganzen per jaar, uit welke erfpacht Derik Knapenzn 4 malder rogge per jaar geldende heeft (zie regestnr 140)
Origineel (inventarisnr 872)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 291 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Item dese IIII malder roggen hebben wy gecoft ende wail betaelt'
392 1451-08-01.
1451 augustus 1 (op sente Peters dach ad Vincula)
Willem van Deurnen en Henrik van den Rijn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Floor Deriksz en zijn vrouw Juit overgedragen hebben aan Henrik den Groten:
perceel land op de Kamer naast Dailert, alsmede cijns van 1 penning per jaar uit perceel land naast Jan Mechtelden, Lysken Jans, Henrik van Baax en de gemeent
Origineel (inventarisnr 725)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'dit erff is den cloesters goet'
393 1451-11-30.
1451 november 30 (op sunte Andreas apostoli)
Henrik de Raijmaker en Jan Deriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Teelman van den Alderkerken en zijn vrouw Fie overgedragen hebben aan Jacob van Hesel:
2 malder rogge per jaar uit huis en hof, naast Hein Vallix / huis van Michel Kinen / Ven Houts / huis van Neesken Huberts / Ermgart Spierings / en gemene straat
Origineel (inventarisnr 817)
Op rugzijde: 'dese II malder roggen syn ons aen gestorven met onsen procurator Lambert van Gravia die een broer was Hilleken Jan des Laten ? wilneer wyf welcke voer Jan had ter pacht gehadt Jacob Hesel waer op dese brief sprickt ende hier van en is hij ??? guet niet overgedragen mer syn suster ende bruder den hyr aen onsen ???'
In inventaris cartularium: 'II malder roggen van Henrik van Rijn Derikksz de Maelpot. 1/2 malder hieraff heeft Thonis die Cremer geloest: dit onderpandt heeft 't convent aen sich die beterscap daeraf betalende met een summe gelts: Desen brieff is overgedragen Gerit die Becker, die tot enen huisfrou heft Beell, nagelaten weduwe Derikk die Kremer'
397 1452-06-10.
1452 juni 10
Willem van Vlodrop en Henrik van Rijn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman Kalenzn en zijn vrouw Guedelt overgedragen hebben aan Liesbeth van der Meer en haar zuster Fie:
schepenakte van 22 januari 1431, waardoor dit transfix gestoken is, over 12 vat rogge per jaar (zie regestnr 219)
Origineel (inventarisnr 778)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 443 (inventarisnr 1)
400 1453-04-22.
1453 april 22 (op Jubilate)
Willem van Deurnen en Jan Deriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Haan en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan Jan van Eeldonk:
2 schepenakten van 14 juli 1404 en 4 oktober 1450, waardoor dit transfix gestoken is, over 15 vat rogge per jaar (zie regestnr 60 en nr 386)
Origineel (inventarisnr 786)
Met zegels schepenen.
401 1453-05-05.
1453 mei 5
Henrik de Raijmaker en Jan Deriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik de Groot en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Gertrud, weduwe Baken Baax:
13 malder rogge per jaar, te leveren in Grave, uit hof in de Hautert, waar Peter van den Walsit op woont, naast de Sijp en gemeent, en uit andere hof aldaar, waar Diemer Jansz op woont, en verder uit alle andere goederen van Henrik in de Hautert en uit alle beemden in het Nerenveld in Sint Agatha (met transfix van 20 mei 1482, regestnr 571)
Origineel (inventarisnr 736)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 184 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Desen rog hebben wy geloest want hy gynge uuyt II onser haeve als aen die Heyde en op die Paes'
407 1453-11-03.
1453 november 3 (op sente Hubrechs dach episcopi)
Henrik de Raijmaker en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gijsbert Vedeler en zijn vrouw Beel, overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
11/2 malder rogge per jaar en cijns van 1 hoen per jaar uit perceel land in de Zwartenpool, groot 2 kleine morgen, eerder van Arnt van Zeller en gelegen naast Wemmer van den Brumhovel / Henrik van den Rijn / en gemene steeg
Origineel (inventarisnr 829)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 297 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'II hoenre die gilt nu Herman Vergeest coster te Cuijk'
408 1453-12-04.
1453 december 4 (op sente Barbaeren dach virginis)
Willem van Vlodrop en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik de Groot en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
41/2 malder rogge per jaar uit 21/2 morgen land naast een erf van Henrik van Baax, dat voorheen van Wolter van Baax was, en uit erf, dat Peter van den Walscheit onder zijn ploeg heeft, naast de Scherpe Hautert en rondom in de gemeent
Origineel (inventarisnr 755a)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 166 (inventarisnr 1)
409 1454-01-26.
1454 januari 26
Henrik de Raijmaker en Noiken Henriks, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hermen Walraven en zijn vrouw Aleid / Hermen van Haaren en zijn vrouw Stien / Seris Hermensz en zijn vrouw Ermgert, overgedragen hebben aan Thijs Roelkens:
perceel land op Laarakker naast Henrik van Baix, Gerit Frank en Jan Deriksz
Origineel (inventarisnr 785)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 260 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
Op rugzijde: 'dese Jacob woent tot Venloe'
In cartularium: 'Jacob Thijss of Vennen'
410 1454-03-02.
1454 maart 2 (opten anderen dach mensis Marcii)
Henrik de Raijmaker en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Hein Florenzn overgedragen heeft aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
goederen en erfenissen van zijn ouders in Sint Agatha
Origineel (inventarisnr 624)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 130 (inventarisnr 1)
411 1454-06-02.
1454 juni 2
Willem van Vlodrop en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob de Smid Deriksz overgedragen heeft aan Peter van Wetten Klaasz:
perceel land tussen Cuijk en Heeswijk, naast Wemmer van den Bremhovel, Derik Thijs / aanwein / gemene weg
Origineel (inventarisnr 1043)
Met zegels schepenen
412 1454-09-15.
1454 september 15
Henrik de Raijmaker en Jacob van Hesil, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Bloem en zijn vrouw Angnes overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
1 malder rogge per jaar uit 1/2 morgen land, voorheen van Hein Floren, naast erf voorheen van heer van den lande, Jan Raats, de Kaubusse en de Graft
Origineel (inventarisnr 687)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 147 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'dat ghilt nu Jacob Heymericks'
413 1454-11-24.
1454 november 24 (op sunte Kathrynen avont virginis)
Peter van Wetten Klaasz en Henrik de Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Pijppe en zijn vrouw Katherin borg staan voor Jan Spierink, inzake 1 malder rogge per jaar, dat zij aan klooster van Sint Agatha schuldig zijn, met verhaal op:
huis en hof in Cuijk naast Jacob Ven, Venholtz, Jan Lambertsz, Hein Valks, Heinen van Cuijk, Hadewig van der Hoven en gemene straat / perceel land de Geer, naast Heiakkersgat, en Derik van Blitterswijck / perceel land de Heiakker, naast Wemmer van den Brimhovel, Derik voornoemd en Gerit van Mekeren / perceel land aan Heersteeg, naast voorheen Bartold Cuppers, voorheen Henniken Wilken en voorheen Jan Sibrecht
Origineel (inventarisnr 804)
Met zegels schepenen
415 1455-03-02.
1455 maart 2 (opten anderen dach mensis Marcii)
Henrik de Raijmaker en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Leest Ooilken, en zijn vrouw Met overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
31/2 malder rogge per jaar en 5 hoenders uit 4 percelen land in Sint Achtense veld, te weten perceel aan Velksken, naast gemene weg, Graft en gemeent / Kaubossenakker, naast gemene weg, Jan Raats, Graft en Kaubos / Loaker, naast Jan Raats, Gerit van Akkeren, Diemer Rongen en Diemer Jansz / perceel naast Jan Raats, voorheen Arnt Bloem, voorheen Heinken Groten Wier en Looikens, behoudens cijns van 2 hoenders uit perceel land aan Velksken en cijns van 1 hoender uit ieder van de andere 3 percelen land
Origineel (inventarisnr 648)
Kopie cartularium, 144 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'dese pacht is nu in onss erve op de Camer ...'
416 1455-03-05.
1455 maart 5
Henrik de Raijmaker en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Leest Ooilken, en zijn vrouw Met overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
9 vat rogge per jaar uit perceel land in Sint Agatha naast Jan Sniers, Diemer Jansz en gemene straat, met voornoemd perceel land als onderpand / en 4 percelen land, waaruit zij 31/2 malder rogge en cijns van 5 hoenders per jaar aan klooster hebben geschonken
Origineel (inventarisnr 625)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 144 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Item van desen pacht voirsz. hebben wij dat erve weder ende dairom syn dese brieve doot'
417 1455-03-09.
1455 maart 9
Henrik de Raijmaker en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit Frank en zijn vrouw Jut overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
2 malder rogge per jaar uit 3 morgen en 1 kleine morgen land op Laarakker naast Henrik van Baax, Thijs Roelkens, Johan Papper, Michiel van Roede, Bartold de Jeger en gemeent
Origineel (inventarisnr 784)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 149 (inventarisnr 1)
422 1456-03-04.
1456 maart 4
Jan Deriksz en Jacob van Hesil, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Haren en zijn vrouw Yken overgedragen hebben aan Liesbeth Henrik Grotendr:
chepenakte van 1 april 1448, waardoor dit transfix gestoken is, over 2 malder rogge per jaar (zie regestnr 363)
Origineel (inventarisnr 1033)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 442 (inventarisnr 1)
423 1456-03-16.
1456 maart 16
Jan Maasz en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Ot Willem Coetsenzn / zijn zoon Arnt / en zijn vrouw Aleid, overgedragen hebben aan Noike Henriks:
schepenakte van 10 november 1431, waardoor dit transfix gestoken is, over 2 malder rogge per jaar uit 2 percelen land in Hoge Gat, afkomstig vam Mechteld Arnt Bloemendr, te weten perceel naast Arnt Bloemen, Roel tot Haps en gemeent, waaruit Willem Jan Sibrechts jaarlijks het ene malder heeft / perceel naast hofstad ( = bouwkavel), waaruit Roel voornoemd het andere malder heeft (zie regestnr 222) (met transfix van 12 mei 1485, regestnr 616)
Origineel (inventarisnr 743)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 195 (inventarisnr 1)
430 1457-11-27.
1457 november 27
Willem van Deurnen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Michiel van der Heijden en zijn vrouw Wendel overgedragen hebben aan Henrik Pijp:
2 percelen land, te weten perceel Nonnenakker, naast Henrik Kreeft / Derik Thijs / , aanweinde en perceel naast Jan van Mouwick en Jan Pijp, behoudens 41/2 vat rogge per jaar voor Willem van Doernen
Origineel (inventarisnr 1043)
Met zegel 1e schepen
431 1458-01-20.
1458 januari 20 (ipsa die Fabianii et Sebastianii martirum)
Henrik de Raijmaker en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Walraven van Nijdeggen en zijn vrouw Agnes overgedragen hebben aan Derik Roelofs:
12 malder rogge per jaar, te leveren in Grave, uit boerderij met huis en hofstad ( = bouwkavel) in de Hautert, de Heijtrak, bebouwd door Willem van den Ven, bestaande uit: huis en hofstad naast Doijenberg, Jan van Hanen, Arnt van den Berge, Doijenbergse Kamer / kamp land in Hautert naast Diemer Rongen, kinderen van Jan Raats, Hermen Wauwel en Hoge Gat / 2 morgen beemd in Nederveld naast kinderen van Gerit Bartoldz, de Maas, Jan Raatz, Noeijde Diemers en Herman Wauwel, behoudens cijns van 1 pond, 1/2 kapoen en 1/2 oude groot per jaar (met transfix van 31 augustus 1476, regestnr 535)
Origineel (inventarisnr 740)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 188 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Item den hof daer dese XII malder roggen uuyt gaen hebben wy selver tegen Walraven gebuyt also syn des XII malder roggen doet; Salentinus'
438 1459-05-01.
1459 mei 1 (ipsa die Philippi et Jacobi apostolorum)
Peter van Wetten Klaasz en Noiken Henriks, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thijs Roelofszn overgedragen heeft aan Bartold Kokeler, burger in Grave, 5 malder rogge per jaar uit 2 percelen land op de Laarakker, te weten perceel, naast Gerit Franken en voorheen Jan Franken / perceel, naast Henrik van Baax, Gerit Franken en Jan Deriksz, behoudens 1/2 malder rogge, 5 oude groten en 1/2 kapoen per jaar (zie ook schepenakte van 2 mei 1459, regestnr 439)
Origineel (inventarisnr 785)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'desen rog hebben wy gebuyt tegen Lysken Kupers, Thonis huisvrou van Lit, anno 87
439 1459-05-02.
1459 mei 2 (des anderen dages post Philippi et Jacobi apostolorum)
Peter van Wetten Klaasz en Noiken Henriks, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Bartold Kokeler, burger in Grave, erkend heeft dat Thijs Roelofzn gedurende 5 jaar 5 malder rogge per jaar een hem schuldig is uit 2 percelen land volgens schepenakte van 1 mei 1459, nadien te lossen met hoofdsom van 70 Rijnse gulden (zie regestnr 438)
Origineel (inventarisnr 785)
Met zegels schepenen
443 1459-07-10.
1459 juli 10
Schepenen van Vierlingsbeek oorkonden dat Henrik van Cuijk overgedragen heeft aan Arnt Snelraat, procurator klooster van Sint Agatha:
3 malder rogge, 2 malder gerst en 2 malder haver per jaar, met 2 hierbij behorende schepenakten, over 1 malder rogge / 2 malder rogge, 2 malder gerst en 2 malder haver per jaar
Origineel (inventarisnr 956)
Met schependomszegel
Kopie cartularium, 352 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'Dit corn, uutgenomen I malder rogge, dat geloest is, gaet uut die Alde Ordonck alsz die gelegen iss mitten graeve die altz daerthoe hoert, de men van den heer van Meer tot erffthyns haldende ys'.
444 1459-07-10.
1459 juli 10
Schepenen van Sambeek oorkonden dat Henrik van Cuijk overgedragen heeft aan Arnt Snelraat, procurator klooster van Sint Agatha:
8 malder en 20 vat rogge per jaar met 4 hierbij behorende schepenakten, over 2 malder / 20 vat / 3 malder / 3 malder rogge per jaar
Origineel (inventarisnr 954)
Met schependomszegel
Kopie cartularium, 332 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'die XX vaet syn geloest, VI malder geloest'
445 1460-02-10.
1460 februari 10 (ipsa die Scolastice virginis)
Gerit van Marik en Noike Henriks, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Lambert van Heeswik en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Jacob Reijleyer:
2 schepenakten van 29 augustus 1428 en 17 januari 1430, waardoor dit transfix gestoken is, over 2 malder rogge per jaar, waarbij Derik van den Steenakker beloofd heeft deze 2 malder per jaar te voldoen in Grave (zie regestnr 188 en nr 202)
Origineel (inventarisnr 780)
Met zegels schepenen
446 1460-02-19.
1460 februari 19 (Dynxdages na sunte Valentyns dach)
Peter van Wetten Klaasz en Noiken Henriks, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Ven en zijn vrouw Kathrijn overgedragen hebben aan Thijs Roelkens en hun dochter Stienke, tot huwelijksvoorwaarden:
4 malder rogge per jaar uit erfenis die hun ouders Ven en Met nalaten zullen
Gevidimeerd kopie in schepenakte van 9 april 1492 (inventarisnr 788) (regestnr 697)
Kopie cartularium, 261 (inventarisnr 1)
447 1460-05-13.
1460 mei 13 (op sunt Servaes dach)
Henrik de Raijmaker en Gerit van Marik, schepenen van Cuijk, met Loef Jeger, overste rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, oorkonden dat Johan Deriksz zich heeft doen panden voor 25 Rijnse gulden op goederen van Henrik de Groot in Cuijk, die de lossing voorbij heeft laten gaan, waarbij broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha, eigenaar is geworden
Origineel (inventarisnr 726)
Met zegels schepenen en overste rechter
Kopie cartularium, 179 (inventarisnr 1)
451 1461-03-04.
1461 maart 4
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Bade van Escharen en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan Johan van Holt Geritsz:
al hun erfpachten, goederen en erfenissen in Cuijk, met bijbehorende akten
Origineel (inventarisnr 820)
Met zegels schepenen
453 1461-09-16.
1461 september 16 (op sunte Lambertz avont episcopi et martiris)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik, wijlen Derikzn van Cuijk, overgedragen heeft aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 23 april 1423, waardoor dit transfix gestoken is, over 4 malder rogge per jaar (zie regestnr 155)
Origineel (inventarisnr 824)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 228 (inventarisnr 1)
454 1461-09-16.
1461 september 16 (op sunte Lambertz avont episcopi et martiris)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik, zoon wijlen Derik van Cuijk, overgedragen heeft aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 9 november 1410 en 27 januari 1412, waardoor dit transfix gestoken is, over 5 malder rogge per jaar (zie regestnr 85 en nr 88)
Origineel (inventarisnr 762)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 244 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Tot Haps vijff malder roggen Jacob Jeger ons aenkomen vanwege Geritten van Kuylle'
Inventaris cartularium: 'dit nu gilt Jan Gysen'
462 1462-05-10.
1462 mei 10
Henrik de Raijmaker en Herman Wauwel, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Haren overgedragen heeft aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land van 2 hont op de Sonnenschijn naast Herman Wauwels, terug te kopen tegen 7 Rijnse gulden
Origineel (inventarisnr 699)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 140 en 402 (inventarisnr 1)
463 1462-05-12.
1462 mei 12
Peter van Wetten Klaasz en Johan Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman Wauwel en zijn vrouw Wendel overgedragen hebben aan Henrik de Raijmaker:
3 malder rogge per jaar uit 1/2 kamp land de Spraats Hof, waarvan Herman en zijn vrouw het andere deel hebben, naast Henrik de Groot en gemene straat, behoudens cijns, niet ten laste komend van Henrik en zijn vrouw Agnes, maar van Herman en Wendel voornoemd, bestaande uit 1/2 malder rogge per jaar voor Onze-Lieve-Vrouwe in Cuijk / 2 kwarten wijn met Pasen voor kerk aldaar / 1 schepel rogge per jaar voor maagd Sint Agatha / 11/4 pond en 1 oude braspenning per jaar voor kanunniken in Grave (met transfix van 12 maart 1481, regestnr 550)
Origineel (inventarisnr 695)
Met zegels schepenen, dat van 2e schepen is beschadigd
Kopie cartularium, 185 en 289b (inventarisnr 1)
468 1462-08-10.
1462 augustus 10 (op sunte Laurentius dach martiris)
Henrik de Raijmaker en Herman Wauwel, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem van den Ven en zijn vrouw Yken overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
5 percelen land gelegen in de Kamer, voorheen behorend aan Hein van den Ven, te weten: Kamerstuk naast gemene weg en Hein Groten / Vlassaal naast gemene weg, Herman Wauwels en erf van klooster, voorheen van Floren van Haps / Kuil naast de Sonnenschijn van klooster / perceel land naast Walraven van Nijdeggen / perceel land naast Hein Groten en Herman Wauwels, behoudens 1 stuiver per jaar voor Collartz
Origineel (inventarisnr 752)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 141 (inventarisnr 1)
469 1462-08-12.
1462 augustus 12
Henrik de Raijmaker en Herman Wauwel, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Floor van Haps en zijn vrouw Jutte overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
2 percelen land in de Kamer, te weten: Vlassaal, naast gemene weg en erf van klooster, voorheen van Hein Vlassaal van den Ven
Dalert naast gemene weg en erven van klooster
Origineel (inventarisnr 753)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 141 (inventarisnr 1)
473 1463-05-04.
1463 mei 4
Peter van Wetten Klaasz en Henrik Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem van den Ven en zijn vrouw Yken overgedragen hebben aan Floren Deriksz:
1/2 kamp land, waarvan Ymmel, weduwe Jan Deriksz de andere helft heeft, op Laarakker en voorheen van Hein van den Ven, behoudens 11/2 malder rogge per jaar
Origineel (inventarisnr 787)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 254 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
474 1463-09-16.
1463 september 16 (op sunte Lambertz avont)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein de Groot, met toestemming van Johan Spierinks en Neuken Schoenmakers, kerkmeesters van Cuijk, overgedragen heeft aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 23 maart 1438, waardoor dit transfix gestoken is, over 2 malder rogge per jaar, die wijlen zijn vrouw Met bij testament vermaakt had aan kerk en klooster, en waarvan kerkgedeelte door klooster was afgekocht (zie regestnr 272)
Origineel (inventarisnr 626)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 157 (inventarisnr 1)
480 1464-03-15.
1464 maart 15 (op halff Mert)
Sijbert van Kijpshaven en Walraven van Nijdeggen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johanna, weduwe Wolter van Baax met haar zoon Henrik en zijn vrouw Peter, overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
akte van 23 april 1429, die heer van Gelre aan kanunniken van Sint-Joriskapel op burcht in Grave gegeven had, over 2 boerderijen heide in de Hautert, met alle andere akten hiervan (zie regestnr 196)
Origineel (inventarisnr 735)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 85 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'aen ghenen hoff aen die Hey'
482 1464-07-27.
1464 juli 27 (des Vrydages nae sunte Jacobs dage appostel)
Noiken Henriks en Henrik Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan Spierink en zijn vrouw Elsbeen overgedragen hebben aan klooster zusters van Orthen in 's-Hertogenbosch:
3 malder rogge per jaar uit 2 morgen land, 1 morgen naast Klaas Petersz / gemene steeg / Jan van Mouwik / Henrik Kreiftz, en 1 morgen in de Hautert naast Klaas voornoemd / gemene weg / Liesbeth Schillinks, behoudens 1/2 malder rogge per jaar en cijns van 1 kapoen en 1 butken per jaar (met transfix van 26 juni 1485, regestnr 618)
Origineel (inventarisnr 803)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 231 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'den brief van 3 malder rogs van Cornelis Spierinks onser suster van Cuijk; III malder roggen van Jan Spierinks dochter ten Orthen'.
483 1464-08-10.
1464 augustus 10 (up sunte Laurentius dach martiris)
Henrik de Raijmaker en Herman Wauwel, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Bloemen en zijn vrouw Mett overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land bij Sonenschijn van klooster voor perceel weerd naast de Donk van klooster op de Maas
Origineel (inventarisnr 700)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 140 (inventarisnr 1)
488 1465-11-09.
1465 november 9
Henrik Raijmaker en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik de Groot en zijn vrouw Liesbeth beloofd hebben aan broeder Arnt Snelraat voor klooster van Sint Agatha te betalen:
25 Rijnse gulden per jaar, die Jan Deriksz, burger van Nijmegen, geldende heeft naar inhoud van schepenakte van 13 mei 1460 (regestnr 447) / 3 malder rogge per jaar, die Jan van Aken geldende heeft / 9 malder rogge per jaar, die Gertrud, weduwe Baken Baax, of haar zoon Henrik geldende heeft volgens schepenakte van 5 mei 1453 over 13 malder per jaar (regestnr 401), waarbij Henrik tevens belooft hof Hautert, niet te ontdoen van beesten, houtgewas, scharen of timmeringen, maar goed te onderhouden, totdat aan Jan Deriksz de voornoemde 25 Rijnse gulden betaald zijn
Origineel (inventarisnr 726)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 178 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Heynrick de Groot van den hoff dair Demer Jans op woent'
489 1466-02-03.
1466 februari 3 (des anderen dages nae onser liever Vrouwen dage Purificacio)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Liesbeth van Akker en haar kinderen Jan, Henrik, Lenart, Jan, Herman en Kathrijn, weduwe Gerit van Akker, overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
land, waaruit klooster 14 malder en 3 vat rogge en cijns van 4 hoenders per jaar heeft
Origineel (inventarisnr 627)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 145 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'van den erve dat Heyn van Acker pleech te hebben'
Naderhand verpacht aan de naburen Herman Wauwels, Diemer Jans, Neude Diemer en Reintken Quantz
490 1467-03-21.
1467 maart 21 (op sunte Benedictus dach abbatis)
Henrik de Raijmaker en Hein de Groot, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman Wauwel en zijn vrouw Weindel overgedragen hebben, aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
5 percelen land, te weten Lange Kamerstuk naast de Kamer en gemene weg / Zalen naast gemene weg, Sonnenschijn van klooster en Henrik Groten / Dalert naast Walraven van Nijdeggen, gemene weg en erf van de Kamer / Stert naast Walraven van Nijdeggen en de Kamer / Kuil naast gemene weg, behoudens cijns van 2 penningen per jaar uit de Zalen
Origineel (inventarisnr 701)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 142 en 402 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '... op den Sonnenschijn'
491 1467-04-01.
1467 april 1
Sibert van Kipshaven en Jan Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Jansz en zijn vrouw Belij overgedragen hebben aan Gijsbert Velar: strook erf van 4 voet langs zijn huis
Origineel (inventarisnr 1041)
Met zegels schepenen
493 1467-09-18.
1467 september 18
Schepenen van Cuijk oorkonden, met schepenen Noeyken Henriks en Henrik de Groot, als bezegelaars, en Loef Jeger, rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat broeder Arnt Snelraat zich, voor klooster van Sint Agatha, heeft doen panden voor 101/2 malder rogge volgens inhoud van schepenakte aan onderpand Pixhoeve, waarin Gerit de Kaal, Gertrud Baken Baix, Derik Rolofsz, Jan Bakens en Henrik Bakensz nog 5 malder napacht hadden
Origineel (inventarisnr 771)
Met zegel 2e schepen en rechter
Kopie cartularium, 246 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'desen pacht was in Kuuycker velt'
In inventaris cartularium: 'mitten pacht aen den Langh Hegge in Cuijksche velt'
494 1467-10-24.
1467 oktober 24
Bartold Jeger en Jan Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Aken de oude en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan Jacob Reijleyer:
2 schepenakten van 29 januari 1436 en 12 april 1437, waardoor dit transfix gestoken is, over 2 malder rogge per jaar, verkregen bij zijn huwelijk met wijlen Truikn Janz Kalendr (zie regestnr 248 en nr 256)
Origineel (inventarisnr 780)
Met zegels schepenen
498 1468-08-23.
1468 augustus 23 (op sunte Bartholomeus avont des heyligen apostels)
Walraven van Nijdeggen en Johan Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan van Gaal, burger in Grave, en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
21 vat rogge per jaar en cijns van 1/2 kapoen per jaar uit hof Pixhoeve in Cuijk, en uit perceel land in Beers, Hazenraatshoeve, voor 1/5 deel, dat wijlen Derik Schoeman aan die hof had, volgens schepenakten van 29 maart 1418 en 10 maart 1443, waardoor dit transfix gestoken is (zie regestnr 117 en nr 330)
Origineel (inventarisnr 773)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 246 (inventarisnr 1)
499 1468-09-07.
1468 september 7 (op onser liever Vrouwen avont Nativitatis)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Agnes van Cuijk, burgeres in Grave, weduwe Dirk Knapensz, overgedragen heeft aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 28 augustus 1429, waardoor dit transfix gestoken is, over 3 malder en 3 vat rogge per jaar en cijns van 1 hoen per jaar (zie regestnr 200)
Origineel (inventarisnr 774)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 245 (inventarisnr 1)
501 1469-01-10.
1469 januari 10 (op sunte Pauwels dach heremijt)
Herman Wauwel en Hein de Groot, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Dries van Lent, burger in Grave, en zijn vrouw Geze met haar zoon Reiner Huisman in erfkoop verkocht hebben, aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land op de Sonnenschijn naast Herman Wauwels en Hein Groten
Origineel (inventarisnr 702)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 403 (inventarisnr 1)
506 1470-03-18.
1470 maart 18
Henrik de Groot en Nooike Henriks, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Katwijk en zijn vrouw Derik overgedragen hebben aan Peter van Wetten Klaasz:
perceel land tussen Cuijk en Heeswijk, op Nonnenakker, naast Lemken van Linen
Origineel (inventarisnr 1043)
Met zegels schepenen
507 1470-05-14.
1470 mei 14
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Frank Geritsz en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan Gerit Gaartsz:
1 malder rogge per jaar uit perceel land op Laarakker, naast voorheen Thijs Roelkens / Gees Papperts / Michiel van Rode / gemeent, behoudens 12 malder rogge min 1 schepel per jaar en cijns van 3 kapoenen per jaar (met transfix van 20 februari 1487, regestnr 652) (zie ook de akte van 15 mei 1470, regestnr 508)
Origineel (inventarisnr 789)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 260 en 263 (inventarisnr 1)
508 1470-05-15.
1470 mei 15
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat:
Gerit Gaartsz erkend heeft dat Jan Frank Geritsz 1 malder rogge per jaar aan hem schuldig is uit perceel land op Laarakker, volgens schepenakte van 14 mei 1470, nadien te lossen met hoofdsom van 10 Rijnse gulden (zie regestnr 507)
Origineel (inventarisnr 789)
Met zegels schepenen.
509 1470-11-10.
1470 november 10 (op sunte Martens avont episcopi)
Walraven van Nijdeggen en Noike Henriks, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik de Groot, in Grave, en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor Johan van Scheelberg, rentmeester in Gennep:
hof in de Hautert bij Sint Agatha, waar nu Gadert Goossens op woont, bestaande uit 3 percelen land, te weten perceel waar huis op staat, rondom in gemeent / perceel naast gemene straat achter hof van Heinken Groten / beemd van 3 morgen in Nederenveld, behoudens 25 Rijnse gulden per jaar aan vrouw en kinderen van Jan Dirkszn in Nijmegen, 9 malder rogge per jaar aan Henrik Baken in Grave en 3 malder rogge per jaar aan Jan van Aken (zie de akte van 9 november 1465, regestnr 488)
Origineel (inventarisnr 756)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 430 (inventarisnr 1)
510 1471-05-12.
1471 mei 12 (op sunte Servacius avont episcopi)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Bloemen Jan Bloemenzn beloofd heeft te betalen, zonder schade voor klooster van Sint Agatha:
alle pacht die weduwe Willem Collartz, jaarlijks heeft uit erf van Vestken van Hein van Akker, dat nu Arnt voornoemd heeft en uit de Donk van klooster, die verwisseld is met Hein van Akker, met als onderpand huis en hof van Arnt Bloemen in Sint Agatha, eerder behorend aan Jan van Akker, naast dijk, Peter Loikens, Jan Snijders, Collartz en Henrik Ooilkens
Origineel (inventarisnr 627)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 148 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Een werscap van Heynen Donck van Acker van joffr. Collartz. Pacht'
511 1471-07-22.
1471 juli 22 (op sunte Marien Magdalenen dach)
Peter van Wetten Klaasz en Nooike Henriks, schepenen van Cuijk, oorkonden met Walraven van Nijdeggen als medebezegelaar, dat voornoemde Walraven overgedragen heeft aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land Luisakker, dat hij van Henken Bloemen hield, naast Luisakker van klooster, Jan Raats, Herman Wauwels en gemene weg, waarbij Walraven cijns van 1 hoen per jaar behoudt / Walraven schuldbekentenis bij klooster aangaat van 60 Rijnse gulden met als onderpand 2 percelen land, die hij gekocht heeft van Derik Kersmeker, burger in Grave, 1 naast Heiakker, Jan Raats, Diepenbroek en gemene weg en 1 op de Maas naast eikenbos van klooster, gemene weg, weg van klooster ter Donkwaarts en Gerit de Jegers weg
Origineel (inventarisnr 645)
Kopie cartularium, 130 (inventarisnr 1)
512 1471-11-10.
1471 november 10 (op sunte Mertijns avont episcopi)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Lijske en Fijke van der Meer, gezusters van den Grave, overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 21 januari 1416, waardoor dit transfix gestoken is, over 6 malder en 3 vat rogge per jaar (zie regestnr 107)
Origineel (inventarisnr 778)
Kopie cartularium, 289a (inventarisnr 1)
In kopie wordt vermeld, dat Lijske en Fijke dochters zijn van wijlen Arnt van der Meer, burger in Grave
In cartularium: Litera transfixa tribus literis scabinalibus de pactu beginarum in Haps
513 1472-01-16.
1472 januari 16 (op sunte Anthonys avont)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik de Groot en zijn vrouw Heilken overgedragen hebben aan Willem van Doornen:
81/2 malder rogge per jaar uit beemd Hekkenkamp, naast de Bisenraat, de Gansweg en de Ganswei; in geval hem schade mocht aankomen van Jan van Duren van 21 malder rogge per jaar, die deze heeft uit de hof ten Doijenberg en uit kamp Meerhout, die Willem uit de hof ten Doijenberg onbezwaard behouden heeft, zal Willem van Doornen de schade mogen verhalen op Henrik's goederen in Cuijk
Gevidimeerd kopie in schepenakte van 25 juni 1481 (regestnr 551) (inventarisnr 692)
Kopie cartularium, 182 (inventarisnr 1)
524 1474-06-11.
1474 juni 11 (op sunte Barnabas dach des heyligen apostels)
Peter van Wetten Klaasz en Hein de Groot, schepenen van Cuijk, oorkonden dat kinderen van Hein van Akker, Henrik en Lenart / Klaas van Woesdijk, man van Aleid van Akker, overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
erf, dat hun ouders in erfpacht hadden van klooster
Origineel (inventarisnr 627)
Met beschadigd zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 149 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'dit is bi den Kaerbusch lant'
526 1474-11-03.
1474 november 3 (op sunte Huybairtz dach)
Peter van Wetten Klaasz en Jan Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Katwijk en zijn vrouw Derikske overgedragen hebben aan Arnt Taamlodder:
6 Rijnse gulden per jaar uit huis en kamp land naast Henrik Collartz en gemene straat in Katwijk op het Veerstat / 1/4 veerstad in Katwijk met schepen en toebehoren / kamp land, naast de Maas, gemeent en Teuken van Wetten / 1/2 morgen hooibeemd, naast Stien Haritz en Ooy van Jan Luykens (met transfixen van 24 januari 1483 en 9 september 1484, regestnr 580 en nr 606)
Origineel (inventarisnr 874)
Met zegels schepenen, dat van 2e schepen is beschadigd
Kopie cartularium, 286 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'uut Peters van Katwics'
527 1475-03-04.
1475 maart 4
Bartold Jeger en Willem van Vlodrop, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Michiel van Rode en zijn kinderen Jan, Michiel, Henrik, Liesbeth en Kathrijn, overgedragen hebben aan Alert, vrouw van Johan van der Donk, ridder:
schepenakte van 13 mei 1416, waardoor dit transfix gestoken is, over huis en hofstad ( = bouwkavel) in Haps, voorheen van Heilige Geest in Grave (zie regestnr 108) (met transfixen van 4 oktober 1483, 29 april 1484, 5 februari 1527 en 8 december 1547, regestnr 594, nr 597, nr 799 en nr 865)
Origineel (inventarisnr 1028)
Met zegels schepenen
528 1475-04-25.
1475 april 25 (op sente Marcus dach ewangelist)
Walraven van Nijdeggen en Jan Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Piep en zijn vrouw Gertrud overgedragen hebben aan Peter van Wetten Klaaszn:
perceel land Nonnenakker, naast Henrik Kreefs, voorheen Derik Thijs, met bijbehorende akten
Origineel (inventarisnr 1043)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'van erffen gelegen tuschen Cuijk ende Heeswijk'
530 1475-10-01.
1475 oktober 1 (des Sonnendaeghs nae sente Michiels dach)
Bartold de Jeger en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Karel van Holt en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan Johanna, weduwe Johan van Holt:
alle goederen en erfenissen in Cuijk, die zij geërfd hadden van hun broer Johan voornoemd
GevidimeerdKopie in een schepenakte van 20 mei 1490 (inventarisnr 820) (regestnr 683)
531 1475-10-09.
1475 oktober 9 (op sunte Dyonijs dach)
Peter van Wetten Klaasz en Hein de Groot, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Diemer van den Brumhovel en zijn vrouw Guedelt met zijn voorkinderen Peter, Liesbeth, Jut en Alet, overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
7 kleine morgen land in Sint Agatha naast gemene weg en Scheelbergs Wier, behoudens de volgende cijnzen, 2 malder rogge voor Jan van Deurnen en zijn moeder, nu aan klooster / 1/2 malder rogge voor Heilige Geesthuis in Grave / 1/2 malder rogge voor Dirk Baden in Grave, nu aan klooster / 5 vat rogge voor klooster
Origineel (inventarisnr 698)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 131 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '... van Diemer Rongen aen den Wier'
In cartularium: 'Item hier noch III brieff bij in der kisten, enen van Vl malder roggen, enen van II malder ende I hoen, noch een van vijff vaet roggen'
532 1476-01-04.
1476 januari 4
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter van Wetten Klaasz en zijn vrouw Maaske overgedragen hebben aan Jan van Reekhaven:
3 malder rogge per jaar, te leveren in Grave, uit kamp land in Korteler, naast Jan van Dunen / Peter Stevensz / gemene weg (met transfix van 15 januari 1546, regestnr 855)
Origineel (inventarisnr 1042)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'van 3 malder roggen tot Cuijk aen Herman Claasz'
533 1476-01-17.
1476 januari 17 (op sunte Antonius avont des heyligen abt)
Walraven van Nijdeggen en Henrik de Groot, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Duren en zijn vrouw Heilwig overgedragen hebben aan zijn broer Jacob van Duren:
alle goederen in Cuijk, die hij geërfd heeft van zijn moeder en erven zullen van zijn vader (is transfix van akte van 11 november 1434, regestnr 240)
Origineel (inventarisnr 715)
Met zegels schepenen
534 1476-03-12.
1476 maart 12 (op sunte Gregorius dach des heyllichen pauwes)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Duren Janszn en zijn vrouw Govert overgedragen hebben aan Jacob van Duren:
alle goederen in Cuijk, die hij geërfd heeft van zijn moeder en erven zullen van zijn vader (is transfix van akte van 11 november 1434, regestnr 240)
Origineel (inventarisnr 715)
Met zegels schepenen
535 1476-08-31.
1476 augustus 31
Gerit Jeger en Bartold Jeger, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Dirk Roelofs, burger in Grave, en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan prior klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 20 januari 1458, waardoor dit transfix gestoken is, over 12 malder rogge per jaar (zie regestnr 431)
Origineel (inventarisnr 740)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 189 (inventarisnr 1)
536 1476-09-16.
1476 september 16 (op sunte Lamberts avont)
Adriaan Haak van Beest, schout in het ambt van Cuijk / Gerrit Jeger / Jan Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij in geschil tussen klooster van Sint Agatha en de buren Arken Wauwels / Weindel Wauwels / Reiner Derikszn / Johan Bloem / Nooi Diemer / Arken Bloemen Janszn / en Yken Raats kinderen, over weerd van klooster ter Maasen bepaald hebben dat deze weerd geen deel uitmaakt van gemeent
Origineel (inventarisnr 628)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 127 (inventarisnr 1)
537 1477-02-05.
1477 februari 5 (op sunte Agathen daghe der heyliger joncfrouwen)
Bartold de Jeger en Willem van Vlodrop, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Pappert overgedragen heeft aan Johan van Reechem:
3 Rijnse gulden per jaar uit 2 percelen land, te weten: perceel naast Johan Spierinks / Peter Klaasz / gemene weg; perceel naast Arnt Bloemen / Gerit Schillink, Mistwech en Van Baaks; perceel Heitkamp, naast gemeent / Padbroekseland / Mistweg, behoudens 2 malder rogge per jaar uit Heitkamp
Origineel (inventarisnr 805)
Met zegels schepenen
538 1477-06-22.
1477 juni 22 (opter heiliger tiendusent marteler dach)
Johan Spierink en Johan van Moldick, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Reiner van Zeller Jansz overgedragen heeft aan broeder Lambert van den Grave, voor klooster van Sint Agatha:
2 pond en 3 kapoenen per jaar, te weten (1) 2 pond uit huis en hofstad ( = bouwkavel) in Cuijk, voorheen van Jan Bormans, nu van Peter Klaaskens, naast gemene straat / Walraven de Koster / en Willem van den Campe (2) cijns van 2 kapoenen uit huis en hofstad in Cuijk, voorheen van Jaak Querren, nu van Herman de Rode, naast gemene straat en voorheen Derik Velars, en (3) cijns van 1 kapoen uit huis en hofstad in Cuijk, voorheen van Henneke Jakens, naast voorheen Herman de Rode, voorheen Hein van Oss / Arntz van der Hage / en gemene straat
Origineel (inventarisnr 818)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 230 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: '(het huis) dat Brant Heeck toehoirt' , '(een hofstad) achter Jan Moer en Peter die Bay' en '(een hofstad) dat Herman Vergeest toe t'hoiren plach, dat die heer van Sevenberghen gecoft had, nu Evert die Wiltschut en Bay van Cuijk'
543 1478-03-17.
1478 maart 17 (op sunte Geertruden dach)
Walraven van Nijdeggen en Johan Spierink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan van Scheelberg, burger in Gennep, voorheen rentmeester aldaar, beloofd heeft:
klooster van Sint Agatha te bevrijden van schade, die het mocht aankomen van jaarrente van 25 Rijnse gulden, aan kinderen van Johan Dirksz in Nijmegen, uit zijn hof in Sint Agatha, waarvan 2 hoven van klooster en zijn wier in Sint Agatha een onderpand zijn, terwijl rente losbaar is tegen hoofdsom van 425 Rijnse gulden
Origineel (inventarisnr 726)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 188 (inventarisnr 1)
548 1479-05-02.
1479 mei 2
Jan van Mouwik en Peter Jacobsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Derik Deriksz van den Steenakker en zijn vrouw Hadewig overgedragen hebben aan Eef, weduwe Gaart Huijsmans:
10 vat rogge per jaar en 4 hoenders uit huis en hof op Steenakker, naast Jan Graatz en gemeent (met transfix van 14 februari 1482, regestnr 564)
Origineel (inventarisnr 781)
Met zegel 2e schepen
549 1480-06-11.
1480 juni 11 (op sunte Barnabas dach apostoli)
Bartold Jeger en Peter Raijmaker, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem van Doornen, burger in Grave, en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan Godden Herman Wauwelsz:
beemd in Sint Agatha in het Nederveld, het Meerraat, naast gemeent, Lem Geritz en steeg in gemene beemd
Origineel (inventarisnr 692)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 182 (inventarisnr 1)
550 1481-03-12.
1481 maart 12 (op sunte Gregorius dach)
Peter van Wetten Klaasz en Reiner Dirksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt van Haps en zijn vrouw Agnes overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Grave, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 12 mei 1462, waardoor dit transfix gestoken is, over 3 malder rogge per jaar (zie regestnr 463)
Origineel (inventarisnr 695)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 186 en 289a (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'dit ghilt nu Gerit Bolt off Wauwel, van Peter Hoestel ons coemen, dit is conventz thynsgoet'
551 1481-06-25.
1481 juni 25 (des anderen dages nae sunte Johan Baptisten dach Nativitatis)
Peter van Wetten Klaasz en Jan van Moldijk, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben schepenakte van 16 januari 1472 (zie regestnr 513), toebehorende aan Willem van Doornen, glazenmaker en burger in Grave, waarop voornoemde Willem en zijn vrouw Liesbeth beloofd hebben dat God Herman Wauwelsz gerechtigd zijn zal aan deze akte tot waarschap van beemd in Sint Agatha, het Meerraat, die God van hen gekocht heeft bij akte van 11 juni 1480 (zie regestnr 549), aangezien Hein de Groot en zijn vrouw Heilwig beloofd hadden die beemd te vrijwaren van 21 malder rogge per jaar van Jan van Duren uit hof Doijenberg en voorgenoemde beemd
Origineel (inventarisnr 692)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 182 (inventarisnr 1)
552 1481-08-01.
1481 augustus 1 (op sunte Peters dach ad Vincula)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Nooij Jan Diemersz en zijn vrouw Mechteld / en Peter Willekens en zijn vrouw Stien, overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Grave, voor klooster van Sint Agatha:
kamp land, gedeeld in 2 stukken, achter Cuijk naast Noren / Henrik Nooijkens / Peter de Veer / Van Baax / Van Driel / en Hadig van den Berge, waaruit 16 malder gerst per jaar aan klooster toekomen volgens schepenakte van 4 april 1430 (zie regestnr 205)
Origineel (inventarisnr 867)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 208 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van den Ratert, van II kempen tot Linden'
In inventaris cartularium: 'Dese II kemp liggen neven den Ratert, den enen ghebruyct Henrik Droegen ende den anderen den Doyenberg'
553 1481-08-23.
1481 augustus 23 (op sunte Bartholomeus avont apostoli)
Peter van Wetten Klaasz en Reiner Deriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Mannert en zijn vrouw Met overgedragen hebben aan Lambert van den Grave, voor klooster van Sint Agatha:
14 vat rogge per jaar en cijns van 2 hoenders uit 2 kleine morgen en 40 roeden land in Sint Agatha, naast Hein van Akkeren, nu van Henrik voornoemd, en aan gemene straat / en uit perceel land bij Sint Agatha Stock naast Luismorter, gemene veldweg, Sint Agatha Stock en het erf wijlen Nooi Diemers
Origineel (inventarisnr 646)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 189 (inventarisnr 1)
554 1481-10-09.
1481 oktober 9 (op sunte Dionisius dach martiris)
Peter van Wetten Klaasz en Reiner Deriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik de Wever en zijn vrouw Met / Jacob Lem Weversz en hun zuster Met, overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Grave, voor klooster van Sint Agatha:
hofstad ( = bouwkavel) met erven in Heeswijk, groot 1 morgen, naast gemeent / kinderen van Hadig van den Berge / kinderen van Jan Willen / en Jacob Eifelers
Origineel (inventarisnr 833)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 204 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'dit gilt nu Derikk van Vloedorps kynderen'
556 1481-11-25.
1481 november 25 (ipso die Katherine virginis)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit Hanen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Hermansz en zijn vrouw Fie / Herman Rolofs en zijn vrouw Luijtgard, overgedragen hebben aan Noide Plessers:
perceel land van 2 kleine morgen in Sint Agatha veld, naast erf voorheen van Noide Diemers, Gobbel Diemers kinderen, en Gerit Bertkens (met transfix van 21 maart 1484, regestnr 596)
Origineel (inventarisnr 649)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 191 (inventarisnr 1)
560 1482-01-22.
1482 januari 22 (op sunte Vincentius dach martiris)
Peter van Wetten Klaasz en Reiner Derikz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Yken, weduwe Jan Raat, en haar kinderen Peter, Reinke, Jan, Jut en Griet, overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
5 vat gerst per jaar uit perceel beemd bij Sint Agatha in Nederenveld, naast Heilwig Groten, pastoor van Brakel en Derik Schardenberg
Origineel (inventarisnr 691)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 190 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'uuten Langen Camp, dit gilt nu Goirt Cuper off Schoenmeker'
561 1482-02-07.
1482 februari 7
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman Ebben en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Grave, voor klooster van Sint Agatha:
5 malder rogge per jaar en cijns van 4 hoenders uit 2 percelen land in Pixhoeve, te weten perceel van 10 hont naast gemeent, Jan van Bueren, Peter van den Berge en Jan Koenen / perceel van 8 hont,de Brant, naast Peter van den Berge en gemeent
Origineel (inventarisnr 775)
Met zegels schepenen, dat van 1e schepen is beschadigd
Kopie cartularium, 249 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'dess vyff malder roggen gylt Aleid Robbert ende die hoenre'
Tevens in cartularium: 'Anno 1555 sijn dese vijf malder roggen verbuijt mitten Gasthuijsse toe Graef ind wij hebben dair tegen dess gasthuijss thyendt in den Hoegen gaet, groff ind smaijll thyendt, mer den thyns hebben wij an ons selven gehalden. Hyr ijss enen brijef aff gemaeckt. Item wy golden den Gasthuijss oyck twe malder roggen, dije syn daijr oyck mede doijt ende wij en sullen sy nijet meer gelden'.
564 1482-02-14.
1482 februari 14 (op sunt Valentijns dach)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman Ruulkens en zijn vrouw Luitgart overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 2 mei 1479, waardoor dit transfix gestoken is, over 10 vat rogge per jaar en 4 hoenders (zie regestnr 548)
Origineel (inventarisnr 781)
Met zegels schepenen
566 1482-02-22.
1482 februari 22 (op sunte Peters dach ad Cathedram)
Jacob Vennensz en Gerit Cuper, schepenen van Grave, oorkonden dat Willem van Doornen, glazenmaker, en zijn vrouw Liesbeth beloofd hebben aan Godden Wauwels, dat ingeval Heilwig Grooten en haar kinderen 81/2 malder rogge per jaar aflossen, die zij nu betalen van een beemd in Sint Agatha, groot 2 morgen, volgens schepenakte van Cuijk, door Willem voornoemd andere waarborg voor deze beemd zal gesteld worden, of principale akte zal aan Godden worden overgedragen
Origineel (inventarisnr 692)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 183 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'uten Meerrait'
567 1482-04-08.
1482 april 8
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Noor, weduwe Willem Vlodrop, met hun kinderen Willem en zijn vrouw Gertrud / Arnt / Rombolt en zijn vrouw Liesbeth / hun dochter Jan / en Johan van Vlodrop, voorzoon van Willem, overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Grave, voor klooster van Sint Agatha:
kamp land bij Linden, de Ratert, naast Jan Diemers kinderen en Herman Scepers kinderen, voor erfpacht van 8 malder en 3 vat rogge per jaar, onder voorwaarde dat klooster 7 malder daarvan inhouden en korten zal tegen 7 andere, die het heeft uit hof Bogaart in Heeswijk
Origineel (inventarisnr 868)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 289 (inventarisnr 1)
568 1482-04-12.
1482 april 12
Peter van Wetten Klaasz en Reiner Dirksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat God Herman Wauwelszn en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Grave, voor klooster van Sint Agatha:
driedeel van kamp weiland in Sint Agatha , het Meerraat, die hij gekocht heeft van Willem van Doornen, burger in Grave, en daarvan niet meer dan 1/4 behouden heeft, met alle akten die daarvan spreken
Origineel (inventarisnr 692)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 183 (inventarisnr 1)
570 1482-05-13.
1482 mei 13 (op sunte Servaes dach episcopi)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit Hanen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Noien in Linen / zijn vrouw Neze / en Beert, weduwe Arnt Keizers, overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Grave, voor klooster van Sint Agatha:
1/2 malder gerst per jaar uit perceel land van 1/2 morgen in Klein Linden, gelegen naast Haretz kinderen
Origineel (inventarisnr 845)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 289 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'nu Henrik Aarntsz'
In inventaris cartularium: 'liggende in erffenisse Harijt Wemmersz'
571 1482-05-20.
1482 mei 20
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt van Lom, burger in Grave, en zijn vrouw Gerit, overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Grave, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 5 mei 1453, waardoor dit transfix gestoken is, over 13 malder rogge per jaar, waarvan klooster 4 malder betaalde uit hof, waar nu Hein van den Berge woont, en 9 malder, die Jan van Scheelberg, 'koekenmeester' in Kleef, betaalt uit hof, waar nu Godert Goossensz woont, van welke rogge klooster akte van lossing getoond heeft (zie regestnr 401)
Origineel (inventarisnr 736)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 184 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'welck gyngh uut die Paye ende die Heyde ende uut all den guet alsz kempen'
573 1482-08-28.
1482 augustus 28 (op sunte Augustijns dach)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit van Maurick, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Reijleyer, burger in Grave, en zijn vrouw Ooyken / Jan Reijleyer en zijn vrouw Lieske / Jan Hanen en zijn vrouw Aleid, overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Grave voor klooster van Sint Agatha:
4 malder rogge per jaar, die Derik van den Steenakker betaalde, met alle akten daarvan
Origineel (inventarisnr 780)
Met zegels schepenen
576 1482-10-18.
1482 oktober 18 (op sunte Lucas dach ewangelist)
Gerit van Marik en Gerit Hanen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Aab Jan Michilensz, gasthuismeester / Gerit Cuper / en Gijsbert Maas, provisoren Sint-Catharinangasthuis in Grave, overgedragen hebben aan broeder Lambert van den Graaf, voor klooster van Sint Agatha:
141/2 pond, die klooster jaarlijks verschuldigd was aan koren- en smaltienden in Hautert en Sint Agatha, waarvan pastoor van Cuijk andere helftheeft, met alle akten en geschriften hiervan
Origineel (inventarisnr 720)
Met zegels schepenen
577 1482-11-13.
1482 november 13 (op sunte Brictius dach episcopi)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan van den Berge en zijn vrouw Heile overgedragen hebben aan Arnt Bloemen en zijn vrouw Ermgart:
schepenakte van 24 juli 1447, waardoor dit transfix gestoken is, over 6 vat rogge per jaar, die Heile geërfd heeft van haar tante Hilleke Godkens Bodendr (zie regestnr 360) (met transfix van 21 juli 1485, regestnr 620)
Origineel (inventarisnr 745)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 194 (inventarisnr 1)
578 1482-11-25.
1482 november 25 (ipsa die Katherine virginis)
Peter van Wetten Klaasz en Peter Velar Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Jansz van Duren en zijn vrouw Hennike overgedragen hebben aan Henrik de Groot:
schepenakte van 11 november 1434, waardoor dit transfix gestoken is, over 21 malder rogge per jaar (regestnr 240), met 2 schepenakten van 17 januari 1476 en 12 maart 1476, waardoor dit transfix gestoken is, over overdracht door Jan en Jan, broer van Jacob, van hun erfenis van vader en moeder, mede aan Jacob (regestnr 533 en nr 534) en waarvan hun zuster Agnes, vrouw van Michel Kerstens, haar deel gebeurd heeft
Origineel (inventarisnr 715)
Met zegels schepenen
In inventaris van cartularium: uuten Doyenberg overgedragen Arnt de Groot, dese hebben wy gheloest
579 1482-12-12.
1482 december 12 (op sunte Lucien avont)
Gerit Hanen en Rein Deriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Vlodrop en zijn vrouw Heilwig met haar zoon Henrik Henriks de Groot overgedragen hebben aan Herman Buitendijks en zijn vrouw Liesbeth:
8 malder rogge per jaar gedurende 3 jaar uit hun goederen in Cuijk, te leveren bij Bothalen op het veerstad en nadien aan hen in Gennep
Origineel (inventarisnr 715)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'desen rogghe hebben wy geloist, doe wy den Doyenberg kofften'
580 1483-01-24.
1483 januari 24 (ipso die Thymothei apostoli)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit Hanen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Taamlodder en zijn vrouw Mechteld overgedragen hebben aan Johan Collart van Linden:
schepenakte van 3 november 1474, waardoor dit transfix gestoken is, over 6 Rijnse gulden per jaar (zie regestnr 526) (met transfix van 9 september 1484, regestnr 606)
Origineel (inventarisnr 874)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 286 (inventarisnr 1)
584 1483-06-04.
1483 juni 4
Schepenen van Cuijk oorkonden, met schepenen Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz als bezegelaars, en Jan Koenen, rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat Arnt Snelraat, procurator klooster van Sint Agatha, zich heeft doen panden voor:
48 malder rogge en 10 pond aan bescheiden en goederen van Jan Spierink en zijn vrouw Elze, in Cuijk, te weten kamp land van 11/2 morgen in Heeswijk, naast Ebbe de Molner / Jacob Vennen / Jan Noiensz / Peter Klaasz / en gemene weg;
cijnzen, verschuldigd door Hilleke Bartoldz / Zeger de Cuper / Henrik Schopken / Peter Klaasz / en Zeger Smit, nadat Jan Coeberg en zijn broer Gijsbert / Jan van Gaal / Griet Coeberg / en Lijske Coeberg, als erfgenamen van Jan Spierinks, en Gaart van Triest / en Metten van den Putte, als erfgenamen van Elze, aflossing voorbij hebben laten gaan
Origineel (inventarisnr 834)
Met zegels schepenen en rechter
Kopie cartularium, 205 (inventarisnr 1)
585 1483-06-19.
1483 juni 19 (op sunte Gervasius ende Prothasius dach der heiliger marteler)
Peter van Wetten Klaasz en Reiner Deriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thijs de Haan en zijn vrouw Jutte overgedragen hebben aan broeder Arnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
huis en hofstad ( = bouwkavel) in Sint Agatha, naast gemene straat, behoudens 11 vat rogge per jaar, die klooster hieruit heeft, te lossen door Walraven van Nijdeggen
Origineel (inventarisnr 662)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 185 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Met Mouwen huis'
586 1483-06-19.
1483 juni 19 (op sunte Gervasius ende Prothasius dach der heiliger marteler)
Schepenen van Cuijk oorkonden, met schepenen Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz als bezegelaars, en Willem van Vlodrop, rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat Arnt Snelraat, procurator klooster van Sint Agatha, zich heeft doen panden voor 5 malder rogge en 1 pond per jaar aan:
alle erfenissen en goederen van Johan Spierink en zijn vrouw Elze in Cuijk, te weten perceel land de Geer, naast gemene weg, voorheen Derik van Blitterswijck en Heiakkers Gaat op de graaf / perceel land Heiakker', naast Hein Pappert, voorheen Derik van Blitterswijck, voorheen Gerit van Mekeren en de Aanweinde / perceel land aan Heersteeg, naast voorheen Bartold de Cuper, voorheen Henneken Willekens en voorheen Jan Sibertz / bosje Steenbos / perceel land van 1 morgen, naast voorheen Derik van Blitterswijck, voorheen Thijs van den Grave, Gerit de Jeger, Peter Klaasz en voorheen Gerit van Mekeren / perceel land in Bollixdaal, naast Peter de Veere, voorheen Derik van Blitterswijck en voorheen Wolter van Baax / 2 percelen land in Nootdoppe, naast Jan Willen, Ebbe de Moelner en gemene weg, en 'clootken' naast Zeger de Smid, heer Henrik Neukens en gemene weg / perceel land in de Hautert, naast gemene weg, Arnt Knapensz en Derik Craboth, nadat Jan Coebergs en zijn broer Gijsbert, Jan van Gaal, Griet Coebergs en Lijske Coebergs als erfgenamen van Jan Spierinks en Gaart van Triest en Metten van den Put, als erfgenamen van Elze, de aflossing voorbij hebben laten gaan
Origineel (inventarisnr 804)
Met zegels schepenen en rechter
Kopie cartularium, 208 (inventarisnr 1)
587 1483-06-30.
1483 juni 30 (des anderen dages na sunte Peter ende Pauwels dach apostolorum)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein van Rijn en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan Johan van Zeller, voor klooster van Sint Agatha:
6 vat rogge per jaar uit perceel land Koenraad, naast de Maas, voorheen Henrik Maaszn / Walraven van Nijdeggen / en Jan van Baax, en uit zijn huis en hofstad ( = bouwkavel) in Cuijk naast Henrik Montz / Jacob van den Schaar / en gemene straat
Origineel (inventarisnr 826)
Kopie cartularium, 229 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'dit heeft Henrik Droegens achter Herman Smytz'
588 1483-07-07.
1483 juli 7
Gerit Hanen en Reinke Derikszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman van Batenborg, heer van Stein, overgedragen heeft aan Gerit Celen:
80 Rijnse gulden per jaar uit tol van Heer van Cuijk, met principale akte van 17 november 1428 (regestnr 192) / akte van erfdeling / en andere akten (met transfixen van 10 november 1488 en 10 april 1526, regestnr 676 en nr 797)
Origineel (inventarisnr 839)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'van XLVIII golden gulden van de heer van Gerwen'
591 1483-07-24.
1483 juli 24 (op sunte Jacobs avont apostoli)
Peter Velar Klaasz en Rein Deriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan van Vlodrop afstand gedaan heeft aan Heilwig, weduwe Heinken Groten, van:
alle goederen die Heinken geërfd heeft, behoudens 7 malder rogge per jaar gedurende zijn leven, uit kamp land achter Sint Agatha volgens schepenakte, die Heilwig aan Johan heeft overgedragen
Gevidimeerd kopie in schepenakte van 12 november 1486 (regestnr 640) (inventarisnr 715)
Kopie cartularium, 200 (inventarisnr 1)
594 1483-10-04.
1483 oktober 4
Walraven van Nijdeggen en Gerit Hanen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Alert van der Donk, weduwe Johan, ridder / Willem van Meerwijk en zijn vrouw Griet / Cornelis, vrouw van Beern van Gaal, overgedragen hebben aan Johan van Voordel:
2 schepenakten van 13 mei 1416 en 4 maart 1475, waardoor dit transfix gestoken is, over huis en hofstad ( = bouwkavel) in Haps (zie regestnr 108 en nr 527) (met transfixen van 29 april 1484, 5 februari 1527 en 8 december 1547, regestnr 597, nr 799 en nr 865)
Origineel (inventarisnr 1028)
Met zegel 2e schepen
595 1484-02-16.
1484 februari 16 (des Manendages nae sunte Valentyns dach martiris)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Pappert en zijn zoon Jan overgedragen hebben aan broeder Johan van Zeller, voor klooster van Sint Agatha:
5 malder rogge en 1 pond per jaar uit percelen land de Geer / Heiakker / perceel land aan Heersteeg / Steenbusch met 1 morgen land / perceel land in Bullixdaal / 2 percelen land in Nootdoppe / 'clootken' daarbij (zie voor aangelegen erven akte van 19 juni 1483, regestnr 586, behoudens genoemd perceel in de Hautert)
Origineel (inventarisnr 804)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 229 (inventarisnr 1)
596 1484-03-21.
1484 maart 21 (op sunte Benedictus dach)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Neuken Plesser overgedragen heeft aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 25 november 1481, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land van 2 kleine morgen (zie regestnr 556)
Origineel (inventarisnr 649)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 190 (inventarisnr 1)
597 1484-04-29.
1484 april 29
Gerit Hanen en Peter Velar Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan van Voordel overgedragen heeft aan Derik Lubbertsz:
3 schepenakten van 13 mei 1416, 4 maart 1475 en 4 oktober 1483, waardoor dit transfix gestoken is, over huis en hofstad ( = bouwkavel) in Haps (zie regestnr 108, nr 527 en nr 594) (met transfixen van 5 februari 1527 en 8 december 1547, regestnr 799 en nr 865)
Origineel (inventarisnr 1028)
Met zegels schepenen
598 1484-05-03.
1484 mei 3
Peter van Wetten Klaasz en Gerit Hanen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Frederik Neef overgedragen heeft aan Peter Velar Klaaszn:
2 schepenakten, waarvan 1 van 3 augustus 1442, over 6 malder rogge per jaar (zie regestnr 328) (met transfix van 8 maart 1512, regestnr 761)
Origineel (inventarisnr 795
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 255 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
600 1484-07-13.
1484 juli 13 (op sunte Margareten dach joffrouw)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Neudensz en Luijken van Lottum op Nielt, kerkmeesters kapel van Klein Linden, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zeller, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 30 september 1436, waardoor dit transfix gestoken is, over 1/2 malder rogge per jaar (zie regestnr 252)
Origineel (inventarisnr 846)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 288 (inventarisnr 1)
601 1484-07-20.
1484 juli 20
Gerit Hanen en Peter Velar Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Rolof Lemmenzn en zijn vrouw Eef overgedragen hebben aan Jacob Thijs:
10 malder rogge en 1 schepel per jaar uit 2 percelen land op Laarakker / perceel naast zijn zuster Feessen / perceel Geer, naast voorheen Floor Deriksz / Henrik Snavel / Evert Baars, behoudens uit 1e perceel cijns van 2 kapoenen per jaar en uit 2e stuk 2 malder rogge per jaar
Origineel (inventarisnr 1034)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 262 (inventarisnr 1)
Met brief, waaruit blijkt dat deze akte in klooster blijven zal voor Jacob Thijs in Venlo, geboren in Grave.
603 1484-07-26.
1484 juli 26 (des anderen dages nae sunte Jacobs dach apostoli maioris)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Walraven van Nijdeggen en zijn vrouw Agnes overgedragen hebben aan broeder Johan van Zeller, voor klooster van Sint Agatha:
hof in Sint Agatha, bestaande uit perceel land met huis en hofstad ( = bouwkavel) Heitrak, naast Doijenberg, Arnt van Haps, gemene straat en perceel Hoeve / perceel Hilkens Kamp, naast gemene straat, kinderen van Jans Raatz, God Wauwel, Klaas van Mill en Gerit de Haan / perceel Diepenbroekse Kamp, naast Yken Raatz, Diepenbroek en gemene straat, behoudens 1 pond per jaar
Origineel (inventarisnr 741)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 276 (inventarisnr 1)
606 1484-09-09.
1484 september 9 (des anderen daghes nae onser liever Vrouwen daghe Nativitatis)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan Collart van Linden en zijn vrouw Geze overgedragen hebben aan broeder Johan van Zeller, voor klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 3 november 1474 en 24 januari 1483, waardoor dit transfix gestoken is, over 6 Rijnse gulden per jaar (zie regestnr 526 en nr 580)
Origineel (inventarisnr 874)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 287 (inventarisnr 1)
607 1484-09-22.
1484 september 22 (op sunte Mauricius dach martiris)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Visser, rentmeester van Willem van Egmont, heer in Haps, en Thijs de Haan een overeenkomst gemaakt hebben voor overdracht recht van Heer van Haps op:
perceel land van Thijs in Sint Agatha naast de Graft, de Caubos en Jan Bloemen / perceel land van Thijs, de Heikamp, in Sint Agatha aan het Slijmgat, een erf voorheen van Diemer Rongen en van Jan de Raat;
waarna Thijs en zijn vrouw Jutte het 1e stuk overgedragen hebben aan Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha
Origineel (inventarisnr 662)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 192 (inventarisnr 1)
608 1484-09-23.
1484 september 23 (des anderen dages nae sunte Mauricius dach et sociorum martirum beatorum)
Bartold Jeger en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Derik Frederiksz, burger in Nijmegen, en zijn zuster Bartruid ontvangen hebben van Walraven van Nijdeggen:
hoofdsom van 100 Rijnse gulden ter aflossing van 6 Rijnse gulden per jaar uit hof Heitrak in Sint Agatha
Origineel (inventarisnr 742)
Met zegels schepenen
610 1484-11-29.
1484 november 29 (op sunte Andries avont apostell)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Wauwel, met zijn zonen Jan en Herman en zijn schoonzoon Jan Reinkesz, gehuwd met zijn dochter Gertrud, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
beemd van circa 1 hont in Sint Agatha naast Hein de Grote en de Leigrave
Origineel (inventarisnr 681)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 199 (inventarisnr 1)
611 1485-01-12.
1485 januari 12 (opten Guedesdaghe na den heiligen Derthiendaghe)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thijs de Haan en zijn vrouw Jutte overgedragen hebben aan broeder Johan van Zeller, voor klooster van Sint Agatha:
3 percelen land in Sint Agatha in het Hogenveld, te weten perceel naast voorheen Diemer Rongen en voorheen Gobbel Diemers / perceel naast Wier, Caubossenakker en erven voorheen van Loikens en voorheen van Gobbel Diemers / perceel naast Kalverstart, onder verband van perceel land Walenberg in Sint Agatha in Hoge veld, naast Yken Raats, gemene weg en erf van Henrik Mannertz, Luismorter, behoudens herencijns van 10 penningen per jaar
Origineel (inventarisnr 662)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 193 (inventarisnr 1)
614 1485-03-12.
1485 maart 12 (op Sunte Gregorius dach pawes)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Walraven voornoemd en zijn vrouw Agnes overgedragen hebben aan broeder Johan van Zeller, voor klooster van Sint Agatha:
16 malder rogge per jaar, die klooster hen verschuldigd is uit 3 percelen land in Sint Agatha, te weten 10 malder uit beemd Lange Pas, naast Jan Collertz, Johan Scheelberg en Reinke Neuden / 41/2 malder in hof de Kamer, naast Doijnberg, gemeent en kinderen van Herman Wauwels / 11/2 malder uit perceel land de Stelt, naast kinderen van Herman Wauwels en Gerit de Jeger, waarvoor door Walraven en Agnes in leen gelegd zijn 16 andere malder rogge uit hun huis en erf de Oostermere onder Linen naast gemene straat, Johan Maasz en Johan Bonifaas, met goed Oostermere als onderpand
Origineel (inventarisnr 693)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 276 (inventarisnr 1)
616 1485-05-12.
1485 mei 12 (op sunte Pancratius dach martiris)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jutte, weduwe Nooike Henriks, en hun kinderen Henrik, Bele, gehuwd met Peter Velar Klaasz, en Bele overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 10 november 1431 en 16 maart 1456, waardoor dit transfix gestoken is, over 2 malder rogge per jaar (zie regestnr 222 en nr 423)
Origineel (inventarisnr 743)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 195 (inventarisnr 1)
618 1485-06-26.
1485 juni 26 (op sunte Johan ende Paulus dach martirum)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Heilwig Kimpen, mater / Rutger van der Hautert, procuratrix / Cornelis Spierinks / Liesbeth van Lucell, zusters klooster van Orthen van Sint-Andrieshuis in 's-Hertogenbosch, met toestemming van hun voogd en biechtvader Peter van Dinslaken, overgedragen hebben aan Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 27 juli 1464, waardoor dit transfix gestoken is, over 3 malder rogge per jaar (zie regestnr 482)
Origineel (inventarisnr 803)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 231 (inventarisnr 1)
619 1485-07-15.
1485 juli 15 (opter Apostelen scheidinghe dach)
Peter van Wetten Klaasz en Gerit de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Lesier en zijn vrouw Hadewig overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
2 percelen land in het Hoie Gat, naast de heide en Arnt Bloemen, behoudens 2/3 deel van 1 vat rogge per jaar
Origineel (inventarisnr 744)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 197 (inventarisnr 1)
620 1485-07-21.
1485 juli 21 (op sunte Marie Magdalenen avont)
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Bloemen en zijn vrouw Ermgart overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 24 juli 1447 en van 13 november 1482, waardoor dit transfix gestoken is, over 6 vat rogge per jaar (zie regestnr 360 en nr 577)
Origineel (inventarisnr 745)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 194 (inventarisnr 1)
621 1485-08-20.
1485 augustus 20 (op sunte Bernartz dach abbatis)
Arnt van Vlodrop en Johan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gaart van Goch, procurator / Arnt Knapensz, namens klooster van der Holtmere / en Derik Knapensz overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land van 1 morgen aan de Lange Heg naast Thijs Timmerman, waarbij zij beloven tevens borg te staan voor Kathrijn Knapensz, onmondige zuster van Arnt en Derik voornoemd
Origineel (inventarisnr 827)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 280 (inventarisnr 1)
622 1485-10-18.
1485 oktober 18 (op sunte Lucas dach ewangeliste)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein van den Berge en zijn vrouw Yken / Johan Nielen en zijn vrouw Aleid / Aleid van der Waden / Liesbeth, weduwe Maas Kelvoet / Ermgart Bloemen / Griet Arnt Tripmekersdr, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
ieders aandeel in 4 percelen land in het Hoge Gat, en 1/2 hont, bij heide, gemene straat, Thijs de Haan en Jan de Raat, behoudens 1/2 malder rogge, dat klooster daaruit heeft, en 11 butken en 1 oortbutken voor kanunniken van Grave en 11/2 vierendeel van 1 vat rogge uit 4e stuk, waarbij Liesbeth Kelvoet eveneens haar rechten op Hogen Gat heeft overgedragen
Origineel (inventarisnr 746)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 198 (inventarisnr 1)
624 1485-10-19.
1485 oktober 19
Walraven van Nijdeggen en Johan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan Nielensz en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
cijns van 3 Vlaamse gulden per jaar uit kamp van 11/2 morgen in Heeswijk, naast Ebbe de Molner / Jacob Vennen / Jan Nooijen / Peter Klaasz / en gemene weg
Origineel (inventarisnr 835)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 203 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'dit gilt nu Hubert Camermanszn'.
625 1485-10-23.
1485 oktober 23 (op sunte Severyns dach episcopi)
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Heilwig Groten en haar kinderen Henrik, gehuwd met Lijske / Reinke / Henrik / Mette / Aleid / en Eva overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
1/2 hof de Doijenberg, waarvan andere helft leengoed van de landsheer is, in Sint Agatha, tussen gemene heide en Heitrak tot aan kloosterhof de Kamer, behoudens 9 malder rogge per jaar aan de kinderen van Willem van Doornen en 3 malder aan de pastoor van Beers
Origineel (inventarisnr 715)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 200 (inventarisnr 1)
627 1485-12-20.
1485 december 20 (op sunte Thomas avont apostoli)
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter Mesmeker en zijn vrouw Henneke overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
kamp land in de Hautert naast Johan Collartz en Scherpe Hautert van klooster, behoudens 3 malder rogge per jaar
Origineel (inventarisnr 737)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 192 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'die Mesmaecker op die Pay ende Heide'
628 1485-12-26.
1485 december 26 (ipso die passionis beati Stephani prothomartiris)
Walraven van Nijdeggen en Johan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan Nielen en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan broeder Jan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land van 2 kleine morgen in het Hogegat naast gemene straat, Heinen van den Berge en Gerit de Haan, behoudens 10 schellingen, 1 schepel en 1/4 vat rogge per jaar
Origineel (inventarisnr 748)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 199 (inventarisnr 1)
629 1485-12-26.
1485 december 26 (op sunte Stevens dach prothomartiris)
Peter van Wetten Klaasz en Derik Crabouth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt van Haps en zijn vrouw Mette, met haar dochter Eerke, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land van 4 kleine morgen min 1/2 hont naast Heitrak, Jan Wauwel en de straat, behoudens 3 oude butken en 8 penningen per jaar voor kanunniken van Grave, onder belofte dat haar onmondige kinderen Hilleke, Neeske en Eerke bij meerderjarigheid afstand van rechten zullen doen
Origineel (inventarisnr 749)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 197 en 439 (inventarisnr 1)
630 1485-12-26.
1485 december 26 (ipso die passionis beati Stephani prothomartiris)
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein van den Berge en zijn vrouw Yken overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land van 4 kleine morgen in het Hoge Gat naast Gerit de Haan, Jan Nielen en de heide, behoudens cijns van 11/2 vat rogge en 51/2 butken en 1/2 oortbutken per jaar
Origineel (inventarisnr 747)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 197 (inventarisnr 1)
636 1486-05-12.
1486 mei 12 (op sunte Pancratius dach martiris)
Arnt van Vlodrop en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob van der Eldonk / Hadewig, weduwe Henrik van der Eldonk / haar zoon Jan, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
6 malder en 1 vat rogge per jaar met hierbij behorende schepenakten, te weten akte van 14 september 1391, 3 malder en 21/4 vat rogge (regestnr 34) / akte van 21 december 1401, 1 malder rogge, met aangerichte akte (regestnr 52) / akte van 14 juli 1404, schuldbekentenis van 15 vat rogge, met akte van 14 juli 1404 en transfixen van 4 oktober 1450 en 22 april 1453, (regestnr 60, nr 61, nr 386 en nr 400) behoudens 1/4 vat, dat gelost is bij akte van 13 mei 1453 (regestnr 402)
Origineel (inventarisnr 786)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 252 en 254 (inventarisnr 1)
637 1486-05-17.
1486 mei 17 (des Guedesdages post Servaty episcopi)
Peter van Wetten Klaasz en Peter Velar Gijsbertzsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan Neve overgedragen heeft aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha 2 percelen land, te weten (1) perceel in Cuijk, naast Jan Nielen / straat / Maas Hermansz / en Henrik van Elzen en (2) perceel tussen Cuijk en Sint Agatha, naast Wolter van Baax bastaard / zijn zuster Henneke / Reinke van Holthusen / en gemene weg, behoudens 3 vat gerst per jaar voor kinderen van Derik van Bothalen en nogmaals 3 vat gerst per jaar
Origineel (inventarisnr 819)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 209 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Item I hoff in Cuijk van I hont lantz
In inventaris cartularium: genoempt den Pastoerseamp den wy hebben by Kuylen kempken
638 1486-10-04.
1486 oktober 4 (op sunte Ffranciscus dach confessoris)
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Reinkesz en zijn vrouw Gertrud overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha;
erven op Laarakker, die zij geërfd hebben van Derik Florenzn, voor zulke pacht als klooster jaarlijks daaruit heeft, te weten huis, hofstad ( = bouwkavel) en hof, waar Floor op woonde, waaruit kapel van Haps 1 malder rogge en 1/2 pond per jaar heeft, naast wijlen Floren, straat en Jan Mechtelden / perceel land, waaruit Henrik van Baax 11/2 malder rogge per jaar heeft, naast Jan Mechtelden, hofstad en straat (zie regestnr 666) / perceel land, waaruit klooster 14 vat rogge en Henrik de Haan 2 malder rogge per jaar heeft, naast hofstad, Jan Mechtelden, Aalbert Anderlien en straat, (zie regestnr 350) / perceel land waaruit Wolter van Baax 6 vat rogge en 5 hoenders per jaar heeft, naast Henrik van Baax en Jan Mechtelden / 3 percelen land, waaruit Walraven van Nijdeggen 7 vat rogge en cijns van 1 kapoen per jaar heeft en waaruit die van der Eldonk 6 malder rogge per jaar hebben (1) perceel land naast Albert Anderlien, gemeent en erf van kerk van Cuijk, (2) perceel land naast Herman van der Geest, Jacob de Jeger en gemeent en (3) perceel land naast Ruulken Lemmen, Jan Mechtelden, Henrik van Baax en gemene weg
Origineel (inventarisnr 787)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 253 (inventarisnr 1)
640 1486-11-12.
1486 november 12
Peter van Wetten Klaasz en Peter Velar Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben schepenakte van 24 juli 1483 over nagelaten goederen Heinken Groten (zie regestnr 591)
Origineel (inventarisnr 715)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 200 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium 'welck oeck aengaet onsen Doyenberg'
645 1487-01-18.
1487 januari 18 (op sunte Prisca dach der heiliger jouffrouwen)
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Tijs Rolofsz overgedragen heeft aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 3 juli 1437 en 22 juli 1445, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land op de Laarakker (zie regestnr 259 en nr 341)
Origineel (inventarisnr 788)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 250 en 260 (inventarisnr 1)
649 1487-02-17.
1487 februari 17 (des Saterdages voir sunte Mathijs dach apostoli)
Peter van Wetten Klaasz en Peter Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Pappert / Arnt in de Wage en zijn vrouw Aleid, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land in Haps in Laarakker, naast Weltken Geritsz / Jan Mechelen / Thijs Ruulkens kinderen / gemeent, behoudens 3 malder en 3 vat rogge per jaar en cijns van 1 kapoen
Origineel (inventarisnr 790)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 262 (inventarisnr 1)
650 1487-02-19.
1487 februari 19
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob van Afferden en zijn vrouw Stien / Heimerik van Aferden en zijn vrouw Beel, overgedragen hebben aan Weltken Gerit Gaartszn:
schepenakte van 3 juli 1437, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land op Laarakker, hun geërfd van hun oom Gerit van Afferden (zie regestnr 260) (met transfix van 20 februari 1487, regestnr 651)
Origineel (inventarisnr 789)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 252 en 265 (inventarisnr 1)
651 1487-02-20.
1487 februari 20
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Weltken Gerit Gaartzsz en zijn vrouw Neze overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 3 juli 1437 en 19 februari 1487, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land op Laarakker (zie regestnr 260 en nr 650)
Origineel (inventarisnr 789)
Met zegel 2e schepen
Vermeld cartularium, 252 en 265 (inventarisnr 1)
652 1487-02-20.
1487 februari 20
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Weltken Gerit Gaartsz en zijn vrouw Neze overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 14 mei 1470, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 malder rogge per jaar (zie regestnr 507)
Origineel (inventarisnr 789)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 251 en 264 (inventarisnr 1)
653 1487-02-26.
1487 februari 26 (des Manendages na sunte Mathijs dach apostoli)
Peter van Wetten Klaasz en Derik Craboth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Thijs Rolofsz en zijn zuster Fees overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
2 percelen land in Haps in Laarakker, te weten perceel Hemelrijk, naast erf van Gerit, nu van klooster, en erven voorheen van Thijs Roelkens en van Hermen Ebben, gemeent / perceel naast Evert Baars, voorheen Weltken Geritsz, nu van klooster, en voorheen Floren, nu van klooster, behoudens uit 1e stuk 5 malder rogge per jaar voor Sint-Catharina-altaar / 1/2 malder rogge per jaar voor gasthuis in Grave / 3 oude groten en 8 penningen per jaar voor Heer van Haps / en uit 2e stuk 2 schellingen en 8 penningen per jaar voor Heer van Haps
Origineel (inventarisnr 788)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 260 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Jacob Vennen'.
654 1487-02-27.
1487 februari 27 (des Dynxdages na sunte Mathijs dach apostoli)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit de Haan en Herman van der Geest, kerkmeesters van Cuijk, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land van 81/2 hont op Laarakker naast Jan Mechtelden, Aalbert Andelien, voorheen Derik Floren en nu van klooster, en gemeent, behoudens 31/2 malder rogge per jaar voor Jan Mechtelden
Origineel (inventarisnr 792)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 257 (inventarisnr 1)
655 1487-02-27.
1487 februari 27 (des derden dages na sunte Mathijs dach apostoli)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van den Berge en Herman van der Heijden, kerkmeesters kapel in Haps, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
5 delen van perceel land, waarvan Jan Mechtelden 6e deel heeft, op Laarakker naast erf voorheen van Jan Pappertz kinderen, nu van klooster / Jan Mechtelden / en gemeent, met aangerichte akte daarvan;
en hieruit 31/2 malder rogge per jaar met 3 akten, behoudens 1 kapoen, die erfgenamen van Wolter van Baax daarin hebben, terwijl Peter van den Berge en zijn vrouw Liesbeth hiervoor borg staan
Origineel (inventarisnr 791)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 263 (inventarisnr 1)
656 1487-03-15.
1487 maart 15
Walraven van Nijdeggen en Bartold Jeger, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan Wanthof en zijn vrouw Katherina, als erfgenamen van Margriet van der Achter, weduwe Johan van Scheelberg Geritsz, overgedragen hebben aan Degenaart van den Berg:
hun erfenis van Margriet voornoemd in Cuijk
Origineel (inventarisnr 756)
Met zegels schepenen, dat van de 1e schepen is beschadigd
Kopie cartularium, 431 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van den hof aen die Paed'
657 1487-04-22.
1487 april 22 (op sunte Joryen avont martiris)
Peter van Wetten Klaasz en Derik Crabouth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Degenart van den Berge en zijn vrouw Henneke overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
1/2 hof Sint Agatha, voorheen van Johan van Scheelberg en zijn vrouw Griet van der Achter, in 3 stukken, te weten: Pade met huizinge rondom in gemeent / perceel naast gemene straat achter hof van Heinken Groten / beemd van 3 morgen in Nederenveld / 1/2 bosje Wier, naast gemene straat en Bate, weduwe Gobbel Diemers, met schepenakte van 15 maart 1487 (regestnr 656) over nalatenschap van Griet van der Achter, met 5 vat rogge per jaar, namelijk 6 malder van Rolof van Niemandsvriend en 4 malder van Yken Raats, met alle akten daarop betrekking hebbende, behoudens 2 pond per jaar voor landsheer / 25 Rijnse gulden en 9 malder rogge per jaar voor klooster / 3 malder rogge voor Peter van Aken / 3 malder rogge voor Griet van Hemert en haar kinderen / cijns van 1 hoen met 31/2 malder rogge min 1/2 vat per jaar voor Walraven van Nijdeggen / 1 pond per jaar voor Onze Vrouwenaltaar in Cuijk (met transfix-vidimus van 15 maart 1556, regestnr 906)
Origineel (inventarisnr 756)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 202 (inventarisnr 1)
658 1487-05-11.
1487 mei 11 (des Vrydages nae sunte Johans dach ante portam Latinam)
Schepenen van Beugen oorkonden dat Johan van Zwol en zijn vrouw Yken overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
1 hont land bij Linden, volgens schepenakte van Cuijk met vrijwaring op hun huis en hofstad ( = bouwkavel) in Beugen, gelegen op Rijkevoort, naast Eerke Ruulkens en gemeent
Origineel (inventarisnr 847)
Met schependomszegel
Kopie cartularium, 468 (inventarisnr 1)
659 1487-05-14.
1487 mei 14 (des anderen dages na sunte Servatius dach episcopi)
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Griet van Oswort, weduwe Johan van Scheelberg, met Thijs van der Linden als voogd over hun kinderen Liesbeth, Johanna en Maria, overgedragen heeft aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
1/2 hof in Sint Agatha in de Hautert / 1/2 bosje / 5 vat rogge per jaar, behoudens cijnzen, alles genoemd in schepenakte van 22 april 1487 (regestnr 657) (met transfix-vidimus van 15 maart 1556, regestnr 907)
Origineel (inventarisnr 756)
Sub b): 'achter de hof van Heilwich sGroten.'
661 1487-07-12.
1487 juli 12 (op sunte Margareten avont joffrouwen)
Peter Velar en Derik Crabouth, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Aalbert Andelien en zijn vrouw Willem, met hun zoon Peter, overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
perceel land op Laarakker, naast een erf van Floor, dat nu aan klooster behoort, en gemeent
Origineel (inventarisnr 793)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 266 (inventarisnr 1)
662 1488-03-04.
1488 maart 4
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter van den Berge en zijn vrouw Liesbeth overgedragen hebben aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
cijns van 4 hoenders per jaar uit 2 morgen land in Pixhoeven naast Herman Ebben, Gagelbroek, Jan Koenen en gemeent
Origineel (inventarisnr 776)
Met zegels schepenen
666 1488-05-01.
1488 mei 1
Gerit de Haan en Peter Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Evert Baars van Velar en zijn vrouw Kathrijn verkocht hebben aan klooster van Sint Agatha:
11/2 malder rogge per jaar, die klooster hun schuldig was uit land in Laarakker, voorheen van Floren, volgens akten, verkregen van Henrik van Baaxen
Origineel (inventarisnr 787)
Met zegels schepenen
675 1488-10-27.
1488 oktober 27 (up sunte Symon ind Judas avont)
Schepenen van Gennep oorkonden dat Griet, weduwe Johan van Scheelberg, jegens klooster van Sint Agatha tot borg stelt haar hof aengen Heel, tot waarde van 50 Rijnse gulden, daar zij met Thijs van der Linden, als voogd van haar kinderen Liesbeth, Johanna en Maria, overgedragen heeft aan klooster:
1/2 hof en 1/2 bosje Wier, beide in Sint Agatha, volgens schepenakte van 14 mei 1487 (zie regestnr 659)
Origineel (inventarisnr 756)
Met beschadigd schependomszegel
Kopie cartularium, 201 en 431 (inventarisnr 1)
In cartularium op blz 201 een aantekening uit cijnsregister: 'Aldus helt sHeren thynsboeck van Cuijk van den Kaerbosch. So men jaerlix plach te gelden den convent van Sint Agatha VI malder rogge Venscher maeten daer vur hefft mijn genadige Heer oen gegeven den Karbosch ind die Klein Hauter. Ende hier tho sullen sy den Here jaerlix gelden te thyns II capuyn'
Op rugzijde: 'Een weirscap van onsen halven hoff op den Paide'
676 1488-11-10.
1488 november 10 (op sente Mertens avont in den winter)
Walraven van Nijdeggen en Gerit Hanen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit Celen en zijn vrouw Oda overgedragen hebben, aan Hubert Celen en zijn vrouw Johanna van Erp:
schepenakte van 7 juli 1483, waardoor dit transfix gestoken is, over 80 Rijnse gulden per jaar (zie regestnr 588) (met transfix van 10 april 1526, regestnr 797)
Origineel (inventarisnr 839)
Met zegels schepenen
683 1490-05-20.
1490 mei 20
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben schepenakte van 1 oktober 1475 over goederen en erfenissen in Cuijk (zie regestnr 530)
Origineel (inventarisnr 820)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Paulus van Zynzych'
685 1490-05-24.
1490 mei 24
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Pouwels van Zinshem verklaard heeft, dat Peter van Delien bij geval van schade aan 7 malder rogge per jaar, die hij hem overgedragen heeft, verhaal kan doen gelden op de jaarpacht, die men Pouwels schuldig is, te weten op 1 malder rogge van Jan van Escharen / 5 schepel van erfgenamen van Wolter van Baax / 3 schepel van Harmen Deriksz / 3 malder van Jacob Walravens / en 1 malder van Henrik de Groot en Gaart van Hout
Origineel (inventarisnr 880)
Met zegels schepenen
686 1490-06-15.
1490 juni 15 (op sunte Vitus dach)
Peter van Wetten Klaasz en Peter Velar Gijsbertszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat broeder Wolter Rolofsz verklaard heeft dat klooster van Sint Agatha, volgens wil van wijlen zijn vader Derik Rolofsz, behouden zal 6 malder rogge per jaar uit de Donken, 6 malder rogge en 2 kapoenen uit Pixhoeve en 12 malder rogge uit de hof Heitrak, onder voorwaarde dat zijn moeder Aleid Rolofs haar leven lang 14 malder rogge per jaar zal hebben en dat klooster na haar dood nog van de erfgenamen zal hebben 100 Rijnse gulden ineens of 8 malder rogge per jaar
Origineel (inventarisnr 740)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 440 (inventarisnr 1)
687 1490-08-20.
1490 augustus 20
Peter van Wetten Klaasz en Johan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter Andelien alias Van Delien, overgedragen heeft aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha:
7 malder rogge per jaar, die Pouwels van Zinshem aan hem overgedragen heeft
Origineel (inventarisnr 880)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 375 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'voer welcken wy die seven malder roggen in den Laarakker ghebuyt'
689 1491-04-05.
1491 april 5
Arnt van Vlodrop en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Deriksz en zijn vrouw Met overgedragen hebben aan Lamert Ruis Petersz:
4 malder rogge per jaar, te leveren in Grave, uit hun huis en hofstad ( = bouwkavel), naast Peter Andelien / Peter van den Berg / Guurt Baars / gemeent, alsmede uit 2 hont land naast erven van klooster van Sint Agatha
Origineel (inventarisnr 794)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Haps'
In inventaris cartularium: 'dese hebben wy geloest'
693 1491-11-18.
1491 november 18
Cornelis van Bergen, ridder, heer van Grevenbroeck, en zijn zoon hertog Philips, stadhouder van hun lenen van Land van Cuijk, oorkondt, ten overstaan van leenmannen Peter van Holt, schout in Grave / Willem Robijns / en Jan van Nijdeggen, dat hij met Walraven van Nijdeggen, als gemachtigde klooster van Sint Agatha, Arnt Visser, rentmeester in Haps als voogd, beleend heeft met:
goed Kerkhof onder Oeffelt, na opdracht van Hadewig of Heesken Knapenzn, weduwe in Nijmegen, ten overstaan van Cuijkse leenmannen Willem Robijns en Jan de Haan van Oeffel, met Rombolt Collart als haar voogd, nadat zij op 14 juni hiermee beleend was na overlijden van haar neef Jan van der Molen van Rade, die het leen aan klooster gegund had
Origineel (inventarisnr 925)
Met zegel oorkonder
695 1492-01-26.
1492 januari 26
Schepenen van Cuijk oorkonden, met de schepenen Peter van Wetten Klaasz en Jan van Escharen als bezegelaars, en Willem van Vlodrop, schout in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat Hubert Celen, rentmeester in Land van Cuijk, zich heeft doen panden voor:
1 malder rogge per jaar / 5 vat gerst / 7 vat haver / 2 schellingen / 6 penningen / 1 voeder hout / en 1/2 scholtvarken, vanwege niet voldane pacht en cijns sinds 1489, op erfenis en goederen van Johan van Holt, verkregen van Bade van Escharen, als onderpand van Peter Veler Klaasz, en Gerit de Jeger en zijn kinderen Jacob en Cornelis, die lossing voorbij hebben laten gaan, waarna prior klooster van Sint Agatha binnen 14 dagen voornoemde pacht en cijns voldaan en beschut heeft
Origineel (inventarisnr 820)
Met zegels schepenen en schout
696 1492-03-11.
1492 maart 11
Walraven van Nijdeggen en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Cobrech schuldig is aan prior klooster van Sint Agatha:
8 Rijnse gulden per jaar uit hof 'aan de heide', te lossen met hoofdsom van 82 en 18 Rijnse gulden
Origineel (inventarisnr 738)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 376 (inventarisnr 1)
Met onderschrift: 'van desen ende anderen geld heeft Willem enen anderen brief met des convents segel'
In inventaris cartularium: 'daer wy nu twe missen voer lesen ter weken'
697 1492-04-09.
1492 april 9
Walraven van Nijdeggen en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben schepenakte van 19 februari 1460, over 4 malder rogge per jaar (zie regestnr 446)
Origineel (inventarisnr 788)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 261 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '... IIII malder rogge die Jacob Vennen vercoft heeft Peter van Aken welke onse weer syn solde van den lande dat wy van Jacob hebben van den Laarakker'
In cartularium: '... Jacob Thysz geheiten Vennen'.
700 1493-03-05.
1493 maart 5 (op den neisten Dynsdage na den Sondach Reminiscere)
Johan van Hoene, rechter van Heumen, Malden en Beek, aangesteld door Zeger van Groesbeek, ridder, heer van Heumen, Malden en Beek, oorkondt, ten overstaan van gerechtsluiden Johan van Asselt en Jan Noien, dat Johan Housteen, burger in Kranenborg en zijn vrouw Yrmgart van den Rijn, dochter wijlen Ot, diens vrouw Agnes, overgedragen hebben aan Johan Neve, priester, kanunnik en scholaster in Nijmegen:
3 malder rogge per jaar uit erven van wijlen Gadert van Adendonk en zijn vrouw Marie, in Malden, met akten van 18 mei 1435 en 28 maart 1459, waardoor dit transfix gestoken is (zie regestnr 242 en nr 437)
Origineel (inventarisnr 985)
Met zegel oorkonder
In inventaris cartularium: 'uut den hoff die wy van Willem van Cuijk hebben'
701 1494-01-14.
1494 januari 14 (op sunte Poncianus avont)
Werner van Zutphen, prior klooster predikorde in Zwolle, en Johan Koekeman, pater fraterhuis aldaar, 'maecheydes ende moetzwoenslude' vanwege Sijbrant Geritsz en wijlen Aleid, voorvrouw van Wolter van Parijs, alias 'Wolter mytter eenre hant', enerzijds, en Arnold van den Berge en Willem Vink, 'maecheides ende moetzwoenslude' vanwege Wolter van Parijs en zijn vrouw Kathrine anderzijds, oorkonden dat zij:
boedelscheiding gemaakt hebben van goederen van Wolter en wijlen Aleid, waarbij Wolter hebben zal alle goederen van wijlen zijn vrouw Aleid in Zwolle en Sijbrant, zoon wijlen Gerit de Wever en voornoemde Aleid, de goederen van zijn ouders in Land van Cuijk
Gevidimeerd kopie in schepenakte van 1494 ongedateerd (zie regestnr 705) (inventarisnr 763)
703 1494-09-07.
1494 september 7 (op onser liever Vrouwen avont Nativitatis)
Peter van Wetten Klaasz en Peter Velar Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Sijbrant Gerit Ruttensznzn ontvangen heeft van Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
schepenakte van Cuijk, die klooster van Rut Mouwen ontvangen had, over 3 malder rogge per jaar, die Gerit Ruttensz placht te hebben
Origineel (inventarisnr 763)
Met zegel 1e schepen
Op rugzijde: 'Item Rut Mouwen was alder vader van desen Sybrant'
704 1494-09-12.
1494 september 12 (des Vrydach na onser liever Vrouwen dach Nativitatis)
Peter van Wetten Klaaszen Peter Velar Gijsbertszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Sijbrant Gerit Ruttensznzn ontvangen heeft van prior en klooster van Sint Agatha:
schepenakte van Cuijk, die klooster van Rutte Mouwen ontvangen had, over 3 malder rogge per jaar, die Gerit Ruttensz placht te hebben
Origineel (inventarisnr 763)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium 397 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Quytancie van Sybrant Rut Mouwenznzn'
705 1494 (z.d.).
1494
Peter van Wetten Klaasz en Johan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben akte van magescheid van 14 januari 1494 (zie regestnr 701)
Origineel (inventarisnr 763)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Vidimus van den maechgescyen Sybrantz Rut Mourensz Soen'
706 1494 (z.d.).
1494 (ongedateerd)
Jan van Escharen en Derik Crabout, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Gemertz erkend heeft dat Herman Hanen 3 van de 6 goudgulden per jaar, die hij schuldig is uit kamp land Ooy, gelost heeft
Origineel (inventarisnr 862)
Met zegels schepenen
710 1495-04-23.
1495 april 23 (des Donredages na den heyligen Paessdach)
Peter van Wetten Klaasz en Peter Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben schepenakte van 15 juni 1410, over 6 morgen land op Laarakker (zie regestnr 84)
Origineel (inventarisnr 783)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 258 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
713 1496-08-01.
1496 augustus 1 (des iersten dages in den Oest)
Peter van Wetten Klaaszn en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hein van den Berge overgedragen heeft aan Thijs Klaasz:
1/2 kamp Gansakker, naast Derik van Katwijk / gemeent / Harmen Hanen, waarbij hij beloofd heeft dat zijn vrouw Yken afstand zal doen
Origineel (inventarisnr 853)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 458 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Dit is van Wolters patrimonium van Mouwick, welcke was een bruder des conventz'.
714 1496-10-14.
1496 oktober 14 (op sunte Calixtus dach pape)
Peter van Wetten Klaasz en Johan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben akte van 20 april 1488, waarin Henrik van Baaxen aan zijn dochter Kathrijn Baars 6 malder rogge per jaar geeft (zie regestnr 664)
Origineel (inventarisnr 787)
Met zegels schepenen
715 1496-12-08.
1496 december 8
Jan van Escharen en Derik Crabout, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Wemmer Haroutsz en zijn vrouw Cornelis / en zijn zuster Baat, overgedragen hebben aan Harmen Hanen:
kamp land op de Steilen Gansakker, naast Henrik Arntsz / Derik van Katwijk / gemene weg / en straat aan Galgenberg
Origineel (inventarisnr 855)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 465 (inventarisnr 1)
716 1496-12-11.
1496 december 11
Jan van Escharen en Derik Crabout, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Wemmer Haroutsz en zijn zuster Baat schuldig zijn aan Harmen Hanen:
11 vat rogge per jaar uit kamp land Gansakker, te lossen ineens met 14 Rijnse gulden per malder
Origineel (inventarisnr 855)
Met zegels schepenen
718 1497-02-26.
1497 februari 26 (opten Sonnendach Oculi)
Peter van Wetten Klaaszn en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Harmen Hanen en zijn vrouw Griet overgedragen hebben aan Jan Lesiers:
3 Rijnse gulden per jaar uit kamp land Ooy, naast de Maas / Wemmer Haroutz / en Thijs van Beers
Origineel (inventarisnr 862)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 458 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'dit onderpandt hebben wij nu, dit is van b. Wouter van Mouwickz wegen'
In inventaris cartularium: 'b. Wolter Lysyrs. en Herman Kypholt habet III gulden uuter die Oy'
724 1499-11-11.
1499 november 11 (op sunte Martens dach in den wynter episcopi)
Zeger van Groesbeek, ridder, heer van Heumen, Malden en Beek, oorkondt, als leenheer, cijnsheer en landsheer, ten overstaan van leenmannen en cijnsgenoten Johan van Groesbeek, dat Gerd van Genadendonk in erfkoop verkocht heeft aan Willem van Cuijk, burger van Nijmegen:
5 malder rogge per jaar uit erf en hofstad ( = bouwkavel) Pol, met zaai- en broekland in Malden, voorheen van Gerd en Frederik van Genadendonk, zijn grootvader en vader, en uit alle goederen, die Frederik van Genadendonk gekocht heeft van Gijske Johan Gijsenzn, en uit zijn verdere goederen in Malden, behoudens leen- en cijnsrecht van Heer van Groesbeek
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegels oorkonder, leenmannen en cijnsgenoten
725 1499-11-11.
1499 november 11 (op sunt Martens dach in den wynter des heiligen biscops)
Johan van Hoen, rechter van Malden, oorkondt ten overstaan van gerechtsluiden en erfpachters Johan van Groesbeek de oude en diens zoon Johan, dat Gart van Genadendonk in erfkoop verkocht heeft aan Willem van Cuijk, burger van Nijmegen:
5 malder rogge per jaar uit zijn goederen in Malden, behoudens leen- en cijnsrecht van de heer van Groesbeek
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder
Op rugzijde: 'uyt Poll den goet te Malden'
728 1501-02-15.
1501 februari 15
Jan van Escharen en Peter Veler Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thijs Klaaszn en zijn vrouw Hilleke / en Jacob Jutten en zijn vrouw Eerke, overgedragen hebben aan Jan Lesiers:
kamp land, naast Derik van Katwijk, gemene straat en Harmen Hanen
Origineel (inventarisnr 853)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 459 (inventarisnr 1)
729 1501-02-16.
1501 februari 16
Jan van Escharen en Peter Veler Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Lesiers en zijn vrouw Beli overgedragen hebben aan Thijs Klaaszn:
2 malder rogge per jaar uit kamp land, naast gemene straat / Derik van Katwijk / en Harmen Hanen
Origineel (inventarisnr 853)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 459 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'in den selven camp geheyten den Gansacker'
730 1501-02-17.
1501 februari 17
Jan van Escharen en Peter Veler Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thijs Klaaszn schuldig is aan Jan Lesiers:
2 malder rogge per jaar, over 1 jaar door Jan te lossen met 25 Rijnse gulden (zie schepenakte van 16 februari 1501, regestnr 729)
Origineel (inventarisnr 853)
Met zegel 1e schepen
In inventaris cartularium: 'dit is die camp aen die weerdijck'
733 1501-04-26.
1501 april 26
Jan van Escharen en Peter Veler Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Heiman Wiers schuldig is aan Herman Hanen:
3 Rijnse gulden per jaar uit kamp land Ooy, te lossen met hoofdsom van 50 Rijnse gulden (zie ook schepenakte van 11 februari 1529, regestnr 807)
Origineel (inventarisnr 862)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Desen loesbrieff is geloest van Derikk Zell koekemeester ende ... hier voir ons overgedragen III malder rogge, dat wij geldende ... Anno 1544'
735 1501-06-12.
1501 juni 12
Margaretha, weduwe Willem van Egmond, vrouwe van Boxmeer en Haps, oorkondt dat zij voor rechter en schepenen van Cuijk overgedragen heeft aan klooster van Sint Agatha:
7 malder en 3 vat rogge per jaar uit haar goederen in Haps, in buurtschap Sint Agatha, en dat zij ter voorkoming van schade nog 92 goudgulden en 7 stuiver schuldig is, te panden uit goederen in heerlijkheid van Meer; dat dit ook geldt voor 2 malder rogge per jaar, die wijlen haar oom Henrik van Meer bij testament aan klooster vermaakt heeft
Origineel (inventarisnr 711)
Kopie cartularium, 389 (inventarisnr 1)
Zie ook: C.R. Hermans, 'Annales Ordinis S. Crucis' ('s-Hertogenbosch 1853) deel III, 5
736 1502-01-28.
1502 januari 28
Walraven van Nijdeggen en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan, en zijn zusters Henneke en Willemke, kinderen van Willem van Doernen alias Glaasmaker, in Grave, afstand gedaan hebben van:
81/2 malder rogge per jaar uit de hof Doijenberg in Sint Agatha, behorend aan klooster van Sint Agatha, met kwijtschelding aan prior voor betaling aflossing
Origineel (inventarisnr 715)
Met zegel 2e schepen
738 1503-03-28.
1503 maart 28 (des Dinxdaighs nae onser liever Vrouwen dach Annunciacionis)
Johan van den Graaf, rechter van Heumen, Malden en Beek, oorkondt ten overstaan van gerechtsluiden Johan Hesken en Johan Verstegen, dat Willem van Cuijk zich heeft doen panden aan:
alle goederen van Gadert van Adendonk in Malden voor 5 malder rogge per jaar, volgens akte die hij daarvan heeft onder goedkeuring van Zeger van Groesbeek, ridder en heer van Malden
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder
739 1503-04-06.
1503 april 6 (opp Donredach neist nae sunte Ambrosius dach)
Zeger van Groesbeek, heer van Heumen, Malden en Beek, ridder, oorkondt ten overstaan van leenmannen Johan van Groesbeek de jonge en Peter van den Kerkhof, dat hij toestemming verleend heeft aan Willen van Cuijk voor:
rechtsvordering tegen Gadert van Adendonk op diens goederen in Malden, vanwege achterstallige pacht
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder
741 1503-09-01.
1503 september 1
Walraven van Nijdeggen en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha, in erfpacht gegeven heeft aan Jan Arntz Raijmaker:
perceel land in Sint Agatha naast gemene weg en Thijs de Haan, voor 1 malder rogge per jaar en cijns van 2 hoenders
Origineel (inventarisnr 630)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 409 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van Gerit Cupers huis ende hoffstat'
742 1503-09-02.
1503 september 2
Walraven van Nijdeggen en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Arntz Raijmaker en zijn vrouw Henneke overgedragen hebben aan Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
1 malder rogge per jaar en cijns van 2 hoenders uit perceel land in Sint Agatha naast Thijs de Haan, welk perceel land zij van klooster in erfpacht genomen hebben bij schepenakte van 1 september 1503 (zie regestnr 741), en dat aan klooster gekomen is van Met Rut Mouwendr, onder voorwaarde dat Jan voornoemd alleen op de hoek van het land mag bouwen en daar geen herberg houden zal of bier tappen
Origineel (inventarisnr 630)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 409 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'I malder roggen van Gerit Cuper'
743 1503-11-13.
1503 november 13
Jan van Escharen en Jan Monink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha, in erfpacht gegeven heeft aan Goebbel Arnt Noienzn, voor 4 malder rogge per jaar:
kamp land van 5 morgen op de Steilen in Klein Linden, naast Herman de Haan en gemene straat, afkomstig van wijlen Arnt Nooijen, voor zijn zoon, broeder Nooijen, broer van Goebbel
Origineel (inventarisnr 854)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 461 (inventarisnr 1)
744 1503-11-15.
1503 november 15
Jan van Escharen en Jan Monink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Goebbel Arnt Neudenzn en zijn vrouw Kathrijn overgedragen hebben aan Salentin van Nijmegen, prior klooster van Sint Agatha:
4 malder rogge per jaar uit kamp van 5 morgen, gelegen op de Steilen in Klein Linden, naast Herman de Haan, welke kamp Goebbel van klooster in erfpacht genomen heeft volgens schepenakte van 13 november 1503, en die klooster aangekomen is van Arnt Noien, vader van Goebbel, voor broeder Noien (zie regestnr 743)
Origineel (inventarisnr 854)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 461 (inventarisnr 1)
745 1504-12-12.
1504 december 12
Peter Veler Gijsbertszn en Hermen van der Geest, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik de Groot Henrikzn door klooster van Sint Agatha tevreden is gesteld over leenakte, waar hij volgens leenregister recht op had, en over tienden, die klooster van hem gepacht had
Origineel (inventarisnr 728)
Met zegels schepenen
746 1506-05-04.
1506 mei 4
Peter Velar Gijsbertszn en Herman van der Geest, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Lijske, weduwe Arnt Wauwel, met haar kinderen Jan en Peter overgedragen heeft aan Arnold van Bracht, procurator klooster van Sint Agatha:
perceel land op de Wuurdink bij de Brakelsdik, naast Gerit Lemmen, gemeent en gemene weg
Origineel (inventarisnr 654)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 410 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Nu Herman Quern'
748 1506-08-03.
1506 augustus 3
Peter Velar en Hermen van der Geest, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thijs de Haan en zijn vrouw Jutta overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
1 morgen land naast gemene straat / Cornelis de Jeger / en steeg, waarover die van de Padbroeken hun hooi vervoeren
Origineel (inventarisnr 662)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 395 (inventarisnr 1)
750 1509-02-01.
1509 februari 1 (op onser liever Vrouwen Lychtmyss avent)
Albert van Redinkhaven, rechter van Heumen, Malden en Beek, oorkondt ten overstaan van gerechtsluiden en leenmannen Peter van den Kerkhof en Johan van Benthem, dat Gard van Genadendonk en zijn vrouw Hilleke, overgedragen hebben aan Willem van Cuijk:
erf en hofstad ( = bouwkavel) met zaai- en broekland in Malden, Pol, voorheen van Gard en Frederik van Genadendonk, zijn grootvader en vader, behoudens 3 malder per jaar voor Johan Neef, priester / 11/2 malder per jaar voor kerk van Heumen / en 1 malder per jaar voor kerk van Malden, en de heer van Heumen zijn leenrecht
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder en gerechtsluiden
751 1509-06-22.
1509 juni 22 (op der tyeendusent merteler dach)
Albert van Redikhaven, rechter van Heumen, Malden en Beek, oorkondt ten overstaan van gerechtsluiden Johan Heskens en Johan Hubertz, dat Johan Neve, priester, kanunnik en scholaster in Nijmegen, overgedragen heeft aan Peter Erpagen van Wijsen, als verdiend loon:
3 malder rogge per jaar, met bijbehorende akten en achterstallige pacht uit de goederen van oude Gard van Adendonk, nu van Willem van Cuijk, burger van Nijmegen, Poel, met bos en broekland in Malden
Origineel (inventarisnr 985)
Met zegels oorkonder en gerechtsluiden
754 1509-12-13.
1509 december 13 (op sunte Lucien dach der heiliger joncfrouwen)
Sibert van Gale en Peter Velaar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben passage in cijnsregister heren van Hoepz, over schenken door Edewaart, heer van Hoepz en voogd van Beel, aan klooster van Sint Agatha:
1/2 korentiend in de Hautert, waarvan pastoor van Cuijk en godshuis andere helft beuren, namelijk uit 2 boerderijen van Henrik Groten / land van Wolter van Baax / van Diemer van den Brimhovell / van Jan de Raat, tegen cijns van 1 oude groot / smaltiend van de boerderij en erven in Sint Agatha tegen cijns van 1 kapoen per jaar
Origineel (inventarisnr 721)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 268 en 394 (inventarisnr 1)
758 1510.
1510
Arnt van Boekhout, ambtman van Grave en Land van Cuijk, drossaard Land van Kessel en stadhouder lenen Landen van Cuijk en Kessel, oorkondt, ten overstaan van leenmannen Arnt de Groot Henriksz en Jan van den Berken alias Jan Koenen, dat hij Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha, met Sibert van Gaal als voogd, beleend heeft met:
hof Kerkhof onder Oeffel, na overlijden van prior Salentin, komende van Jan van der Molen
Origineel (inventarisnr 925)
Met zegel oorkonder
760 1511-03-10.
1511 maart 10
Schepenen van Cuijk oorkonden met schepenen Walraven van Nijdeggen en Merten Koebreech, als bezegelaars en Guurt van Vlodrop, overste rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat:
Gerit Hermansz en Thonis van Aldram, kerkmeesters van Groot Linden, zich hebben doen panden voor schepenakte van Cuijk, over 3 malder rogge per jaar, nadat Jutte, vrouw van Henrik Pappertz / Dirk Willekens en zijn vrouw Jut / Jan Dirksz, als voogd kinderen wijlen Peter Pappertz, aflossing voorbij hebben laten gaan
Origineel (inventarisnr 805)
Met zegels schepenen en rechter
Kopie cartularium, 447 (inventarisnr 1)
761 1512-03-08.
1512 maart 8
Peter Velar en Merten Koebreech, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter de Ver Klaasz en zijn vrouw Bele overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 3 mei 1484, waardoor dit transfix gestoken is, over 6 malder rogge per jaar, met alle andere akten daarvan (zie regestnr 598)
Origineel (inventarisnr 795)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 255 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1627 (inventarisnr 712)
In inventaris cartularium: '(van 12 malder) daer Ness Thijssendochter die helft af heeft ende wy d'ander helfft'
762 1512-05-06.
1512 mei 6
Peter Velaar en Merten Koebreech, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Reekhoven en zijn vrouw Aalke overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
hun gewin, hun geboden met aangerichte akte van 10 maart 1511, afkomstig van kerk van Groot Linden, van akte van erfpacht van 3 goudgulden, die zij jaarlijks hadden uit het onderpand, waarin kerkmeesters Gerit Hermansz en Thonis van Aldrum zich hebben doen panden (zie regestnr 760)
Origineel (inventarisnr 805)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 446 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van Pappers saeck.
764 1512-05-16.
1512 mei 16
Peter Veler en Jan Mommer, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jutte, weduwe Henrik Pappert, overgedragen heeft aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
haar land tussen Cuijk en Sint Agatha en in de Noedoppe, behoudens cijns voor Jan van Reekhoven, waarbij Wolter van Wamel belooft als zaakwaarnemer, dat onmondige kind van zijn zuster bij meerderjarigheid afstand van rechten zal doen
Origineel (inventarisnr 805)
Met zegel 1e schepen
Kopie cartularium, 448 (inventarisnr 1)
765 1513-03-07.
1513 maart 7 (op sunte Gheertruden dach der heyliger jofferen)
Peter Veler en Marten Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Rijk overgedragen heeft aan broeder Henrik van Kempen, voor klooster van Sint Agatha:
hofstad ( = bouwkavel) met huis in Sint Agatha aan gemene straat op het Kerkhof voor klooster
Origineel (inventarisnr 672)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 408 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1633 (inventarisnr 674)
766 1513-08-10.
1513 augustus 10
Walraven van Nijdeggen en Peter Veler, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Kalker, procurator klooster van Sint-Catharina van Reguliere kanunniken in Nijmegen overgedragen heeft aan Hermen van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 23 juli 1414 met transfix van 17 juli 1440 over 5 Vlaamse gulden per jaar (zie regestnr 97 en nr 302)
Origineel (inventarisnr 809)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 374 (inventarisnr 1)
772 1516-03-24.
1516 maart 24
Schepenen van Gassel oorkonden met Geert van Vlodrop, overste rechter in Land van Cuijk, als medebezegelaar, dat Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha, zich heeft doen panden voor:
51/2 pond per jaar aan hof Heze, die hem bij testament ten deel gevallen waren, nadat Derik Vaaks, burger in Grave, aflossing voorbij heeft laten gaan
Origineel (inventarisnr 881)
Met schependomszegel en van overste rechter
Kopie cartularium, 377 (inventarisnr 1)
773 1516-05-18.
1516 mei 18
Schepenen van Cuijk oorkonden, met schepenen Peter Velar en Merten Coeberg als bezegelaars, en Geert van Vlodrop, overste rechter in Land van Cuijk als medebezegelaar, dat Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha, zich heeft doen panden voor:
1 malder rogge per jaar, aan onderpand van Johan Wier en zijn vrouw Berte, nadat hun erfgenamen Geert Wier / zijn broer Derik Wier / Lucas Willemszn van Deurnen / en Johan van Kleef, aflossing voorbij hebben laten gaan
Origineel (inventarisnr 821)
Met zegels 2e schepen en overste rechter
Kopie cartularium, 374 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van Jan Vissers hofstat ende huis'
In inventaris cartularium: 'Jan van Gent die Vysser'
778 1517-11-27.
1517 november 27
Peter Veer en Marten Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Sween en Jaaksken, maagden van klooster van Sint Agatha, gehoorzaamheid en trouw beloofd hebben aan Henrik van Kempen, prior, onder verband van kost en kleren en deel aan de goede werken, onder voorwaarde dat haar erfenissen aan klooster zal blijven en zij bij oneerbaar leven verwijderd zullen worden onder uitkering van loon van 25 gulden
Origineel (inventarisnr 166)
Met zegels schepenen
780 1518-12-03.
1518 december 3 (op sunt Barbaren avont der heiliger joncfrouwen)
Walraven van Nijdeggen en Herman Hanen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Sibert van Gale en zijn vrouw Agnes / Johan van Steenhuis en zijn vrouw Clara / en Henrik van Nijdeggen en zijn vrouw Margaretha, overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
kamp land van 11/2 morgen Gansakker, naast Goebel Artzsz / Thijs op de Nilt / Johan Monniks / en gemene broek
Origineel (inventarisnr 855)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 460 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van Jan van Nijdeggens kynder
787 1522-02-18.
1522 februari 18
Peter Veler en Jacob Wijntgens, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman van den Berg Henriksz en zijn vrouw Marie overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
kamp land op Ratert, naast Geert Diemersz / Baltelt Jegers / Ratert van klooster / kinderen van Willem van Vlodrop / en gemeent, behoudens 2 malder rogge per jaar en 1 schepel gerst voor klooster
Origineel (inventarisnr 869)
Met zegels schepenen
788 1522-10-25.
1522 oktober 25 (op sente Crispinus ende Crispinianus dach martelars)
Willem Vaak, rechter van Malden, oorkondt ten overstaan van zijn gerechtsluiden Derik van Groesbeek en Derik Schaarman, dat Reiner Bosman en zijn vrouw Belie overgedragen hebben aan Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
perceel heiland van Stalse Bos in Malden, naast Willem van Cuijk en Gijsbert van Houweningen, apotheker
Origineel (inventarisnr 984)
Met zegels oorkonder en gerechtsluiden
Kopie cartularium, 482 (inventarisnr 1)
791 1523-05-31.
1523 mei 31 (opten Beloeke Pijnstdach)
Peter Velar en Thonis van Bakel, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Eb Jansz en zijn vrouw Ermgart overgedragen hebben aan Derk Lenartsz de pottenbakker en zijn vrouw Liesbeth:
10 vat rogge per jaar uit 2 zalen land op Laarakker in Haps, naast Hein de Moeij en gemeent (met transfix van 16 juli 1532, regestnr 817)
Origineel (inventarisnr 797)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 445 (inventarisnr 1)
793 1525-06-17.
1525 juni 17
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Collert van Linden Jansz gelost heeft uit zijn 1/2 veerstad in Katwijk, een erfrente van klooster van Sint Agatha, onder voorwaarde dat klooster recht van vrije overvaart behoudt tegen recognitie van 10 oude Vlaamsen of Brabantse stuiver per jaar
Origineel (inventarisnr 875)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 465 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1660 en 1717 (inventarisnr 878)
Op rugzijde: 'dese thien st hier in begrepen heft Margaretha naegelate weduwe z Henrik onsen convent mijtten brieff geschoncken'
794 1525-06-27.
1525 juni 27
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik van Kempen, prior / en Hermen van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha, overgedragen hebben aan Henrik Collart van Linden, ambtman van Tiel en Zaltbommel:
10 Brabantse stuiver per jaar uit goed Ratert, naast Gart van Vlodrop / Jan Monnink/ en gemene broek, onder voorwaarde van graaf van Bueren / diens ambtman Arnt van Boecholt / en diens hofmeester Gisbert van Baax, dat Collart 12 Vlaamse gulden per jaar en 14 malder rogge per jaar mag aflossen, die wijlen zijn vader Johan aan klooster schuldig was, die klooster aan Henrik Collart overgedragen heeft tegen vrijdom van veer aan klooster op Henrik Collarts 1/2 veerstad in Katwijk (met transfix van 6 september 1557, regestnr 914)
Origineel (inventarisnr 870)
Met zegels schepenen
Op rugzijde aantekening dat vrouw Collarts deze schepenakte van 10 stuiver per jaar op 1 mei 1548 gegeven heeft aan klooster Getekend: 'yc Maergryet van den K.h.f (Kerkckhoff)'
Verder de aantekening: 'Die heeren van Sint Agatha dat ic sy gelost heb ind blyven mij sjaers geldende tyen st. Brabans'
795 1525-11-11.
1525 november 11 (op sunte Martens dach in den wynter)
Thonis van Bakel en Gieb Petersz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Griet, weduwe Herman Hanen / met diens broer Jan / en hun kinderen Johan, Klaas, Jacob, Jut, Trijn en Stien, overgedragen hebben aan hun broer Gerit Hanen en zijn vrouw Liesbeth:
perceel land van 2 kleine morgen in Klein Linden tegenover de Ooy, het Klootje, naast Christoffel van Ijsselstein / kinderen van Stien Kreemersz / en Metke Mommertz kinderen (met transfix van 10 november 1564, regestnr 922)
Origineel (inventarisnr 858)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 525 (inventarisnr 1)
796 1526-01-27.
1526 januari 27
Arnt van Bochout, ambtman van Land van Cuijk in Grave en stadhouder Cuijkse lenen, oorkondt, ten overstaan van leenmannen Arnt van Heusden en Jan van Waalwijk, dat hij Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha, met Arnt van Bocholt, keukenmeester op Huis in Grave, als voogd, beleend heeft met:
tienden in de Hautert in Sint Agatha, komende van Henrik de Groot Henriksz
Origineel (inventarisnr 723)
Met zegel oorkonder
797 1526-04-10.
1526 april 10
Peter Velar en Jacob Wintgens, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johanna van Erp, weduwe Hubert Celen van Gerwen, overgedragen heeft aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
2 schepenakten van 7 juli 1483 en 10 november 1488, waardoor dit transfix gestoken is, over 80 Rijnse gulden per jaar (zie regestnr 588 en nr 676)
Origineel (inventarisnr 839)
799 1527-02-05.
1527 februari 5
Jacob de Jeger en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peterke Brouwers / Wendel Brouwers met haar kinderen Peterke en Stientje, ook namens haar onmondige kinderen Hubert en Cornelis, overgedragen hebben aan Gerit Henriksz en zijn vrouw Beel:
4 schepenakten van 13 mei 1416, 4 maart 1475, 4 oktober 1483 en 29 april 1484, waardoor dit transfix gestoken is, over huis en hofstad ( = bouwkavel) in Haps (zie regestnr 108, nr 527, nr 594 en nr 597) (met transfix van 8 december 1547, regestnr 865)
Origineel (inventarisnr 1028)
Met zegels schepenen
800 1527-12-06.
1527 december 6 (op Sunte Nicolaus dach dess heyligen biscops)
Peter Erpagen, kanunnik Sint Stevenskerk in Nijmegen en pastoor in Bergen, oorkondt dat hij overgedragen heeft aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
3 malder rogge per jaar met bijbehorende akten, uit goederen van Willem van Cuijk en zijn vrouw Andrea, in Malden, na hun overlijden te besteden voor 21/2 malder aan armen en voor 1/2 malder aan klooster
Origineel (inventarisnr 985)
Kopie cartularium, 484 (inventarisnr 1)
801 1528-01-12.
1528 januari 12
Jacob Wintgens en Thonis van Bakel, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit de Raijmaker en zijn vrouw Elizabeth overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
14 vat rogge per jaar uit perceel land tussen Cuijk en Hattert, naast Reinar van Holthuisen, gemene weg, Cornelis de Jeger en Herman Klaasz, behoudens 71/2 oude Vlaamsen per jaar
Origineel (inventarisnr 631)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 423 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'uut den Steenbosch, dit gilt Gerit die Raijmaker in die Hautert'
803 1528-05-30.
1528 mei 30 (opten heyligen Pynstavont)
Walraven van Nijdeggen en Peter Velar Gijsbertsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman Roelofsz en zijn vrouw Henneke overgedragen hebben aan Henrik Heissen en zijn vrouw Mechteld:
1 Philipsgulden per jaar, te betalen in Grave, uit kamp land van 2 morgen, naast Jan Monink / Derk Luitgens / en Thonis van Bakel, behoudens 31/2 malder per jaar en 2 Philipsgulden per jaar (met transfixen van 18 juni 1534 en 5 mei 1551, regestnr 828 en nr 873)
Origineel (inventarisnr 823)
Met zegels schepenen.
804 1529-01-15.
1529 januari 15
Peter Velar / Jacob Wintgens / Jan van Escharen / en Thonis van Bakel, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Reinar van Triest schuldig is aan zijn kinderen Herbert en Trui:
40 Philipsgulden, onder verband van zijn goederen in Cuijk
Origineel in archief abdij Westmalle (zie inventarisnr 825)
Met zegels 2e en 4e schepen
806 1529-02-01.
1529 februari 1
Peter Velar en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter Hartvuist en Jan Monninks, kerkmeesters van Cuijk, erkend hebben dat Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha, 1 malder rogge per jaar gelost heeft, dat Peter Verhunen aan de kerk vermaakt had, te voldoen door Herman Hanen en na zijn dood door klooster
Origineel (inventarisnr 848)
Met zegels schepenen
807 1529-02-11.
1529 februari 11
Peter Velar en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Galre schuldig is aan Klaas en Jacob, kinderen van Herman Hanen:
3 Philipsgulden per jaar uit onderpand volgens inhoud schepenakte van 26 april 1501 (zie regestnr 733)
Origineel (inventarisnr 862)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Loesbrive uyt ons Ooy toe Linden'
808 1529-03-24.
1529 maart 24 (op onser liever Vrouwen avont Annuntiationis)
Willem Vaak, stadhouder lenen van Johan van Groesbeek, heer van Heumen, Malden en Beek, oorkondt ten overstaan van leenmannen Jan Tak en Willem van den Kerkhof dat hij, na opdracht van Willem van Cuijk en zijn vrouw Andrea, beleend heeft Peter van Kempen, voor klooster van Sint Agatha met:
leen dat voorheen Gadert van Adendonk in leen hield, te weten 2 kampen land in Malden, naast Reiner Bosman en Jacob Canys
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder
In inventaris cartularium: 'Ende noch I leenbrieff daerop steet 't leen van onsen wegen Jan Schutt'
809 1529-03-24.
1529 maart 24 (op onsser liever Vrouwen avont Annunciationis)
Willem van Hemmersbach, rent- en cijnsmeester van Johan Scheiffart van Merade, heer van Hemmersbach en ambtman van Leedborch, oorkondt ten overstaan van cijnsgenoten Reiner Bosman en Derik Schaarman, dat hij, na opdracht van Willem van Cuijk en zijn vrouw Andrea, beleend heeft Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha, met:
broekland in Maldenrebroek, dat die van Adendonk in leen gehad hebben
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegel oorkonder
810 1529-03-24.
1529 maart 24 (op onsser liever Vrouwen avont Annunciacionis)
Willem Vaak, rechter van Malden, oorkondt ten overstaan van gerechtsluiden Johan Taak en Willem van den Kerkhof, dat Willem van Cuijk en zijn vrouw Andrea overgedragen hebben, aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
hof in Malden met huis en land, groot ongeveer 15 morgen, naast het broek / Stalse Bos / Reiner Bosmans / en Zijbart van Eils
deel Stalse Bos, tussen voorheen Gijsbert van Houweningen, apotheker, en Reiner voornoemd, met broekland in Maldenrebroek, komende van de van Adendonk's, waarvan Johan Scheiffart cijnsheer is, behoudens cijns voor de heer van Heumen, uit broekland 2 pond was en 20 schellingen en 3 malder rogge per jaar voor klooster
Origineel (inventarisnr 986)
Met zegels oorkonder en gerechtsluiden
Kopie cartularium, 483 (inventarisnr 1)
813 1531-03-03.
1531 maart 3
Jan van Escharen en Jan Monnink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Art van den Berg en zijn vrouw Aleid overgedragen hebben aan Kersten Henriksz en zijn vrouw Jake:
11/2 malder rogge per jaar, voorheen van Jan Qwant en door Kersten gekocht van Rein Qwant, aan Art bij scheiding van goederen van zijn broer en zuster ten deel gevallen, te leveren binnen de 4 hekken van Cuijk uit 1 morgen land in Heeswijk, naast Gerit Hermansz / Herman van den Berg / Frerik Coeberg en de Riet (met transfix van 24 juni 1533, regestnr 820)
Origineel (inventarisnr 1044)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Jan van den Berg'
814 1531-03-16.
1531 maart 16
Jan van Escharen en Jan Monnink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Frans Reinarzn van Triest en zijn vrouw Thomas overgedragen hebben aan hun broer en zuster Herbart en Truij Reinars van Triest:
erfenis van wijlen hun moeder Lies, en komend van hun vader Reinar van Triest
Origineel (inventarisnr 825)
Met zegels schepenen
816 1532-02-15.
1532 februari 15
Peter Velar en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Erm Ebben / Ymmel Jansdr / Jan Ebbenzn / Griet en Yef Ebbendr / Klaas Thonisz en zijn vrouw Gertrud / Anna en Truike, kinderen van Jan Mechelen, overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
4 zalen land in Haps op Laarakker, naast erven van klooster en gemeent, waarvan perceel Lange Zaal, en waarbij Lenart Jansz van den Graaf beloofd heeft, Wolter Jansz tot afstand te bewegen, en Erm voornoemd dit zal trachten te doen bij Herman Jansz, na diens terugkeer uit buitenland
Origineel (inventarisnr 796)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 441 (inventarisnr 1)
817 1532-07-16.
1532 juli 16
Jan van Escharen en Jan Monnink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Derk Lenartsz de pottenbakker en zijn vrouw Hilke, met zijn dochter Stientje, overgedragen hebben aan Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 31 mei 1523, waardoor dit transfix gestoken is, over 10 vat rogge per jaar, waarbij zij beloven dat hun dochter Neske Deriksdr, na mondigheid, eveneens afstand zal doen (zie regestnr 791)
Origineel (inventarisnr 797)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 445 (inventarisnr 1)
819 1533-04-21.
1533 april 21
Gijsbert Petersz en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gijsbert Peter Papparszn en zijn vrouw Katherina overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
hun erfenis op land in Cuijk, gebruikt door Peter Pappars en zijn vrouw Jutta, dat klooster door akte verkregen had
Origineel (inventarisnr 805)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 448 (inventarisnr 1)
820 1533-06-24.
1533 juni 24 (op sunte Johans dach Baptista toe mydtsomer)
Jan van Escharen en Jan Monnink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Kersten Henriksz en zijn vrouw Jakn overgedragen hebben aan Goossen Jan Moellenzn en zijn vrouw Beel:
schepenakte van 3 maart 1531, waardoor dit transfix gestoken is, over 11/2 malder rogge per jaar (zie regestnr 813)
Origineel (inventarisnr 1044)
821 1534-01-07.
1534 januari 7
Jan van Escharen en Jan Monnink, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thonis Alislegers van Zambeck, als gevolmachtigde van Wolter Janszn / Met Jansdr / en Ymmell Jansdr / Jan Ebbenzn / Klaas Thoniszn en zijn vrouw Truijken / Iefke Ebbendr / Griet Ebbendr / Anna en Truijken van Mechelen, overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
perceel land, naast gemeent, met borgtocht voor Herman Jansz, waarbij Thonis beloofd heeft dat Jenneke, vrouw van Wolter voornoemd, eveneens afstand zal doen (met transfix van 18 april 1534, regestnr 827)
Origineel (inventarisnr 798)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 444 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'Van III mergen lantz in den Laarakker van Jan Ebben to Haps.
823 1534-02-27.
1534 februari 27
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman Jan Wauwelszn en zijn vrouw Met overgedragen hebben aan Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
6 vat rogge per jaar uit perceel land naast Herman Wauwels, kinderen van Jan Rutten, Heikamp en Boillixland, behoudens 51/2 vat haver per jaar
Origineel (inventarisnr 632)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 396 (inventarisnr 1)
In cartularium: 'van Herman Wauwels off Bolt'
In inventaris cartularium: 'ende noch een scepel uut een cloetgen in Cuijkervelt van Pappertz lant'
824 1537-02-27.
1534 februari 27
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Met Mommers en haar zoon Henrik en zijn vrouw Hilleke overgedragen hebben aan Herman van Nijddeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
21/2 malder rogge per jaar uit de Heikamp, naast de hei, de veldweg en een erf, voorheen van Holthuisen
Origineel (inventarisnr 661)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 420 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'die twe gilt nu Reiner Mombers syn brueder, ende dat h(alf) Henrikz. huisvrou wilner was'
827 1534-04-18.
1534 april 18
Giesbert Petersz en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jenneke, vrouw van Wolter Jansz van Breda, instemt met overdracht, door haar man, aan klooster van Sint Agatha bij schepenakte van 7 januari 1534 (zie regestnr 821)
Origineel (inventarisnr 798)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 444 (inventarisnr 1)
828 1534-06-18.
1534 juni 18
Peter Velar en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Koijter en zijn vrouw Peterke overgedragen hebben aan Hill Kriefs:
schepenakte van 30 mei 1528, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 Philipsgulden per jaar (zie regestnr 803) (met transfix van 5 mei 1551, regestnr 873)
Origineel (inventarisnr 823)
Met zegels schepenen.
829 1534-07-13.
1534 juli 13
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Jan Goossenszn en zijn vrouw Cristina overgedragen hebben aan Zeger van Bakel en zijn vrouw Baat:
1 malder gerst per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel) in Cuijk, naast Peter Hartvuist / Jan Cobrechs / en gemene straat (met transfix van 10 februari 1537, regestnr 834)
Origineel (inventarisnr 822)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 456 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Linden'
830 1534-12-10.
1534 december 10
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Zeger van Bakel en zijn vrouw Baat overgedragen hebben aan Henrik van Kempen, prior klooster van Sint Agatha:
kamp land Nederpapenhees, met weerd tot aan de Maas, naast Niel Wemmersz / Ooy van Herman Haanen / kamp van Baaten, behoudens 13 vat gerst per jaar, met recht van uitweg voor koren en hooi door Konijnenkamp
Origineel (inventarisnr 865)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 463 (inventarisnr 1)
' van enen camp tot Linden'
831 1535-04-25.
1535 april 25
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Zeger van Bakel en zijn vrouw Baat, overgedragen hebben aan Adriaan Giebenzn en zijn vrouw Christina, en aan Frank Wemmerszn en zijn vrouw Luit:
kamp land Baten Kempke, naast Koijnenkamp / Niel Wemmersz / Jan van Ravenstein / en Alof van Ravenstein, met recht van uitweg voor koren en hooi van de Neder Papenhese en zelf door Koijnenkamp (met transfix van 6 december 1555, regestnr 905)
Origineel (inventarisnr 851)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 517 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '... tot Klein Linden'
834 1537-02-10.
1537 februari 10
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Zeger van Bakel en zijn vrouw Baat overgedragen hebben aan Herman van Nijdeggen, procurator klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 13 juli 1534, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 malder gerst per jaar (zie regestnr 829)
Origineel (inventarisnr 822)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 457 (inventarisnr 1)
836 1537-11-17.
1537 november 17
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Kreeft, rentmeester Land van Cuijk in Grave, op verzoek van Otto van Doesburg, gevolmachtigd procurator klooster van Sint Agatha, getoond heeft cijnsregister van de heer van Cuijk, waaruit blijkt dat:
die heer met klooster voor 6 malder rogge per jaar geruild heeft, de Karboes en de Kleine Hautert, waarvoor het de heer cijns van 2 kapoenen per jaar betaalt
Origineel (inventarisnr 668)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 426 (inventarisnr 1)
837 1538-08-12.
1538 augustus 12 (den twelfften dach in den Oest)
Jan van Escharen en Henrik Artsz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henriske Kemerlings toestemming verleent aan Art Noeijen, 41/2 Philips gulden per jaar te lossen met hoofdsom van 75 Philips gulden
Origineel in archief abdij Westmalle (zie inventarisnr 860)
Met fragment-zegels schepenen
Op rugzijde: 'ut die Lange Beemt'
838 1538-10-10.
1538 oktober 10
Jan van Escharen en Jan Monick, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Frank Plesen en zijn vrouw Hilleke overgedragen hebben aan Hill Kriefs:
1 malder rogge per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel) in Cuijk, naast Gieb Velar / Jan van Kempen / Jan Moniks / en gemene straat, te lossen met hoofdsom van 14 Philipsgulden, behoudens 1 malder rogge per jaar (met transfix van 5 mei 1551, regestnr 873)
Origineel (inventarisnr 823)
Met zegels schepenen
Gecasseerd
841 1540-02-22.
1540 februari 22
Giesbert Petersz en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan de Wever en zijn vrouw Riek overgedragen hebben aan Ot van Doesburg, procurator klooster van Sint Agatha:
weerd naast gemene straat, de Maas en erf, voorheen van Jef Moellen, waarop Jan Pierlink weerschap heeft, waarvan klooster schade mag verhalen op huis en hofstad ( = bouwkavel) bij erf, voorheen van Jan Deriksz
Origineel (inventarisnr 633)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 410 (inventarisnr 1)
843 1541-02-01.
1541 februari 1
Giesbert Petersz en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Frank Plesen en zijn vrouw Hilleke overgedragen hebben aan Hill Kriefs:
1/2 malder rogge per jaar uit huis en hofstad ( = bouwkavel), naast Gieb Velar / Jan van Kempen / Jan Moninks / en gemene straat, te lossen met hoofdsom van 7 Philipsgulden (met transfix van 5 mei 1551, regestnr 873)
Origineel (inventarisnr 823)
Met zegels schepenen
Gecasseerd
844 1541-02-10.
1541 februari 10
Jan van Escharen en Jan Rolofs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit Geritsz van Arsen en zijn vrouw Anna overgedragen hebben aan Peter Gaartsz:
perceel land naast erf van klooster van Sint Agatha / Rein Mommers, Jan Stapparts en Rolof Jansz, behoudens 3 malder rogge en 1 schepel per jaar (met transfixen van 10 februari 1543, 12 oktober 1543, 8 juni 1547 en 10 januari 1553, regestnr 850, nr 851, nr 861 en nr 884)
Origineel (inventarisnr 663)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'van die Gall'
845 1541-03-16.
1541 maart 16
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter Gaartsz overgedragen heeft aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
perceel land in Sint Agatha naast Gobbel Thonisz / Jan Artz / Zeger Peters / en Gaart Peters, behoudens 21/2 malder gerst per jaar en cijns van 2 hoenders
Origineel (inventarisnr 669)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 420 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'by den Karboys'
In cartularium: 'Een stueck landtz gelegen aen den Kaerboesch wederom geloest want wy dair thynsheren aff waren'
847 1542-03-07.
1542 maart 7
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Niel Wemmersz en zijn vrouw Beel overgedragen hebben aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
perceel land met recht van poot, naast Jan Geritsz
Origineel (inventarisnr 864)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 467 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'de prato Niel apud die Oy'
850 1543-02-10.
1543 februari 10
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Peter Gaartsz overgedragen heeft aan Henrik Lemmen:
schepenakte van 10 februari 1541, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land (zie regestnr 844) (met transfixen van 12 oktober 1543, 8 juni 1547 en 10 januari 1553, regestnr 851, nr 861 en nr 884)
Origineel (inventarisnr 663)
Met zegels schepenen
851 1543-10-12.
1543 oktober 12
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Lemmen en zijn vrouw Hes overgedragen hebben aan Jan Artz en zijn vrouw Metgen:
2 schepenakten van 10 februari 1541 en 10 februari 1543, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land (zie regestnr 844 en nr 850) (met transfixen van 8 juni 1547 en 10 januari 1553, regestnr 861 en nr 884)
Origineel (inventarisnr 663)
Met zegels schepenen
852 1543-11-06.
1543 november 6
Giesbert Peterszn en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat op verzoek van Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha, geattesteerd hebben Herman Wauwel en Art van Holt over voetpad tussen de Wier en de Hoef
Origineel (inventarisnr 601)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 415 (inventarisnr 1)
854 1545-03-15.
1545 maart 15
Thonis van Bakel en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Klaas van Rijn en zijn vrouw IJgen overgedragen hebben aan Jan Verschuren en zijn vrouw Johanna:
perceel erf in Sint Agatha bij de gemeent
Origineel (inventarisnr 671)
Met zegels schepenen
855 1546-01-15.
1546 januari 15
Thunis van Bakel en Jan Rolefs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Reiner Gaartsz van den Broek overgedragen heeft aan Klaasz van Wetten, priester:
schepenakte van 4 januari 1476, waardoor dit transfix gestoken is, over 3 malder rogge per jaar (zie regestnr 532)
Origineel (inventarisnr 1042)
Met zegel 1e schepen
858 1547-02-06.
1547 februari 6 (Dominica Septuagesima)
Jan van Escharen en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat geattesteerd hebben op verzoek van Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha, over opgraven steegje tussen klooster en Luisakker:
Thonis Slootmaker, priester, toen Melkraij vijand was van die van Oeffelt en hij vanuit Oeffelt in Cuijk naar school ging / Giesbert Petersz, medeschepen, dat hij hierdoor door de Hoogpoort en Bongaartpoort moest gaan / Jan Kampus en Rein Jansz uit Sint Agatha / Art van Holt
Origineel (inventarisnr 599)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 390 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'Conscap van dat steechsken dat tussen die nye mur ind die Luysacker geet'
861 1547-06-08.
1547 juni 8
Giesbert Petersz en Jan van Escharen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit Jansz en zijn vrouw Metgen overgedragen hebben aan Joerden van den Berg:
3 schepenakten van 10 februari 1541, 10 februari 1543 en 12 oktober 1543, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land (zie regestnr 844, nr 850 en nr 851) (met transfix van 10 januari 1553, regestnr 884)
Origineel (inventarisnr 663)
Met zegel 2e schepen
863 1547-11-18.
1547 november 18
Jan van Escharen en Gerit Henriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Willem Jan Deriksz en zijn vrouw Aafke, overgedragen hebben aan Jochum Geritsz en zijn vrouw Stien:
2 percelen land, te weten: perceel op de Schaar, naast Jan Deriksz / Jan Heijnen / Baax' land / en gemeent en perceel op de Laarakker, naast Willem van den Berg / Jan van Lobbrich / en Peter van den Berg
Origineel (inventarisnr 1035)
Met zegels schepenen
865 1547-12-08.
1547 december 8
Jan van Escharen en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gerit Henriksz en zijn vrouw Beel overgedragen hebben aan hun zoon Jochum Geritsz en zijn vrouw Stien, voor zijn verdiend loon:
5 schepenakten van 13 mei 1416, 4 maart 1475, 4 oktober 1483, 29 april 1484 en 5 februari 1527, waardoor dit transfix gestoken is, over huis en hofstad ( = bouwkavel) in Haps (zie regestnr 108, nr 527, nr 594, nr 597 en nr 799)
Origineel (inventarisnr 1028)
Met zegels schepenen
866 1548-03-25.
1548 maart 25
Jan van Escharen en Gerit Geritsz van Arsen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Klaas van Rijn erkend heeft, dat Jan Verschuren afgelost heeft:
1/2 malder rogge per jaar, aan hem en zijn vrouw IJgen uit diens huis en hofstad ( = bouwkavel) in Sint Agatha in de Hautert
Origineel (inventarisnr 671)
Met zegels schepenen
867 1549-04-04.
1549 april 4
Jan van Escharen en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Margriet van den Kerkhof, weduwe Henrik Collart, overgedragen heeft aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
1 goudgulden per jaar uit 1/2 veerstad in Katwijk, met huis en hofstad ( = bouwkavel), naast gemeent / Peter van Katwijk / en Koen Willemsz, en uit kamp land Scabbert, naast voorheen Jan van Nijdeggen en de Maas, te lossen met hoofdsom van 25 gulden, waarvoor de heren 2 x per jaar wijn op de refter zullen hebben
Origineel (inventarisnr 876)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 466 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium: 'voer oer jaergetijdt te halden jaerlix op Sint-Margareten dach'
868 1549-12-13.
1549 december 13
Jan van Escharen en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gieb Velar / Gieb de Fer / Derik Velar / en Herbart Reinarsz van Triest, op verzoek prior van Sint Agatha, geattesteerd hebben over goederen van Derik Crabout en zijn vrouw Jutgen, te weten huis en hofstad ( = bouwkavel) De Zwaan in Cuijk / deel erf de Keende in Heeswijk, nu behorend aan Thonis Henriks kinderen en eerder van Gerit Hermans / kamp in Herman Smitz Knijdenbos bij land van Derik Velars, waar middelheg uitgeworpen is / kamp aan Galgenberg, naast Gieb de Fer, Dovenakker van Art Noien en heg tussen Herman Smitz kamp, nu behorend aan Peter Heimeriks / morgen land, de Mesmeker, bij de Hautert, binnen erf klooster, nu behorend aan Gerit de Raijmaker
Origineel (inventarisnr 808)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 456 (inventarisnr 1)
869 1550-04-02.
1550 april 2
Jan van Escharen en Frederik Coebrechs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herman Artz en zijn vrouw Griet overgedragen hebben aan prior klooster van Sint Agatha:
perceel land naast Jacob Heimeriks, Jan Jansz, gemene weg en Jorden van den Berg
Origineel (inventarisnr 634)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 426 (inventarisnr 1)
In inventaris cartularium de aantekening: van Herman Arntsz die ons bouman was op die Kamer
871 1550-07-16.
1550 juli 16
Jan van Escharen en Frederik Coebrechs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat broeder Willem Mannarts, geattesteerd heeft over Heerstraat bij klooster, lopend langs boerderij van Jan de Snijder, nu bewoond door Aagt, vrouw van Thonis, en verder langs Reintje Qwants / Gerlink Raats / Thies Hanen, nu Klaas van Rijn / Kerkhof / Jan Raats / Gennepseweg;
en over perceel land kerkhof met wal en vele schuren in verband met rijden van vrachtwagens
Origineel (inventarisnr 600)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 393 (inventarisnr 1)
Kopie van circa 1633 (inventarisnr 674)
In cartularium: 'Condscap van der rechter Herstraatn neven onsen kerckhoeff hercommende van Met Haanen ind Gaart Lyben aff, offte van den Cuijkse wech ind van de Pap nae den Gennepsen wech'
872 1550-11-24.
1550 november 24
Derik Velar en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Herbart Reinartszn van Triest en Trui Reinarsdr overgedragen hebben aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
huis en erf, naast Jan van Arsen / gemene straat / en Gerit Thonis, en zaal land, naast Derik Velar / Niel Wemmers / de aanwein / en veldweg, vanwege grote pachtschulden, behoudens 4 Brabantse stuiver per jaar voor kerk van Cuijk, waarbij bepaald wordt dat zij hun leven lang om niet dit huis, erf en de zaal mogen gebruiken, en klooster hen kerkenpacht vergoeden zal in de vorm van een vym schoeff per jaar
Origineel (inventarisnr 825)
Met zegels schepenen
In inventaris cartularium: 'desen brieff is vercoeft, nemelick Derikk Leu, heer Jan Veler ende Herbert van den Schair'
873 1551-05-05.
1551 mei 5
Jan van Escharen en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Hill Kreeftz overgedragen heeft aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
3 schepenakten van 30 mei 1528, 10 oktober 1538 en 1 februari 1541, met transfix van 18 juni 1534, waardoor dit transfix gestoken is, over 1 Philipsgulden / 1 malder / en 1/2 malder rogge per jaar, onder verplichting tot houden jaargetijden voor Henriks, Jacob Henriks, Hill voornoemd en haar zoon Derik en voor heren op refter een portie van wijn (zie regestnr 803, nr 838, nr 843 en nr 828)
Origineel (inventarisnr 823)
Met zegels schepenen
874 1551-05-18.
1551 mei 18 (des anderen daghes nae den heyligen Pynxtdach)
Jan van Escharen en Frederik Coebrechs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Jan de Weverszn en zijn vrouw Hennike overgedragen hebben aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
al hun erfenis, recht en aanspraak op huis in Sint Agatha naast Jelis van Bracht en Hubert Artz
Origineel (inventarisnr 635)
Met zegels schepenen, dat van 2e schepen in bruine was
Kopie cartularium, 400 (inventarisnr 1)
875 1551-06-19.
1551 juni 19
Jan van Escharen en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat op verzoek van Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha, geattesteerd hebben broeder Lambert van den Berg / Art van Holt / broeder Jan van Aart / en Gaart Pijnappel, priester, in geschil over recht klooster op houtwal naast land van Gaart Peterszn jegens onder meer oude Gaart Lyben
Origineel (inventarisnr 670)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 415 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '... die wall aen Karboys ...'
876 1551-06-28.
1551 juni 28
Giesbert Petersz en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thonis Derkszn en zijn vrouw Reintje overgedragen hebben aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
3 delen van huis en erf in Sint Agatha, naast Jelis van Bracht en Hubert Artz, met alle akten daarvan, behoudens 1 malder rogge en cijns van 2 hoenders en 1 plak per jaar
Origineel (inventarisnr 635)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 399 (inventarisnr 1)
In cartularium de aantekening: ... ind Reynken syn huisfrouw, Jan die Wevers dochter ..
In inventaris van cartularium wordt Thonis Dercksoen genoemd Anthonis die Rou
877 1551-06-28.
1551 juni 28
Giesbert Petersz en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Art Rutgers en zijn vrouw Aleid / en Derik Jen de Weverszn, overgedragen hebben aan Thonis Derikszn en zijn vrouw Reintje:
al hun versterf en recht op huis en erf in Sint Agatha naast Jelis van Bracht en Hubert Artz
Origineel (inventarisnr 635)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 400 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '. . . van Derick ind Arnt syn soen tot behoeff Derick die (Rou?)'
In cartularium: 'Aleid ... Jan die Wevers dochter'
In inventaris cartularium: 'Vertychenis gedaen van Derick ende Arnt, man van Jan die Wevers kijnder, van alsulcken erve als hem toequaem aen huis ende hoff enz aen Thonis die Rou'
879 1551-12-15.
1551 december 15
Derik Velar en Jorden van den Berg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat, op verzoek van Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha, personen geattesteerd hebben, dat Heren van Haps in voortijden deel van hun peel, gelegen tussen Hapse en Gemene Peel, gegeven hebben aan klooster van Sint Agatha voor steken van turf:
Grit Hanrtksz, oud ongeveer 80 jaar, voor 60 jaar dienaar van de heren van Boxmeer en Haps, verklarende dat hij dit vernomen had van Rut Zibensz, toen ter tijd een oud man, die geregeld turf stak voor de heren van Haps en deze leverde op het Huis in Haps, hetwelk na hem oude Arnt Esselen uit Wanroij deed / als ook van de man van Heil Lobben, bewaarder van Hapse Peel;
Johan Lemmen, oud meer dan 80 jaar, verklarende dat zijn vader Lambert Jansz aldaar turf stak voor de heren van Sint Agatha en hun peel bewaarde, en dat in zijn jonge jaren Bernt, bouwmeester van klooster, maatregelen genomen had tegen Jan Verbeek als bewaarder kloosterpeel, daar de huislieden scheelturf hadden gestoken;
Jorden Henriksz, verklarende als oud man, geboren in Mill, dat hij instemde met voorgaande getuigenissen
Origineel (inventarisnr 885)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 473 (inventarisnr 1)
Gelijktijdige kopie (inventarisnr 887)
Kopie van circa 1570 (inventarisnr 887)
880 1552-03-12.
1552 maart 12
Jan van Escharen en Jan Rolofs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Ariaan Giebensz en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan Jan Schers en zijn vrouw Merie:
3 malder rogge en 3 Philipsgulden per jaar, te leveren in Grave, uit kamp land bij Klein Linden naast Art Noijen / Niel Wemmers / en Gaart de Cremer, te lossen met hoofdsom van 100 Philipsgulden (met transfix van 10 mei 1561, regestnr 920)
Origineel (inventarisnr 850)
Met zegel 2e schepen
Op rugzijde: 'van den geloisten llI malder ...'
881 1552-03-13.
1552 maart 13
Jan van Escharen en Jan Rolofs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Schers schuldig is aan Ariaan Gieben:
3 malder rogge en 3 Philipsgulden per jaar uit onderpand volgens inhoud schepenakte, te lossen met hoofdsom van 100 Philipsgulden
Origineel (inventarisnr 850)
Met zegel 1e schepen
883 1552-09-15.
1552 september 15
Jan van Escharen en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gobbel Thonisz en zijn vrouw Yken overgedragen hebben aan klooster van Sint Agatha:
perceel land, lang 15 roeden en breed 3 roeden, naast Jan Artz en de Valksteeg
Origineel (inventarisnr 696)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 452 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van een stuck lantz opten vech als men gaet nae den Wier ..'
In inventaris cartularium: 'by die Valckstege'
884 1553-01-10.
1553 januari 10
Jan van Escharen en Frederik Coebrechs, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Joerden van den Berg en zijn vrouw Jutta overgedragen hebben aan Peter Rolofs en zijn vrouw Lies:
4 schepenakten van 10 februari 1541, 10 februari 1543, 12 oktober 1543 en 8 juni 1547, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land (zie regestnr 844, nr 850, nr 851 en nr 861)
Origineel (inventarisnr 663)
Met zegels schepenen
886 1553-12-04.
1553 december 4
Jan van Escharen en Derik Velar, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Frans Reinarsz van Triest en zijn vrouw Thomas, overgedragen hebben aan Rolof van den Broek, prior klooster van Sint Agatha:
al hun recht op huis en hofstad ( = bouwkavel) in Cuijk, naast Jan van Arsen / gemene straat / en Gerit Thonisz, en op perceel land in het Hoogveld, naast Derik Velar / Beel Moren / de aanwein / en de veldweg
Origineel (inventarisnr 825)
Met zegels schepenen
889 1554-09-10.
1554 september 10
Derik Velar en Lambert ingen Haaf, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Geritz Janszn en zijn vrouw Anna overgedragen hebben aan Jacob van Puijflik, priester en procurator klooster van Sint Agatha:
perceel erf De weerd van de Papenhees aan de Maas
Origineel (inventarisnr 866)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 513 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: '... eenen cleynen weerdt tot Klein Linden ...'
892 1554-10-23.
1554 oktober 23
Frederik Coeberg en Jorden van den Berge, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Giesen en zijn vrouw Met overgedragen hebben aan Jacob van Puijflik, procurator klooster van Sint Agatha:
1 goudgulden per jaar uit hun huis en hofstad ( = bouwkavel) in Haps
Origineel (inventarisnr 764)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 509 (inventarisnr 1)
898 1555-04-12.
1555 april 12
Derik Veler en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thomas Roelofz en zijn vrouw Henneke overgedragen hebben aan Thijs Henrikszn en zijn vrouw Merie:
perceel land in Klein Linden in het Nederveld, met het recht van poot, gelegen naast klootje van Marten Hanen, nu van klooster, met als onderpand hun huis en hofstad ( = bouwkavel), naast oude Jan van Katwijk / kerkhof in Klein Linden / hofstad van de jonge Jan Geritz / gemene straat / en gemene broek (met transfix van 15 mei 1555, regestnr 901)
Origineel (inventarisnr 861)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 514 (inventarisnr 1)
901 1555-05-15.
1555 mei 15
Adam van Nijdeggen en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Thijs Henrikszn en zijn vrouw Merie overgedragen hebben aan Jacob van Puijflik, priester en procurator klooster van Sint Agatha, schepenakte van 12 april 1555, waardoor dit transfix gestoken is, over perceel land in Klein Linden in het Nederveld, behoudens cijns van 1/2 kapoen per jaar aan klooster, afkomstig van cijns van wijlen Johan van Zeller, en aan deze tot nu toe verschuldigd door Luit, weduwe Frank Wemmers, uit 1 kleine morgen in Klein Linden in de Leemputten (zie regestnr 898)
Origineel (inventarisnr 861)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 515 (inventarisnr 1)
904 1555-11-12.
1555 november 12 (dess dages post Martini in den wynter)
Frederik Coeberg en Lambert ten Have, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jacob Heimeriksz geruild heeft met Roelof van den Broek, prior, en Jacob van Puijflik, procurator klooster van Sint Agatha:
zaal land in het Hoge Veld op de Gallen in Sint Agaten, naast Lijske Noijen en erf, voorheen van Thonijs Gobbelszn, voor zaal land in de Hautert naast de hofstad ( = bouwkavel) van Jacob voornoemd, de Hoeve, gemene weg en Kamerse veld
Origineel (inventarisnr 664)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 507 (inventarisnr 1)
905 1555-12-06.
1555 december 6
Derik Veler en Frederik Coeberg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arien Gieben en zijn vrouw Stien / en Wemmer Franksz en zijn vrouw Hillik, overgedragen hebben aan Jacob van Puijflik, priester en procurator klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 25 april 1535, waardoor dit transfix gestoken is, over kamp land Batenkempke, welke akte met 1/2 kamp bij boedelscheiding aan Wemmer ten deel gevallen is (zie regestnr 831)
Origineel (inventarisnr 851)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 518 (inventarisnr 1)
906 1556-03-15.
1556 maart 15
Daam van Nijdeggen en Joost van Steenhuiss, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben schepenakte van 22 april 1487, waardoor dit transfix gestoken is, over overdracht, door Degenart van den Berge en zijn vrouw Henneke, aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha, van:
1/2 hof aldaar, voorheen van Johan van Scheelberg en zijn vrouw Griet van der Achter (zie regestnr 657)
Origineel (inventarisnr 756)
Met zegels schepenen
907 1556-03-15.
1556 maart l 5
Daam van Nijdeggen en Joost van Steenhuis, schepenen van Cuijk, oorkonden dat zij gevidimeerd hebben schepenakte van 14 mei 1487, waardoor dit transfix gestoken is, over overdracht door Griet van Oswert, met haar voogd Thijs van der Linden, aan broeder Johan van Zellar, voor klooster van Sint Agatha, van:
1/2 hof aldaar en andere goederen, genoemd in voornoemde akte (zie regestnr 659)
Origineel (inventarisnr 756)
Met zegels schepenen
908 1556-10-05.
1556 oktober 5
Frederik Coeberg en Lambert ingen Haaf, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan Schuurken en zijn vrouw Johanna overgedragen hebben aan broeder Jacob van Puijflik, priester en procurator klooster van Sint Agatha:
huis en hofstad ( = bouwkavel) bij gemene straat, afgescheiden van het erf, voorheen van Peter Baten
Origineel (inventarisnr 671)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'by onsen Karbosch'
909 1557-03-29.
1557 maart 29
Frederik Coeberg en Lambert ingen Haaf, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arien Gieben en zijn vrouw Stien overgedragen hebben aan Jacob van Puijflik, priester en procurator klooster van Sint Agatha:
6 Philipsgulden per jaar uit kamp Keent, in Klein Linden in het Nederveld, naast Arnt Nooijen / Cornelis Haritz / Niel Wemmerse / en Jan van Ravenstein, behoudens 3 gulden en 3 malder rogge per jaar, de 6 gulden te lossen met hoofdsom van 100 gulden en de 6 gulden met de tevens overgedragene 3 gulden en 3 malder te lossen met hoofdsom van 200 gulden
Origineel (inventarisnr 856)
910 1557-05-26.
1557 mei 26
Frederik Coeberg en Lambert ingen Haaf, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan van Katwijk de jonge en zijn vrouw Hilleke overgedragen hebben aan Jacob van Puijflik, priester en procurator klooster van Sint Agatha:
perceel teelland in Klein Linden van 10 roeden en 10 voet, gelegen naast erf van Herman Harijtz, de Roebkamp, en erf van Jutgen Harijtz
Origineel (inventarisnr 849)
Met zegels schepenen
911 1557-06-14.
1557 juni 14
Frederik Coeberg en Lambert ingen Haaf, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Arnt Nooijen en zijn vrouw Anna overgedragen hebben aan Jacob van Puijflik, priester en procurator klooster van Sint Agatha:
kamp land Lange Beemd, naast Jan Nooijen / Harijt Wemmers / en Sloepgats straatje, met recht van poot, in ruil voor kamp land, naast erf van Sinterklaasaltaar in Linden / erf voorheen van Collartz / Broek / en Startkamp, behorend aan Henrik Loefs, behoudens 31/2 Brabantse gulden en 41/2 Philipsgulden per jaar uit Langen Beempt voor gasthuis in Grave, te lossen met hoofdsom van 75 Philipsgulden
Origineel (inventarisnr 860)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 527 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'tot Klein Linden'
914 1557-09-06.
1557 september 6
Frederik Coeberg en Lambert ingen Haaf, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Margriet van Kerkhof, weduwe Henrik Collart, verklaard heeft aan klooster van Sint Agatha op 1 mei 1557 overgegeven te hebben:
schepenakte waardoor dit transfix gestoken is, over 10 Brabantse stuiver per jaar (zie regestnr 794, echter van 1 mei 1548)
Origineel (inventarisnr 870)
Met zegels schepenen
916 1559-07-04.
1559 juli 4
Henrik van Steenhuis, ambtman in Grave van Land van Cuijk en stadhouder Cuijkse lenen, oorkondt, ten overstaan van leenmannen Willem van Wamel en Herman Kiphout, dat zijn gemachtigde Willem van Wamel, griffier leenhof van Cuijk, Otto van Doesburg, prior klooster van Sint Agatha, met Henrik Kreeft, schout in Grave, als voogd, beleend heeft met:
tienden in de Hautert na overlijden van prior Rolof van den Broek
Origineel (inventarisnr 723)
Met zegel oorkonder
917 1559-07-04.
1559 juli 4
Henrik van Steenhuis, ambtman in Grave van Land van Cuijk, stadhouder Cuijkse lenen, oorkondt ten overstaan van zijn leenmannen Willem van Wamel en Henrik Kreeft, schout, dat zijn gemachtigde Willem van Wamel, griffier leenhof van Cuijk, Otto van Doesburg, prior klooster van Sint Agatha, beleend heeft met:
goed Kerkhof in Oeffelt, na overlijden van prior Rolof van den Broek, waarbij Herman Kipholtz, rentmeester van Grave, tot voogd aangesteld wordt
Origineel (inventarisnr 925)
Met zegel oorkonder
920 1561-05-10.
1561 mei 10
Herman van der Geest en Koen Jansz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Scheers en zijn vrouw Merie overgedragen hebben aan Gerit van Nijmegen, priester en procurator klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 12 maart 1552, waardoor dit transfix gestoken is, over 3 malder rogge en 3 Philipsgulden per jaar, op voorwaarde dat Stien, weduwe Arien Giebens, bij lossing nog zal betalen de door klooster aan haar geleende 6 malder rogge (zie regestnr 880)
Origineel (inventarisnr 850)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Jan Scherss boirger toe Graeff; wij hebben den selven camp voir dese IX Phs.g. ende III malder siaers in pantschap'
921 1563-09-20.
1563 september 20
Frederik van Huls en Herman van der Geest, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Michiels en zijn vrouw Thoniske overgedragen hebben aan Henrik van Ravenstein en zijn vrouw Weindel:
hun deel van kamp land naast Henrik Wemmers
Origineel (inventarisnr 859)
Met zegels schepenen
Op rugzijde: 'Van meyster Henrik van Heeswyck kempken tot Linden'
922 1564-11-10.
1564 november 10
Jan Veler Deriksz en Herman van der Geest, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Marten Hanen en zijn vrouw Trijn overgedragen hebben aan Gerit van Nijmegen, priester en procurator klooster van Sint Agatha:
schepenakte van 11 november 1525 over perceel land Klootje, in het Klein Linsense veld, naast Henrik van Ravenstein (zie regestnr 795)
Origineel (inventarisnr 858)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 526 (inventarisnr 1)
923 1566-03-14.
1566 maart 14
Herman van der Geest en Jan Veler Deriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Joerden van den Berg erkend heeft, dat Gerit van Nijmegen, procurator klooster van Sint Agatha, gelost heeft 1 malder rogge per jaar, dat wijlen Jennijs Giesen aan Joerden overgedragen had uit huis en hofstad ( = bouwkavel) in Haps, na zijn overlijden nu in gebruik bij klooster
Origineel (inventarisnr 765)
Met zegels schepenen
928 1568-09-30.
1568 september 30 (op sunte Jeronimus dach)
Ot Kaal en Peter van Erp Deriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik van Ravenstein en zijn vrouw Weindel overgedragen hebben aan Jacob van Puijflik, priester en procurator klooster van Sint Agatha:
kamp land van 1/4 morgen, naast erf van Wemmer Henriksz Koenenkamp
Origineel (inventarisnr 859)
Met zegel 2e schepen
Kopie cartularium, 528 (inventarisnr 1)
929 1568-10-12.
1568 oktober 12
Jan Veler Derikszn en Arnt de Haan, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Merrijtgen, dochter wijlen Thonisken Jan Giesendr, afstand van rechten gedaan heeft voor klooster op huis en hofstad ( = bouwkavel) in Haps, afkomstig van haar grootvader Jan Giesen en bij schepenakte (waardoor dit transfix gestoken was) door haar ooms en tantes, en door Jan Peters vanwege haar onmondigheid overgedragen
Origineel (inventarisnr 765)
Met zegel 1e schepen
Principale akte ontbreekt
931 1570-03-31.
1570 maart 31
Jan Veler Derikszn en Jorden van den Berg, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Giesbert Arienszn en zijn vrouw Liesbeth / Wemmer Arienszn en zijn vrouw Jut / Cornelis Arienszn / Nees Ariensdr / Jan Klaaszn en zijn vrouw Met Arinsdr / en Henriske Ariensdr, allen kinderen wijlen Arien Gieben en zijn vrouw Christina, overgedragen hebben aan Otto van Doesburg, prior, en Jacob van Puijflik, procurator klooster van Sint Agatha:
kamp land in Klein Linden in de Korte Keend, naast Lange Beemd, voorheen van Arnt Nooijen / Droefuendaal van Herman Haritz / en erf voorheen van Niel Wemmers, behoudens cijns uit Jan van Zellars' hof voor klooster
Origineel (inventarisnr 857)
Kopie cartularium, 523 (inventarisnr 1)
933 1571-01-13.
1571 januari 13
Joerden van den Berg en Peter van Erp, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Lambert Hermanszn en zijn vrouw Marie overgedragen hebben aan Henrik Goertzzn en zijn vrouw Stien:
1/2 kamp land in Haps, naast gemeent en Peter van den Berg
Origineel (inventarisnr 1030)
Met zegels schepenen
934 1571-11-10.
1571 november 10 (op sunte Marttens aeffent episcopus in den wijnter)
Herman Hanen en Arnt de Haan Peterszn, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Otto van Doesburg, prior / Derik van Loon, supprior / en Jacob Puyflik, procurator klooster van Sint Agatha, overgedragen hebben aan Peter Engelkens en Anthonis Versleijen, provisoren en armenmeesters van elendige en armengilde in Venrade in Land van Kessel:
70 gulden per jaar uit 2 kampen hooiland van 6 morgen, naast Heer van Persingen en Rein Mommers / en uit perceel land Molenstap, naast het Sluiskempke van Gobbel Thonisz, Herman Haanen, de Maas, Arnt de Haan en de Sluisdijk, te lossen met een hoofdsom van 350 gulden
Origineel (inventarisnr 684)
939 1575-11-10.
1575 november 10 (op senct Martins avont)
Johan Veler Derikszn en Herman van der Geest, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Otto van Doesburg, prior / Johan van Cuijk, supprior / Jacob van Puijflik, procurator / Willem Vierfant / Floris van der Horst / en Peter van Moudijk, senioren klooster van Sint Agatha verkocht hebben aan Reiner van Bocholtz, rentmeester, en zijn vrouw Margriet Ploenis, vanwege de troebele en dure tijden:
72 gulden per jaar uit kamp land van 3 morgen, tussen de beide Lindens, in het Sloepgat, naast Herman Harits / Johan van Mierlo / e erfgenamen van Jan Nooijen / Wemmer Harits / en Sloepgatse straat, te betalen in Grave en te lossen met hoofdsom van 1200 gulden (met transfix van 1 augustus 1577, regestnr 945)
Origineel (inventarisnr 871)
Met zegels schepenen en conventszegel
Op rugzijde: kwitantie van Heilken Cappewals, weduwe Henrik van Steenhuis, voor Johan Heimans en zijn vrouw Beelken van Denssen over de aflossing van de hoofdsom van 1200 gulden, gepasseerd voor schepenen van Grave, 1622.
943 1576-10-26.
1576 oktober 26
Jan Veler Deriksz en Thijs Henriksz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Otto van Doesburg, prior / Jan van Cuijk, supprior / en Jacob van Puijflik, procurator klooster van Sint Agatha, overgedragen hebben aan Roelof Dopper en Jan de Cuijper Goertzsz, dekens van Sint Anna broederschap in Grave, voor armen aldaar:
6 gulden per jaar uit perceel hooiland Bogelaart, naast Eva van Erwitz, weduwe Walraven van Steenhuis, voorheen Jan van Escharen / gemene broek / en Niel Schatten, behoudens 1 blauwe gulden per jaar, te lossen met hoofdsom van 100 gulden
Origineel (inventarisnr 852)
Met beschadigd zegel 2e schepen
Op rugzijde: kwitantie van Johan Wolters en zijn vrouw Maria Heimans voor Hubbert Creft, Johan van Boekholt, dekens, en Gerit Bartens, oud deken van Sint-Anna broederschap in Grave over de aflossing van de hoofdsom van 100 gulden, gepasseerd voor schepenen van Grave, 1622
946 1579-03-20.
1579 maart 20
Herman Hanen Petersz en Jan Verstegen, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Aleid Weindel, weduwe Wolter Jans, en Goort Henrik Aalbertsz, met zijn vrouw Ietje overgedragen hebben aan Otto van Doesburg, prior, en Arnt van Haps, procurator klooster van Sint Agatha:
3 malder rogge per jaar uit kamp hooiland in Sint Agatha, de Kram, naast Derik Jacobs, gemeent en Niel Wijers, behoudens 1 malder rogge per jaar, te lossen met hoofdsom van 60 Philips daalder
Origineel (inventarisnr 678)
Met zegels schepenen
947 1580-05-18.
1580 mei 18
Otto van Doesburg, prior / Jan van Cuijk, supprior / Jacob van Puijflik, procurator / Willem Viervant / en Floris van der Horst, senioren van klooster van Sint Agatha, oorkonden dat zij tot verlossing van gevangen genomen conventualen, verkocht hebben aan Reiner van Boekhout, rentmeester van Land van Cuijk, en zijn vrouw Margriet Ploenis:
72 gulden per jaar, te leveren in Gennep, uit kamp land Grote Wienraad in Oeffelt, naast Jan Steevensz / Peter Laaikers / erfgenamen Herman Quernen en Ruth Alartsz / Goort van Meerwijk / en Lange Kamp van klooster Langen Kamp voornoemd, onder meer naast Borchgreve;
Klein Wienraad onder meer naast Heerenweerd;
kamp hooi- of weiland achter blokhuis, onder meer naast Heerenweerd, waar dit blokhuis gestaan heeft, en erf, voorheen van Wolter van Asselt uit Stralen, behoudens uit deze 4 onderpanden herencijns van 91/2 kapoen;
23 gulden en 10 stuiver per jaar aan Engelbert van Kaats / 5 daalder per jaar aan Eva van Kaats, zuster in Nieuwenklooster / 3 malder rogge per jaar aan rentmeester Engelbert voornoemd, te lossen met hoofdsom van 60 Philipsgulden;
waarvan de 72 gulden te lossen zijn met hoofdsom van 1200 gulden (met transfix van 19 mei 1580, regestnr 948)
Origineel (inventarisnr 942)
Met conventszegel en handtekeningen 5 oorkonders
948 1580-05-19.
1580 mei 19
Jan van Bergum en Rutger Realtz, schepenen / met Peter Wier, rechterbode van Oeffelt, oorkonden dat Ot van Doesburg, prior / Jan van Cuijk, supprior / Jacob van Puijflik, procurator / Willem Virvant / Floris van den Horst, senioren klooster van Sint Agatha, verkocht hebben:
72 gulden per jaar aan Reinner van Bocholtz, rentmeester van Land van Cuijk, en zijn vrouw Margarita Pluenis, volgens akte van 18 mei 1580, waardoor dit transfix gestoken is (zie regestnr 947)
Origineel (inventarisnr 942)
Met schependomszegel
955 1587-03-13.
1587 maart 13
Thonis Geritsz en Alart Ruttensz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Jan Verstegen de oude overgedragen heeft aan Bernt Bonenbakker en zijn vrouw Aalke:
perceel land van 1 morgen op de Laarakker, naast erf van klooster van Sint Agatha en Willem Jans
Origineel (inventarisnr 1036)
Met zegels schepenen
957 1587-06-06.
1587 juni 6
Alart Ruttensz en Jan Petersz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Henrik Cornelisz en zijn vrouw Henrikske overgedragen hebben aan Bernt Bonenbakker en zijn vrouw Aalke:
perceel teelland van 1/2 morgen, naast erf van klooster van Sint Agatha en verder rondom in de gemeent, behoudens cijns van 1/2 stuiver per jaar
Origineel (inventarisnr 1036)
Met zegels schepenen
963 1594-10-31.
1594 oktober 31
Alart Rutten en Willem Moer Jansz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Gijsbert Hagens, secretaris van Grave, krachtens volmacht van Bernt Bonenbakker en zijn vrouw Aalke van 7 september 1594, overgedragen hebben aan Deriken Loeffs en zijn vrouw Derikske:
1 morgen land in Haps, naast erf klooster van Sint Agatha / gemeent / en Peter Henriks en nog 1/2 morgen aldaar, behoudens uit 1e perceel 5 vat rogge en uit 2e perceel herencijns van 1/2 stuiver
Origineel (inventarisnr 1036)
Met zegels schepenen
972 1599-10-16.
1599 oktober 16 (Gedaen te Bruessele)
President en leden rekenkamer van Brabant vergunnen, op verzoek van Reinier van Boicholt, rentmeester stad Grave en Land van Cuijk, aan prior en religieuzen klooster Sint Agatha, in refugie in Grave:
weder oprichten rosmolen voor eigen gebruik en uitdelen van brood aan de armen
Origineel (inventarisnr 899)
Getekend L. Bocxhorn
Gedrukt: C.R. Hermans, 'Annales Ordinis S. Crucis' ('s-Hertogenbosch 1853) deel III, 123
1474-09-17.
1474 september 17 (op sunte Lambertz dach episcopi)
Johan Spierink en Peter van Wetten Klaasz, schepenen van Cuijk, oorkonden dat Johan Hollender, burger in Nijmegen, en zijn vrouw Met overgedragen hebben aan broeder Aarnt Snelraat, voor klooster van Sint Agatha:
beemd Molenstat in Sint Agatha, naast molenstad van klooster, Herman Wauwels, de Stelt van klooster en de Maas (zie ook schepenakte van 12 maart 1442, regestnr 320)
Origineel (inventarisnr 683)
Met zegels schepenen
Kopie cartularium, 127 (inventarisnr 1)
Op rugzijde: 'van Heynken des Groeten moelenstat wy gekoft van Jan Hollender Heynkens dochter man'
628 Uitspraak van schout en schepenen van Cuijk, over eigendomsrecht klooster op weerd bij de Maas, jegens naburen, 1476 i
668 Akte van bewijs, dat heer van Cuijk, met klooster voor 6 malder rogge per jaar, aan Karbos en Kleine Hantert, geruild heeft, waarvoor deze cijns van 2 kapoenen ontvangt, 1537 i
721 Vidimus van schepenen van Cuijk, van passage in cijnsregister van Heren van Haps, over schenking, door Eduard van Haps, aan klooster, van ½ novale tiend in Hantert en smaltiend van hof in Sint Agatha, 1509 i
792 Eigendomsbewijs van 8½ hont land op Laarakker, afkomstig van kerkmeesters van Cuijk, 1487 i
807 Eigendomsbewijs van 7 Gelderse Wilhelmusgulden als in inventarisnr 806, afkomstig van Gerit Cloyssen en kerkmeesters van Cuijk, 1441 en 1444 i
848 Verklaring van kerkmeesters van Cuijk, over lossing van 1 malder rogge per jaar door klooster, dat Peter Verhunen aan kerk vermaakt had, 1529 i
925 Akte van belening, door Godevart van Steenhuis, ambtman van Grave en Land van Cuijk, als stadhouder van Cuijkse lenen, voor Aart Woltersz, als voogd van broeder Hanrik Smitz, namens klooster van Sint Agatha, met goed Ten Kerkhof onder Oeffelt, 1603
Met vroegere beleningen voor klooster van 1491, 1510 en 1559, en voor Jan van der Moelen van 1474 en 1491 i
942 Akte van verkoop, door klooster, aan Reiner van Boicholt, rentmeester Land van Cuijk, van 72 gulden per jaar uit Grote en Kleine Wienraat, van Lange Kamp en van perceel land onder Oeffelt, tot verlossing van gevangen genomen conventualen, met akte, 1580 i