Uw zoekacties: St. Catharinagasthuis Grave, 1291-1973

2130 St. Catharinagasthuis Grave, 1291-1973 ( Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC) )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
2130   St. Catharinagasthuis Grave, 1291-1973
Inleiding
Inleiding H. Essink, 1964
Aanvullende inleiding Sint-Catharinagasthuis, 2019
Regestenlijst.
De regesten zijn gemaakt door de inventarisator Essink. Ze geven een korte samenvatting van de charters tot 1600, maar alleen als ze betrekking hebben op het Land van Cuijk. Essink:
De in de latijnstalige oorkonden voorkomende woorden en termen als: Gravia, hospitalis, mensa sancti Spiritus en Platea Publica vertalen wij met: Grave, gasthuis, H.Geesttafel en Gemene(dit is openbare) Straat.
Gelatiniseerde geslachtsnamen in dergelijke oorkonden, bijvoorbeeld: de Gravia, de Malden en de Wijchen geven wij met: van der Graaf (van Grave), van Malden en van Wijchen weer.
Alle regesten zijn gemaakt aan de hand van oorspronkelijke, d.w.z. originele op perkament beschreven stukken. De vermelding: oorspronkelijk op perkament laten wij achterwege.
Het tussen ( ) staande getal achter het regestnummer verwijst naar het nummer van de inventaris van het gasthuisarchief.
Bij de regesten van veertiende eeuwse oorkonden laten wij de vermelding van eeuw en jaar bij de weergave van de dateringstekst achterwege.
Bij de betalingsdatum van cijnsen en renten, meestal vernoemd naar een feestdag van 0.L.Heer, de H. Maagd, Apostelen en andere gecanoniseerden zetten wij de kalenderheilige tussen ( ) achter de moderne datum, bijvoorbeeld: 1 mei (Sint Walburgis),17 september (Sint Lambert), enz.
De vermelding mauder is gelijk aan malder.
Wanneer iets onleesbaar is wordt dit vervangen door .....
1291-1330
1331-1350
1351-1380
1381-1399
1400-1471
Records 1 t/m 100
a101 1412 mei 20.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Deric vanden Veurlaer en Hille e.l.hebben opgedragen aan Michgiel Janssoen en Bele e.l.een rente van 3 malder rogge, te betalen op O.L.Vrouwedag lichtmis (2 februari) en gaande uit hun land van 2 hollandse morgen te Wanroij in de Perk, met de ene zijde naast het land van Deric en Hille voornoemd en met de andere zijde naast het land van Ermgard Willems, met het ene eind schietend op de gemene straat en met het andere eind op de beek.
Getransfigeerd.
a102 1412 juli 25.
Henric Baedensoen, richter te Escharen, Deric Knapensoen en Deric Hermanssoen, genaamd Peperkoec, laten te Escharen, oorkonden:
ten eerste, dat Bade Badensoen van Eesscharen en Geertruijt e.l.hebben opgedragen aan Jan die Hasetten behoeve van Geertrude Broegels, een latenbrief van Esoharen, waar deze brief doorgestoken is;
ten tweede de Graafse schepenen Henric van Merlaer en Jan die Haen verzocht te hebben deze brief met de richter te bezegelen.
Getransfigeerd.
a103 1412 september 17.
Jan Mànick en Jan Neudensoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat heer Gadertt van
Eesscharen, de zoon van wijlen Deric vander Moelen, priester, verklaard heeft schuldig te zijn aan:
1)Mechteld;

2)Ermgard;
3)Margriet;
4)Steven,
zijn nichten en neef, de kinderen van zijn broer,
een brief, die melding maakt van een bedrag van 300 guldens, die Gerit die Boese, Arnt Pyeck en Henric van Merwyc Henricssoen bezegeld hadden en schuldig waren aan voornoemde Gadert.
a104 1412 september 18.
Henric Badensoen, richter te Escharen, Jacop van Nyenhoeven en Reinke, de zoon van Peter Weverssoen, laten te Escharen, oorkonden:
ten eerste, dat Jan, de zoon van Jan van Eesscharen bij Bele, zijn halfbroer Jan, de zoon van voornoemde van Eesscharen bij Griet, beloofd heeft een bedrag van 80 gulden vlaams te betalen;
ten tweede de Graafse schepenen Jan die Haen en Jan Neudensoen verzocht te hebben deze brief met de richter te bezegelen.
Getransfigeerd.
a105 1412 december 6.
Henric Badensoen, richter te Escharen, Reynke Peterssoen en Henneke Piccegaets(?), laten aldaar, oorkonden:
ten eerste, dat Jan, de zoon van Jan van Escharen bij Griet, een panding verricht heeft in verband met de achterstallige betaling van 80 guldens, die zijn halfbroer Jan hem beloofd had;
ten tweede de voornoemde Graafse schepenen verzocht te hebben deze brief met de richter te bezegelen.
Transfix.
a106 1412 december 14.
Willem van Doernen en Henric van Bothalen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Bertolt die Jeger en jonkvrouw Fissie e.l.verklaard hebben jaarlijks een erfpacht van 34 malder rogge schuldig te zijn aan de Graafse H.Geesttafel, te betalen op sint Maarten bisschop in de winter(11 november), in verband met hun erfpacht van de aan de H.Geesttafel toebehorende hoeve te Haps.
a107 1413 februari 4..
Jan Monick en Herman Gielyssoen, schepenen te Grave, oorkonden dat Henric Vranckensoen en Agnese e.l.hebben opgedragen aan Gadert die Witte een rente van 1 malder rogge, te betalen op Onzer Lieve Vrouwe lichtmis (2 februari) en gevestigd op een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Aleyt Ansems en met de andere zijde naast het huis en erf van Geenke Goesswynssoen, met het ene eind schietend op het erf van voornoemde Aleyt en met het andere eind op de gemene straat.
Getransfigeerd.
a108 1413 februari 5.
Beernt Zuerhout en Goeswijn vanden Lampelaer, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Michgiel Janssoen en Bele e.l.hebben opgedragen aan Willem Barbier, H.Geestmeester, ten behoeve van de Graafse H.Geesttafel, een heemradenbrief waar deze brief doorgestoken is en die gewag maakt van een rente van 1 malder rogge.
Transfix.
a109 1413 maart 14..
Schepenen te Mill oorkonden, dat Heijnric Artssoen vanden Pedel en Lysbet e.l. hebben opgedragen aan Gerit Derics en Jutte, de dochter van Jordaen vander Voirt, e.l.een rente van 12 vat rogge, te betalen op O.L.Vrouwelichtmisdag (2 februari) en gevestigd op hun 1 1/2 hollandse morgen land te Wanroij bij den Aerle, met de ene zijde en met het ene eind naast het land van Lijsbet Heynrix en met de andere zijde naast de steeg, die ligt tussen voornoemde landen en het land van Jan vanden Aerle, en met het andere eind op de gemeynt in de richting van de Peel.
getransfigeerd.
a110 1413 maart 16..
Jan die Haen en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Henric vanden Bossche en Hille e.l.hebben opgedragen aan Henric Gebelensoen, provisor van de Graafse H.Geesttafel, ten behoeve van die tafel, een rente van 1 1/2 malder rogge, te betalen op sint Geertrudendag (17 maart) en gevestigd op een huis en erf, met de ene zijde naast het erf van de H.Geest en met de andere zijde naast de gemene straat, met het ene eind schietend op het erf van Jan Scilthouwer en met het andere eind op het H.Geesterf.
a111 1413 mei 1.
Henric Badensoen, richter te Escharen, Bade van Esscharen en Henric van Olmen, laten aldaar, oorkonden, dat Gadert Kempken en Geertruyt e.l.hebben opgedragen aan Herman van Olmen, provisor van het Graafse gasthuis, ten behoeve van dat gasthuis, een latenbrief van Escharen, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a112 1413 mei 6..
Jan Monick en Herman Gielyssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Gerit vanden Vrede en Mechtelt e.l.hebben opgedragen aan Gadert die Witte een rente van 2 malder rogge, te betalen op sint Maartensdag in de winter (11 november) en gevestigd op een huis en erflgelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Jan van Batenborch en met de andere zijde naast het huis en erf van Peter Hovincs,met het ene eind schietend op de stadsmuur en met het andere eind op de gemene straat.
Getransfigeerd.
a113 1413 mei 7..
Voornoemde schepenen oorkonden, dat:
1)Henric die Wilde en Aleijt e.l.;
2)Deric,de dochter van wijlen Deric Scormers(?),
opgedragen hebben aan Aleijt, de weduwe van Willem lymmermans, een buiten de Hampoort gelegen stuk land, met de ene zijde naast het erf van Mechtelt Zuerhout en met de andere zijde naast het erf van heer Willem Tymmermans, met het ene eind schietend op het erf van Gertruyt Loedekens en haar kinderen en met het andere eind op het erf van Willem Seris.
a114 1413 juni 7.
Henric van Mameren en Arnt van Langel, schepenen te Herpen, oorkonden, dat Godert Peterssoen en Folske e.l.hebben opgedragen aan Dirc Stalpert vanden Grave een stuk land, gelegen met de ene zijde naast het erf van voornoemde Stalpert en met de andere zijde naast het land van Dirc, de neef van voornoemde Stalpert.
a115 1413 juni 25.
Henric Badensoen, richter te Escharen, Deric Knapensoen en Matheus Abensoen,laten aldaar, oorkonden:
ten eerste, dat Arnt die Haen en Gheertruyt e.l.hebben opgedragen aan Wancem die Raymeker een kamp lands, gelegen met de ene zijde naast het erf van Jutte Doppers en met de andere zijde naast het erf van Baye Talout;
ten tweede de Graafse schepenen Jan die Haen en Jan Neudensoen verzocht te hebben deze brief te bezegelen.
a116 1413 juli 22.
Roelof Huijsraet en Henric van Bothalen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Tijs vander Hoeven heeft opgedragen aan Gort vander Heiden een rente van 1 malder rogge, die deel had uitgemaakt van een rente van 8 malder rogge, die Heijn Vogel jaarlijks op Maria Lichtmis (2 februari) schuldig was aan voornoemde vander Hoeven en gevestigd op de goederen van wijlen Copke Noudensoen.
a117 1413 december 4..
Henric van Merlair en Jan Mionick, schepenen te Grave, oorkonden, dat Art die Haen en Baudeke van Olmen, kerkmeesters van sint Elisabeth te Grave, verpacht hebben aan Henric Heymericssoen en Mechtelt e.l.een stuk land en erf, gelegen in de Nieuwe Wijt, met de ene zijde naast het erf van joffer Aleyt Tengnagel en met de andere zijde naast het erf van heer Jan Snorren, met het ene eind schietend op de dijkgraaf en met het andere eind op de Maas.
Getransfigeerd.
a118 1414 januari 2..
Henric van Merlair en Jan die Haen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Henric vanden Veld en Aleyt e.l.hebben opgedragen aan Aleyt vanden Wijer een rente van 5 vat rogge, te betalen op sint Lambert (17 september) en gevestigd op een stuk land en erf, gelegen in de Nieuwe Wijt, met de ene zijde naast het erf van Jan Deenkens en met de andere zijde naast het erf van Gerit van Lent, schietend met het ene eind op de Maas en met het andere eind op de dijkgraaf.
Getransfigeerd.
a119 1414 januari 7..
Jan die Haen en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan van Broijckom en IJde e.l.hebben opgedragen aan Henric vanden Boenhoff een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Claes van Bothaelen en met de andere zijde naast de gemene straat, met het ene eind schietend op het straatke in de richting van het kerkhof en met het andere eind op de straat in de richting van Lievendaal.
a120 1414 januari 17..
Jan die Haen en Jan Neudensoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan die Smit Wancemssoen en Jutte e.l.hebben opgedragen aan Gadert die Witte een rente van 1 malder rogge, te betalen met Pasen en gevestigd op een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Ywaen van Eesscharen en met de andere zijde naast het huis en erf, dat van Art Gubbels was, met het ene eind schietend op het erf van Willem van Wijchen en met het andere eind op de gemene straat.
a121 1414 januari 21.
Henric van Merlair en Jan die Haen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Claes Naeperinck en Lysbet e.l.hebben opgedragen aan Reijnalt Snavel een rente van 5 pond payment, te betalen op O.L.Vrouwendag purificatio (2 februari) en gevestigd op een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Gerit Croepels en met de andere zijde naast het huis en erf van Willem vanden Dijck, met het ene eind schietend op het erf van Geenke van Elten en met het andere eind op de gemene straat;
met twee schepenbrieven, die daar gewag van maken.
a122 1414 januari 24 .
Schepenen te Mill oorkonden, dat:
1)Arnt;
2)zijn broer Jacop;
3)hun zuster Heilwich;
4) Primke en Liesbet e.l.,
opgedragen hebben aan Ermbout die Aude Janssoen een schepenbrief, waar deze brief
doorgestoken is.
Getransfigeerd.
a123 1414 januari 24.
Bernt Surhout en Michiel Janssoen, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Deric vander Beten en Aleyt e.l.opgedragen hebben aan Ermbout die Aude Janssoen een rente van 2 malder rogge, te betalen op O.L.Vrouwedag purificatio (2 februari) en gevestigd op:
a)2 morgen land, gelegen op de Wolfsberg met de ene zijde naast de hof van Claes Noden en met de andere zijde naast het erf van Jan Papen en met beide einden schietend op het erf van ... Janssoen;
b)een 1/2 morgen hooibeemd, gelegen met de ene zijde naast het erf van Goert van Camppe en met de andere zijde naast het erf van Reijnke vander Hoven, met het ene eind schietend op de Voortsedijk en met het andere eind op het erf van Gherit Janssoen.
Getransfigeerd.
a124 1414 maart 6.
Henric Nyweit, Gosen van Doernen en Henric van Oerscot, laten te Sint Catharijn aan de kapel (Ledeacker), oorkonden:
ten eerste, dat Gort Slabruc (?) en Wenalt e.l.hebben opgedragen aan Gosen die Jeger, genaamd Moelrepas, alzulk erf en recht als zij hebben, als erfgenamen van Goris van Berse, waar Aleyt Jansdochter van Doernen en Heilwych van Beerse het vruchtgebruik van hadden;
ten tweede, dat opdragers als waarborg gesteld hebben een stuk grond in de Ledeackersekamp naast het erf van Claes Reijnensoen aan de ene en het erf van Henric Gortssoen aan de andere zijde, schietend met het ene eind op debeek en met het andere eind op de gemeynt;
ten derde richter en schepenen van Beugen verzocht te hebben deze brief met het zegel van het gericht van Beugen te bezegelen.
a125 1414 maart 8..
Jan die Haen en Willem Borman, schepenen te Grave, oorkonden, dat Reijnalt Snavel en Lijsbet e.l.hebben opgedragen aan Jan Neudensoen 3 schepenbrieven melding makende van een rente van 5 pond payment, die voornoemde opdragers jaarlijks geldende hadden uit een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Willem vanden Dijck en met de andere zijde naast het huis en erf van Gerit Croepels, met het ene eind schietend op het erf van Gerit van Elten en met het andere eind op de gemene straat.
a126 1414 maart 16.
Heylwich van Merle, jonkvrouwe. te Haps, oorkondt schuldig te zijn aan Mechteld, de dochter van Steven Jans, in verband met geleend geld en zij (Heylwich) zal voornoemde Mechteld een lijftocht geven van 50 guldens, elke gulden ter waarde van 9 oude botdragers of 10 vlaamse plakken, en wel jaarlijks met de vier paasheilige dagen.
a127 1414 maart 24.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Ermbout die Aude Janssoen heeft opgedragen aan jonkvrouw Ermgart, de dochter van Steven Jans, twee schepenbrieven betreffende een rente van 1 malder rogge, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a128 1414 april 11.
Willem Passart en Jan die Haen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Lijsbet Gerits dochter vander Perre heeft opgedragen aan Herman van Olmen, provisor van het Graafse gasthuis, ten behoeve van dat gasthuis, een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is en die melding maakt van een rente van 3 malder rogge.
Transfix.
a129 1414 april 25..
Henric van Merlair en Jan die Haen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Arnt Denne Deenkenssoen van Zelant heeft opgedragen aan Claes Naprinck, provisor van de Graafse H.Geesttafel, ten behoeve van die tafel, een rente van 11 malder en 1 vat gerst, te betalen op sint Maartensdag in de winter (11 november) en gevestigd op:
a)een stuk land en erf, gelegen in de Oude Wijt;
b)een stuk land en erf, gelegen tussen de dijk en de Oude Wijt, welke voornoemde stukken land groot zijn 4 1/2 hollandse morgen en 1/3 hont.
a130 1414 mei 1.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Hueb, de zoon van Derick sPapenzoen, en Lijsbet e.l.
hebben opgedragen aan Heijnricus Broegel, de zoon van Deric Broegel, een rente van
3 malder rogge, te betalen met Maria lichtmis (2 februari) en gevestigd op 5
hollandse morgen land te Wanroij, met de ene zijde naast het land van Art Smeets
en met de andere zijde naast het land van Jan vanden Aerle, schietend met het ene
eind op de gemeynt en met het andere eind op het Scudzochshuefke.
Getransfigeerd
a131 1414 mei 2 .
Jan van Wijchen en Henric vanden Velde, schepenen te Velp, oorkonden, dat Arnt en Mechtelt, kinderen van Arnt Hubensoen, hebben opgedragen aan Henric Hermanszoen van den Grave een rente van 2 malder rogge zoals vermeld in de brief waar deze brief doorgestoken is.
Getransfigeerd.
a132 1414 mei 31..
Schepenen te Mill oorkonden, dat Jordaen Peterszoen en Lysbet, de dochter van Willem vanden Voirlaer, e.l.hebben opgedragen aan Gerit, de zoon van Deric Geritszoen, en Jutte Jordaens dochter vander Voirt e.l.een rente van 2 malder rogge, te betalen met de vier kerstheilige dagen en gevestigd op het gehele land van de opdragers te Wanroij in de Perrik, met de ene zijde naast het land van Deric vanden Voirlaer en met de andere zijde naast het land van Gerit vanden Boerle, schietend met het ene eind op de gemeynt en met het andere eind op het land van de kinderen van Heym vander Meer en Hadewieg e.l.
Getransfigeerd.
a133 1414 juli 13.
Willem van Doernen en Henric van Bothalen, schepenen te Cuijk, oorkonden, dat Jan Cuyper, de zoon van wijlen Gobel Coster, en Lysbet e.l.hebben opgedragen aan Gijsbert van Uden een rente van 1 malder rogge; die Art Nesen jaarlijks schuldig was, te betalen op sint Maartensdag in de winter (11 november) en gevestigd op een kamp, gelegen met de ene zijde naast het erf van Jan Belensoen en met de andere zijde naast het erf van de kinderen van Roef vander Brugghen.
Getransfigeerd.
a134 1414 augustus 10.
Jan van Wijchen en Goetscalck van Lewen, schepenen te Velp, oorkonden, dat Herman die Groet en anderen hebben opgedragen aan Otte vanden ..., ten behoeve van Aelbert Baecks, een rente van 4 malder rogge met 2 schepenbrieven, die daar gewag van maken.
Getransfigeerd.
a135 1414 september 29 .
Schepenen te Mill oorkonden, dat:
1)Jan van Weert;
2)zijn zoon Jacop;
3)zijn dochter Met,
opgedragen hebben aan Gerit van Helmont Scoenmaker te Grave een rente van 1 malder rogge, te betalen tijdens de vier kerstheilige dagen te midwinter, welke malder rogge Jan van Weert was aanverstorven van Jordaen die Ridder en Lijsbet e.l., de grootouders van voornoemde Jacop en met, gevestigd opten Bregsghel, met de ene zijde en het het ene eind naast de gemeynt, met de andere zijde naast de beek, die door het Bregschel loopt en met het andere eind op het Stegelant.
Getransfigeerd.
§ bij de Cuijkervoort
a136 1414 oktober 18..
Jan Neudensoen en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jacop Cahoven Geritssoen en Aleijt e.l.hebben opgedragen aan Merselijs Willemssoen vanden Kirckhof een rente van 1 malder rogge, te betalen op sint Maartensdag in de winter en gaande uit een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast de gemene straat en met de andere zijde naast 's heren muur, schietend met het ene eind op het erf van Herman Mathijssoen en met het andere eind op de gemene straat.
a137 1414 november 21..
Henric van Merlair en Jan die Haen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Henric Heymericssoen van Derenborch en Mechtelt e.l.hebben opgedragen aan Herman van Olmen, provisor van het Graafse gasthuis, ten behoeve van dat gasthuis, de helft van 4 hont land, waarvan de andere helft toebehoort aan Gadert Geritssoen en welke 4 hont land is gelegen in de Nieuwe Wijt, met de ene zijde naast het erf van Henric Wouterssoen en met de andere zijde naast het erf van Henric Wreden, schietend met het ene eind op de Maas en met het andere eind op de dijkgraaf. Getransfigeerd.
a138 1414 november 27..
Voornoemde schepenen oorkonden, dat voornoemde Henric en Mechtelt e.l.verklaard hebben, dat voornoemde van Olmen, ten behoeve van het Graafse gasthuis, mag beschikken over dat gehele voornoemde stuk land, zoals vermeld in de brief waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a139 1414 december 15
.
Jan die Haen en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Gadert die Witte en Agnese e.l.hebben opgedragen aan Herman van Olmen, provisor van het Graafse gasthuis, ten behoeve van dat gasthuis, een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a140 1414 december 15..
Voornoemde schepenen oorkonden, dat voornoemde Gadert en Agnees hebben opgedragen aan voornoemde van Olmen, ten behoeve van het Graafse gasthuis, een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is.
Verbroken transfix.
a141 1414 december 15..
Voornoemde schepenen oorkonden, dat voornoemde Gadert en Agnese hebben opgedragen aan voornoemde van Olmen, ten behoeve van het Graafse gasthuis, een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a142 1414 december 26.
Henric Badensoen, richter te Escharen, Goert Kampartz en Jan Coenensoen, laten aldaar, oorkonden, dat Jan van Eesschaeren en Aleyt e.l.hebben opgedragen aan Reynout Zegerssoen een laatbrief van Escharen, waar deze brief doorgestoken is en die melding maakt van een rente van 5 malder rogge.
Getransfigeerd.
a143 1415 juli 1.
Bernt Surhout en Michgiel Janssoen, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat:
1)Liesbet Baenraets;
2)haar zoon Jan;
3)haar zoon Peter;
4)haar dochter Liesbet,
hebben opgedragen aan Goessen wanden Lampelaer een heemradenbrief,waar deze brief doorgestoken is.
Getransfigeerd.
a144 1415 november 21..
Jan die Haen en Jan Neudensoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Willem die Hoppenbrouwer en Lysbet e.l.aan Herman van Olmen, provisor van het Graafse gast huis, ten behoeve van dat gasthuis, opgedragen hebben een rente van 1 malder rogge, te betalen op sint Katharijnendag (25 november) en gevestigd op een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Gadert Huijsmans en met de andere zijde naast het erf van Jan van Gael, met het ene eind schietend op het straatke van Rutger Wancems en met het andere eind op de gemene straat.
a145 1416 januari 21..
Willem van Oetwic en Willem van Doernen, schepeneh te Cuijk, oorkonden, dat Lijsbet, de weduwe van Gijsbert van Uden, heeft opgedragen aan Herman van Olmen, provisor en "verwaerre" van het Graafse gasthuis, ten behoeve van dat gasthuis, een rente van 1 malder rogge, begrepen in de briefwaar deze brief doorgestoken is. Transfix.
a146 1416 januari 28..
Willem Passart en Jan Neudensoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Henric van Dodenberch en Lijsbet e.l.hebben opgedragen aan Lijsbet van Brug een rente van 10 pond payment, ten behoeve van het Graafse H.Geesthuis en gevestigd op een stuk erf in de Mars, met de ene zijde naast het erf van voornoemde Henric en met de andere zijde naast het erf van Geenke Goessenssoen, met het ene eind schietend op de Middelweg en met het andere eind op de dijk.
a147 1416 mei 25..
Henric Badensoen, richter te Escharen, Arnt Snavel en Jacop die Jegher, laten aldaar, oorkonden, dat Willem Stege en Ghertruyt e.l.hebben opgedragen aan Berthoult die Jegher een rente van 2 malder rogge, nader beschreven in een Graafse schepenbrief, en dat opdragers als pand gesteld hebben een stuk land, gelegen in Escharen, met de ene zijde naast het erf van Henric Badensoen en met de andere zijde naast het erf van Ghese, de weduwe van Jacop Peterssoen en met beide einden schietend op de gemene weg.
a148 1416 juni 6.
Bernt Zurhout en Michgiel Janssoen, heemraden in het Hollanderbroek oorkonden, dat Henric, de zoon van Heyn Segherssoen, heeft opgedragen aan zijn zoon Symon een rente van 4 malder en 2 vat rogge, te betalen op O.L.Vrouwedag purificatio (2 februari) en gevestigd op 2 morgen en 5 kont land, gelegen met de ene zijde naast het erf van Deric Berthoutssoen en met de andere zijde naast het erf van Jacop Heymans, met het ene eind schietend op de afterdijk en met het andere eind op het erf van Arnt Gybensoen.
Getransfigeerd.
a149 1417 oktober 14..
Willem Passart en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jutte, de weduwe van Henric Hardenecks, heeft opgedragen aan Tijlman Peterssoen die Raijmeker de helft van een buiten de Brugpoort gelegen hof, met de ene zijde naast het erf van Lijsbet Ywaens en haar kinderen en met de andere zijde en met het ene eind naast de gemeynt en met het andere eind schietend op het steegske.
a150 1417 oktober 27.
Willem Passart en Jan die Haentschepenen te Grave, oorkonden, dat Henric van Touven en Jut e.l.hebben opgedragen aan Jacob die Kael een rente van 1 malder rogge, te betalen op sint Maartensdag in de winter (11 november) en gevestigd op een huis en erf gelegen met de ene zijde naast het erf van Jan Coulen en met beide einden schietend op de gemene straat.
a151 1418 februari 21.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Lieske, de weduwe van Bauke van Olmen, heeft opgedragen aan Herman van Olmen, provisor van het Graafse gasthuis, ten behoeve van dat gasthuis, een rente van 15 vat rogge;
met 2 schepenbrieven waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a152 1418 februari 24.
Wouter van Langel en Jan van Wijchen, schepenen te Velp, oorkonden, dat Rijxke Rijxkenssoen van Gael heeft opgedragen aan Aleit vanden Wyer 3 1/2 morgen land, gelegen in die Reke, met de ene zijde naast het erf van Willem Colensoen en het erf van de kerk van (Neer)Loon aan de andere zijde, schietend met het ene eind op de straat en met het andere eind op het erf van Otte vanden Rijn en het erf van Aelbert Baecx.
Getransfigeerd.
a153 1418 februari 25.
Reynalt, hertog van Gelre, enz., oorkondt, dat hij in verband met de door Johan van Hueslingen aan hem bewezen diensten aan voornoemde Jan en diens rechtsopvolgers ten eeuwigen dage in gebruik heeft afgestaan 2 bunder peelgrond, naast de Peel van Ermboult, de bode van Mill.
a154 1418 april 25.
Jan die Haen en Jan Neudensoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Katheryn, de weduwe van Reijleijer;
2)haar dochter Aleyt;
3)Henric die Haen en Mechtelt e.l.;
4)Jan die Becker en Kathertn e.l.;
5)Art die Reyleyer en Lijsbet e.l.,
hebben opgedragen aan Mechtelt Hillen dochter van Nulant de helft van een huis en erf, welk heel huis en erf, gelegen is met de ene zijde naast het huis en erf van Coman Jans en met de andere zijde naast het huis en erf van Henric Bolen, schietend met het ene eind op het erf van Heijn Zews en met het andere eind op de gemene straat.
a155 1418 april 26.
Voornoemde schepenen oorkonden, dat voornoemde Mechtelt Hillen dochter verklaard heeft, dat haar moeder Hille van Nulant als lijftocht bezitten mag de helft van een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Henric Bolen en met de andere zijde naast de andere helft van het huis van Katherijn sReijleijers, met het ene eind schietend op het erf van Heijn Zews en met het andere eind op de gemene straat.
a156 1413 september 17.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Lisbet, de weduwe van Uwe Baenrots, met haar kinderen Peter, Jan en Henric, heeft opgedragen aan Goeswyn vanden Lampelaer een stuk peelgrond, die van voornoemde Uwe placht te wesen, gelegen met de ene zijde naast de Peel van Willem Doppers en met het ene eind schietend op de baan.
a157 1418 oktober 20..
Henric van Merlair en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Gertruijt, de weduwe van Michiel van Kuijc, met haar zoon Gelis, heeft opgedragen aan Art, de zoon van Deric Knapensoen, een rente van 5 malder rogge, te betalen op sint Petersdag ad cathedram (22 februari) en gaande uit een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Wenmaer Rolofssoen en met de andere zijde naast het huis en erf van Gysbert die Cremer, met het ene eind schietend op het erf van Gerit Guedelen en met het andere eind op de gemene straat.
a158 1419 februari 22.
Herman Gielissoen en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Gerit Goessenssoen en Aleyt e.l.hebben opgedragen aan Jan van Vlierden een erf, gelegen met de ene zijde en met het ene eind naast het erf van de opdrager en met de andere zijde en met het andere eind naast het erf van voornoemde van Vlierden.
a159 1419 maart 1..
Henric van Merlair en Herman Gielissoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Art die Haen en Gertruyt e.l.hebben opgedragen aan heer Willem Bertensoen, priester, een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van heer Claes Wouterssoen, deken te Grave, en met de andere zijde naast het huis en erf van het Graafse H.Geesthuis, met het ene eind schietend op de muren, waar de poortdeur insluit en lijnrecht gaande naar het erf van Jan, de zoon van Deric Knapensoen, en met het andere eind op de gemene straat.
a160 1419 maart 19..
Schepenen te Mill oorkonden, dat Jan van Huesselingen heeft opgedragen aan Loenijs vanden Palss een 's herenbrief vanden lande, die melding maakt van 2 bunder peelgrond, gelegen naast de Peel van Ermbolt die Bade van Mill.
a161 1419 april 12..
Henric van. Merlair en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Michael vanden Sande en Luytgart e.l.hebben opgedragen aan Herman van Olmen, provisor van het Graafse gasthuis, ten behoeve van dat gasthuis, een rente van een 1/2 malder rogge, te betalen op sint Petersdag ad cathedram (22 februari) en gevestigd op een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het erf van Berte Bemers en met de andere zijde naast het erf van Henric van Haren, met het ene eind schietend op het erf van Jutte Goessens en met het andere eind op de gemene dijk.
a162 1419 mei 31..
Jan Neudensoen en Herman Gielissoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Jan van Broechem;
2)zijn zoon Art;
3)zijn zoon Mathys;
4)zijn zoon Jorden;
5)Deric Engelen en Aleyt e.l.,
hebben opgedragen aan Gerit van Middeler de helft van een huis en erf, welk geheel huis en erf gelegen is met de ene zijde naast het huis en erf van Willem Seris en met de andere zijde en met het ene eind naast het erf van Gerit Dericssoen en met het andere eind schietend op de gemene straat.
a163 1419 juli 23..
Herman Gielissoen en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Michiel vanden Sande en Luytgart e.l.hebben opgedragen aan Henric van Boegen een rente van een 1/2 malder rogge, te betalen op sint Petersdag ad cathedram (22 februari) en gevestigd op een half huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het erf van Henric van Haren en met de andere zijde naast het erf van het gasthuis, met het ene eind schietend op het erf van Jutte Goessens en met het andere op de gemene dijk.
Getransfigeerd.
a164 1419 juli 24..
Voornoemde schepenen oorkonden, dat voornoemde van Boegen en Weyndel e.l.hebben opgedragen aan Gerit Talot Badensoen een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a165 1419 augustus 5.
Bernt Zuerhout en Goessen vanden Lampelaer, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden,dat voornoemde Goessen en Yde e.l.hebben opgedragen aan Lijsbet, de weduwe van Gijsbert van Uden, 2 heemradenbrieven, waar deze brief doorgestoken is. Getransfigeerd.
a166 1419 augustus 29.
Schepenen te Mill oorkonden, dat Jan van Oerle en Ide e.l.hebben opgedragen aan mr.Jan, de zoon van Herman Jordensoen, en Margriet e.l.een rente van 1 1/2 malder rogge, te betalen met de vier heilige kerstdagen en gevestigd op twee stukken land, die Dirc Papensoen - tegen een pacht van 4 malder rogge sjaars - verpacht had aan voornoemde van Oerle en welke twee stukken land, gelegen zijn met de ene zijde naast het erf van Aleit Geenkens en haar kinderen en met de andere zijde naast het erf van voornoemde Papensoen.
a167 1420 januari 16..
Jan Neudensoen en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan die Molner die Aude en Gese e.l.beloofd hebben heer Willem Beertensoen, priester, schadeloos te houden voor diens aandeel op alzulk pond oud geld, als het Graafse H.Geesthuis jaarlijks geldende heeft uit het pand, waar het raadhuis, vleeshuis en het gewanthuis in gevestigd is.
a168 1420 maart 10..
Schepenen te Mill oorkonden, dat Aleijt Geenkens met haar kinderen heeft opgedragen aan Gerit, de zoon van Deric Geenkens, een rente van 1 malder rogge, te betalen met kerstmis en gevestigd op een stuk land, gelegen met de ene zijde naast het erf van Aebke Batensoen en met de andere zijde naast het erf van Jan van Oerl, met het ene eind waar het huis op staat schietend op de gemeynt en met het andere eind op de Lampelaarsehoeve.
Getransfigeerd.
a169 1420 juli 16..
Jan Neudensoen en Willem Borman, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan die Haen en Bele e.l.hebben opgedragen aan Hille, de dochter van Lenart Verboven, een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is en die melding maakt van een rente van 20 schellingen oud geld.
a170 1420 september 17.
Bade van Eesscheren, richter te Escharen, Henric van Have en Goessen van Nyystelren, laten aldaar, oorkonden:
ten eerste, dat Jan Siberchssoen en Hille e.l.hebben opgedragen an Jan Keel-ken Wiellemssoen een rente van een 1/2 malder rogge, te betalen op sint Maartens-dag in de winter (11 november) en gevestigd op een huis en erf van wijlen Jan Keelken, gelegen met beide zijden en met het ene eind naast het erf van voornoemde Siberchssoen en met het andere eind op de gemene weg;
ten tweede Arnt Snavell en Henric Badensoen, hun medelaten, verzocht te hebben deze brief te bezegelen.
Getransfigeerd.
a171 1420 oktober 4..
Jan die Haen en Jan Neudensoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Berte Boeten verklaard heeft, dat al haar goederen na haar overlijden zullen komen aan het Graafse H.Geesthuis
a172 1420 december 1..
Bade van Eesscheren, richter te Escharen, Arnt Snavel en Henric Badensoen, laten te Escharen, oorkonden, dat Jan Keelhen Willemssoen en Lysbet e.l.hebben opgedragen aan Herman van Olmen een rente van 1/2 malder rogge, waarvan sprake is in de brief, waar deze doorgestoken is.
Getransfigeerd.
a173 1421 januari 25.
Bade van Eesscheren, richter te Escharen, Herman sMandzsoen en Jacop van Hoiffne, laten aldaar, oorkonden:
ten eerste, dat Bade Abensoen en Liesbet e.l.hebben opgedragen aan Henric Wouterssoen een rente van 2 malder en 2 vat rogge, te betalen op O.L.Vrouwedag purificatio (2 februari) en gevestigd op een stuk land, genaamd den Geystcampe, ongeveer 14 hont en 14 Broeden groot, gelegen met de ene zijde naast het erf van Goessen Mulrepas, Henric Campart en Houd Ygramssoen en met de andere zijde naast het erf van Bade wanden Boegaert, schietend met het ene eind op de erven van Goessen en Henric voornoemd en met het andere eind op de gemene weg;
ten tweede hun medelaten Arnt Snavell en Henric Badensoen verzocht te hebben deze brief te bezegelen.
Getransfigeerd.
a174 1421 februari 22.
Jan Neudensoen en Herman Gielissoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jutte Floren heeft opgedragen aan Deric Schulle een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Henric Volpartssoen en met de andere zijde en met het ene einde naast de gemene straat en met het andere eind met de halve gevel schietend op het erf van Gadert vander Heyden.
a175 1421 maart 9..
Jan Neudensoen en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Lijsbet, de weduwe van Claes Naprinck, heeft opgedragen aan Henric van Mil, provisor van de Graafse H.Geesttafel, ten behoeve van die tafel, de helft van een stuk land, welk geheel stuk gelegen is met de ene zijde naast het land van Jan Abensoen en met de andere zijde naast het land van Jan Tonensoen, met het ene eind schietend op het land van voornoemde tafel en met het andere eind op de Horsensegraaf.
a176 1421 maart 31..
Herman Gielissoen en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan Kuycman en Lijsbet e.l.hebben opgedragen aan Art Dennen van Zelant een schepen brief, waar deze brief doorgestoken is.
Getransfigeerd.
a177 1421 april 19..
Henric Rutgerssoen en Lambert van Olmen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Aelbert Janssoen van Tijel heeft opgedragen aan Hille van Nulant alzulke goederen, als hij (Aelbert) heeft liggen binnen de vrijheid van de stad Grave.
a178 1421 april 24..
Jan Monick en Jan Neudensoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Claes Kemp en Lysbet e.l.;
2)Jan Pieck en Mechtelt e.l.,
opgedragen hebben aan Jan Abensoen een in de Mars gelegen stuk land, met de ene zijde naast het erf van Art Peterssoen en met de andere zijde naast het erf van het Graafse H.Geesthuis, met het ene eind schietend op de Horsensgrave en met het andere eind over de dijk.
a179 1421 november 6..
Jan Neudensoen en Claes Rolofssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Arnt, de zoon van Deric Knapensoen, verklaard heeft, dat Bade Talout Badensoen ten allen tijde met 16 1/2Gulikergulden mag lossen een rente van 1 malder rogge, die voornoemde Arnt geldende heeft uit een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Willem Barbier Hermanssoen en met de andere zijde naast het erf van Gerit Vaechs, met het ene eind schietend op het erf van Henric Scermer en met het andere eind op de gemene straat.
a180 1421 december 21.
Bernt Zuerhout en Goeswyn vanden Lampelaer, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Deric Coekeler heeft opgedragen aan Trude, het wijf van wijlen Jacob sKaelen, een rente van 2 1/2 malder rogge, te betalen op sint Maartensdag in de winter (11 november) en gevestigd op een stuk land, gelegen met de ene zijde naast het erf van Jan Ridder en met de andere zijde naast het erf van Goeswijn voornoemd, met het ene eind schietend op de voordijk en met het andere eind op de achterdijk.
Getransfigeerd.
a181 1422 januari 28.
Jan Nonyck en Herman Gelyssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Claes van Merle heeft opgedragen aan Claes Roelofs een rente van 1 malder rogge, te betalen met kerstmis (25 december) en gevestigd op een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Ywen vanden Velde Ywenssoen van Escheren en met de andere zijde naast het huis en erf van Aleit van Byen, schietend met het ene eind op het erf van de kinderen van Henric vanden Cluyten en met het andere eind op de gemene straat.
a182 1422 februari 26.
Jan Neudensoen en Lambert van Olmen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Claes van Meirlar heeft opgedragen aan Heymeric Geritssoen een rente van 1 malder rogge, te betalen op sint Petersdag ad cathedram (22 februari) en gevestigd op een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Aelet van Buden (?) en met de andere zijde naast het huis en erf van Ywen, de zoon van Ywen vanden Velde, met het ene eind schietend op het erf van de kinderen van Henric vanden Cluyten en met het andere eind op de gemene straat.
Getransfigeerd.
a183 1422 april 21..
Jan Monyc en Lambert van Olmen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Claes van Merlaer en Marijne e.l.hebben opgedragen aan tZerys van Olmen een rente van 2 malder rogge, te betalen op Meidag (1 mei) en gevestigd op een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Aelet van Uden en met de andere zijde naast het huis 'en erf van Uwe vanden Velde, met het ene eind schietend op het erf van de kinderen van wijlen Henric vanden Cluten en met het andere eind op de gemene straat.
Getransfigeerd.
a184 1422 mei 21..
Bernt Zuerhout en Goessen vanden Lampelaer, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat Lijsbet, de weduwe van Gijsbert van Uden, heeft opgedragen aan Gerit van Lent en Jan van Aiken, kerkmeesters te Grave, ten behoeve van de Graafse kerk, drie heemraden brieven, waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a185 1422 juni 3..
Herman Gelyssoen en Arnt die Haen, schepenen Grave, oorkonden, dat:
1)tZense;
2)haar zoon Melijs;
3)haar dochter Fye,
heeft opgedragen aan heer Wilhem Bertensoen, priester en kanunnik van de sint Elisabethskerk van Grave, een rente van 12 vat rogge, te betalen op de heilige Paasdag en gevestigd op een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het erf van Henric van Meirlar en met de andere zijde naast het erf van Mette Luytgarden, met het ene eind schietend op het huis en erf van Willem Barbier die Aude en met het andere eind op de gemene straat.
Getransfigeerd.
a186 1422 juni 24.
Schepenen te Mill oorkonden, dat:
1)Mr.Jan, de zoon van Herman Jordenssoen;
2)zijn zoon Jan bij zijn overleden echtgenote Margriet;
3)zijn zoon Henric bij voornoemde Margriet,
hebben opgedragen aan Jan vanden Lampelaer en Griet e.l.een rente van 1 1/2 malder rogge, gevestigd op 2 morgen land, gelegen met de ene zijde naast het erf van Aleit Geenkens en haar kinderen en met de andere zijde naast het erf van Deric Papensoen;
met een Millse schepenbrief die gewag van die rente maakt. Getransfigeerd.
a187 1422 juli 13.
Willem van Stramprade en Arnt Keyser, schepenen te Velp, oorkonden, dat Lambrecht van Diepenbeeck vanden Grave heeft opgedragen aan Jan die Moelner Janssoen een rente van 2 malder rogge met een schepenbrief van Velp, waar deze brief een transfix van is.
Getransfigeerd.
a188 1422 september 19..
Herman Gelyssoen en Lambert van Olmen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Gerit van Lent en Jan van Acken, kerkmeesters van de Graafse sint Elisabethskerk, beloofd hebben, dat Jan Ticheler geen schade zal lijden of stoornis in bezit zal ondervinden van zijn erf en goede, dat hem is aanverstorven van Matheus van Laer, zijn overleden broer, of van zijn neef, de zoon van deze.
a189 1422 september 21.
Jan Monyck en Herman Gelissoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Heymeric Geritssoen heeft opgedragen aan Claes Roelofs een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is en die melding maakt van, een rente van 1 malder rogge. Transfix.
a190 1422 oktober 10.
Bade van Eesscherentrichter te Escharen, Arnt Snavel en Henric Badensoen, laten aldaar, oorkonden, dat Hadewijch, de weduwe van Herman van Olmen, heeft opgedragen aan Willem die Lege anders genaamd Smeeyke, provisor van het Graafse gasthuis, ten behoeve van dat gasthuis, een rente van een 1/2 malder rogge; met twee brieven waar deze brief doorgestoken is.
Transfix.
a191 1422 oktober 21..
Jan Neudenschen en Arnt die Haen, schepenen te Grave, oorkonden, dat heer Herman Roesynck, priester, en Herman Gelyssoen, als uitvoerders van het testament van heer Henric Cuper, hebben opgedragen aan Willem Aebensoen een huis en erf, dat van voornoemde Cuper geweest was.
a192 1423 februari 10..
Herman Gelyssoen en Claes Roelofs, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Hille van Nulant;
2)Goessen Lubbertssoen en Mechtelt e.l.,
hebben opgedragen aan Herman van Berck een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van wijlen Henric Boelen en met de andere zijde naast het huis en erf van Met die Haen, met het ene eind schietend op het erf van Heyn Sews en met het andere eind op de gemene straat;
met 3 schepenbrieven,die daar gewag van maken.
a193 1423 juni 17..
Henric Rutgerssoen en Lambert van Olmen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Jan Broechem heeft opgedragen aan Coen Arntssoen en Yke e.l.een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van Gerit van Middeler en met de andere zijde naast het erf van Gerit Dericssoen, met het ene eind schietend op het erf van laatstgenoemde en met het andere eind op de gemene straat. Getransfigeerd.
a194 1423 november 13..
Jan Monyck en Herman Gelyssoen, schepenen te Grave, oorkonden dat tZerys Henricssoen van Olmen die Jonge heeft opgedragen aan Henric Caudoven, de zoon van Herman Gelijssoen, een schepenbrief, waar deze brief doorgestoken is en die melding maakt van een rente van 2 malder rogge.
Getransfigeerd.
a195 1423 november 27..
Jan Monnyck en Herman Gelyssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat de gebroeders Heynke en Gelys van Bueghen gezamenlijk hebben, dat zij - onder verband van hun in de vrijheid van de stad Grave gelegen goederen - beloofd hebben aan Jan Aebensoene, deze in het ongestoorde bezit te laten van alzulke morgen land, gelegen in het gericht van Escharen tussen het erf van de kerk van Grave en het erf van Engel van Bueghen, die zij aan voornoemde Aebensoene verkocht hadden.
verklaard
a196 1423 december 6.
Gerit vander Heiden en Goeswyn vanden Lampelaer, heemraden in het Hollanderbroek, oorkonden, dat:
1)Jacop Janssoen en Sween e.l.;
2)Michiel Janssoen;
3)Gerit Janssoen en Catheryn e.l.;
4)Maes die Rademeker en Aleit e.l.;
5)Mechtelt des Haerden,
opgedragen, hebben aan Jan Ermbout sVisscherssoen een heemradenbrief, die melding maakt van een rente van 2 malder rogge en waar deze brief doorgestoken is. Getransfigeerd.
a197 1423 december 19..
Jan Neudensoen en Claes Roelofs, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Lysbet, de weduwe van Jan Rutgers;
2)haar zoon Rutger, priester;
3)haar zoon Jan;
4)haar dochter Lysbet;
5)haar dochter Mette,
hebben opgedragen aan Jacob Spaen een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van de kinderen van Willem vanden Kerchove, en met de andere zijde naast het huis en erf van Lonis Dericssoen van Eerpe, met het ene eind schietend op het stadserf en met het andere eind op de gemene straat; met 2 schepenbrieven,die van dit huis en erf gewag maken.
2130 St. Catharinagasthuis Grave, 1291-1973
Inleiding
Regestenlijst.
1400-1471
a197
1423 december 19..
Jan Neudensoen en Claes Roelofs, schepenen te Grave, oorkonden, dat:
1)Lysbet, de weduwe van Jan Rutgers;
2)haar zoon Rutger, priester;
3)haar zoon Jan;
4)haar dochter Lysbet;
5)haar dochter Mette,
hebben opgedragen aan Jacob Spaen een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het huis en erf van de kinderen van Willem vanden Kerchove, en met de andere zijde naast het huis en erf van Lonis Dericssoen van Eerpe, met het ene eind schietend op het stadserf en met het andere eind op de gemene straat; met 2 schepenbrieven,die van dit huis en erf gewag maken.
Zie ook:
Organisatie: Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
laatste wijziging 28-11-2018
a198 1423 december 22..
Jan Monyck en Henric Rutgerssoen, schepenen te Grave, oorkonden, dat Dieric van Hulsbeeck Henricssoen en Lysbet e.l.hebben ongedragen aan Gelijs Mynnen een rente van 4 vat rogge, te betalen op O.L.Vrouwe lichtmis (2 februari) en gevestigd op een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast het erf van Jutte Heynkens en met de andere zijde naast het huis en erf van Aelbert, de zoon van wijlen Bruyssen, en naast de gemene straat, met het ene eind schietend op het huis en erf van Henric van Huemen en met het andere eind op het erf van Vrederic Gaertssoen.
a199 1424 januari 11.
Bade van Eesscheren die Jonge, richter te Escharen, Bade van Eesscheren dia Audste en Henric van Nydenhoven, laten aldaar, oorkonden, dat Jan Roloffs, genaamd vander Heze, en Arnt e.l.hebben bekend schuldig te zijn aan Deric xLubben vanden Grave en Marie e.l.een rente van 5 1/2 vat rogge, te betalen op O.L.Vrouwe lichtmis (2 februari) en gevestigd op:
a)een stuk land, gelegen met de ene zijde naast het erf van Lisbet Gelis en met de andere zijde naast het erf van Abe van Elten, schietend met het ene eind op de middelweg en met het andere eind op de gemene weg, die door Escharen loont;
b)de helft van een morgen land, gelegen met de ene zijde naast het erf van voornoemde Lisbet en met de andere zijde naast het kerkeland van Grave, schietend met het ene eind op de middelweg en met het andere op de Maasdijk.
a200 1424 maart 27..
Bade van Eesschaeren die Jonghe, richter te Escharen, Arnt Snavel en Jacob die Jeger, laten aldaar, oorkonden, dat Jan Roeloffssoen, anders genaamd vander Heze, en Arnt e.l.hebben opgedragen aan Jah Hubensoen een rente van 18 vat rogge, te betalen op O.L.Vrouwedag lichtmis (2 februari) en gevestigd op:
a) een huis en erf, gelegen met de ene zijde naast de gemene straat en met de andere zijde naast de gemene weg, schietend met het ene eind op het erf van Heijn Ghijsselensoen en met het andere eind op het erf, dat was van Lijsbet Somers;
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 550
1472-1498
1500-1529
1530-1548
1550-1599
laatste wijziging 04-01-2024
4.019 beschreven archiefstukken
2.565 gedigitaliseerd
totaal 101.223 bestanden
Inventaris
Het archief van de provisoren, respectievelijk regenten van het Graafse Sint Catharinagasthuis en van de rentmeesters van dit gasthuis (nos. 1-1135)
Het archief van de rectoren van de gasthuiskapel in Grave (nos. 1136-1139)
Het archief van de provisoren van de tafel van de Heilige Geest en van de geesthuismeesters
Het archief van de weeshuismeesters in Grave (nos. 1474-1495)
Het archief van de commissie van de armenfabriek in Grave (nos. 1496-1503)
Stukken van kerkelijke aard (nos. 1504-1529)
Stukken betreffende de Graafse broederschappen en schutterijen (nos. 1530-1532)
Stukken betreffende het gasthuis van de dertien armen te Herpen (no. 1533)
Stukken waarvan het verband met voorafgaande archieven niet duidelijk of in het geheel niet gebleken is (nos. 1534-2111)
Bijlage: Aan andere archiefinstellingen eventueel over te dragen stukken (nos. 2112-2127)
laatste wijziging 04-01-2024
4.019 beschreven archiefstukken
2.565 gedigitaliseerd
totaal 101.223 bestanden

Kenmerken

Datering:
1291-1973
Vindplaats origineel:
Locatie Grave
Openbaarheid:
Deze toegang bevat een of meer stukken die tot 1 januari 2090 niet zonder meer openbaar zijn.
Het precieze jaar van openbaarheid kun je per inventarisnummer vinden.

Bij vragen kun je contact opnemen met het BHIC.
Categorie:
laatste wijziging 04-01-2024
4.019 beschreven archiefstukken
2.565 gedigitaliseerd
totaal 101.223 bestanden