2131 Clarissen Megen ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )
2131
Clarissen Megen
Inleiding
laatste wijziging 03-05-2022
197 beschreven archiefstukken
196 gedigitaliseerd
totaal 196 bestanden
Inventaris
Regesten
76 26 maart 1521 (gedateerd volgens paasstijl, gehanteerd door de schepenbank van Den Bosch).
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Godfried, zoon van wijlen Wouter van Middegael, en Lambert, zoon van wijlen Gerard van den Broeck, proosten van de Onze Lieve Vrouwe Broederschap in de Sint-Janskerk te ’s-Hertogenbosch, een jaarlijkse erfcijns van negen Rijnsgulden hebben overgedragen aan meester Nicolaas Kuyst ten behoeve van Jan van Berkel, zoon van wijlen Gerard, uit een huis, erf en tuin en aanhorigheden, zowel akker- als weiland, in de parochie van Someren, tussen de gemene plaats enerzijds en het erfgoed van Maarten, zoon van wijlen Gerard Moens alias Keteler, anderzijds, alsmede uit een weiland van twee bunder te Someren, tussen het erfgoed van Gozewijn van Veen enerzijds en de Aa anderzijds, welke erfcijns meester Nicolaas Kuyst ten behoeve van de Broederschap van Paul, zoon van wijlen Hendrik van Dirwen, man van Bela, dochter van wijlen Gerard van Berkel, verworven had. Zij zullen de cijns altijd kunnen terugkopen.
Getuigen: schepenen van ‘s-Hertogenbosch: Lambert van den Broeck en Jan, zoon van Jan Arnts van Vladeracken. i
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Godfried, zoon van wijlen Wouter van Middegael, en Lambert, zoon van wijlen Gerard van den Broeck, proosten van de Onze Lieve Vrouwe Broederschap in de Sint-Janskerk te ’s-Hertogenbosch, een jaarlijkse erfcijns van negen Rijnsgulden hebben overgedragen aan meester Nicolaas Kuyst ten behoeve van Jan van Berkel, zoon van wijlen Gerard, uit een huis, erf en tuin en aanhorigheden, zowel akker- als weiland, in de parochie van Someren, tussen de gemene plaats enerzijds en het erfgoed van Maarten, zoon van wijlen Gerard Moens alias Keteler, anderzijds, alsmede uit een weiland van twee bunder te Someren, tussen het erfgoed van Gozewijn van Veen enerzijds en de Aa anderzijds, welke erfcijns meester Nicolaas Kuyst ten behoeve van de Broederschap van Paul, zoon van wijlen Hendrik van Dirwen, man van Bela, dochter van wijlen Gerard van Berkel, verworven had. Zij zullen de cijns altijd kunnen terugkopen.
Getuigen: schepenen van ‘s-Hertogenbosch: Lambert van den Broeck en Jan, zoon van Jan Arnts van Vladeracken. i
2131 Clarissen Megen
Inventaris
Regesten
76
26 maart 1521 (gedateerd volgens paasstijl, gehanteerd door de schepenbank van Den Bosch).
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Godfried, zoon van wijlen Wouter van Middegael, en Lambert, zoon van wijlen Gerard van den Broeck, proosten van de Onze Lieve Vrouwe Broederschap in de Sint-Janskerk te ’s-Hertogenbosch, een jaarlijkse erfcijns van negen Rijnsgulden hebben overgedragen aan meester Nicolaas Kuyst ten behoeve van Jan van Berkel, zoon van wijlen Gerard, uit een huis, erf en tuin en aanhorigheden, zowel akker- als weiland, in de parochie van Someren, tussen de gemene plaats enerzijds en het erfgoed van Maarten, zoon van wijlen Gerard Moens alias Keteler, anderzijds, alsmede uit een weiland van twee bunder te Someren, tussen het erfgoed van Gozewijn van Veen enerzijds en de Aa anderzijds, welke erfcijns meester Nicolaas Kuyst ten behoeve van de Broederschap van Paul, zoon van wijlen Hendrik van Dirwen, man van Bela, dochter van wijlen Gerard van Berkel, verworven had. Zij zullen de cijns altijd kunnen terugkopen.
Getuigen: schepenen van ‘s-Hertogenbosch: Lambert van den Broeck en Jan, zoon van Jan Arnts van Vladeracken.
Schepenen van ’s-Hertogenbosch oorkonden dat Godfried, zoon van wijlen Wouter van Middegael, en Lambert, zoon van wijlen Gerard van den Broeck, proosten van de Onze Lieve Vrouwe Broederschap in de Sint-Janskerk te ’s-Hertogenbosch, een jaarlijkse erfcijns van negen Rijnsgulden hebben overgedragen aan meester Nicolaas Kuyst ten behoeve van Jan van Berkel, zoon van wijlen Gerard, uit een huis, erf en tuin en aanhorigheden, zowel akker- als weiland, in de parochie van Someren, tussen de gemene plaats enerzijds en het erfgoed van Maarten, zoon van wijlen Gerard Moens alias Keteler, anderzijds, alsmede uit een weiland van twee bunder te Someren, tussen het erfgoed van Gozewijn van Veen enerzijds en de Aa anderzijds, welke erfcijns meester Nicolaas Kuyst ten behoeve van de Broederschap van Paul, zoon van wijlen Hendrik van Dirwen, man van Bela, dochter van wijlen Gerard van Berkel, verworven had. Zij zullen de cijns altijd kunnen terugkopen.
Getuigen: schepenen van ‘s-Hertogenbosch: Lambert van den Broeck en Jan, zoon van Jan Arnts van Vladeracken.
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 19-06-2018
1 gedigitaliseerd
laatste wijziging 03-05-2022
197 beschreven archiefstukken
196 gedigitaliseerd
totaal 196 bestanden
Kenmerken
Vindplaats origineel:
Clarissenklooster Megen
Categorie:
laatste wijziging 03-05-2022
197 beschreven archiefstukken
196 gedigitaliseerd
totaal 196 bestanden