244 Jezuïetencollege in 's-Hertogenbosch, 1609 - 1629 N.B. Stukken van 1348 - 1666 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
244
Jezuïetencollege in 's-Hertogenbosch, 1609 - 1629 N.B. Stukken van 1348 - 1666
Inleiding
Regesten
76 1498-01-13.
1498 januari 13 decima tertia die mensis januarii anno Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo septimo
Schepenen van 's-Hertogenbosch, IJewanus Kuijst en Lambert van Wolf, oorkonden dat Lambert en Jacob zonen van Johan Jacobszn / Johan Arts, als man van Agnes, dochter van Johan Jacobszn / en Johanna, Elizabeth en Aleid, kinderen van Matheeus van der Heijden en van Hadewigis, dochter van Johan Jacobszn, hebben overgedragen aan Wolter Abenzn, als man van Margaretha, dochter van Johan Jacobszn:
4/5 van jaarlijkse erfpacht van 11/2 mud rogge uit perceel Donreswijk in Gestel bij Herlaer, en jaarlijkse erfpacht van 1/2 mud rogge, zoals beschreven in akte van 10 juli 1443 (zie regestnr 24);
deze pachten waren door Johan, zoon wijlen Jacob van Berlichem, verkregen van Hilla, weduwe Gerard van Bie Gijbenzn;
na dood van Johan en Margarita zullen de pachten ten goede komen aan Lambert en Jacob, zonen van Johan Arts en van Agnes, dochter van Johan Jacobszn
Origineel (inventarisnr 101)
Met schepenzegel IJewanus Kuijst
Zie ook regestnr 164
1498 januari 13 decima tertia die mensis januarii anno Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo septimo
Schepenen van 's-Hertogenbosch, IJewanus Kuijst en Lambert van Wolf, oorkonden dat Lambert en Jacob zonen van Johan Jacobszn / Johan Arts, als man van Agnes, dochter van Johan Jacobszn / en Johanna, Elizabeth en Aleid, kinderen van Matheeus van der Heijden en van Hadewigis, dochter van Johan Jacobszn, hebben overgedragen aan Wolter Abenzn, als man van Margaretha, dochter van Johan Jacobszn:
4/5 van jaarlijkse erfpacht van 11/2 mud rogge uit perceel Donreswijk in Gestel bij Herlaer, en jaarlijkse erfpacht van 1/2 mud rogge, zoals beschreven in akte van 10 juli 1443 (zie regestnr 24);
deze pachten waren door Johan, zoon wijlen Jacob van Berlichem, verkregen van Hilla, weduwe Gerard van Bie Gijbenzn;
na dood van Johan en Margarita zullen de pachten ten goede komen aan Lambert en Jacob, zonen van Johan Arts en van Agnes, dochter van Johan Jacobszn
Origineel (inventarisnr 101)
Met schepenzegel IJewanus Kuijst
Zie ook regestnr 164
244 Jezuïetencollege in 's-Hertogenbosch, 1609 - 1629 N.B. Stukken van 1348 - 1666
Inleiding
Regesten
76
1498-01-13.
1498 januari 13 decima tertia die mensis januarii anno Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo septimo
Schepenen van 's-Hertogenbosch, IJewanus Kuijst en Lambert van Wolf, oorkonden dat Lambert en Jacob zonen van Johan Jacobszn / Johan Arts, als man van Agnes, dochter van Johan Jacobszn / en Johanna, Elizabeth en Aleid, kinderen van Matheeus van der Heijden en van Hadewigis, dochter van Johan Jacobszn, hebben overgedragen aan Wolter Abenzn, als man van Margaretha, dochter van Johan Jacobszn:
4/5 van jaarlijkse erfpacht van 11/2 mud rogge uit perceel Donreswijk in Gestel bij Herlaer, en jaarlijkse erfpacht van 1/2 mud rogge, zoals beschreven in akte van 10 juli 1443 (zie regestnr 24);
deze pachten waren door Johan, zoon wijlen Jacob van Berlichem, verkregen van Hilla, weduwe Gerard van Bie Gijbenzn;
na dood van Johan en Margarita zullen de pachten ten goede komen aan Lambert en Jacob, zonen van Johan Arts en van Agnes, dochter van Johan Jacobszn
Origineel (inventarisnr 101)
Met schepenzegel IJewanus Kuijst
Zie ook regestnr 164
1498 januari 13 decima tertia die mensis januarii anno Domini millesimo quadringentesimo nonagesimo septimo
Schepenen van 's-Hertogenbosch, IJewanus Kuijst en Lambert van Wolf, oorkonden dat Lambert en Jacob zonen van Johan Jacobszn / Johan Arts, als man van Agnes, dochter van Johan Jacobszn / en Johanna, Elizabeth en Aleid, kinderen van Matheeus van der Heijden en van Hadewigis, dochter van Johan Jacobszn, hebben overgedragen aan Wolter Abenzn, als man van Margaretha, dochter van Johan Jacobszn:
4/5 van jaarlijkse erfpacht van 11/2 mud rogge uit perceel Donreswijk in Gestel bij Herlaer, en jaarlijkse erfpacht van 1/2 mud rogge, zoals beschreven in akte van 10 juli 1443 (zie regestnr 24);
deze pachten waren door Johan, zoon wijlen Jacob van Berlichem, verkregen van Hilla, weduwe Gerard van Bie Gijbenzn;
na dood van Johan en Margarita zullen de pachten ten goede komen aan Lambert en Jacob, zonen van Johan Arts en van Agnes, dochter van Johan Jacobszn
Origineel (inventarisnr 101)
Met schepenzegel IJewanus Kuijst
Zie ook regestnr 164
laatste wijziging 14-08-2022
721 beschreven archiefstukken
77 gedigitaliseerd
totaal 795 bestanden
Inventaris
laatste wijziging 14-08-2022
721 beschreven archiefstukken
77 gedigitaliseerd
totaal 795 bestanden
Kenmerken
Datering:
1348-1666
Vindplaats origineel:
BHIC 's-Hertogenbosch
Organisatietrefwoorden:
Categorie:
laatste wijziging 14-08-2022
721 beschreven archiefstukken
77 gedigitaliseerd
totaal 795 bestanden